Zoekende zondaar reeds behouden?

Gebruikersavatar
memento
Berichten: 11339
Lid geworden op: 29 dec 2001, 11:42

Re: Lezenswaardig

Bericht door memento »

vragensteller schreef:Als je dat constateert, heb je mijn posts niet goed gelezen of niet goed begrepen. Ik ga mijzelf op dit punt niet herhalen. Lees die citaten van Calvijn nog maar eens over.
OK, dus jij stelt dat alleen zij die door een waar geloof, onder de werking van de Heilige Geest, Christus en Zijn weldadenaangenomen hebben, behouden zijn? En dat een ieder die Christus en Zijn weldaden nog niet heeft aangenomen, nog dood is in de zonden en misdaden?
Ik vind het ook redelijk gedurfd om kennelijk te veronderstellen, dat het geloof van de Kananese vrouw ongeloof was, zolang ze de vervulling nog niet in handen had (genezing van haar dochter).
Het verhaal van de Kananese vrouw is geen bekeringsgeschiedenis.

Hier komt een heidense vrouw in het vertrouwen dat Jezus haar dochter kán redden tot Jezus. Zij verwacht het alleen van Hem. Wat een geloof wordt daarin zichtbaar. Te meer, als wij bedenken dat zij een heiden is, een Kanaänitische (God had bevolen bij de intocht van Israël in Kanaän om alle volkeren uit te roeien, zij leeft slechts bij gratie van Israëls ongehoorzaamheid). Zij stond buiten Israël. Voor haar waren er geen beloften. Het is niet van een vrouw die tot geloof komt, maar van een vrouw in wie een bestaand geloof openbaar komt, en beproeving doorstaat. Kortom, een verhaal van heiligmaking in plaats van rechtvaardiging.
Feitelijk neem je Christus weldaden ook aan, als je voortdurend tot Hem nadert in gebed, alleen is dat voor je bewustheid een andere weldaad dan de zekerheid van vergeving van zonden en de zekerheid van het recht op het eeuwige leven (die je op zich van Gods kant wel geschonken zijn en die je daarmee ook ontvangen hebt). Je richt je dan meer op het feit dat Hij de Voorspraak is bij de Vader, bijvoorbeeld. In die zin omhels je Christus wel (en daarmee al Zijn weldaden, kun je niet scheiden). Dát zie ik bij die Kananese vrouw ook (dan kun je roepen: ja dat was de -bewuste- rechtvaardiging niet, nou ik weet dat zo net nog niet ...)
Bidden en vragen kán een teken van geloof zijn, maar dat hoeft niet. Slechts als het voor 100% eigen rechtvaardigheid heeft afgeschreven, en voor 100% het verwacht van Christus in het zekere vertrouwen dat wat het Evangelie omtrent zijn weldaden belooft niet alleen aan anderen, maar ook aan mij geschonken wordt.

Kennis van Christus, vertrouwen in Hem en de beloften van het Evangelie en in de goedwilligheid van God, is noodzakelijk voor een waar geloof. Het geloof rechtvaardigt. De HC en andere oudvaders/reformatoren spreken daar in termen over die duidelijk maken dat dit een bewuste daad in de mens is. Men wordt niet rechtvaardig zonder het zelf te merken. Terecht wijst Maarten Luther op de bezittelijke voornaamwoorden van het geloof. Het ware geloof zegt: Mijn Zaligmaker!

Werden we er maar eens aan ontdekt, ook na ontvangen genade, hoe een grote zonde het is, om God niet op Zijn Woord te geloven, en door ons ongeloof vraagtekens te zetten of God Zijn Woord wel meent, en of het ook wel voor ons bedoelt is.
GJdeBruijn
Berichten: 2198
Lid geworden op: 09 mar 2010, 13:37

Re: Lezenswaardig

Bericht door GJdeBruijn »

@vragenstelster: Is het mogelijk dat mensen van Gods kant bezien een weldaad bezitten, maar dat Gods Geest -Die in alle waarheid leidt(!)- leert dat ze het NOG NIET bezitten?

@Afgewezen en @Zonderling, leerzame posts waarin ik me goed kan vinden.
GJdeBruijn
Berichten: 2198
Lid geworden op: 09 mar 2010, 13:37

Re: Lezenswaardig

Bericht door GJdeBruijn »

vragensteller schreef:Waar het mij om gaat, is dat vertrouwen in een belovende God niet voor ongeloof moet worden gehouden
Het is maar net of je onder vertrouwen verstaat "vertrouwen dat al mijn zonden om Christus wil vergeven zijn" of "vertrouwen dat ze eens vergeven zullen kunnen worden". Het eerste is geloof, het tweede niet, maar wel degelijk ongeloof als het niet meer is dan wat je hier stelt. Beide is taalkundig wel vertrouwen,maar de basis waarop het vertrouwen rust verschilt. Vertrouwen in de verzoende God is Christus, of vertrouwen in de God die mogelijk de verdiensten van Christus wil toepassen is het verschil tussen geloof in de Christus als persoonlijke Zaligmaker, en het geloof in een algemene mogelijkheid die gepredikt wordt. Met andere woorden: Verschil tussen geloven in (1) De Christus en (2) de leer van Christus. Met 2 kun je hooguit het verstand voeden. Met 1 de ziel. Beide zijn belangrijk,maar de leer en verstand staan hierin als middelen ten dienste van de ziel van de uitverkorenen.
Laatst gewijzigd door GJdeBruijn op 18 feb 2012, 20:23, 2 keer totaal gewijzigd.
GJdeBruijn
Berichten: 2198
Lid geworden op: 09 mar 2010, 13:37

Re: Lezenswaardig

Bericht door GJdeBruijn »

vragensteller schreef:Ik mis het stukje ertussen: de toepassing door Gods Geest.
Het daadwerkelijk geloven IS de toepassing door Gods Geest. Misschien dat hier het misverstaan door veroorzaakt wordt? Als hier de definitie van het woord 'toepassing' verschillend wordt gehanteerd kom je nooit tot een wederzijds begrip van de standpunten.
vragensteller
Berichten: 715
Lid geworden op: 06 dec 2011, 17:52

Re: Lezenswaardig

Bericht door vragensteller »

Ik hoop dat jullie het niet erg vinden, dat ik even alleen op Memento`s post reageer. Jullie betogen allemaal min of meer hetzelfde, het lukt me niet op iedereen afzonderlijk te reageren.

@ Memento voor nu: een stukje uit het commentaar van Calvijn op de geschiedenis van de Kananese vrouw. Op de rest hoop ik maandag in te gaan.
Hoewel nu deze vrouw geen leermeester had, die
haar vertrouwelijk onderrichtte, vormde zij zich geen meening
over Christus, die geen grond had, maar eene die ontleend was aan
de Wet en de Profeten.
(...)
23. Maar hij antwoordde haar geen woord. Op onderscheidene
wijze stellen de Evangelisten het geloof van deze vrouw in een
gunstig daglicht; hier, door te wijzen op hare onbezweken
volharding.
Daar toch het stilzwijgen van Christus in zekeren zin
een afwijzing was, verwondert het ons dat zij door deze beproeving
niet ontmoedigd werd; immers, dat zij aanhield met bidden was het
bewijs van hare volharding. Dit nu schijnt met den aard van het
geloof en het bidden, zooals Paulus dien beschrijft in Rom. 10 : 14,
in strijd te zijn, waar hij zegt dat niemand behoorlijk bidden kan,
zoo hij niet vooraf met het Woord Gods in aanraking gebracht is.
Wie zal dan beweren dat deze vrouw niet met het geloof begiftigd
was, daar er, ofschoon Christus zwijgt, vertrouwen uit hare
gezindheid ademt?
Men houde echter in 't oog, dat Christus, terwijl
Hij zich dubbelzinnig gedraagt in zijn spreken en zwijgen,
ofschoon Hij zijn woorden inhield, toch inwendig tot de ziel dezer
vrouw sprak, en dat deze verborgen aandrift bij haar de plaats der
uitwendige prediking verving. Daarbij komt, dat, daar haar gebed
uit het gehoor des geloofs geboren was, toch altijd, al antwoordt
Christus haar niet oogenblikkelijk, deze waarheid, eenmaal door
Hem geleerd, blijft weerklinken, dat Christus gekomen is als de
Verlosser.
Zoo spreekt en zwijgt de Heer dikwerf op een en
hetzelfde oogenblik voor de geloovigen; want daar zij steunen op
de getuigenissen der Schrift, waarin zij Hem hooren spreken,
twijfelen zij niet aan zijne genadige gezindheid jegens hen, en toch
antwoordt Hij niet onmiddellijk op hunne verzuchtingen en
gebeden, maar houdt zich veeleer als hoorde Hij hen niet.
Wij zien
dus nu wat Christus met zijn zwijgen beoogde, namelijk niet het geloof der vrouw ter neer te slaan, maar
veeleer haren ijver aan te wakkeren en den gloed van haar geloof
aan te blazen.
Indien dan een klein zaad der leer bij de
Kananeesche zulk eene rijke vrucht droeg, zoo past het ons
allerminst den moed te verliezen, wanneer de Heer ons nu en dan
laat wachten, en niet terstond met een vriendelijk antwoord
verwaardigt.
Je kunt hieruit opmaken, dat de vrouw:
1. enige kennis had van Wie Christus was (uit het Woord);
2. het geloof zich uit in vertrouwen en volharding;
3. uit 2 blijkt, dat haar gebed afkomstig is uit het gehoor des geloofs;
4. ze gelooft dat Christus is gekomen als de Verlosser;
5. ze niet twijfelt aan Christus genadige gezindheid jegens haar, op basis van de Schrift;
6. het niet direct ontvangen waar je om vraagt, de ijver kan aanwakkeren en de gloed van het geloof;
7. het uiteindelijke vriendelijke antwoord zal volgen.

Ik stel dus het ontvangen/ aannemen op 2 momenten (voor 1: geschonken door God, het wordt je geschonken, ingestort) en op 8. de ontvangst van het vriendelijke antwoord. Dan heb je past rust (wel met Filip. 3 in gedachten). Het gaat hier om een andere gunst dan de vergeving van zonden, in die zin snap ik je heiligmaking-verhaal. Anderzijds zou ik de essentie van deze passage toch willen zoeken in de vasthoudendheid van het geloof. Ik zou niet weten, waarom dit voor de rechtvaardiging niet zou mogen gelden. Er is maar één waar geloof, of je het nu hebt over de rechtvaardiging of de heiligmaking (dat is puur een dogmatisch onderscheid, geen raster om over de Bijbel heen te leggen). Bovendien is er een zeer grote overeenkomst in het er buiten staan van deze vrouw en van de natuurlijke mens, die zich ook buiten het paradijs gezondigd heeft en geen enkel recht heeft dan alleen op Gods toorn!
Laatst gewijzigd door vragensteller op 18 feb 2012, 23:53, 1 keer totaal gewijzigd.
vragensteller
Berichten: 715
Lid geworden op: 06 dec 2011, 17:52

Re: Lezenswaardig

Bericht door vragensteller »

memento schreef:OK, dus jij stelt dat alleen zij die door een waar geloof, onder de werking van de Heilige Geest, Christus en Zijn weldaden aangenomen hebben, behouden zijn? En dat een ieder die Christus en Zijn weldaden nog niet heeft aangenomen, nog dood is in de zonden en misdaden?
Ik stel dat 1e idd. Het 2e niet. Als de verbinding met Christus door de Geest is gelegd, hebben ze het ontvangen (andere vertaling voor 'aannemen' en zijn ze behouden). In de beleving zijn ze verdoemelijk voor God. Jij wilt toch niet stellen dat een waar gelovige voortdurend aan het aannemen is? Ik denk dat aanvankelijk de inhoud van het geloof is: dat niet alleen de bedreigingen voor hem zijn, maar in Christus ook de beloften voor iemand zoals hij. Het geheim van Gods liefde is voor een natuurlijk mens nooit waar te geloven.
memento schreef: Bidden en vragen kán een teken van geloof zijn, maar dat hoeft niet. Slechts als het voor 100% eigen rechtvaardigheid heeft afgeschreven, en voor 100% het verwacht van Christus in het zekere vertrouwen dat wat het Evangelie omtrent zijn weldaden belooft niet alleen aan anderen, maar ook aan mij geschonken wordt.
Hier ben ik het mee eens.
memento schreef:Kennis van Christus, vertrouwen in Hem en de beloften van het Evangelie en in de goedwilligheid van God, is noodzakelijk voor een waar geloof. Het geloof rechtvaardigt.
Het ingeplante geloof rechtvaardigt; niet de geloofsdaad, God rechtvaardigt, door middel van het geloof. Wat jij "noodzakelijk voor een waar geloof" noemt, vind ik daarnaast zeker nog deel uitmaken van het ware geloof.
memento schreef:De HC en andere oudvaders/reformatoren spreken daar in termen over die duidelijk maken dat dit een bewuste daad in de mens is. Men wordt niet rechtvaardig zonder het zelf te merken. Terecht wijst Maarten Luther op de bezittelijke voornaamwoorden van het geloof. Het ware geloof zegt: Mijn Zaligmaker!
Dus de verloren zoon had geen geloof: “maak mij als een van uw huurlingen”? En Paulus ook niet: "Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal?"
memento schreef:Werden we er maar eens aan ontdekt, ook na ontvangen genade, hoe een grote zonde het is, om God niet op Zijn Woord te geloven, en door ons ongeloof vraagtekens te zetten of God Zijn Woord wel meent, en of het ook wel voor ons bedoelt is.
De vraag is niet, of God Zijn Woord wel meent. Juist omdat het geloof er is dat God Zijn Woord meent, kunnen ze niet meer stoppen Hem aan te lopen om de vervulling ervan in hen persoonlijk. Het is de strijd van Paulus in Fil. 3:8-13 (ja, in in zijn heiligmaking, maar het gaat me erom hoe het geloof zich kan uiten (als 'najagend') en zoals bij de Kananese vrouw (ook vóór het vriendelijke antwoord had ze op grond van het Woord geloof in de vervulling van de beloften van het Woord).
Gebruikersavatar
memento
Berichten: 11339
Lid geworden op: 29 dec 2001, 11:42

Re: Lezenswaardig

Bericht door memento »

@vragensteller: Je baseert je hele dogmatiek op Bijbelverhalen, niet op leerstellige Bijbelgedeelten. Terecht heeft Calvijn (en andere reformatoren) daartegen gewaarschuwd. Wat men uit andere leerstellige Schriftgedeelten (zoals de brieven) niet kan bewijzen, kan men niet bewijzen vanuit de niet-leerstellige gedeelten.

Probleem is, dat je ingaat tegen vele heldere Bijbelteksten, die elke grond buiten het ware geloof in Christus en Zijn verdienste laat. In ruil daarvoor komt een nieuw systeem, waarbij je een soort vaag geloof definieert, en waarbinnen geen onderscheid tussen rechtvaardiging en heiliging is. Dat is nogal een afstand nemen van de gereformeerde leer. De hele gereformeerde leer valt om, als je dat onderscheid weghaalt of diffuus maakt...
vragensteller
Berichten: 715
Lid geworden op: 06 dec 2011, 17:52

Re: Lezenswaardig

Bericht door vragensteller »

memento schreef:@vragensteller: Je baseert je hele dogmatiek op Bijbelverhalen, niet op leerstellige Bijbelgedeelten. Terecht heeft Calvijn (en andere reformatoren) daartegen gewaarschuwd. Wat men uit andere leerstellige Schriftgedeelten (zoals de brieven) niet kan bewijzen, kan men niet bewijzen vanuit de niet-leerstellige gedeelten.

Probleem is, dat je ingaat tegen vele heldere Bijbelteksten, die elke grond buiten het ware geloof in Christus en Zijn verdienste laat. In ruil daarvoor komt een nieuw systeem, waarbij je een soort vaag geloof definieert, en waarbinnen geen onderscheid tussen rechtvaardiging en heiliging is. Dat is nogal een afstand nemen van de gereformeerde leer.
Dan blijkt Calvijn door zijn commentaar met zichzelf in tegenspraak te zijn. Bovendien klopt het niet wat je schrijft, zie mijn posts aan Afgewezen over de liefde (uit de brieven) en aan Huisman over de eerstelingen van de Geest (uit romeinen)
vragensteller
Berichten: 715
Lid geworden op: 06 dec 2011, 17:52

Re: Lezenswaardig

Bericht door vragensteller »

memento schreef:@vragensteller: Je baseert je hele dogmatiek op Bijbelverhalen, niet op leerstellige Bijbelgedeelten. Terecht heeft Calvijn (en andere reformatoren) daartegen gewaarschuwd. Wat men uit andere leerstellige Schriftgedeelten (zoals de brieven) niet kan bewijzen, kan men niet bewijzen vanuit de niet-leerstellige gedeelten.

Probleem is, dat je ingaat tegen vele heldere Bijbelteksten, die elke grond buiten het ware geloof in Christus en Zijn verdienste laat. In ruil daarvoor komt een nieuw systeem, waarbij je een soort vaag geloof definieert, en waarbinnen geen onderscheid tussen rechtvaardiging en heiliging is. Dat is nogal een afstand nemen van de gereformeerde leer. De hele gereformeerde leer valt om, als je dat onderscheid weghaalt of diffuus maakt...
Jij wijkt zelf af van de gereformeerde leer. Jij beperkt geloof tot de vervulling, terwijl geloof zeker ook de ontlediging is, om vervuld te worden! Daarom spreekt Christus de hongerenden en dorstigen naar de gerechtigheid zalig "want zij zullen verzadigd worden!" Of dit nu voorkomt in het stuk van de rechtvaardiging of in de heiligmaking (die 2 zie ik als nauw met elkaar verbonden). Nogmaals: er is slechts 1 waar geloof, of je het nu hebt over de levendmaking, rechtvaardiging of over de heiligmaking.

Ik zie idd de hele Bijbel als bron voor mijn visie. Niet alleen de brieven van Paulus. Dat is i.o.m. art. 7 NGB. Ik ga helemaal niet in tegen Bijbelteksten die Christus als enige Grond zien. De vernieuwing door de Geest, moet je niet loskoppelen van Christus. Het is de Geest van God én Christus, Die werkt. Jij legt die verbinding veel te laat. Ik geef toe dat Calvijn de wedergeboorte vooral in ruimere zin beschrijft. Dat wil niet zeggen dat hij de wedergeboorte in engere zin niet zou leren.

Ik geef je een aantal citaten van allereerst Calvijn:

Bij zijn comm. op Joh. 6:29:
Het geloof trouwens brengt bij God niets aan, maar veeleer stelt het den mensch ledig en arm voor God, opdat hij met Christus en zijn genade vervuld worde. Daarom is het zoo te zeggen een lijdelijk (passief) werk,waaraan geen loon kan toegekend worden. En het brengt den mensch geen andere gerechtigheid aan, dan die het van Christus ontvangt.
Dit zagen we bij de Kananese vrouw wel terug, die ontlediging. Evenals bij de tollenaar in de tempel. Hij ging ‘gerechtvaardigd’ teug, maar had niets ‘aangegrepen’ in jouw definitie. Hij nam zijn toevlucht tot het altaar!


Institutie boek II, 5.11:
En daardoor geeft hij duidelijk te kennen, dat de gelovigen om zo te zeggen passief werken, in zoverre hun uit de hemel vermogen geschonken wordt, opdat ze zich zelf in 't geheel niets zouden aanmatigen.
Daarom zou ik het (alleen nog maar) uitgaan naar Christus geen daad van ongeloof willen en kunnen noemen.


Over de levendmaking in Inst. Boek III, 3.3:
3. Verder hebben over de boetvaardigheid sommige geleerde mannen, ook lang voor deze tijd, terwijl ze naar de regel der Schrift eenvoudig en oprecht wilden spreken, gezegd, dat ze bestaat in twee stukken, namelijk in de doding en de levendmaking. Onder doding verstaan ze de smart en de angst der ziel, die voortkomt uit de kennis der zonde
en het gevoel van Gods oordeel. Want wanneer iemand tot de ware kennis der zonde
gebracht is, dan begint hij waarlijk de zonde te haten en te verfoeien, dan mishaagt hij zichzelf van harte, erkent, dat hij ellendig en verloren is en wenst, dat hij een ander mens moge zijn. Wanneer hij daarenboven aangeraakt is door enig gevoel van Gods oordeel (want
het een volgt terstond uit het ander), dan ligt hij verslagen en ternedergeworpen, hij siddert vernederd en terneergeslagen, hij geeft de moed op en wanhoopt. Dit is het eerste stuk der boetvaardigheid, hetwelk zij gemeenlijk verbrijzeling noemden. Onder levendmaking verstaan zij de vertroosting, die uit het geloof geboren wordt; wanneer namelijk de mens, door het bewustzijn der zonde ternedergeworpen en door de vrees voor God verslagen, later, ziende op de barmhartigheid, genade en zaligheid, die is door Christus, zich
opricht, herademt, weer moed vat, en als het ware uit de dood tot het leven weerkeert. En die woorden drukken, wanneer slechts de juiste uitlegging vaststaat, de kracht der boetvaardigheid voldoende en naar behoren uit; maar dat ze onder de levendmaking verstaan de blijdschap, die het gemoed ontvangt, wanneer het na de beroering en de vrees tot kalmte gekomen is, daarin ben ik het niet met hen eens; immers zij duidt veeleer aan de begeerte om heilig en vroom te leven, welke ontstaat uit de wedergeboorte; alsof men zeide, dat mens zichzelf sterft, opdat hij Gode beginne te leven.
Het verlangen om heilig voor God te leven is dus vrucht van de wedergeboorte, als het resulteert in een bewust aannemen, zie comm op Joh. 1:12
Hij teekent kortelijk aan de manier om Christus aan te nemen, n.1. wanneer men in Hem gelooft. Als wij dus door het geloof Christus ingeplant zijn, krijgen wij het recht der aanneming tot kinderen Gods. En zeker, daar Hij de eenige Zoon van God is, komt ons allerminst deze eer toe, dan alleen voorzoover wij zijne leden zijn. Hierdoor wordt wederom dat verzinsel over 't woord „macht" weerlegd. De Evangelist leert ons, dat die macht gegeven wordt dengenen, die reeds gelooven. Nu is het zeker, dat zij reeds metterdaad kinderen Gods zijn. Zoo doen dan zij het geloof veel te kort, die zeggen dat de mensch door te gelooven alleen dit verkrijgt, dat hij een kind van God wordt als hij wil, want zoo stellen zij in plaats van aanwezig effect, een onzekere macht. Nog sterker tegenstrijdigheid blijkt in hetgeen onmiddellijk volgt. De Evangelist zegt, dat degenen die gelooven, reeds uit God geboren zijn. Hun wordt dus niet slechts de macht om te kiezen aangeboden, daar zij immers reeds verkrijgen de zaak zelve, waar het om gaat.
Laatst gewijzigd door vragensteller op 20 feb 2012, 08:31, 1 keer totaal gewijzigd.
vragensteller
Berichten: 715
Lid geworden op: 06 dec 2011, 17:52

Re: Lezenswaardig

Bericht door vragensteller »

GJdeBruijn schreef:
vragensteller schreef:Ik mis het stukje ertussen: de toepassing door Gods Geest.
Het daadwerkelijk geloven IS de toepassing door Gods Geest. Misschien dat hier het misverstaan door veroorzaakt wordt? Als hier de definitie van het woord 'toepassing' verschillend wordt gehanteerd kom je nooit tot een wederzijds begrip van de standpunten.
Zie laatste citaten Calvijn.
GJdeBruijn
Berichten: 2198
Lid geworden op: 09 mar 2010, 13:37

Re: Lezenswaardig

Bericht door GJdeBruijn »

vragensteller schreef: Je kunt hieruit opmaken, dat de vrouw:
1. enige kennis had van Wie Christus was (uit het Woord);
2. het geloof zich uit in vertrouwen en volharding;
3. uit 2 blijkt, dat haar gebed afkomstig is uit het gehoor des geloofs;
4. ze gelooft dat Christus is gekomen als de Verlosser;
5. ze niet twijfelt aan Christus genadige gezindheid jegens haar, op basis van de Schrift;
6. het niet direct ontvangen waar je om vraagt, de ijver kan aanwakkeren en de gloed van het geloof;
7. het uiteindelijke vriendelijke antwoord zal volgen.
Duidelijk, in elk geval is er dus wel degelijk sprake van geloof met Christus als fundament, ook in bewustzijn.
Dat is wat anders dan een geloof waar aanvankelijk slecht sprake is van een liefde tot een onbekende God, zoals het ook wel eens gezegd wordt. Daar doelde ik persoonlijk op in mijn reacties. Als Christus geen enkele rol speelt in de ziel van een mens, ondanks ontdekking aan zonde en schuld, ondanks roepen om ontferming, dan gaat het over wat anders dan je nu aanhaalt van Calvijn.
Met bovenstaande punten ben ik het eens.
Zoals we het hier zien meen ik dat de oudvaders bedoelen het verschil te duiden tussen zekerheid van het geloof (jouw punten 1 t/m 6) en de zekerheid van het gevoel [puriteinen] of de bijzondere verzegeling [hollandse oudvaders] (punt 7).
Overigens is dit bij Comrie in zijn 'Eigenschappen' ook op deze wijze terug te vinden.
GJdeBruijn
Berichten: 2198
Lid geworden op: 09 mar 2010, 13:37

Re: Lezenswaardig

Bericht door GJdeBruijn »

vragensteller schreef:
GJdeBruijn schreef:
vragensteller schreef:Ik mis het stukje ertussen: de toepassing door Gods Geest.
Het daadwerkelijk geloven IS de toepassing door Gods Geest. Misschien dat hier het misverstaan door veroorzaakt wordt? Als hier de definitie van het woord 'toepassing' verschillend wordt gehanteerd kom je nooit tot een wederzijds begrip van de standpunten.
Zie laatste citaten Calvijn.
Dank, zo zie ik het ook. Met als kanttekening dat we het woord toepassing niet moeten gebruiken voor de opwas in kennis der genade die plaats vindt onder die toepassende bearbeiding door Gods Geest alsof Gods Geest wel geloof geeft maar dat zonder toepassing door diezelfde Geest dat geloof niets waard zou zijn. Dat is een onjuist hanteren van het theologische begrip.
Alles komt voort uit Christus' verdiensten, waarbij de toepassing niets anders is dan het werken en onderhouden van het geloof. De kennis in de genade die binnen het geloof wordt geleerd is geen toepassen van de verdiensten van Christus maar het leren over die verdiensten om daaruit de verkiezing vast te kunnen maken, als spiegel van de verkiezing (Calvijn!). Dus: Toepassing door Gods Geest is het geheel van geloof (planten) en geloven (opwas is kennis met betrekking object van het geloof) en kun je niet vanéén scheiden maar slechts onderscheiden.
vragensteller
Berichten: 715
Lid geworden op: 06 dec 2011, 17:52

Re: Lezenswaardig

Bericht door vragensteller »

GJdeBruijn schreef:
vragensteller schreef: Je kunt hieruit opmaken, dat de vrouw:
1. enige kennis had van Wie Christus was (uit het Woord);
2. het geloof zich uit in vertrouwen en volharding;
3. uit 2 blijkt, dat haar gebed afkomstig is uit het gehoor des geloofs;
4. ze gelooft dat Christus is gekomen als de Verlosser;
5. ze niet twijfelt aan Christus genadige gezindheid jegens haar, op basis van de Schrift;
6. het niet direct ontvangen waar je om vraagt, de ijver kan aanwakkeren en de gloed van het geloof;
7. het uiteindelijke vriendelijke antwoord zal volgen.
Duidelijk, in elk geval is er dus wel degelijk sprake van geloof met Christus als fundament, ook in bewustzijn.
Dat is wat anders dan een geloof waar aanvankelijk slecht sprake is van een liefde tot een onbekende God, zoals het ook wel eens gezegd wordt. Daar doelde ik persoonlijk op in mijn reacties. Als Christus geen enkele rol speelt in de ziel van een mens, ondanks ontdekking aan zonde en schuld, ondanks roepen om ontferming, dan gaat het over wat anders dan je nu aanhaalt van Calvijn.
Met bovenstaande punten ben ik het eens.
Zoals we het hier zien meen ik dat de oudvaders bedoelen het verschil te duiden tussen zekerheid van het geloof (jouw punten 1 t/m 6) en de zekerheid van het gevoel [puriteinen] of de bijzondere verzegeling [hollandse oudvaders] (punt 7).
Overigens is dit bij Comrie in zijn 'Eigenschappen' ook op deze wijze terug te vinden.
Ik denk dat die liefde tot een onbekende God* zich ook richt op Gods barmhartigheid (die alleen in Christus mogelijk is).
Liefde tot God is een wezenlijk onderdeel van het geloof (evenals hoop). Dat zegt Calvijn ook ergens Wanneer je het hebt over een Kaïnsberouw, is er geen liefde tot God (maar dat geldt ook als het je alleen om de weldaden te doen is). Dit heb ik eerder ook gesteld. Maar ik blijf ook zeggen, dat je met al die kentekenen niets 'weet/ kunt' voordat je Christus daadwerkelijk ontvangen hebt. Maar je mag Gods werk dat daaraan voorafgaat niet ontkennen of aan de werken des vleses toeschrijven. Je mag m.i. i.e.g. niet zeggen, dat geloof pas geloof is, als er de verzegeling (die ik in mijn puntenlijst op 7 of 8 zou zetten) is, zoals memento c.s. stelden.

* Citaat Calvijn bij Joh. 6:29 over liefde als onderdeel van het geloof (en een eerder citaat van Calvijn daarover aan Memento):
Toch schijnt het ongerijmd, dat Gode niets behagen kan
dan alleen het geloof, want de liefde moet toch niet veracht
worden, en ook de andere plichten van godzaligheid
verliezen toch hun plaats en eere niet. Al heeft dus het
geloof den voorrang, toch zijn de andere werken niet overbodig.
Het antwoord is gemakkelijk te geven, want het
geloof sluit de liefde of eenig ander goed werk niet
uit, daar het alles in zich bevat.
vragensteller
Berichten: 715
Lid geworden op: 06 dec 2011, 17:52

Re: Lezenswaardig

Bericht door vragensteller »

GJdeBruijn schreef:
vragensteller schreef:
GJdeBruijn schreef:
vragensteller schreef:Ik mis het stukje ertussen: de toepassing door Gods Geest.
Het daadwerkelijk geloven IS de toepassing door Gods Geest. Misschien dat hier het misverstaan door veroorzaakt wordt? Als hier de definitie van het woord 'toepassing' verschillend wordt gehanteerd kom je nooit tot een wederzijds begrip van de standpunten.
Zie laatste citaten Calvijn.
Dank, zo zie ik het ook. Met als kanttekening dat we het woord toepassing niet moeten gebruiken voor de opwas in kennis der genade die plaats vindt onder die toepassende bearbeiding door Gods Geest alsof Gods Geest wel geloof geeft maar dat zonder toepassing door diezelfde Geest dat geloof niets waard zou zijn. Dat is een onjuist hanteren van het theologische begrip.
Alles komt voort uit Christus' verdiensten, waarbij de toepassing niets anders is dan het werken en onderhouden van het geloof. De kennis in de genade die binnen het geloof wordt geleerd is geen toepassen van de verdiensten van Christus maar het leren over die verdiensten om daaruit de verkiezing vast te kunnen maken, als spiegel van de verkiezing (Calvijn!). Dus: Toepassing door Gods Geest is het geheel van geloof (planten) en geloven (opwas is kennis met betrekking object van het geloof) en kun je niet vanéén scheiden maar slechts onderscheiden.
Zo heb ik het woord 'toepassen' ook min of meer bedoeld. De gave van Gods Geest. De mens kan geloven voorzover Gods Geest hem daartoe in staat stelt. De mens gelooft wel dan zelf, dat doet de Heilige Geest niet voor hem.
GJdeBruijn
Berichten: 2198
Lid geworden op: 09 mar 2010, 13:37

Re: Lezenswaardig

Bericht door GJdeBruijn »

Nog een duidelijke les van Calvijn met betrekking tot deze discussie
Catechismus van geneve, door Calvijn schreef: Over het kennen van God.
Vr. 6. Wat is verder de ware en rechte kennis van God?
Antw. : Waar Hij zó gekend wordt, dat Hem de eer wordt toegebracht die de Zijne is en Hem
toekomt.


Vr. 7. Wat is echter de wijze om Hem recht te eren?
Antw. : Wanneer op Hem al ons vertrouwen gesteld wordt; als wij ons
beijveren Hem met heel het leven te eren, door Zijn wil te
gehoorzamen; als wij Hem aanroepen zo dikwijls enige nood ons
dringt, ons heil bij Hem zoekende, en alle goed dat men begeren
kan; ten slotte als wij met hart en mond Hem erkennen als de
enige Gever van alle goed.


Vr. 8. Maar wat is, om dit ordelijk te bespreken en breder uit te leggen, in
deze uwe indeling het eerste hoofdstuk
Antw. : Dat wij geheel ons vertrouwen op God stellen.

Vr. 9. Op welke wijze geschiedt dat?
Antw. : Wanneer wij Hem kennen als de Almachtige en de volkomen
Goede.


Vr. 10. Is dat dan genoeg?
Antw.: In het geheel niet.

Vr. 11. Waarom niet?
Antw. : Omdat wij onwaardig zijn dat Hij Zijn macht gebruikt om ons te
helpen, en tot ons heil te tonen hoe goed Hij is.


Vr. 12. Wat is dus bovendien nodig?
Antw.: Dat ieder van ons van heler harte vaststelt, dat hij door Hem
bemind wordt, en dat hij wil dat Hij hem tot een Vader is en een
Gever van de zaligheid.


Vr. 13. Waaruit echter zal dat voor ons vaststaan?
Antw. : Uit Zijn Woord natuurlijk, waar Hij ons Zijn barmhartigheid in
Christus uitlegt, en getuigt van Zijn liefde jegens ons.


Vr. 14. Het fundament dus en het begin van het stellen van het
vertrouwen op God, is, Hem in Christus te kennen?
Antw. : Zeer zeker.
Plaats reactie