Bergrede

[Alexander CD]

[quote="Fjodor]hoe kan je dan zeggen dat er Joden bekeerd worden? Want als echt de Joden geheel als volk bedoeld wordt dan kan het niet zijn dat er nog Joden gered worden.[/quote]
Als volk blijvende in hun zonden zijn ze verworpen maar niet individueel, er zal ook uit de Joden een overblijfsel behouden worden, naar de verkiezing, zo zal het altijd zijn.
Maar nooit zullen de joden als volk zalig worden.

zoals het in de dagen van Elia was zo is het ook nu zegt Paulus en dit geeft aan hoe het in de tijd zal zijn.

God heeft Zijn volk niet verstoten, hetwelk Hij te voren gekend heeft. Of weet gij niet, wat de Schrift zegt van Elia, hoe hij God aanspreekt tegen Israel, zeggende:
Heere! zij hebben Uw profeten gedood, en Uw altaren omgeworpen; en ik ben alleen overgebleven en zij zoeken mijn ziel.

Maar wat zegt tot hem het Goddelijk antwoord? Ik heb Mijzelven nog zeven duizend mannen overgelaten, die de knie voor het beeld van Baal niet gebogen hebben.

Alzo is er dan ook in dezen tegenwoordigen tijd een overblijfsel geworden, naar de verkiezing der genade.Het gaat in Israel altijd om een overblijfsel dat zegt ook deze tekst uit Rom 9/ Jesaja

En Jesaja roept over Israel: Al ware het getal der kinderen Israels gelijk het zand der zee, zo zal het overblijfsel behouden worden
Hieruit blijkt de doorgaande lijn, daarom staat er ook "niet allen zijn Israel die uit Israel zijn" God ziet Israel anders dan het hele volk.
De beloften aan Israel worden vervuld in het overblijfsel, dat blijkt uit
Ik zeg dan: Heeft God Zijn volk verstoten? Dat zij verre; want ik ben ook een Israeliet, uit het zaad Abrahams, van den stam Benjamin
Ik(Paulus uit het overblijfsel) ben het bewijs dat God zijn volk niet verstoten heeft

[Alexander CD]

13 En doen niet gelijkerwijs Mozes, die een deksel op zijn aangezicht leide , opdat de kinderen Israels niet zouden sterk zien op het einde van hetgeen te niet gedaan wordt.
14 Maar hun zinnen zijn verhard geworden ; want tot op den dag van heden blijft hetzelfde deksel in het lezen des Ouden Testaments, zonder ontdekt te worden , hetwelk door Christus te niet gedaan wordt .
15 Maar tot den huidigen dag toe, wanneer Mozes gelezen wordt, ligt een deksel op hun hart.
16 Doch zo wanneer het tot den Heere zal bekeerd zijn, zo wordt het deksel weggenomen Dat zeg ik ook de bedekking wordt alleen weggenomen als er iemand tot bekering komt, de bedekking wordt niet weggenomen voor het hele volk.

28 Zo zijn zij wel vijanden aangaande het Evangelie, om uwentwil, maar aangaande de verkiezing zijn zij beminden, om der vaderen wil;
29 Want de genadegiften en de roeping Gods zijn onberouwelijk.

Hier gaat het om de "twee Israels" de ene helft is vijand om onzes wil en de andere rest(overblijfsel) beminden om der vaderen wil, Gods roeping in het overblijfsel is onberouwelijk!

[refo]

Een verzoek: niet zo uitbundig quoten aub. Het is niet te volgen. Kleurtjes strepen en iedere keer moet je uitzoeken wie wat heeft gezegd en door wie welke kleur is aangebracht.
Meen je toch te moten quoten, doe het dan een beetje goed, want anders wordt het hélemaal een bende.

Jesaja 6 eindigt met deze woorden:
Maar zoals van de eik en de haageik
na het omhakken een stronk overblijft,
zal hun stronk een heilig zaad zijn.

Ook uit de Joden zal een overblijfsel behouden worden, door het Heilig zaad, de Heere Jezus.

Iedereen hier is zo druk met het aanhalen van andere delen van Jesaja 6. Terwijl, nadat je dat hoofdstuk in zijn geheel hebt gelezen dat de belangrijkste woorden zijn, die na zouden moeten klinken.
Het gaat dus niet zozeer om het verharden, maar uiteindelijk om de belofte. Hu stronk zal een heilig zaad zijn.

En dan zijn we er als de kippen bij om te zeggen (zo zijn we dan ook wel weer) er zullen onder de gelovigen ook Joden zijn. Maar een restje, meer niet. Maar dat staat er helemaal niet zo. Misschien dat het omhakken en de stronk in die richting lijken te wijzen.
Er staat dat die stronk een heilig zaad zal zijn. Niet Christus wordt bedoeld. Want de vraag van Jesaja was 'hoe lang'? En dat ging er over hoe lang dit volk nog halsstarrig zal moeten zijn. Dat was voor Jesaja (bijna) niet te verdragen. Die stronk is het restje van het volk waarop Israel weer Israel zal worden. Alles wat uit die stronk groeit zal op een gegeven moment een heilig zaad zijn.

[Joannah]

Een verzoek: niet zo uitbundig quoten aub. Het is niet te volgen. Kleurtjes strepen en iedere keer moet je uitzoeken wie wat heeft gezegd en door wie welke kleur is aangebracht.
Meen je toch te moten quoten, doe het dan een beetje goed, want anders wordt het hélemaal een bende.

Jesaja 6 eindigt met deze woorden:
Maar zoals van de eik en de haageik
na het omhakken een stronk overblijft,
zal hun stronk een heilig zaad zijn.

Ook uit de Joden zal een overblijfsel behouden worden, door het Heilig zaad, de Heere Jezus.

Iedereen hier is zo druk met het aanhalen van andere delen van Jesaja 6. Terwijl, nadat je dat hoofdstuk in zijn geheel hebt gelezen dat de belangrijkste woorden zijn, die na zouden moeten klinken.
Het gaat dus niet zozeer om het verharden, maar uiteindelijk om de belofte. Hu stronk zal een heilig zaad zijn.

En dan zijn we er als de kippen bij om te zeggen (zo zijn we dan ook wel weer) er zullen onder de gelovigen ook Joden zijn. Maar een restje, meer niet. Maar dat staat er helemaal niet zo. Misschien dat het omhakken en de stronk in die richting lijken te wijzen.
Er staat dat die stronk een heilig zaad zal zijn. Niet Christus wordt bedoeld. Want de vraag van Jesaja was 'hoe lang'? En dat ging er over hoe lang dit volk nog halsstarrig zal moeten zijn. Dat was voor Jesaja (bijna) niet te verdragen. Die stronk is het restje van het volk waarop Israel weer Israel zal worden. Alles wat uit die stronk groeit zal op een gegeven moment een heilig zaad zijn.

Zo zie ik het ook, altijd die vergelijkiingen met bomen, wijnstok, olijfboom, vijgeboom. allemaal bomen die ontzettend oud kunnen worden en dor en dood lijken, totdat ze weer (levens)water krijgen.
En Alexander, een (genade)gift is geheel voor niets, gratis, daar hoeven ze niets voor te doen. anders zou het geen gift of genade genoemd worden.
In hun ONgehoorzaamheid heeft Hij hen ALLEN besloten, opdat Hij hun ALLEN zou barmhartig zijn.
Dat is gebaseerd op het verbond, want zij zijn en blijven het verbondsvolk, wij niet Wij zij de Gemeente.Om onzentwil zijn zij vijanden van het Evangelie, volgens God's plan om ook ons heidenen te kunnen behouden.
Is het geen wonder dat juist het volk wat zo ijverig is mbt God's Woord, wat alleen hen was toevertrouwd, de ogen werd gesloten, zodat wij nu ook genodigden zijn?

[theoloog]

Beste Alexander, zou je nog een keer op deze posting van mij kunnen ingaan?

De discussie begint inmiddels aardig lastig te worden. Mariavt wil aangeven dat ze door God wordt aangesproken door Zijn Woord. Ik ben daar heel blij mee.

Een andere discussie die hier dwars door heen loopt is in hoeverre OT en NT onderscheiden zijn. Ik bedoel dus met nadruk niet gescheiden, zoals bijv. het dispensationalisme leert. Alexander CD probeert op een heel aanvallende en venijnige manier mij en ook Joannah het dispensationalisme in de schoenen te schuiven. Dat moet je niet doen vriend! Ik ben daar net zo tegen als jij, alleen om andere redenen. Je kiepert hele stukken OT zo de prullenbak in. Je scheurt ze of uit je Bijbel of je doet er iets anders mee, maar ik ben ze kwijt in je verhaal. Lees gewoon eens rustig Exodus 3. Lees eens hoe God over Zijn volk Israel schrijft. Lees eens de liefdesverklaring van God in Hosea 11. Vervolgens roep je dat dit allemaal zou slaan op een geestelijk Israel. Je zegt: Israel heeft voor God afgedaan. Je maakt God tot een leugenaar! Zijn beloften voor Israel zijn voor eeuwig! In de hemel kom je Israel weer op een aparte plaats tegen. Dit ziet Johannes in Openbaring. Het gaat daar over de 12 stammen van Israel en daarnaast!!! de heidenen.

Ik kan het niet helpen dat je steeds weer op je zelfde aambeeld slaat van de vervangingstheologie. Die is helaas bij Luther en Calvijn gedeeltelijk terug te vinden. Maar ze is niet Bijbels en jij moet na 1948 en 1967 beter weten. Wie je ook naspreekt het wordt er niet beter van.

[Afgewezen]

Ook 2 Kor 3:16 spreekt over de bekering van de Joden en het wegnemen van hun deksel.

13 En doen niet gelijkerwijs Mozes, die een deksel op zijn aangezicht leide , opdat de kinderen Israels niet zouden sterk zien op het einde van hetgeen te niet gedaan wordt.
14 Maar hun zinnen zijn verhard geworden ; want tot op den dag van heden blijft hetzelfde deksel in het lezen des Ouden Testaments, zonder ontdekt te worden , hetwelk door Christus te niet gedaan wordt .
15 Maar tot den huidigen dag toe, wanneer Mozes gelezen wordt, ligt een deksel op hun hart.
16 Doch zo wanneer het tot den Heere zal bekeerd zijn, zo wordt het deksel weggenomen .

Even een vraag over het rood gemaakte woordje........Op welk woord ziet het terug? Op ¨volk¨ of op ¨hart¨ of wellicht nog een ander woord uit het voorgaande? Lijkt me wel belangrijk. Mijn Griekse grammatica is onvoldoende om dit te kunnen zeggen.

Daar is in het verleden al een uitvoerige discussie over geweest. Ik zal eens zoeken, maar heb nu geen tijd meer.
De juiste vertaling is in elk geval zoiets als "elke keer als zich iemand tot God bekeert"...

[Afgewezen]

Zie deze topic: thttp://www.refoforum.nl/forum/viewtopic.php?f=3&t=6681opic:

Ik heb er even wat uit geqoot:

Je kunt wel volstaan met dat te zeggen, maar dat beschouw van weinig waarde. Je kunt je ook moeilijk beroepen op een vrije vertaling 'telkens als iemand', want dat staat er niet in de grondtekst.

Een korte toelichting dan:
'Hènika' betekent volgens Strongs: 1. ten tijde dat, wanneer, als; 2. iedere keer dat. Het woordje 'av' dat er bij staat, duidt op een mogelijkheid.
Verder is het woordje 'het' een duidelijke keuze van de SV; dit kan ook anders vertaald worden.

== opnieuw gecorrigeerde + aangevulde reactie ==

Inderdaad geef je hier twee goede betekenissen. En ik had over het hoofd gezien dat ook in Exodus 34:34 in de Septuaginta dit 'hènika an' voorkomt. Dat betekent dat Paulus in zijn woordkeus bewust op dit vers aansluit, maar een toepassing maakt op het Joodse volk. Zoals de bedekking op Mozes' aangezicht was en deze bedekking werd afgenomen wanneer hij voor het aangezicht des Heeren kwam, zo past Paulus dit ook toe op het Joodse volk. Wat mij betreft mag je vertalen 'telkens als' wanneer de context met de vorige verzen (het Joodse volk) maar blijft bestaan.

Dat grammaticaal (!) sprake is van een mogelijkheid - dat blijkt ook uit de SV - erken ik graag, daarom moet uit de context begrepen worden wat die mogelijkheid inhoudt. En die context leidt dan weer terug tot de voorgaande verzen waar het duidelijk gaat om het Joodse volk. Er ligt een deksel en dit deksel kan/zal weer worden afgenomen, dat is de essentie van de tekst.

Behalve 'het' kan ook met 'hij' worden vertaald, maar niet met 'iemand' zoals in jouw exegese (dan had er iets anders gestaan).

[Joannah]

13 En doen niet gelijkerwijs Mozes, die een deksel op zijn aangezicht leide , opdat de kinderen Israels niet zouden sterk zien op het einde van hetgeen te niet gedaan wordt.
14 Maar hun zinnen zijn verhard geworden ; want tot op den dag van heden blijft hetzelfde deksel in het lezen des Ouden Testaments, zonder ontdekt te worden , hetwelk door Christus te niet gedaan wordt .
15 Maar tot den huidigen dag toe, wanneer Mozes gelezen wordt, ligt een deksel op hun hart.
16 Doch zo wanneer het tot den Heere zal bekeerd zijn, zo wordt het deksel weggenomen Dat zeg ik ook de bedekking wordt alleen weggenomen als er iemand tot bekering komt, de bedekking wordt niet weggenomen voor het hele volk.

28 Zo zijn zij wel vijanden aangaande het Evangelie, om uwentwil, maar aangaande de verkiezing zijn zij beminden, om der vaderen wil;
29 Want de genadegiften en de roeping Gods zijn onberouwelijk.

Hier gaat het om de "twee Israels" de ene helft is vijand om onzes wil en de andere rest(overblijfsel) beminden om der vaderen wil, Gods roeping in het overblijfsel is onberouwelijk!

degenen die vijanden zijn van het evangelie zijn dezelfde als die bemind worden aangaande de verkiezing.
Misschien is God wel zo goed dat Hij ze al zonder dat ze zich bekeerd hebben, aanneemt, waarna zij zich zullen bekeren.
Wanneer hij Zijn wetten in hun hart schrijft, in Zijn nieuwe Verbond.
Want dan zal niemand meer geleerd hoeven worden,zolas nu, van kleins af zullen ze weten dat de Heere hun God is.

[Fjodor]

En Alexander, een (genade)gift is geheel voor niets, gratis, daar hoeven ze niets voor te doen. anders zou het geen gift of genade genoemd worden.
In hun ONgehoorzaamheid heeft Hij hen ALLEN besloten, opdat Hij hun ALLEN zou barmhartig zijn.
Dat is gebaseerd op het verbond, want zij zijn en blijven het verbondsvolk, wij niet Wij zij de Gemeente.Om onzentwil zijn zij vijanden van het Evangelie, volgens God's plan om ook ons heidenen te kunnen behouden.
Is het geen wonder dat juist het volk wat zo ijverig is mbt God's Woord, wat alleen hen was toevertrouwd, de ogen werd gesloten, zodat wij nu ook genodigden zijn?

IJverig met betrekking tot Gods Woord?? Een afvallig volk was het. Heb je nooit Richteren, Samuël, Koningen, Kronieken, en weet ik het wat meer gelezen?

Daarbij over het verbond. Het verbond ligt niet in het lichamelijke maar in de belofte, niet in de wet maar in Christus:

Gal 3:13 Christus heeft ons verlost van den vloek der wet, een vloek geworden zijnde voor ons; want er is geschreven: Vervloekt is een iegelijk, die aan het hout hangt.
14 Opdat de zegening van Abraham tot de heidenen komen zou in Christus Jezus, en opdat wij de belofte des Geestes verkrijgen zouden door het geloof.
15 Broeders, ik spreek naar den mens: zelfs eens mensen verbond, dat bevestigd is, doet niemand te niet, of niemand doet daartoe.
16 Nu zo zijn de beloftenissen tot Abraham en zijn zaad gesproken. Hij zegt niet: En den zaden, als van velen; maar als van een: En uw zade; hetwelk is Christus.
17 En dit zeg ik: Het verbond, dat te voren van God bevestigd is op Christus, wordt door de wet, die na vierhonderd en dertig jaren gekomen is, niet krachteloos gemaakt, om de beloftenis te niet te doen.
18 Want indien de erfenis uit de wet is, zo is zij niet meer uit de beloftenis; maar God heeft ze Abraham door de beloftenis genadiglijk gegeven.

[Fjodor]

hoe kan je dan zeggen dat er Joden bekeerd worden? Want als echt de Joden geheel als volk bedoeld wordt dan kan het niet zijn dat er nog Joden gered worden.

Als volk blijvende in hun zonden zijn ze verworpen maar niet individueel, er zal ook uit de Joden een overblijfsel behouden worden, naar de verkiezing, zo zal het altijd zijn.
Maar nooit zullen de joden als volk zalig worden.

zoals het in de dagen van Elia was zo is het ook nu zegt Paulus en dit geeft aan hoe het in de tijd zal zijn.

God heeft Zijn volk niet verstoten, hetwelk Hij te voren gekend heeft. Of weet gij niet, wat de Schrift zegt van Elia, hoe hij God aanspreekt tegen Israel, zeggende:
Heere! zij hebben Uw profeten gedood, en Uw altaren omgeworpen; en ik ben alleen overgebleven en zij zoeken mijn ziel.

Maar wat zegt tot hem het Goddelijk antwoord? Ik heb Mijzelven nog zeven duizend mannen overgelaten, die de knie voor het beeld van Baal niet gebogen hebben.

Alzo is er dan ook in dezen tegenwoordigen tijd een overblijfsel geworden, naar de verkiezing der genade.Het gaat in Israel altijd om een overblijfsel dat zegt ook deze tekst uit Rom 9/ Jesaja

En Jesaja roept over Israel: Al ware het getal der kinderen Israels gelijk het zand der zee, zo zal het overblijfsel behouden worden
Hieruit blijkt de doorgaande lijn, daarom staat er ook "niet allen zijn Israel die uit Israel zijn" God ziet Israel anders dan het hele volk.
De beloften aan Israel worden vervuld in het overblijfsel, dat blijkt uit
Ik zeg dan: Heeft God Zijn volk verstoten? Dat zij verre; want ik ben ook een Israeliet, uit het zaad Abrahams, van den stam Benjamin
Ik(Paulus uit het overblijfsel) ben het bewijs dat God zijn volk niet verstoten heeft

Maar Romeinen 11:26 heeft het toch echt over de lichamelijke Joden:
Rom 11:26 En alzo zal geheel Israël zalig worden; gelijk geschreven is: De Verlosser zal uit Sion komen en zal de goddeloosheden afwenden van Jakob.
27 En dit is hun een verbond van Mij, als Ik hun zonden zal wegnemen.
28 Zo zijn zij wel vijanden aangaande het Evangelie, om uwentwil, maar aangaande de verkiezing zijn zij beminden, om der vaderen wil;

Zie vooral ook vers 28. Daar wordt duidelijk dat met Israël niet het geestelijke Israël bedoeld wordt, maar in tegendeel het lichamelijke.

[Joannah]

hoe kan je dan zeggen dat er Joden bekeerd worden? Want als echt de Joden geheel als volk bedoeld wordt dan kan het niet zijn dat er nog Joden gered worden.

Als volk blijvende in hun zonden zijn ze verworpen maar niet individueel, er zal ook uit de Joden een overblijfsel behouden worden, naar de verkiezing, zo zal het altijd zijn.
Maar nooit zullen de joden als volk zalig worden.

zoals het in de dagen van Elia was zo is het ook nu zegt Paulus en dit geeft aan hoe het in de tijd zal zijn.

God heeft Zijn volk niet verstoten, hetwelk Hij te voren gekend heeft. Of weet gij niet, wat de Schrift zegt van Elia, hoe hij God aanspreekt tegen Israel, zeggende:
Heere! zij hebben Uw profeten gedood, en Uw altaren omgeworpen; en ik ben alleen overgebleven en zij zoeken mijn ziel.

Maar wat zegt tot hem het Goddelijk antwoord? Ik heb Mijzelven nog zeven duizend mannen overgelaten, die de knie voor het beeld van Baal niet gebogen hebben.

Alzo is er dan ook in dezen tegenwoordigen tijd een overblijfsel geworden, naar de verkiezing der genade.Het gaat in Israel altijd om een overblijfsel dat zegt ook deze tekst uit Rom 9/ Jesaja

En Jesaja roept over Israel: Al ware het getal der kinderen Israels gelijk het zand der zee, zo zal het overblijfsel behouden worden
Hieruit blijkt de doorgaande lijn, daarom staat er ook "niet allen zijn Israel die uit Israel zijn" God ziet Israel anders dan het hele volk.
De beloften aan Israel worden vervuld in het overblijfsel, dat blijkt uit
Ik zeg dan: Heeft God Zijn volk verstoten? Dat zij verre; want ik ben ook een Israeliet, uit het zaad Abrahams, van den stam Benjamin
Ik(Paulus uit het overblijfsel) ben het bewijs dat God zijn volk niet verstoten heeft

Maar Romeinen 11:26 heeft het toch echt over de lichamelijke Joden:
Rom 11:26 En alzo zal geheel Israël zalig worden; gelijk geschreven is: De Verlosser zal uit Sion komen en zal de goddeloosheden afwenden van Jakob.
27 En dit is hun een verbond van Mij, als Ik hun zonden zal wegnemen.
28 Zo zijn zij wel vijanden aangaande het Evangelie, om uwentwil, maar aangaande de verkiezing zijn zij beminden, om der vaderen wil;

Zie vooral ook vers 28. Daar wordt duidelijk dat met Israël niet het geestelijke Israël bedoeld wordt, maar in tegendeel het lichamelijke.

Ik ben het een keer helemaal met je eens
let ook op het verschil tussen verbond en evangelie, trouwens in vers 27 en 28.

[theoloog]

En Alexander, een (genade)gift is geheel voor niets, gratis, daar hoeven ze niets voor te doen. anders zou het geen gift of genade genoemd worden.
In hun ONgehoorzaamheid heeft Hij hen ALLEN besloten, opdat Hij hun ALLEN zou barmhartig zijn.
Dat is gebaseerd op het verbond, want zij zijn en blijven het verbondsvolk, wij niet Wij zij de Gemeente.Om onzentwil zijn zij vijanden van het Evangelie, volgens God's plan om ook ons heidenen te kunnen behouden.
Is het geen wonder dat juist het volk wat zo ijverig is mbt God's Woord, wat alleen hen was toevertrouwd, de ogen werd gesloten, zodat wij nu ook genodigden zijn?

IJverig met betrekking tot Gods Woord?? Een afvallig volk was het. Heb je nooit Richteren, Samuël, Koningen, Kronieken, en weet ik het wat meer gelezen?

Er zijn twee perioden aan te wijzen in het OT. De periode voor de ballingschap die jij terecht vermeldt. En de periode na de ballingschap, waar sprake is van het dienen van God door de wet, maar zonder de liefde tot God bij de grote menigte. De Farizeeën (een grote volksbeweging) in de tijd van Jezus waren zeer nauwgezet in het houden van de wet, tot overdrijvens toe. Ze waren alleen bezig met de verkeerde zaken, ze zagen het doel van de wet niet, alleen de regels. Dat is waartegen de Heere Jezus in het geweer komt. Dat is wat Hij Paulus ook verwijt. Paulus was zeer oprecht in zijn vervolging van de christenen. Hij zat alleen totaal op het verkeerde spoor.

[Fjodor]

En Alexander, een (genade)gift is geheel voor niets, gratis, daar hoeven ze niets voor te doen. anders zou het geen gift of genade genoemd worden.
In hun ONgehoorzaamheid heeft Hij hen ALLEN besloten, opdat Hij hun ALLEN zou barmhartig zijn.
Dat is gebaseerd op het verbond, want zij zijn en blijven het verbondsvolk, wij niet Wij zij de Gemeente.Om onzentwil zijn zij vijanden van het Evangelie, volgens God's plan om ook ons heidenen te kunnen behouden.
Is het geen wonder dat juist het volk wat zo ijverig is mbt God's Woord, wat alleen hen was toevertrouwd, de ogen werd gesloten, zodat wij nu ook genodigden zijn?

IJverig met betrekking tot Gods Woord?? Een afvallig volk was het. Heb je nooit Richteren, Samuël, Koningen, Kronieken, en weet ik het wat meer gelezen?

Er zijn twee perioden aan te wijzen in het OT. De periode voor de ballingschap die jij terecht vermeldt. En de periode na de ballingschap, waar sprake is van het dienen van God door de wet, maar zonder de liefde tot God bij de grote menigte. De Farizeeën (een grote volksbeweging) in de tijd van Jezus waren zeer nauwgezet in het houden van de wet, tot overdrijvens toe. Ze waren alleen bezig met de verkeerde zaken, ze zagen het doel van de wet niet, alleen de regels. Dat is waartegen de Heere Jezus in het geweer komt. Dat is wat Hij Paulus ook verwijt. Paulus was zeer oprecht in zijn vervolging van de christenen. Hij zat alleen totaal op het verkeerde spoor.

Ook over de nauwgezetten van de tweede periode wordt gezegd: "gij adderengebroedsel".

[Alexander CD]

hoe kan je dan zeggen dat er Joden bekeerd worden? Want als echt de Joden geheel als volk bedoeld wordt dan kan het niet zijn dat er nog Joden gered worden.

Als volk blijvende in hun zonden zijn ze verworpen maar niet individueel, er zal ook uit de Joden een overblijfsel behouden worden, naar de verkiezing, zo zal het altijd zijn.
Maar nooit zullen de joden als volk zalig worden.

zoals het in de dagen van Elia was zo is het ook nu zegt Paulus en dit geeft aan hoe het in de tijd zal zijn.

God heeft Zijn volk niet verstoten, hetwelk Hij te voren gekend heeft. Of weet gij niet, wat de Schrift zegt van Elia, hoe hij God aanspreekt tegen Israel, zeggende:
Heere! zij hebben Uw profeten gedood, en Uw altaren omgeworpen; en ik ben alleen overgebleven en zij zoeken mijn ziel.

Maar wat zegt tot hem het Goddelijk antwoord? Ik heb Mijzelven nog zeven duizend mannen overgelaten, die de knie voor het beeld van Baal niet gebogen hebben.

Alzo is er dan ook in dezen tegenwoordigen tijd een overblijfsel geworden, naar de verkiezing der genade.Het gaat in Israel altijd om een overblijfsel dat zegt ook deze tekst uit Rom 9/ Jesaja

En Jesaja roept over Israel: Al ware het getal der kinderen Israels gelijk het zand der zee, zo zal het overblijfsel behouden worden
Hieruit blijkt de doorgaande lijn, daarom staat er ook "niet allen zijn Israel die uit Israel zijn" God ziet Israel anders dan het hele volk.
De beloften aan Israel worden vervuld in het overblijfsel, dat blijkt uit
Ik zeg dan: Heeft God Zijn volk verstoten? Dat zij verre; want ik ben ook een Israeliet, uit het zaad Abrahams, van den stam Benjamin
Ik(Paulus uit het overblijfsel) ben het bewijs dat God zijn volk niet verstoten heeft

Maar Romeinen 11:26 heeft het toch echt over de lichamelijke Joden:
Rom 11:26 En alzo zal geheel Israël zalig worden; gelijk geschreven is: De Verlosser zal uit Sion komen en zal de goddeloosheden afwenden van Jakob.
27 En dit is hun een verbond van Mij, als Ik hun zonden zal wegnemen.
28 Zo zijn zij wel vijanden aangaande het Evangelie, om uwentwil, maar aangaande de verkiezing zijn zij beminden, om der vaderen wil;

Zie vooral ook vers 28. Daar wordt duidelijk dat met Israël niet het geestelijke Israël bedoeld wordt, maar in tegendeel het lichamelijke.

Er zijn uitleggers die denken dat het overblijfsel gans Israel is.

Maar God heeft maar één volk (Hebr 11) en dat ene volk wordt hier met de olijfboom afgebeeld, en in galaten gaat het dan over het Israel Gods.
Ook en gedeelte uit Rom 4 spreekt zo, "al zijn zaad" waarmee de besneden en onbesneden die behouden worden mee bedoeld worden.
De Verlosser is al tot zion gekomen, dat gebeurd niet nog eens.
en met vers 28 worden de twee Israels bedoeld, als het dezelfden zouden zijn is het wartaal.

[Joannah]

hoe kan je dan zeggen dat er Joden bekeerd worden? Want als echt de Joden geheel als volk bedoeld wordt dan kan het niet zijn dat er nog Joden gered worden.

Als volk blijvende in hun zonden zijn ze verworpen maar niet individueel, er zal ook uit de Joden een overblijfsel behouden worden, naar de verkiezing, zo zal het altijd zijn.
Maar nooit zullen de joden als volk zalig worden.

zoals het in de dagen van Elia was zo is het ook nu zegt Paulus en dit geeft aan hoe het in de tijd zal zijn.

God heeft Zijn volk niet verstoten, hetwelk Hij te voren gekend heeft. Of weet gij niet, wat de Schrift zegt van Elia, hoe hij God aanspreekt tegen Israel, zeggende:
Heere! zij hebben Uw profeten gedood, en Uw altaren omgeworpen; en ik ben alleen overgebleven en zij zoeken mijn ziel.

Maar wat zegt tot hem het Goddelijk antwoord? Ik heb Mijzelven nog zeven duizend mannen overgelaten, die de knie voor het beeld van Baal niet gebogen hebben.

Alzo is er dan ook in dezen tegenwoordigen tijd een overblijfsel geworden, naar de verkiezing der genade.Het gaat in Israel altijd om een overblijfsel dat zegt ook deze tekst uit Rom 9/ Jesaja

En Jesaja roept over Israel: Al ware het getal der kinderen Israels gelijk het zand der zee, zo zal het overblijfsel behouden worden
Hieruit blijkt de doorgaande lijn, daarom staat er ook "niet allen zijn Israel die uit Israel zijn" God ziet Israel anders dan het hele volk.
De beloften aan Israel worden vervuld in het overblijfsel, dat blijkt uit
Ik zeg dan: Heeft God Zijn volk verstoten? Dat zij verre; want ik ben ook een Israeliet, uit het zaad Abrahams, van den stam Benjamin
Ik(Paulus uit het overblijfsel) ben het bewijs dat God zijn volk niet verstoten heeft

Maar Romeinen 11:26 heeft het toch echt over de lichamelijke Joden:
Rom 11:26 En alzo zal geheel Israël zalig worden; gelijk geschreven is: De Verlosser zal uit Sion komen en zal de goddeloosheden afwenden van Jakob.
27 En dit is hun een verbond van Mij, als Ik hun zonden zal wegnemen.
28 Zo zijn zij wel vijanden aangaande het Evangelie, om uwentwil, maar aangaande de verkiezing zijn zij beminden, om der vaderen wil;

Zie vooral ook vers 28. Daar wordt duidelijk dat met Israël niet het geestelijke Israël bedoeld wordt, maar in tegendeel het lichamelijke.

Er zijn uitleggers die denken dat het overblijfsel gans Israel is.

Maar God heeft maar één volk (Hebr 11) en dat ene volk wordt hier met de olijfboom afgebeeld, en in galaten gaat het dan over het Israel Gods.
Ook en gedeelte uit Rom 4 spreekt zo, "al zijn zaad" waarmee de besneden en onbesneden die behouden worden mee bedoeld worden.
De Verlosser is al tot zion gekomen, dat gebeurd niet nog eens.
en met vers 28 worden de twee Israels bedoeld, als het dezelfden zouden zijn is het wartaal.

Als wat de bijbel zegt door de mens voor wartaal wordt aangezien, ben je toch wel erg de weg kwijt, volgens mij.
Echt Alexander, de vervangingstheologie is een achterhaalde dwaling, het zaad waarover Rom 4 spreekt is het geestelijk zaad, de gemeente bestaat naast Israel en NIET in plaats van.