Eerlijk gezegd, ik moet niks van Comrie hebben met zn leer van rechtvaardigmaking van eeuwigheid. Overigens, was dat een remonstrantse stelling, wisten jullie dat? Lees maar de acte van de synode van Dordrecht.hervormde schreef:Ds. Moerkerken: Comrie plaatst mens in het gemis
ROTTERDAM – „Kenmerkend voor Comrie is dat hij mensen in het gemis plaatst. Wie Comries uitleg van zondag 7 nooit gelezen heeft, kan de prediking van de Gereformeerde Gemeenten niet goed begrijpen.”
Ds. A. Moerkerken, rector aan de Theologische School van de Gereformeerde Gemeenten te Rotterdam, ging dinsdag kort in op de betekenis van de theologie van dr. A. Comrie. Hij deed dat bij de overhandiging van het eerste exemplaar van de hertaalde ”Verhandeling van enige eigenschappen van het zaligmakend geloof” van Comrie (uitg. De Banier, Apeldoorn). De docenten en studenten van de predikantenopleiding in Rotterdam kregen een exemplaar aangeboden door J. K. van Klaveren, manager bij De Banier. Het boek is hertaald, naar de eerste uitgave uit 1744, door neerlandicus C. Bregman.
Ds. Moerkerken riep ds. A. Vergunst in herinnering, die hem in 1970 wees op de ”Eigenschappen” van Comrie. „Op zijn eigen karakteristieke wijze zei ds. Vergunst: „Als je straks een goede preek wilt houden, moet je de ”Eigenschappen” lezen. Daaruit leer je preken.””
De rector van de Theologische School zei dat het bij Comrie „glashelder” is dat het begin van het geestelijk leven ligt bij de inlijving in Christus. „Dat blijkt uit de eerste twee preken van de ”Eigenschappen”, die handelen over ”Het geloof is een genade, die de ziel zo nauw mogelijk met Christus verenigt” en ”Het geloof is een genade, waardoor de ziel gerechtvaardigd wordt”.” Dat is niet hetzelfde als het aannemen van en de persoonskennis van de Middelaar. Wat wij wel de toeleidende weg noemen, geeft Comrie een plaats ín het geestelijk leven, niet vóór het geestelijk leven.”
Van Klaveren stelde dat ”Eigenschappen” een boek is dat echt aan de predikantenopleiding in Rotterdam thuishoort. „Ds. Kersten, de eerste docent aan de Theologische School, was het die de eerst uitgegeven editie van het boek, uit 1744, in 1930 opnieuw uitgaf bij De Banier. Hij koos voor een uitgave waarbij de oorspronkelijke tekst nauwkeurig werd gevolgd, maar de spelling werd gemoderniseerd.”
Comrie, maar ook Groenewegen, hadden een groot tegenstander en dat was Theodorus v.d. Groe. Hij wou daar niets, maar dan ook niets van weten. Ook Brakel leert in zijn verklaring van de H.B. Cathechismus dat er geen rechtvaardigmaking van eeuwigheid is, maar dat deze in de tijd plaatsvindt. M.i. is er met Comrie een grote dwaling geslopen in de reformatorische leer. Ik lees liever de oudvaders zoals v.d. Groe, Brakel, Smytegeldt, Owen, Erskine, etc. Comrie reken ik daar niet toe.