Rechtvaardiging van eeuwigheid
Re: Rechtvaardiging van eeuwigheid
Wat een mooie, heldere citaten!
Daar kan - me dunkt - niemand toch wat tegin brengen?
Daar kan - me dunkt - niemand toch wat tegin brengen?
De kracht van het Evangelie zit in de bezittelijke voornaamwoorden. (Maarten Luther, WA 101, 2, 25)
-
- Berichten: 715
- Lid geworden op: 06 dec 2011, 17:52
Re: Rechtvaardiging van eeuwigheid
Nou ... zeker wel: allereerst is er geen bronvermelding. Dat is jammer.Luther schreef:Wat een mooie, heldere citaten!
Daar kan - me dunkt - niemand toch wat tegin brengen?
Ten tweede: het eerste citaat komt van:
http://www.digibron.nl/search/share.jsp ... rceid=1011
Helaas is er iets fundamenteels weggelaten. Dit stond ervoor:
Hier ging het me om.Terecht stelt Van Genderen dat de onderscheiding tussen de dadelijke en de lijdelijk gehoorzaamheid van Christus, die van verscheidene kanten bekritiseerd is, toch zinvol is. Zp laat ons namelijk zien wat de gehoorzaamheid van Christus omvat. We krijgen deel aan de gerechtigheid van Christus door het geloof. Het geloof is een gave van God, een werk van de Heilige Geest.
Er wordt in "Gerechtigheid als geschenk" op gewezen dat het tot de reformatoren teruggaande spraakgebruik dat het geloof rechtvaardigt, eigenlijk minder juist is. De rechtvaardiging is geen vrijsprekend oordeel van het geloof, maar de vrijspraak door God, die door het geloof wordt aanvaard.
De andere citaten heb ik niet teruggevonden.
Re: Rechtvaardiging van eeuwigheid
Dat weet ik niet. Heb je ze wel gelezen, Luther?Luther schreef:Wat een mooie, heldere citaten!
Daar kan - me dunkt - niemand toch wat tegin brengen?
Het citaat van dr. De Vries heeft geen enkele onderbouwing en de twee andere vind ik juist heel erg mistig.
Re: Rechtvaardiging van eeuwigheid
En die vrijspraak wordt ons verkondigd door het Evangelie.vragensteller schreef:Helaas is er iets fundamenteels weggelaten. Dit stond ervoor:Hier ging het me om.Terecht stelt Van Genderen dat de onderscheiding tussen de dadelijke en de lijdelijk gehoorzaamheid van Christus, die van verscheidene kanten bekritiseerd is, toch zinvol is. Zp laat ons namelijk zien wat de gehoorzaamheid van Christus omvat. We krijgen deel aan de gerechtigheid van Christus door het geloof. Het geloof is een gave van God, een werk van de Heilige Geest.
Er wordt in "Gerechtigheid als geschenk" op gewezen dat het tot de reformatoren teruggaande spraakgebruik dat het geloof rechtvaardigt, eigenlijk minder juist is. De rechtvaardiging is geen vrijsprekend oordeel van het geloof, maar de vrijspraak door God, die door het geloof wordt aanvaard.
Re: Rechtvaardiging van eeuwigheid
Het enige wat ik wil bereiken met deze en andere citaten is het volgende.Tiberius schreef:Dat weet ik niet. Heb je ze wel gelezen, Luther?Luther schreef:Wat een mooie, heldere citaten!
Daar kan - me dunkt - niemand toch wat tegin brengen?
Het citaat van dr. De Vries heeft geen enkele onderbouwing en de twee andere vind ik juist heel erg mistig.
1. De meeste reformatorische theologen leren geen rechtvaardiging van eeuwigheid.Onze oudvaders en puriteinen deden dat niet vanwege het antinomiaans gevaar die deze leer met zich meebracht. De meeste van deze theologen wezen ook op het gebrek aan Schriftbewijs van deze leer.
2. De theologen die dat wel doen wijzen daarbij nadrukelijk dat de rechtvaardiging van eeuwigheid niet de rechtvaardiging van de zondaar is. Dat is pas zo tijdens de rechtvaardiging door het geloof. Dan heb ik veel minder problemen met deze leer.Vind het dan nog steeds een overbodig dogma met bitter weinig Schriftbewijs.
3. Op dit forum was er één poster die veel verder ging. Hij deed uitspraken die inhielden dat de zondaar al daadwerkelijk in de eeuwigheid gerechtvaardigd is. Ook werd zo de verkiezing gegrond op voorgezien rechtvaardigheid. Gods liefde van eeuwigheid is veel groter. Hij had de Zijnen lief toen zij nog vijanden/zondaren waren. Voor hun rechtvaardigheid gaf Hij al direct na de zondeval de belofte van het Vrouwenzaad. Uit die belofte mochten de oudtestamentische gelovigen in het geloof leven. Maar en in het O.T. en in het N.T. konden zondaren alleen deel krijgen aan de rechtvaardiging door het geloof in de beloofde en later de gekomen Zoon des mensen.
Er gaan er met twee verbonden verloren en met drie en er worden er met twee verbonden behouden en met drie. Prof. G. Wisse.
Re: Rechtvaardiging van eeuwigheid
Ja, ik heb ze gegeven.Tiberius schreef:Dat weet ik niet. Heb je ze wel gelezen, Luther?Luther schreef:Wat een mooie, heldere citaten!
Daar kan - me dunkt - niemand toch wat tegin brengen?
Het citaat van dr. De Vries heeft geen enkele onderbouwing en de twee andere vind ik juist heel erg mistig.
En wederom: als jij het ergens niet mee eens bent, vind je het opeens mistig...
Soms kunnen dingen ook heel helder zijn, maar kun je gewoon zeggen dat je het er niet mee eens bent. Toch?
De kracht van het Evangelie zit in de bezittelijke voornaamwoorden. (Maarten Luther, WA 101, 2, 25)
- Bert Mulder
- Berichten: 9097
- Lid geworden op: 28 aug 2006, 22:07
- Locatie: Grace URC Leduc Alberta Canada
- Contacteer:
Re: Rechtvaardiging van eeuwigheid
God did, from all eternity, decree to justify all the elect, and Christ did, in the fullness of time, die for their sins, and rise again for their justification: nevertheless, they are not justified, until the Holy Spirit doth, in due time, actually apply Christ unto them.” - John Calvin
“The decree of justification is one thing; justification itself another — as the will to save and sanctify is one thing; salvation and sanctification itself another. The will or decree to justify certain persons is indeed eternal and precedes faith itself, but actual justification takes place in time and follows faith.” Francis Turretin, Institutes of Elenctic Theology, 2:683.
http://www.theopedia.com/Eternal_justification
Now, as before observed, as God's will to elect, is the election of his people, so his will to justify them, is the justification of them; as it is an immanent act in God, it is an act of his grace towards them, is wholly without them, entirely resides in the divine mind, and lies in his estimating, accounting, and constituting them righteous, through the righteousness of his Son; and, as such, did not first commence in time, but from eternity. - John Gill
http://www.pristinegrace.org/media.php?id=354
“The decree of justification is one thing; justification itself another — as the will to save and sanctify is one thing; salvation and sanctification itself another. The will or decree to justify certain persons is indeed eternal and precedes faith itself, but actual justification takes place in time and follows faith.” Francis Turretin, Institutes of Elenctic Theology, 2:683.
http://www.theopedia.com/Eternal_justification
Now, as before observed, as God's will to elect, is the election of his people, so his will to justify them, is the justification of them; as it is an immanent act in God, it is an act of his grace towards them, is wholly without them, entirely resides in the divine mind, and lies in his estimating, accounting, and constituting them righteous, through the righteousness of his Son; and, as such, did not first commence in time, but from eternity. - John Gill
http://www.pristinegrace.org/media.php?id=354
Mijn enige troost is, dat ik niet mijn, maar Jezus Christus eigen ben, Die voor mijn zonden betaald heeft, en zo bewaart, dat alles tot mijn zaligheid dienen moet; waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van eeuwig leven verzekert, en Hem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt.
- Bert Mulder
- Berichten: 9097
- Lid geworden op: 28 aug 2006, 22:07
- Locatie: Grace URC Leduc Alberta Canada
- Contacteer:
Re: Rechtvaardiging van eeuwigheid
Ten Arguments for Justification from Eternity
When free-will preachers offer salvation to all they invite an act of faith on the part of the sinner and a life changing ‘decision for Christ’. They deny the sovereign choice of God in salvation, ignore the everlasting covenant of grace and contradict the clear testimony of scripture that the elect are justified from eternity. Here are ten arguments to show such preachers that God’s chosen people are not merely saved by grace in time but accepted in Christ from everlasting.
1. Justification is an act of the eternal God
Justification is the imputation of Christ’s righteousness to those who have none of their own. It is pronouncing a person righteous, according to law, as though he had never sinned. John Gill sees justification as ‘an act of God’s grace, whereby he clears his people from sin, discharges them from condemnation, and reckons and accounts them righteous for the sake of Christ’s righteousness, which he has accepted of and imputes unto them.’
Justification is an act which begins and ends in God and takes place outside of time. It is an immanent, internal act, initiated in the eternal will of God, acceptable to His grace and justice, consistent with His love, conducive to His glory. All this God ‘purposed in himself’ (Ephesians 1:9).
2. Christ our eternal Mediator
The mediatorial office of Christ requires that He be mediator between God and some other party. The offices of Christ regarding His saving, substitutionary and representative work could only exist if the elect were, by God, considered and viewed in Christ from eternity.
If God sees His elect in Christ from all eternity, as He does — does He view them as condemned, guilty sinners or holy, justified saints? The answer is self-evident. The elect are in Christ, ‘In whom’, writes Paul, ‘we have obtained an inheritance’ (Ephesians 1:11).
3. Christ our eternal Surety
Hebrews tells us that Jesus became surety of a better testament or covenant (Hebrews 7:22). A surety approaches one party on behalf of another. When Christ as a surety engaged with His Father for the elect from everlasting, they were justified, i.e. they were declared righteous and Christ took on their obligations.
Gill says, when ‘Christ drew nigh to his Father in the council of peace, and undertook to be the Saviour and Redeemer of his people he substituted himself in their place and stead; he interposed between the creditor and the debtor, and became surety for the payment of the debts of the latter, and so stood engaged for them, and in their room’.
4. All spiritual blessings
Justification is a spiritual blessing, ‘It is God that justifieth’ (Romans 8:33). By an eternal act of God the elect were spiritually blessed in Christ within the everlasting covenant. The elect were blessed ‘with all spiritual blessings’ in Christ before the foundation of the world (Ephesians 1:3-4).
5. The punishment for sin
God decreed not to punish sin in His people but in His Son, the Lamb slain from the foundation of the world. His decree to punish sin in His Son, who became sin for us, includes also His will to impute sin to Him. Equally, the Father’s purpose not to punish sin in His elect takes in His will not to impute it to them, and is their justification from all sin in His sight (Romans 4:6-8).
6. Justification prior to the cross
Christ’s sin-bearing was in the eye of God from eternity. The patriarchs were justified during their lives but before the time of Christ’s death by being declared righteous on account of the future shed blood of their Redeemer (Job 19:25). Since God has Christ’s atoning work ever before His eyes it is clear that those atoned are also always before God’s eyes. The elect are justified from eternity.
7. Justified when ungodly
The elect are justified whilst ungodly (Romans 4:5), which means before belief and before the presence of personal faith. Justification then, does not hinge upon a sinner’s obedience or personal faith. Rather a sinner is justified upon the ground of the perfect righteousness of Jesus Christ, which is eternal, and its imputation in the settled purpose of God.
8. The nature of justification
The nature of justification, requires nothing to be done on the part of the justified:
It is an act of God’s free grace (Romans 3:24).
It is a single, comprehensive work for all the elect of God for ever.
It is a complete act for every individual child of God, the elect are never partially justified. There is no gradation or degrees of justification.
It is an equal act for all the elect – no one is more or less justified than another.
It is irreversible – once justified, always justified.
9. Justification apart from faith
Justification does not require the instrument of faith: the elect who die in infancy have not exercised faith or fulfilled the act of believing, yet they are justified. The grace of God is the ultimate cause of justification, not the faith of those justified.
10. Faith flows from justification
The righteousness of Christ is given to sinners so that faith and repentance might ensue. Justification is the cause of faith and faith is the effect of justification. The cleansing blood and perfect righteousness of Christ is the efficient cause of our justification. The faith of the elect is the instrument, or means, by which they apprehend justification and is the free gift of God in Christ (Ephesians 2:8).
Peter L. Meney
http://www.go-newfocus.co.uk/pages.php? ... &artID=176
When free-will preachers offer salvation to all they invite an act of faith on the part of the sinner and a life changing ‘decision for Christ’. They deny the sovereign choice of God in salvation, ignore the everlasting covenant of grace and contradict the clear testimony of scripture that the elect are justified from eternity. Here are ten arguments to show such preachers that God’s chosen people are not merely saved by grace in time but accepted in Christ from everlasting.
1. Justification is an act of the eternal God
Justification is the imputation of Christ’s righteousness to those who have none of their own. It is pronouncing a person righteous, according to law, as though he had never sinned. John Gill sees justification as ‘an act of God’s grace, whereby he clears his people from sin, discharges them from condemnation, and reckons and accounts them righteous for the sake of Christ’s righteousness, which he has accepted of and imputes unto them.’
Justification is an act which begins and ends in God and takes place outside of time. It is an immanent, internal act, initiated in the eternal will of God, acceptable to His grace and justice, consistent with His love, conducive to His glory. All this God ‘purposed in himself’ (Ephesians 1:9).
2. Christ our eternal Mediator
The mediatorial office of Christ requires that He be mediator between God and some other party. The offices of Christ regarding His saving, substitutionary and representative work could only exist if the elect were, by God, considered and viewed in Christ from eternity.
If God sees His elect in Christ from all eternity, as He does — does He view them as condemned, guilty sinners or holy, justified saints? The answer is self-evident. The elect are in Christ, ‘In whom’, writes Paul, ‘we have obtained an inheritance’ (Ephesians 1:11).
3. Christ our eternal Surety
Hebrews tells us that Jesus became surety of a better testament or covenant (Hebrews 7:22). A surety approaches one party on behalf of another. When Christ as a surety engaged with His Father for the elect from everlasting, they were justified, i.e. they were declared righteous and Christ took on their obligations.
Gill says, when ‘Christ drew nigh to his Father in the council of peace, and undertook to be the Saviour and Redeemer of his people he substituted himself in their place and stead; he interposed between the creditor and the debtor, and became surety for the payment of the debts of the latter, and so stood engaged for them, and in their room’.
4. All spiritual blessings
Justification is a spiritual blessing, ‘It is God that justifieth’ (Romans 8:33). By an eternal act of God the elect were spiritually blessed in Christ within the everlasting covenant. The elect were blessed ‘with all spiritual blessings’ in Christ before the foundation of the world (Ephesians 1:3-4).
5. The punishment for sin
God decreed not to punish sin in His people but in His Son, the Lamb slain from the foundation of the world. His decree to punish sin in His Son, who became sin for us, includes also His will to impute sin to Him. Equally, the Father’s purpose not to punish sin in His elect takes in His will not to impute it to them, and is their justification from all sin in His sight (Romans 4:6-8).
6. Justification prior to the cross
Christ’s sin-bearing was in the eye of God from eternity. The patriarchs were justified during their lives but before the time of Christ’s death by being declared righteous on account of the future shed blood of their Redeemer (Job 19:25). Since God has Christ’s atoning work ever before His eyes it is clear that those atoned are also always before God’s eyes. The elect are justified from eternity.
7. Justified when ungodly
The elect are justified whilst ungodly (Romans 4:5), which means before belief and before the presence of personal faith. Justification then, does not hinge upon a sinner’s obedience or personal faith. Rather a sinner is justified upon the ground of the perfect righteousness of Jesus Christ, which is eternal, and its imputation in the settled purpose of God.
8. The nature of justification
The nature of justification, requires nothing to be done on the part of the justified:
It is an act of God’s free grace (Romans 3:24).
It is a single, comprehensive work for all the elect of God for ever.
It is a complete act for every individual child of God, the elect are never partially justified. There is no gradation or degrees of justification.
It is an equal act for all the elect – no one is more or less justified than another.
It is irreversible – once justified, always justified.
9. Justification apart from faith
Justification does not require the instrument of faith: the elect who die in infancy have not exercised faith or fulfilled the act of believing, yet they are justified. The grace of God is the ultimate cause of justification, not the faith of those justified.
10. Faith flows from justification
The righteousness of Christ is given to sinners so that faith and repentance might ensue. Justification is the cause of faith and faith is the effect of justification. The cleansing blood and perfect righteousness of Christ is the efficient cause of our justification. The faith of the elect is the instrument, or means, by which they apprehend justification and is the free gift of God in Christ (Ephesians 2:8).
Peter L. Meney
http://www.go-newfocus.co.uk/pages.php? ... &artID=176
Mijn enige troost is, dat ik niet mijn, maar Jezus Christus eigen ben, Die voor mijn zonden betaald heeft, en zo bewaart, dat alles tot mijn zaligheid dienen moet; waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van eeuwig leven verzekert, en Hem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt.
Re: Rechtvaardiging van eeuwigheid
Als we over gaan in het engels heb ik nog een mooie studie van Ds A.W. Pink (tegenstander van de rechtvaardiging van eeuwigheid.)
http://biblestudy.churches.net/CCEL/P/P ... STIFI8.HTM
http://biblestudy.churches.net/CCEL/P/P ... STIFI8.HTM
Er gaan er met twee verbonden verloren en met drie en er worden er met twee verbonden behouden en met drie. Prof. G. Wisse.
- Bert Mulder
- Berichten: 9097
- Lid geworden op: 28 aug 2006, 22:07
- Locatie: Grace URC Leduc Alberta Canada
- Contacteer:
Re: Rechtvaardiging van eeuwigheid
Geachte Huisman, zo dat je me even goed begrijp...
Ik heb die citaten gepost, in antwoord op jouw citaten.
We kunnen een citatenstrijd beginnen, die net zo eindeloos zal zijn als dit onderwerp al is...
En daar heb ik geen zin in.
Huisman, het is AL LANG GENOEG!
Ik heb die citaten gepost, in antwoord op jouw citaten.
We kunnen een citatenstrijd beginnen, die net zo eindeloos zal zijn als dit onderwerp al is...
En daar heb ik geen zin in.
Huisman, het is AL LANG GENOEG!
Mijn enige troost is, dat ik niet mijn, maar Jezus Christus eigen ben, Die voor mijn zonden betaald heeft, en zo bewaart, dat alles tot mijn zaligheid dienen moet; waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van eeuwig leven verzekert, en Hem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt.
Re: Rechtvaardiging van eeuwigheid
Bert Mulder schreef:Geachte Huisman, zo dat je me even goed begrijp...
Ik heb die citaten gepost, in antwoord op jouw citaten.
We kunnen een citatenstrijd beginnen, die net zo eindeloos zal zijn als dit onderwerp al is...
En daar heb ik geen zin in.
Huisman, het is AL LANG GENOEG!
@Bert even voor de goede orde. ik ben inderdaad niet z'n voorstander van de rechtvaardiging van eeuwigheid. Ik heb diverse keren gepoogd tot een consensus te komen om een voorstander van deze leer (Ds Kersten) te citeren die deze leer op de juiste plaats zet. Een leer die volgens vele reformatorische theologen niet Bijbels te onderbouwen is maar als je het dan toch leert doe het dan met Ds Kerstens kanttekening.Dan is er praktisch geen verschil.
@Bert ik ben het met je eens: Het is lang genoeg nu. (Ik heb trouwens Afgewezen erg gemist in dit topic....Afgewezen waar zit je? )Ds Kersten schreef:Maar moet deze rechtvaardigmaking van eeuwigheid en in de opstanding van Christus, niet in de tijd worden toegepast? ja, gewisselijk; want zonder de toepassing van Christus en Zijn gerechtigheid, zijn ook de uitverkorenen, gelijk alle mensen, doemwaardig voor God. Mitsdien is elk ter zaligheid de rechtvaardigmaking dóór het geloof onmisbaar. Wie zich op de rechtvaardigmaking van eeuwigheid en de opstanding van Christus beroept, zonder de rechtvaardigmaking door het geloof deelachtig te zijn, bedriegt zichzelf en loochent de leer der Schriften, die ons zegt dat de zondaar uit of door het geloof gerechtvaardigd wordt.
Wij houden dus staande dat er een rechtvaardigmaking is vóór het geloof, maar eveneens dat de rechtvaardigmaking dóór het geloof onmisbaar is. Deze stelt ons in een verzoende betrekking met God. Want toch de rechtvaardigmaking door het geloof is meer dan een zich bewust worden, dat wij eigenlijk al waren gerechtvaardigd. O, het is iets heel anders, want niemand is rechtvaardig. In de rechtvaardigmaking door het geloof is een staatsverwisseling. De uitverkoren zondaar gaat daarin uit de staat der verdoemenis over in de staat der verzoening met God. Hij wordt vrijgesproken van schuld en straf en ontvangt een recht ten eeuwigen leven. "
Er gaan er met twee verbonden verloren en met drie en er worden er met twee verbonden behouden en met drie. Prof. G. Wisse.
- Bert Mulder
- Berichten: 9097
- Lid geworden op: 28 aug 2006, 22:07
- Locatie: Grace URC Leduc Alberta Canada
- Contacteer:
Re: Rechtvaardiging van eeuwigheid
Ik ben het dus ook hierin met Ds. Kersten eens, maar daar je mijn posten leest, wist je dat allang.huisman schreef:@Bert ik ben het met je eens: Het is lang genoeg nu. (Ik heb trouwens Afgewezen erg gemist in dit topic....Afgewezen waar zit je? )Ds Kersten schreef:Maar moet deze rechtvaardigmaking van eeuwigheid en in de opstanding van Christus, niet in de tijd worden toegepast? ja, gewisselijk; want zonder de toepassing van Christus en Zijn gerechtigheid, zijn ook de uitverkorenen, gelijk alle mensen, doemwaardig voor God. Mitsdien is elk ter zaligheid de rechtvaardigmaking dóór het geloof onmisbaar. Wie zich op de rechtvaardigmaking van eeuwigheid en de opstanding van Christus beroept, zonder de rechtvaardigmaking door het geloof deelachtig te zijn, bedriegt zichzelf en loochent de leer der Schriften, die ons zegt dat de zondaar uit of door het geloof gerechtvaardigd wordt.
Wij houden dus staande dat er een rechtvaardigmaking is vóór het geloof, maar eveneens dat de rechtvaardigmaking dóór het geloof onmisbaar is. Deze stelt ons in een verzoende betrekking met God. Want toch de rechtvaardigmaking door het geloof is meer dan een zich bewust worden, dat wij eigenlijk al waren gerechtvaardigd. O, het is iets heel anders, want niemand is rechtvaardig. In de rechtvaardigmaking door het geloof is een staatsverwisseling. De uitverkoren zondaar gaat daarin uit de staat der verdoemenis over in de staat der verzoening met God. Hij wordt vrijgesproken van schuld en straf en ontvangt een recht ten eeuwigen leven. "
Mijn enige troost is, dat ik niet mijn, maar Jezus Christus eigen ben, Die voor mijn zonden betaald heeft, en zo bewaart, dat alles tot mijn zaligheid dienen moet; waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van eeuwig leven verzekert, en Hem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt.
Re: Rechtvaardiging van eeuwigheid
Ik wist het....welterusten het is in ons landje bijna twaalf uur.Bert Mulder schreef:Ik ben het dus ook hierin met Ds. Kersten eens, maar daar je mijn posten leest, wist je dat allang.huisman schreef:@Bert ik ben het met je eens: Het is lang genoeg nu. (Ik heb trouwens Afgewezen erg gemist in dit topic....Afgewezen waar zit je? )Ds Kersten schreef:Maar moet deze rechtvaardigmaking van eeuwigheid en in de opstanding van Christus, niet in de tijd worden toegepast? ja, gewisselijk; want zonder de toepassing van Christus en Zijn gerechtigheid, zijn ook de uitverkorenen, gelijk alle mensen, doemwaardig voor God. Mitsdien is elk ter zaligheid de rechtvaardigmaking dóór het geloof onmisbaar. Wie zich op de rechtvaardigmaking van eeuwigheid en de opstanding van Christus beroept, zonder de rechtvaardigmaking door het geloof deelachtig te zijn, bedriegt zichzelf en loochent de leer der Schriften, die ons zegt dat de zondaar uit of door het geloof gerechtvaardigd wordt.
Wij houden dus staande dat er een rechtvaardigmaking is vóór het geloof, maar eveneens dat de rechtvaardigmaking dóór het geloof onmisbaar is. Deze stelt ons in een verzoende betrekking met God. Want toch de rechtvaardigmaking door het geloof is meer dan een zich bewust worden, dat wij eigenlijk al waren gerechtvaardigd. O, het is iets heel anders, want niemand is rechtvaardig. In de rechtvaardigmaking door het geloof is een staatsverwisseling. De uitverkoren zondaar gaat daarin uit de staat der verdoemenis over in de staat der verzoening met God. Hij wordt vrijgesproken van schuld en straf en ontvangt een recht ten eeuwigen leven. "
Er gaan er met twee verbonden verloren en met drie en er worden er met twee verbonden behouden en met drie. Prof. G. Wisse.
-
- Berichten: 4330
- Lid geworden op: 19 nov 2005, 12:31
Re: Rechtvaardiging van eeuwigheid
vragensteller schreef:Ter verdieping een citaat van een tegenstander van de rechtvaardiging van eeuwigheid. Het gaat me erom, dat hij wel de zaak erkent, maar de term afwijst. Voor de tegenstanders van de term, zijn jullie het nu wel of niet eens met de zaak?
Hij zegt dus dat er geen rechtvaardiging voor het geloof is, maar erkent wel de zaak, die Comrie met de term "rechtvaardiging van eeuwigheid" aanduidde. Nml dat de zondaar t.a.v. Gods verkiezing van eeuwigheid Christus heeft toebehoord.Het merg van het Evangelie, Edward Fisher schreef:6. De rechtvaardigmaking voor het geloof verworpen
Antinomista: Mijnheer, vergun mij in het voorbijgaan ook iets te vragen. Was hij niet al tevoren
gerechtvaardigd ?
Evangelista: Indien hij tevoren niet in Christus geloofd heeft zoals ik denk dat hij niet gedaan heeft,
dan is hij ook zeker tevoren niet gerechtvaardigd geweest.
Antinomista: Maar, mijnheer, u weet dat het God is Die rechtvaardigt, zoals de apostel zegt. Maar God
is eeuwig; en zoals u zei, mag van Christus gezegd worden, dat Hij van eeuwigheid het Verbond der
Werken vervuld heeft. Indien hij nu Christus toebehoort, dan is hij de Zijne geweest van eeuwigheid.
En daarom is hij, volgens mijn gedachte, van eeuwigheid gerechtvaardigd.
Evangelista: Het is waar, God is eeuwig.
En aangezien God de onderneming van Christus, om in de
tijd het Verbond der Werken te vervullen, aangenomen heeft, mogen wij ook zeggen dat Hij dat van
eeuwigheid heeft vervuld.
Ook is waar dat hij ten aanzien van Gods verkiezing van eeuwigheid Christus heeft toebehoord, en
daarom ook in Gods besluit van eeuwigheid gerechtvaardigd is. Ook ten aanzien van de verdienste is
hij gerechtvaardigd geworden in de dood en de opstanding van Christus. Maar toch is hij dan nog niet
dadelijk gerechtvaardigd voordat hij metterdaad in Christus gelooft. Want, zo zegt de apostel, door
Hem wordt gerechtvaardigd een iegelijk die gelooft (Hand 13:39). Zodat in de daad van de
rechtvaardigmaking het geloof en Christus een onderlinge betrekking moeten hebben, en altijd samen
moeten komen: het geloof als de daad die aangrijpt, en Christus als het Voorwerp dat aangegrepen
wordt.
Ik volg het topic niet echt, maar wil wel even reageren op dit citaat.
Want Fisher is niet de auteur van een flink gedeelte van het laatste antwoord van Evangelista.
De auteur is de vertaler Comrie die hier een forse aanpassing gemaakt heeft in het werk van Fisher.
In het Engelstalige boek (het Merg) is het zo niet te vinden, maar luidt deze passage anders.
Ook bij Boston en de Erskines ('Marrow-men) zul je de term rechtvaardigmaking van eeuwigheid niet vinden.
Men beschouwde dit als een antinomiaanse dwaling.
De verkiezing is van eeuwigheid, maar de 'rechtvaardigmaking van eeuwigheid' is m.i. een begrip dat alleen maar tot verwarring kan leiden. Laten we eraan vasthouden dat niemand gerechtvaardigd is dan die Christus door een waar geloof heeft aangenomen. Het welbehagen Gods is de bewegende oorzaak, de gerechtigheid van Christus is de verdienende oorzaak, de prediking van het Evangelie is de middel-oorzaak en het geloof is het instrument. Maar vóór en zonder het geloof is er geen rechtvaardigmaking. Dat is altijd de leer geweest van de reformatoren, oudvaders en puriteinen.
-
- Berichten: 4330
- Lid geworden op: 19 nov 2005, 12:31
Re: Rechtvaardiging van eeuwigheid
Eén argument tegen:Bert Mulder schreef:Ten Arguments for Justification from Eternity
Een zondaar is alleen rechtvaardig IN CHRISTUS.
Om IN CHRISTUS te zijn, zijn er twee banden van vereniging nodig.
De eerste band van vereniging is de Heilige Geest.
De tweede band van vereniging is het geloof.
Daarom is een zondaar nooit gerechtvaardigd vóór de vereniging met Christus en dus ook niet vóór het geloof.
Wel ziet God de mens aan als TE rechtvaardigen en heeft hij de zondaar ook lief met een eeuwige liefde omdat Hij de mens aanziet als aan Christus gegeven en derhalve als een gekende en geliefde van eeuwigheid. Laten we echter niet spreken van 'rechtvaardigmaking van eeuwigheid' evenmin we spreken van 'wedergeboren van eeuwigheid'. Dat zijn begrippen die niet nodig en nuttig zijn.
Kun je één plaats in de Schrift noemen waar het woord 'rechtvaardigen' of 'rechtvaardigmaking' gebruikt wordt in de betekenis van rechtvaardigen/rechtvaardigmaking van eeuwigheid. Laten we Bijbels blijven spreken.Daarom spreek ik, met de Schrift, meen ik, ook altijd over rechtvaardiging van eeuwigheid, maar ook rechtvaardiging in de tijd.
Dit is een dwaling. Het geloof vloeit niet uit de rechtvaardigmaking.10. Faith flows from justification
The righteousness of Christ is given to sinners so that faith and repentance might ensue. Justification is the cause of faith and faith is the effect of justification. The cleansing blood and perfect righteousness of Christ is the efficient cause of our justification. The faith of the elect is the instrument, or means, by which they apprehend justification and is the free gift of God in Christ (Ephesians 2:8).
God rechtvaardigt de mens alléén in Christus, nooit buiten Christus. En geen mens is in Christus zonder het geloof.
Ook hier wordt het voornemen om te rechtvaardigen verwart met de rechtvaardigmaking zelf.
Calvijn (in navolging van Ambrosius) verklaarde de rechtvaardigmaking door een vergelijking met de zegen van Isaäk aan Jakob. Jakob was bekleed in de klederen van zijn broeder en de geur van deze klederen kwam tot Izaäk en hij zegende zijn zoon. Zo is ook de rechtvaardigmaking een vrijspraak van de zondaar in het oordeel Gods vanwege de gerechtigheid van Christus waarmee de zondaar bekleed is. Maar dit is alleen het geval wanneer de zondaar Christus is ingelijfd en met Hem verenigd.