ejvl schreef:Misschien enigsinds offtopic maar:
Bij ons in de kerk worden ambtsdragers (ouderlingen en diakenen) voor het leven gekozen, dus als zij eenmaal bevestigd zijn, blijven ze de rest van hun leven zitten normaal gesproken.
In andere kerken zie ik een herkiezing na 2 of 4 jaar, ook lijkt dit terug te komen in de Dortse synode.
Iemand een idee waarom dit zo is?
Het is in ieder geval volgens ds K de Gier niet in overeenstemming met de DKO.
Ds K de Gier schreef:In tegenstelling tot de predikanten is het geen gebruik bij de bevestiging van ouderlingen de handoplegging plaats te doen vinden. De voornaamste reden daarvoor is, dat de ouderlingen niet voor het leven, maar voor een bepaalde tijd gekozen worden. Voetius verhaalt dat bij de londense vluchtelingengemeente de handoplegging wel in gebruik was, maar hij acht haar niet noodzakelijk.
Is bij herkiezing opnieuw bevestiging nodig? Bij predikanten die naar een andere plaats vertrekken, is het voorgeschreven in artikel 5 der D.K.O., maar ouderlingen en diakenen blijven toch ook bij herkiezing in dezelfde gemeente? Hetgeen echter voor de predikant geldt voor de verandering van zijn standplaats, geldt voor de ouderlingen en diakenen wat betreft hun diensttijd. Zij zijn gekozen voor de tijd van twee of drie jaren en aan het einde van die twee of drie jaren treden zij af. Zij kunnen ook niet voor hun leven beroepen worden, omdat hun werkkring de verhuizing naar een andere gemeente noodzakelijk kan maken, waar zij dan niet automatisch weer ouderling zijn. Wordt een ouderling of een diaken weer gekozen nadat hij door de kerkeraad op het dubbel getal geplaatst is, dan is dit een nieuwe roeping die een nieuwe bevestiging insluit. Deze herbevestiging is niet nodig wanneer in bijzondere omstandigheden de diensttijd door de kerkeraad verlengd wordt, omdat er dan geen nieuwe verkiezing heeft plaats gevonden. Hier en daar blijft de gedachte wel leven, zoals bij de independenten, dat een ouderling die eenmaal bevestigd is, voor zijn leven gekozen is en altijd ouderling blijft. Wanneer hij wegens ouderdom moet aftreden, wordt hij 'oud-ouderling'. De kerkorde kent echter geen oud-ouderlingen als ambtsdragers! Een oud-ouderling is iemand die vroeger ouderling was, maar het nu niet meer is. Wanneer ouderlingen en diakenen afgetreden zijn, staan zij precies gelijk met al de andere leden van de gemeente. De vergelijking van oud-ouderling met een emeritus-predikant gaat niet op. Een emeritus-predikant behoudt de eer en waardigheid en het ambt van dienaar des Woords en der sakramenten, hoewel hij niet alle diensten meer doet in één bepaalde gemeente. De predikant heeft zich voor zijn leven gegeven in de dienst des Heeren en is als zodanig ook bevestigd. Dit geldt niet van de ouderlingen en de diakenen, die in hun gewone beroep blijven en voor een bepaalde tijd beroepen zijn.
Er gaan er met twee verbonden verloren en met drie en er worden er met twee verbonden behouden en met drie. Prof. G. Wisse.