vragensteller schreef:Afgewezen schreef:Zonder de Geest van Christus kunnen wij niets aannemen. De Geest werkt in ons het geloof én de heiligmaking, inderdaad, die twee horen onverbrekelijk bij elkaar. De situatie dat je ‘nog zoveel aanneemt, maar Christus niet hebt’, bestaat dus helemaal niet.
Dat bestaat wel. Lees Johannes 8 maar eens. Begin eens bij vers 30-31 en lees daarna vers 59 met alle verzen ertussen, plus ktt. Er is zeker veel geloof, dat geen waar geloof is (ook gelijkenis van het zaad).
Natuurlijk is er schijngeloof. Maar daar hebben we het hier toch niet over?
vragensteller schreef:Afgewezen schreef:Ik zie niet in wat dit tegen mijn standpunt inbrengt. De doop markeert het begin van het leven met Christus, het avondmaal is bedoeld voor de voortgang.
Dan moet je beter lezen. Het gaat om de toerekening van de vergeving van zonden in de wedergeboorte, zoals bleek uit de HC.
Die toerekening wordt nooit de mijne, zonder aanvaarding van mijn kant! Dat is het punt waar het om gaat.
vragensteller schreef:Afgewezen schreef:Het geloof is ontvangend van aard, het heeft niets in zichzelf, maar ontvangt alles uit Christus, zowel de rechtvaardigmaking als de heiligmaking.
Precies. Dat is iets anders dan aannemen in de zin van pakken. Het is ook de genade dat je tot Hem mág bidden, dat je tot Hem mag komen, dat je naar Hem toegetrokken wordt. Dat
ontvang je namelijk ook. Jij vindt dat kennelijk vanzelfsprekend, ik niet.
Je geeft hier een draai aan de leer van de rechtvaardiging door het geloof en komt hier in de richting van de ingestorte genade van de RK Kerk. Het gaat om het ontvangen van de vrijspraak, niet om het ontvangen van het geloof en wat daaraan voorafgaat en ermee gepaard gaat. Wij hebben geen orgaan om dat te ontvangen, dat moet in ons gewerkt worden. En als dat in ons gewerkt wordt in de wedergeboorte, dan ontsteekt de Heilige Geest het geloof in ons hart, dat Christus en Zijn weldaden aanneemt (vrij naar NGB art. 22).
Als jij het zoeken slechts een voorbereiding noemt, zijn er 2 consequenties, waar ik niet aan wil:
1. of zoeken is –als men vindt- iets goeds dat een zondaar zonder wedergeboorte kan, in zijn doodsstaat;
2. of de Heilige Geest werkt niet onwederstandelijk, als men niet vindt.
Dit bedoel ik met 'dóórtheologiseren': je gaat tot in de finesses alle consequenties van een bepaald standpunt uiteenleggen, en dan loop je altijd ergens vast.
vragensteller schreef:We zijn over iets aan het discussiëren n.a.v. JOUW vraag, zeg jij dat het uitvergroot wordt of de inhoud van het geloof wordt. Het krijgt hier idd onevenredig veel aandacht, omdat er mensen zijn die Gods werk ontkennen. Daar ga ik -onderbouwd- tegen in, je reageert er amper op, alleen in algemene bewoordingen, overkoepelend.
Ik geloof dat ik hier juist heel uitgebreid op gereageerd heb. Ik weet niet wat je nog meer wilt horen, maar in feite komt mijn standpunt neer op dat van meer anderen in deze discussie: je focus moet niet liggen op wat er gebeurt in een mens vóór hij tot het geloof komt, maar op het geloof in Christus, dat in Hem de vergeving van zonden en de heiligmaking ontvangt.
Bovendien heb ik al herhaaldelijk gesteld dat of iets een geloofsdaad is of niet, uit de vruchten zal blijken. Of ik besef wat de kern van het geloof is, kun je op basis van deze postings niet vaststellen. Ik houd me aan wat Christus in de Schrift (m.n. de Evangeliebeschrijvingen) (waar) 'geloof' noemt, dat zijn ook de uitgaande daden. Lees ook Gen 15:6, ktt 17; Matth. 8:10; Matth. 9:2; Matth.9: 22; Matth. 9:28-29; Ik kan het utbreiden, maar je schijnt zelf ook goed te kunnen lezen. Ik vind het ongelofelijk dat jij, wat Jezus 'geloof' noemt, niet als geloof ziet, dus als ongeloof. Meer smaken zijn er immers niet. Dat lijkt wel mooi en bescheiden: ik hoef het niet te ontrafelen, maar feitelijk stel je een derde weg en ga je tegen Jezus`eigen woorden in. Laten we wel wezen: alles wat uit het geloof niet is, is zonde, dus het is niet onbelangrijk te weten, uit welke bron een daad voortkomt/ voortgekomen is. Vandaar dat het je geborgen weten in Christus ook zo noodzakelijk is.
Het is de vraag door welke 'bril' wij de Bijbel lezen, en zo ook de geschiedenissen van de mensen die tot Jezus komen. Een- en andermaal is gezegd dat bijv. de geschiedenis van de Kananese vrouw geen bekeringsgeschiedenis is.
Nogmaals de vraag: wat drijft je in deze discussie?
Het feit dat jij naar mijn mening een vertekende voorstelling geeft van het geloof en een nieuwe invulling geeft aan de Bijbelse en reformatorische notie van de rechtvaardiging door het geloof.