Tiberius schreef:memento schreef:Onze vaderen kenden een pleiten op de beloften en een pleiten op de doop. Gelukkig zijn er nog vele predikanten, ook in de GG, die dit nog van harte onderschrijven. Want wie de doop ontdoet van haar persoonlijke beloften aan de dopeling, heeft zichzelf vervreemd van de reformatie, ja men zou zelfs kunnen vragen: Waarom zou je met zo'n visie nog kinderen dopen?
Daar kan ik me beslist in vinden. Maar ook ds. De Heer zal het daar hartelijk mee eens zijn.
Ik denk het van niet...maar daar kan alleen Ds de Heer antwoord op geven (nodig hem maar uit op dit forum

)
Je doet nu net als of er in de GG geen verschillen zijn, over de doop wordt wel degelijk zeer verschillend gesproken binnen de GG. Predikanten als Ds Driessen, W Harinck,Tuinier, Golverdingen hebben in het recente verleden over de doop gepubliceerd en benadrukken sterk de beloftekant van de doop. Dan gaat het over de beloften die het doopformulier noemt.
o.a de afwassing der zonden , de inwoning van de Heilige Geest, de toe-eigening van hetgeen wij in Christus hebben.
Ds de Heer zegt in zijn artikel echt wat anders en ook zijn lijn zie je bij diverse GG predikanten.
Voorbeeld ds Driessen
Ds J Driessen in "Jongeren en de Sacramenten" uitgave JBGG 1994
Citaat:
Maar dan zeg ik toch: strijk eens over je voorhoofd. Dan is je hand nat. Want doopwater droogt nooit op. Dat blijft altijd geldig,je leven lang! Onze NGB zegt daarvan: onze Doop is niet alleen van nut, zolang het doopwater op ons is, maar ook al de tijd van ons leven. Vraag ootmoedig daarop pleitend,bedelend als een arme zondaar, aan de HEERE, of Hij met Zijn Heilige Geest wil binnendringen in je leven en je leven nieuw wil maken.
Hij zegt hier hetzelfde als Dr Verboom
Mij is altijd geleerd dat pleiten op je doop is dat je
in alle eerbied en vertrouwen tegen de Heere zegt: ‘Heere, ik kan U
niets aanbieden dan mijn zonden.
Maar U hebt eenmaal bezegeld toen ik gedoopt werd, dat U mij uw genade
in Christus belooft. Daar heb ik geen enkel recht op. Maar ik
beroep mij als een rechteloze op wat U beloofde te
doen als de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
Ik mag dat allemaalin het doopformulierlezen.
Ik mag mijn hand daarop leggen.
Daarom zeg ik: Heere, U hebt het mij beloofd. Aan die belofte klamp ik me vast.’
Er gaan er met twee verbonden verloren en met drie en er worden er met twee verbonden behouden en met drie. Prof. G. Wisse.