Ik ben het grotendeels met je eens.Maar ik heb vragen bij:Luther schreef:Prima, zeker mogen die benoemd worden.Marieke schreef:Ik bedoelde niet te zeggen dat het persé in tegenspraak is, maar het lijkt er soms bij jou op (misschien onbedoeld) alsof je niet mag praten over twijfel of je deel aan Hem hebt. Die "bevinding" mag je niet benoemen in preken, want dat is ongeloof of onderdrukking van het geloof. Je kunt beter Hem uitstallen. Het ene sluit het andere niet uit. Ik wilde met dit citaat aangeven dat ook de Puriteinen er niet wars van waren de bevindingen in het geestelijk leven te benoemen in preken (dit citaat is uit een preek van Binning). Juist om de kleinen in de genade niet te vertrappen, maar ook erop te wijzen dat er meer te verkrijgen is. Ook de Bijbel staat overigens vol van deze bevindingen (ongeloof/onderdrukking van het geloof).
Waar ik me tegen verzet is het feit dat die twijfels en slingeringen als teken van het ware werk van de Heere wordt gezien, ja dat het zelfs via die stadia dient te verlopen. En waar ik me ook tegen verzet is het feit dat mensen de handen opgelegd krijgen, terwijl ze zeggen dat ze Christus niet kennen. Waar ik me ook tegen verzet is het feit dat spreken uit de zekerheid van het geloof niet zelden voor verdacht gehouden wordt.
Je mag zeker spreken over twijfel of je deel aan Christus hebt; en de prediking is er zeker voor bedoeld om zulke mensen de weg te wijzen. Waar ik bezwaar tegen maak is dat zulke mensen te horen krijgen: Ja, misschien heeft u Christus wel mogen zien, maar het moet nu nog de dood in met Hem, en uw schuld is wellicht bedekt, maar daarmee is die nog niet vergeven. Of (ander letterlijk citaat uit de preek): "Ja, gemeente, het kan zijn dat er een volk is in ons midden dat Christus heeft mogen zien door de traliën van het Woord. O, dat is dat oprechte geloof, maar het is zo van verre. Maar och, ze komen wel aan de weet dat zien nog geen hebben is. En zo handelt de Heere altijd met Zijn volk. etc."
Wat heeft zo iemand daaraan? Men wordt bevestigd in twijfel en slingering en gaat dat zelfs aanzien voor waar geloof. En verder leidt het tot lijdelijkheid, want de Heere handelt immers altijd zo?
Het wordt nog erger als de gelijkenis van de schat in de akker misbruikt wordt om bovenstaande te legitimeren.
Maar op deze wijze spreekt Hugo Binning niet! Die leidt zielen naar Christus toe. En dat is het doel van de prediking.
1. Je definitie van Christuskennis. Hoe definieer jij dat? Mensen kunnen bijv. vanuit de Schrift veel over Christus weten (bijv algenoegzaamheid, gewilligheid), maar mijn ervaring is dat in de prediking zelden expliciet wordt benoemd wat dat nu precies inhoudt om Christus te kennen. Ds. Den Butter zei dat wel in preek over zondag 23 --> zien dat Christus volkomen heeft betaald en dat door Hem vergeving mogelijk is. Ik denk dat veel twijfelende mensen (die in GG bijv hongerenden en dorstigen naar de gerechtigheid worden genoemd of bekommerden) deze Christuskennis wel hebben (Hugo Binning noemt dat Christus aankleven), maar wachten op iets meer. Evt. een vierschaarbeleving, maar dat hoeft nog niet eens, maar zeker wel een soort persoonlijke toepassing (Hugo Binning noemt dat m.i. de verzegeling). Dat het zeker weten dat het voor JOU is, niet min of meer afhangt van het door jou vertrouwen (dat dan door God geschonken is), zoals ds. Den Butter dat zei.
2. Ik denk dat het eerste onder 1 genoemde dan gedefinieerd wordt als zien door de tralies van het Woord, ofwel het zien dat nog geen hebben is. Het hebben: verzegeling (Binnning) <-> zien:het aankleven (Binning)
Ik hoop dat je hierop wilt reageren, ik ben op dit moment in de veronderstelling dat we geleid worden door aversie tegen bepaalde uitdrukkingen maar toch min of meer hetzelfde zeggen. Ik was er nml over verbaasd dat je het eens was met Binning. Het kan ook zijn dat ik Binning onbewust lees door een dogmatisch gekleurde bril, dus ik ben hier eigenlijk wel benieuwd naar ...
M.I. leidt het trouwens als het echt Gods werk is niet tot lijdelijkheid, maar kan wel ballast opwerpen ..