Het lijkt in deze tekst dat het ongeloof van mensen sterker is dan Jezus macht. De predikant liet beide voluit staan. Aan de ene kant dat Gods Geest onwederstandelijk werkt en Gods werk alle weerstand overwint. Maar aan de andere kant dat ons ongeloof en verwerpen van Christus maakt dat Hij geen kracht kon/kan doen.5 En Hij kon aldaar geen kracht doen; dan Hij legde weinigen zieken de handen op, en genas hen.
6 En Hij verwonderde Zich over hun ongeloof, en omging de vlekken daar rondom, lerende.
De kanttekenaars hebben een oplossing gezocht door het volgende te beweren. Ik denk niet dat dat bedoeld wordt in deze tekst.
Ik vind dat Matthew Henry er dichter bij komt45) vanwege hun ongeloof.
Omdat zij, vanwege hun ongeloof, hem de kranken niet toebrachten.
Hoe vinden jullie dat deze tekst moet worden verstaan zodat Gods en Christus almacht gehandhaafd blijft?3. Toch kon Hij aldaar gene kracht doen, tenminste niet veel, niet zoals in andere plaatsen, vanwege het ongeloof, dat onder het volk heerste, door de vooroordelen, die hun leidslieden hun tegen Christus inbliezen, vers 5. Het is een vreemde uitdrukking, alsof het ongeloof aan de Almacht zelf de handen bond. Hij zou daar evenveel wonderen hebben willen doen als elders, maar Hij kon niet, omdat de mensen zich niet tot Hem wilden wenden, om Zijne gunst niet wilden vragen; Hij zou de wonderen hebben kunnen doen, maar zij hebben de eer verbeurd, dat Hij ze voor hen deed. Door ongeloof en minachting van Christus stremmen de mensen den stroom Zijner weldaden voor hen, en grendelen zij zelven hun deur.
Er zijn veel meer van deze teksten te vinden waar het lijkt dat ons ongeloof/wederstaan krachtiger is dan Gods almacht.
twee voorbeelden.
Jeruzalem, Jeruzalem! gij, die de profeten doodt, en stenigt, die tot u gezonden zijn! hoe menigmaal heb Ik uw kinderen willen bijeenvergaderen, gelijkerwijs een hen haar kiekens bijeenvergadert onder de vleugels; en gijlieden hebt niet gewild.
51 ¶ Gij hardnekkigen en onbesnedenen van hart en oren, gij wederstaat altijd den Heiligen Geest;