Ik wil daar best van horen, maar niet als zijnde de betekenis van wat Paulus schrijft in Romeinen 6. Dat is het hele punt waar het om gaat. Het gestorven zijn met Christus is niet hetzelfde als wat wij zielsbevindelijk doorleefd hebben in het uur der minne. In dat uur der minne krijgen wij deel aan de het gestorven zijn met Christus, dat is waar, maar we maken op dat moment niet zelf die dood door. Dat is wat ik jou steeds hoor zeggen en waar ik het dus niet mee eens ben.DWW schreef:Niet alleen waar we deel aan hebben, maar ook wat er zielsbevindelijk doorleefd is in het uur der minne....en daar wil jij jammergenoeg kennelijk niet van weten/horen, zo schijnt het mij toe.Afgewezen schreef:Ja, ik weet inmiddels dat Philpot dit zegt. Maar het gaat erom wat Paulus, dus de Heilige Geest, bedoelt te zeggen in Romeinen 6. Daar gaat het helemaal niet over wat de zondaar meemaakt voor hij tot geloof komt, maar waar we deel aan hebben wanneer we tot geloof gekomen zijn.
Vrijheid in exegese?
Re: Vrijheid in exegese?
Re: Vrijheid in exegese?
“Door deelgenoten gemaakt te zijn van de Geest van Christus hebben de leden van Zijn symbolische lichaam een levende vereniging met Hem, want ‘die de Heere aanhangt, is één geest met Hem’ (1 Kor. 6:17). Door alzo gedoopt te zijn door de Heilige Geest zijn ze eensgeestes gemaakt met de Heere en hebben zo een gemeenschap met Hem in Zijn lijden, dood en opstanding. Zoals Hij stierf onder de vloek der wet en de schuld en last van de zonde, ja, de dood stierf aan de wet en de zonde, door de dood bevrijd zijnde van de vloek der wet en de straf der zonde, zo sterft de gelovige onder de vloek van de wet en de last van schuld en zonde in zijn geweten.” (J.C. Philpot)Afgewezen schreef:Ik wil daar best van horen, maar niet als zijnde de betekenis van wat Paulus schrijft in Romeinen 6. Dat is het hele punt waar het om gaat. Het gestorven zijn met Christus is niet hetzelfde als wat wij zielsbevindelijk doorleefd hebben in het uur der minne. In dat uur der minne krijgen wij deel aan de het gestorven zijn met Christus, dat is waar, maar we maken op dat moment niet zelf die dood door. Dat is wat ik jou steeds hoor zeggen en waar ik het dus niet mee eens ben.DWW schreef:Niet alleen waar we deel aan hebben, maar ook wat er zielsbevindelijk doorleefd is in het uur der minne....en daar wil jij jammergenoeg kennelijk niet van weten/horen, zo schijnt het mij toe.Afgewezen schreef:Ja, ik weet inmiddels dat Philpot dit zegt. Maar het gaat erom wat Paulus, dus de Heilige Geest, bedoelt te zeggen in Romeinen 6. Daar gaat het helemaal niet over wat de zondaar meemaakt voor hij tot geloof komt, maar waar we deel aan hebben wanneer we tot geloof gekomen zijn.
Want, de Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en zaligen, dat verloren was.
http://www.dewoesteweg.nl
http://www.dewoesteweg.nl
Re: Vrijheid in exegese?
Het lijkt me weinig zinvol Philpot te citeren als onderbouwing voor je visie, als ik net heb geprobeerd uit te leggen waarom ik de zienswijze van Philpot niet deel. Die 'zoals'-redenering, die ook Erasmiaan hanteert, geeft niet weer waar het in dit tekstgedeelte (Rom. 6) om gaat.DWW schreef:“Door deelgenoten gemaakt te zijn van de Geest van Christus hebben de leden van Zijn symbolische lichaam een levende vereniging met Hem, want ‘die de Heere aanhangt, is één geest met Hem’ (1 Kor. 6:17). Door alzo gedoopt te zijn door de Heilige Geest zijn ze eensgeestes gemaakt met de Heere en hebben zo een gemeenschap met Hem in Zijn lijden, dood en opstanding. Zoals Hij stierf onder de vloek der wet en de schuld en last van de zonde, ja, de dood stierf aan de wet en de zonde, door de dood bevrijd zijnde van de vloek der wet en de straf der zonde, zo sterft de gelovige onder de vloek van de wet en de last van schuld en zonde in zijn geweten.” (J.C. Philpot)
Re: Vrijheid in exegese?
Opgeschoond en teruggeplaatst.
Houd verdere discussie netjes, aub.
DWW is geband.
Houd verdere discussie netjes, aub.
DWW is geband.
Re: Vrijheid in exegese?
respect
een topic opschonen is een enorme klus.
een topic opschonen is een enorme klus.
Re: Vrijheid in exegese?
Dank je; weet ik.helma schreef:respect
een topic opschonen is een enorme klus.
Re: Vrijheid in exegese?
Afgewezen heeft gelijk. In Romeinen 6 wordt een geloofswerkelijkheid beschreven. Je kunt niet in de zonde leven en daarbij tegelijkertijd zeggen in Christus te zijn. Juist daarom heeft de HC ook voor Zondag 33 naar dit gedeelte verwezen.
Misschien moeten we concluderen dat wie de neiging heeft om Zondag 1 alleen chronologisch te lezen dat ook doet met Zondag 33. De mens moet dan eerst ....
Misschien moeten we concluderen dat wie de neiging heeft om Zondag 1 alleen chronologisch te lezen dat ook doet met Zondag 33. De mens moet dan eerst ....
-
- Berichten: 715
- Lid geworden op: 06 dec 2011, 17:52
Re: Vrijheid in exegese?
Ik heb idd inmiddels ook gevonden dat hij ook Nederlands schreef en las. Ik weet verder niet veel van hem. Ik kan me zo voorstellen dat hij wel over Calvijn-commentaren beschikte. Is jou daar iets over bekend?Afgewezen schreef:Met deze uitleg ben ik het dus niet eens, wat ik al steeds probeer uit te leggen. Het is niet 'gelijk Christus stierf.... zo zal de zondaar.... moeten sterven', nee, doordat de zondaar Christus toebehoort, is hij mét Christus gestorven.Erasmiaan schreef:@Afgewezen: waar zeg ik dat we deel uitmaken van de dood van Christus? Gelijk Christus stierf voordat hij opstond uit het graf, zo zal de zondaar eerst van alles wat geen God en Christus is af moeten sterven, opdat hij door het geloof Christus verkrijgt en in een nieuw en Godzalig leven zal gaan wandelen, de opstanding van Christus.
Dat laat onverlet dat ik het met je eens ben, dat een zondaar aan het al eigene moet sterven, alleen, dit is niet de betekenis van de tekst in Romeinen 6.
@Vragensteller, Philpot kon Nederlands lezen. En hij beschikte over de Nederlandse Statenbijbel met kanttekeningen (van die kantt. ben ik niet helemaal zeker, zou ik even moeten nazoeken in Der Pelgrims metgezel, maar die heb ik niet zelf).
Het is sowieso iets wat ik me afvraag: waarom schuift men voor deze 'theorie' met enig gemak de ktt (en Calvijn) aan de kant, terwijl die in andere gevallen wel als 'gezaghebbend' worden gezien?
Ik ben het hele stuk, waaruit Erasmiaan citeerde aan het lezen (ik moet dat nog wat grondiger doen dan dat ik tot nog toe deed). Wat me opvalt, is dat Philpot Gal. 2:19, 20 erbij betrekt voor dat stervensproces (der wet sterven). Dit gebeurt meer. Hoe lees jij die verzen dan (met name vers 19)?
Re: Vrijheid in exegese?
Ik zal het nakijken in Der Pelgrims Metgezel (als ik bij mijn moeder ben, die heeft 'm namelijk).vragensteller schreef:Ik heb idd inmiddels ook gevonden dat hij ook Nederlands schreef en las. Ik weet verder niet veel van hem. Ik kan me zo voorstellen dat hij wel over Calvijn-commentaren beschikte. Is jou daar iets over bekend?
Toch las ik tot mijn verbazing in een preek van Calvijn (over Jes. 53:7-8) het volgende (accentueringen van mij Afg.):vragensteller schreef:Het is sowieso iets wat ik me afvraag: waarom schuift men voor deze 'theorie' met enig gemak de ktt (en Calvijn) aan de kant, terwijl die in andere gevallen wel als 'gezaghebbend' worden gezien?
Wanneer wij dus onze last gevoelen [Christus roept die vermoeid en belast zijn tot Zich] en daaronder zuchten, verstaande dat wij daaronder zouden moeten bezwijken, zie, dan is ons de weg gebaand en geopend om tot onze Heere Jezus Christus te komen, want Hij houdt de armen uitgebreid om ons te ontvangen. Gelijk wij ook hierna zullen zien, dat Hij gezonden is om te prediken tot hen, die gebroken zijn van hart. Op deze wijze moeten wij dus geofferd worden, opdat wij aan onze Heere Jezus Christus gelijkvormig worden. Weliswaar is het offer dat Hij heeft gebracht, onze volkomen hoop, dat wil zeggen dat wij ons niet moeten aanmatigen daarbij iets van het onze te voegen. Jezus Christus heeft daarmee volkomen zaligheid verworven, dat Hij aan God Zijn Vader geofferd is. Maar intussen moeten wij wel bedreigd zijn door het gericht Gods, moeten wij verstaan, hoe afschuwelijk ding het is, dat wij, ellendige aardwormen, ons gaan verheffen tegen de Majesteit van Hem, die ons heeft geschapen, en dat wij Zijn gerechtigheid schenden, aangezien wij juist in deze wereld zijn om Hem te dienen en te eren. Dat wij dan dit levendig in ons gevoelen, om te komen tot onze Heere Jezus Christus.
Lastig. Leg je hier Rom. 7 naast, waar Paulus spreekt over het gestorven zijn aan de wet, dan lijkt er wel een heilsordelijke component aanwezig te zijn.vragensteller schreef:Ik ben het hele stuk, waaruit Erasmiaan citeerde aan het lezen (ik moet dat nog wat grondiger doen dan dat ik tot nog toe deed). Wat me opvalt, is dat Philpot Gal. 2:19, 20 erbij betrekt voor dat stervensproces (der wet sterven). Dit gebeurt meer. Hoe lees jij die verzen dan (met name vers 19)?
Re: Vrijheid in exegese?
Begrijpt iedereen ook wat hier gezegd wordt?Afgewezen schreef:Ik zal het nakijken in Der Pelgrims Metgezel (als ik bij mijn moeder ben, die heeft 'm namelijk).vragensteller schreef:Ik heb idd inmiddels ook gevonden dat hij ook Nederlands schreef en las. Ik weet verder niet veel van hem. Ik kan me zo voorstellen dat hij wel over Calvijn-commentaren beschikte. Is jou daar iets over bekend?Toch las ik tot mijn verbazing in een preek van Calvijn (over Jes. 53:7-8) het volgende (accentueringen van mij Afg.):vragensteller schreef:Het is sowieso iets wat ik me afvraag: waarom schuift men voor deze 'theorie' met enig gemak de ktt (en Calvijn) aan de kant, terwijl die in andere gevallen wel als 'gezaghebbend' worden gezien?Wanneer wij dus onze last gevoelen [Christus roept die vermoeid en belast zijn tot Zich] en daaronder zuchten, verstaande dat wij daaronder zouden moeten bezwijken, zie, dan is ons de weg gebaand en geopend om tot onze Heere Jezus Christus te komen, want Hij houdt de armen uitgebreid om ons te ontvangen. Gelijk wij ook hierna zullen zien, dat Hij gezonden is om te prediken tot hen, die gebroken zijn van hart. Op deze wijze moeten wij dus geofferd worden, opdat wij aan onze Heere Jezus Christus gelijkvormig worden. Weliswaar is het offer dat Hij heeft gebracht, onze volkomen hoop, dat wil zeggen dat wij ons niet moeten aanmatigen daarbij iets van het onze te voegen. Jezus Christus heeft daarmee volkomen zaligheid verworven, dat Hij aan God Zijn Vader geofferd is. Maar intussen moeten wij wel bedreigd zijn door het gericht Gods, moeten wij verstaan, hoe afschuwelijk ding het is, dat wij, ellendige aardwormen, ons gaan verheffen tegen de Majesteit van Hem, die ons heeft geschapen, en dat wij Zijn gerechtigheid schenden, aangezien wij juist in deze wereld zijn om Hem te dienen en te eren. Dat wij dan dit levendig in ons gevoelen, om te komen tot onze Heere Jezus Christus.Lastig. Leg je hier Rom. 7 naast, waar Paulus spreekt over het gestorven zijn aan de wet, dan lijkt er wel een heilsordelijke component aanwezig te zijn.vragensteller schreef:Ik ben het hele stuk, waaruit Erasmiaan citeerde aan het lezen (ik moet dat nog wat grondiger doen dan dat ik tot nog toe deed). Wat me opvalt, is dat Philpot Gal. 2:19, 20 erbij betrekt voor dat stervensproces (der wet sterven). Dit gebeurt meer. Hoe lees jij die verzen dan (met name vers 19)?
“Wij prediken tot mensen alsof zij zich ervan bewust zijn stervende zondaars te zijn; dat zijn zij niet; zij hebben een goede tijd, en ons spreken over wedergeboren worden ligt op een domein waarvan zij niets weten. De natuurlijke mens wil niet wedergeboren worden”.
- Oswald Chambers -
- Oswald Chambers -
-
- Berichten: 715
- Lid geworden op: 06 dec 2011, 17:52
Re: Vrijheid in exegese?
Dat is inderdaad opmerkelijk. Ik begrijp uit dit citaat op zich (maar zal het in context moeten lezen, doe ik al ik iets meer tijd heb) dat het gevoelen van de last en het beseffen dat wij daaronder hadden moeten bezwijken, gelijk staat aan het geofferd worden, OPDAT wij aan onze Heere Jezus Christus gelijkvormig worden (je kunt hier tijdsvolgorde lezen, maar misschien is dat een te vrije interpretatie van mij). Alternatieve interpretatie is dat dat er een gelijkvormig zijn aan Christus bestaat voor de bewuste Christuskennis, dus na de wedergeboorte neem ik aan. Duidelijk is dat hier wel over een toeleidende weg wordt gesproken: dan is ons de weg gebaand en geopend om tot onze Heere Jezus Christus te komen.Afgewezen schreef:Toch las ik tot mijn verbazing in een preek van Calvijn (over Jes. 53:7-8) het volgende (accentueringen van mij Afg.):vragensteller schreef: Het is sowieso iets wat ik me afvraag: waarom schuift men voor deze 'theorie' met enig gemak de ktt (en Calvijn) aan de kant, terwijl die in andere gevallen wel als 'gezaghebbend' worden gezien?Wanneer wij dus onze last gevoelen [Christus roept die vermoeid en belast zijn tot Zich] en daaronder zuchten, verstaande dat wij daaronder zouden moeten bezwijken, zie, dan is ons de weg gebaand en geopend om tot onze Heere Jezus Christus te komen, want Hij houdt de armen uitgebreid om ons te ontvangen. Gelijk wij ook hierna zullen zien, dat Hij gezonden is om te prediken tot hen, die gebroken zijn van hart. Op deze wijze moeten wij dus geofferd worden, opdat wij aan onze Heere Jezus Christus gelijkvormig worden. Weliswaar is het offer dat Hij heeft gebracht, onze volkomen hoop, dat wil zeggen dat wij ons niet moeten aanmatigen daarbij iets van het onze te voegen. Jezus Christus heeft daarmee volkomen zaligheid verworven, dat Hij aan God Zijn Vader geofferd is. Maar intussen moeten wij wel bedreigd zijn door het gericht Gods, moeten wij verstaan, hoe afschuwelijk ding het is, dat wij, ellendige aardwormen, ons gaan verheffen tegen de Majesteit van Hem, die ons heeft geschapen, en dat wij Zijn gerechtigheid schenden, aangezien wij juist in deze wereld zijn om Hem te dienen en te eren. Dat wij dan dit levendig in ons gevoelen, om te komen tot onze Heere Jezus Christus.
Waar zie je/ vermoed je ( "lijkt") het heilsordelijke aspect dan in dit hoofdstuk?Afgewezen schreef:Lastig. Leg je hier Rom. 7 naast, waar Paulus spreekt over het gestorven zijn aan de wet, dan lijkt er wel een heilsordelijke component aanwezig te zijn.vragensteller schreef:Ik ben het hele stuk, waaruit Erasmiaan citeerde aan het lezen (ik moet dat nog wat grondiger doen dan dat ik tot nog toe deed). Wat me opvalt, is dat Philpot Gal. 2:19, 20 erbij betrekt voor dat stervensproces (der wet sterven). Dit gebeurt meer. Hoe lees jij die verzen dan (met name vers 19)?
Re: Vrijheid in exegese?
vragensteller schreef:Dat is inderdaad opmerkelijk. Ik begrijp uit dit citaat op zich (maar zal het in context moeten lezen, doe ik al ik iets meer tijd heb) dat het gevoelen van de last en het beseffen dat wij daaronder hadden moeten bezwijken, gelijk staat aan het geofferd worden, OPDAT wij aan onze Heere Jezus Christus gelijkvormig worden (je kunt hier tijdsvolgorde lezen, maar misschien is dat een te vrije interpretatie van mij). Alternatieve interpretatie is dat dat er een gelijkvormig zijn aan Christus bestaat voor de bewuste Christuskennis, dus na de wedergeboorte neem ik aan. Duidelijk is dat hier wel over een toeleidende weg wordt gesproken: dan is ons de weg gebaand en geopend om tot onze Heere Jezus Christus te komenAfgewezen schreef:Toch las ik tot mijn verbazing in een preek van Calvijn (over Jes. 53:7-8) het volgende (accentueringen van mij Afg.):vragensteller schreef: Het is sowieso iets wat ik me afvraag: waarom schuift men voor deze 'theorie' met enig gemak de ktt (en Calvijn) aan de kant, terwijl die in andere gevallen wel als 'gezaghebbend' worden gezien?Wanneer wij dus onze last gevoelen [Christus roept die vermoeid en belast zijn tot Zich] en daaronder zuchten, verstaande dat wij daaronder zouden moeten bezwijken, zie, dan is ons de weg gebaand en geopend om tot onze Heere Jezus Christus te komen, want Hij houdt de armen uitgebreid om ons te ontvangen. Gelijk wij ook hierna zullen zien, dat Hij gezonden is om te prediken tot hen, die gebroken zijn van hart. Op deze wijze moeten wij dus geofferd worden, opdat wij aan onze Heere Jezus Christus gelijkvormig worden. Weliswaar is het offer dat Hij heeft gebracht, onze volkomen hoop, dat wil zeggen dat wij ons niet moeten aanmatigen daarbij iets van het onze te voegen. Jezus Christus heeft daarmee volkomen zaligheid verworven, dat Hij aan God Zijn Vader geofferd is. Maar intussen moeten wij wel bedreigd zijn door het gericht Gods, moeten wij verstaan, hoe afschuwelijk ding het is, dat wij, ellendige aardwormen, ons gaan verheffen tegen de Majesteit van Hem, die ons heeft geschapen, en dat wij Zijn gerechtigheid schenden, aangezien wij juist in deze wereld zijn om Hem te dienen en te eren. Dat wij dan dit levendig in ons gevoelen, om te komen tot onze Heere Jezus Christus.
Is de Heere Jezus niet de gebaande weg?
Ik ben de weg, de waarheid en het leven, zegt Jezus toch?
“Wij prediken tot mensen alsof zij zich ervan bewust zijn stervende zondaars te zijn; dat zijn zij niet; zij hebben een goede tijd, en ons spreken over wedergeboren worden ligt op een domein waarvan zij niets weten. De natuurlijke mens wil niet wedergeboren worden”.
- Oswald Chambers -
- Oswald Chambers -
Re: Vrijheid in exegese?
9 En zonder de wet, zo leefde ik eertijds; maar als het gebod gekomen is, zo is de zonde weder levend geworden, doch ik ben gestorven.vragensteller schreef:Waar zie je/ vermoed je ( "lijkt") het heilsordelijke aspect dan in dit hoofdstuk?Afgewezen schreef:Lastig. Leg je hier Rom. 7 naast, waar Paulus spreekt over het gestorven zijn aan de wet, dan lijkt er wel een heilsordelijke component aanwezig te zijn.
10 En het gebod, dat ten leven was, hetzelve is mij ten dood bevonden.
De Heere Jezus is de Weg tot de Vader. Het gaat hier over de manier waarop we tot Christus komen.simon schreef:Is de Heere Jezus niet de gebaande weg?
Ik ben de weg, de waarheid en het leven, zegt Jezus toch?
-
- Berichten: 715
- Lid geworden op: 06 dec 2011, 17:52
Re: Vrijheid in exegese?
Deze verzen zou ik ook in de heiligmaking plaatsen (min of meer dezelfde interpretatie geven als die van Rom. 6:5).Afgewezen schreef:9 En zonder de wet, zo leefde ik eertijds; maar als het gebod gekomen is, zo is de zonde weder levend geworden, doch ik ben gestorven.vragensteller schreef:Waar zie je/ vermoed je ( "lijkt") het heilsordelijke aspect dan in dit hoofdstuk?Afgewezen schreef:Lastig. Leg je hier Rom. 7 naast, waar Paulus spreekt over het gestorven zijn aan de wet, dan lijkt er wel een heilsordelijke component aanwezig te zijn.
10 En het gebod, dat ten leven was, hetzelve is mij ten dood bevonden..
De ontdekking op weg naar de Damascus was niet de ontdekking aan het 10e gebod (ik duid dat even als de minste aanprikkeling tot zonde).
Even vrij uitgebreid: als ik die verzen in context lees, is het punt m.i. het onderscheid tussen: hoe de zonde zich gedraagt t.o.v. van de Wet voor en na zijn inlijving in Christus. In deze verzen blikt Paulus terug op wat hij eerder dacht (meende rechtvaardig te zijn door de Wet) en geeft aan hoe hij het nu ziet.
Een moeilijkheid voor de juiste interpretatie is in het Grieks die dativus van “de Wet” in 7:4. Toch is die belangrijk. Ik zou hem vertalen met “voor (in de betekenis van: t.o.v.) de Wet”. Dit betekent iets heel anders, dan “d.m.v. de Wet”, zoals je de dativus ook kunt vertalen (als instrumentalis), wat dan waarschijnlijk ook gebeurt, als de Wet je a.h.w. doodt (in de betekenis van diep ontdekt aan de zonde). De keuze voor “t.o.v. de Wet” wordt ingegeven door Rom. 7:1-3. Je bent óf onder de Wet der zeden óf onder de Wet der genade.
Als je het beeld van Rom. 7:1-3 vasthoudt, zou je verwachten “de Wet is u gedood”. Dit zegt ook ktt. 10 bij dit vers. Want je kunt niet én in Christus zijn én onder de Wet der zeden (dat zou dan “overspel” zijn volgens het beeld in vers 1-3). Van Christus worden is dus net als van een andere man worden, als de eerste man is gestorven, vandaar dat die Wet dus ook dood moet zijn (waarvan de eerste man het beeld is).
In vers 5 komt dan de reden, waarom het één van beide is. Vers 6: hoe de nieuwe situatie is.
Conclusie: Óf je bent onder de Wet die leidt tot de dood (dat is de vrucht), als je niet in Christus bent. Óf je bent in Christus, dan ben je zgn. ‘dood’, dus ongevoelig voor de (de vrucht van de) Wet (ktt. 18, 19 bij vers 6 die licht geven over vers 4), door de dood van Christus, opdat je vrucht mag dragen voor God.
Dan komt in vers 7 een tegenwerping: is die Wet dan zonde (op zich een logische vraag, want in Rom. 6:1-6 wordt gezegd dat de Wet tot de dood leidt, en dan trek je zelf de conclusie dat je beter niet onder de Wet kunt zijn, de vraag is of dat aan de Wet ligt)? "Nee", zegt hij dan. De Wet zelf is geen zonde, maar maakt je juist van de zonde bewust. De begeerlijkheid die hij hier noemt, is een voorbeeld van hoe die Wet je van zonden bewust maakt. Bijv.: je wilt gaan liegen, maar je bedenkt dat het zonde is, je doet het niet. Toch is het feit dat je hebt willen liegen al zonde (dat is de begeerlijkheid). Daar is hij zich van bewust geworden d.m.v. de Wet. In vers 8 legt hij uit hoe de zonde van het gebod gebruik heeft gemaakt, om al die begeerlijkheden (aanprikkelingen tot zonde) juist te gaan werken. Eind vers 8: zonder de Wet is de zonde dood: zonder de Wet toont de zonde haar kracht niet (ktt.). Omdat vroeger niet de kracht van de zonde door de Wet werd getoond, dacht hij toen ook te leven. Toen kwam het gebod -ik denk dus: in de heiligmaking, want hij was al levend- van het niet mogen begeren te zondigen (toen ging hij de Wet echt verstaan, werd de zonde actief/ actiever en kwam openbaar). Vers 11 laat zien dat de zonde toen juist weer het gebod misbruikte om de zonde a.h.w. wakker/ levend te maken. Vers 9 zegt: “ik ben gestorven”, ik ben het idee kwijtgeraakt dat ik leefde door de Wet.
Vers 10 en 11: het doel van het gebod was leven, maar leidde Paulus -dat ziet hij nu- tot de dood (door bedreiging en aanprikkelingen = begeerlijkheden uit vers 8). De zonde (voorgesteld als een persoon, die kan leven en sterven, kan verleiden en doden) is de schuld van het leiden tot de dood en heeft het gebod daarvoor misbruikt! Vers 12: maar dat ligt niet aan de Wet (of het gebod), want die is heilig, rechtvaardig en goed.
Dit is globaal mijn interpretatie van dit gedeelte. Ik denk zelf dat dit niet vooraf gegaan hoeft te zijn aan de rechtvaardiging, maar ik kan dat dan toch ook weer niet rijmen met die tekst uit Galaten 2 (hoewel het commentaar van Luther op dit vers mijn interpretatie misschien wel weer bevestigt. Hij zegt iets als: "met de Wet heb ik niets meer te maken"). Mijn interpretatie van gestorven zijn t.o.v. de Wet, baseer ik mede op Kol. 2:14.
Re: Vrijheid in exegese?
Het kost me moeite je gedachtegang te volgen. Maar kun je zeggen dat de wet actief werd tot ontdekking van de zonde in de heiligmaking? En dat Paulus toen is gestorven? Maar dan wás hij toch al gestorven voor de wet?vragensteller schreef:Deze verzen zou ik ook in de heiligmaking plaatsen (min of meer dezelfde interpretatie geven als die van Rom. 6:5).Afgewezen schreef:9 En zonder de wet, zo leefde ik eertijds; maar als het gebod gekomen is, zo is de zonde weder levend geworden, doch ik ben gestorven.vragensteller schreef:Waar zie je/ vermoed je ( "lijkt") het heilsordelijke aspect dan in dit hoofdstuk?Afgewezen schreef:Lastig. Leg je hier Rom. 7 naast, waar Paulus spreekt over het gestorven zijn aan de wet, dan lijkt er wel een heilsordelijke component aanwezig te zijn.
10 En het gebod, dat ten leven was, hetzelve is mij ten dood bevonden..
De ontdekking op weg naar de Damascus was niet de ontdekking aan het 10e gebod (ik duid dat even als de minste aanprikkeling tot zonde).
Even vrij uitgebreid: als ik die verzen in context lees, is het punt m.i. het onderscheid tussen: hoe de zonde zich gedraagt t.o.v. van de Wet voor en na zijn inlijving in Christus. In deze verzen blikt Paulus terug op wat hij eerder dacht (meende rechtvaardig te zijn door de Wet) en geeft aan hoe hij het nu ziet.
Een moeilijkheid voor de juiste interpretatie is in het Grieks die dativus van “de Wet” in 7:4. Toch is die belangrijk. Ik zou hem vertalen met “voor (in de betekenis van: t.o.v.) de Wet”. Dit betekent iets heel anders, dan “d.m.v. de Wet”, zoals je de dativus ook kunt vertalen (als instrumentalis), wat dan waarschijnlijk ook gebeurt, als de Wet je a.h.w. doodt (in de betekenis van diep ontdekt aan de zonde). De keuze voor “t.o.v. de Wet” wordt ingegeven door Rom. 7:1-3. Je bent óf onder de Wet der zeden óf onder de Wet der genade.
Als je het beeld van Rom. 7:1-3 vasthoudt, zou je verwachten “de Wet is u gedood”. Dit zegt ook ktt. 10 bij dit vers. Want je kunt niet én in Christus zijn én onder de Wet der zeden (dat zou dan “overspel” zijn volgens het beeld in vers 1-3). Van Christus worden is dus net als van een andere man worden, als de eerste man is gestorven, vandaar dat die Wet dus ook dood moet zijn (waarvan de eerste man het beeld is).
In vers 5 komt dan de reden, waarom het één van beide is. Vers 6: hoe de nieuwe situatie is.
Conclusie: Óf je bent onder de Wet die leidt tot de dood (dat is de vrucht), als je niet in Christus bent. Óf je bent in Christus, dan ben je zgn. ‘dood’, dus ongevoelig voor de (de vrucht van de) Wet (ktt. 18, 19 bij vers 6 die licht geven over vers 4), door de dood van Christus, opdat je vrucht mag dragen voor God.
Dan komt in vers 7 een tegenwerping: is die Wet dan zonde (op zich een logische vraag, want in Rom. 6:1-6 wordt gezegd dat de Wet tot de dood leidt, en dan trek je zelf de conclusie dat je beter niet onder de Wet kunt zijn, de vraag is of dat aan de Wet ligt)? "Nee", zegt hij dan. De Wet zelf is geen zonde, maar maakt je juist van de zonde bewust. De begeerlijkheid die hij hier noemt, is een voorbeeld van hoe die Wet je van zonden bewust maakt. Bijv.: je wilt gaan liegen, maar je bedenkt dat het zonde is, je doet het niet. Toch is het feit dat je hebt willen liegen al zonde (dat is de begeerlijkheid). Daar is hij zich van bewust geworden d.m.v. de Wet. In vers 8 legt hij uit hoe de zonde van het gebod gebruik heeft gemaakt, om al die begeerlijkheden (aanprikkelingen tot zonde) juist te gaan werken. Eind vers 8: zonder de Wet is de zonde dood: zonder de Wet toont de zonde haar kracht niet (ktt.). Omdat vroeger niet de kracht van de zonde door de Wet werd getoond, dacht hij toen ook te leven. Toen kwam het gebod -ik denk dus: in de heiligmaking, want hij was al levend- van het niet mogen begeren te zondigen (toen ging hij de Wet echt verstaan, werd de zonde actief/ actiever en kwam openbaar). Vers 11 laat zien dat de zonde toen juist weer het gebod misbruikte om de zonde a.h.w. wakker/ levend te maken. Vers 9 zegt: “ik ben gestorven”, ik ben het idee kwijtgeraakt dat ik leefde door de Wet.
Vers 10 en 11: het doel van het gebod was leven, maar leidde Paulus -dat ziet hij nu- tot de dood (door bedreiging en aanprikkelingen = begeerlijkheden uit vers 8). De zonde (voorgesteld als een persoon, die kan leven en sterven, kan verleiden en doden) is de schuld van het leiden tot de dood en heeft het gebod daarvoor misbruikt! Vers 12: maar dat ligt niet aan de Wet (of het gebod), want die is heilig, rechtvaardig en goed.
Dit is globaal mijn interpretatie van dit gedeelte. Ik denk zelf dat dit niet vooraf gegaan hoeft te zijn aan de rechtvaardiging, maar ik kan dat dan toch ook weer niet rijmen met die tekst uit Galaten 2 (hoewel het commentaar van Luther op dit vers mijn interpretatie misschien wel weer bevestigt. Hij zegt iets als: "met de Wet heb ik niets meer te maken"). Mijn interpretatie van gestorven zijn t.o.v. de Wet, baseer ik mede op Kol. 2:14.