huisman schreef:Afgewezen schreef:
Nergens in het doopformulier wordt de eis van het geloof gesteld, maar wel de eis van gehoorzaamheid, die het geloof (en dus de wedergeboorte) vooronderstelt. Fjodor heeft al een- en andermaal geciteerd waar dit staat, dus dat hoef ik niet meer te doen. Dat die wedergeboorte nodig is, staat natuurlijk buiten kijf. Maar in het doopformulier worden de kinderen zó beschouwd, dat die wedergeboorte al plaatsgevonden hééft. Dat is wat Fjodor en ik bedoelen te zeggen.
Dat ben ik dan niet met Fjodor en jou eens , als het doopformulier de kinderen voor wedergeboren zou houden waarom dan
in de dankzegging om inlijving in Christus bidden door de Heilige Geest ? Ik weet echt zeker dat jullie het doopformulier geen recht doen als jullie er in lezen dat het de kinderen voor wedergeboren houdt. Een andere zaak is dat het doopformulier de kinderen wel vol aanziet als verbondskinderen. (Toch maar weer spreken over de verbondsbeschouwing )
Nee Huisman, in de dankzegging wordt niet gebeden om inlijving in Christus. Dat wordt gedaan vóór de bediening van de doop.
Ná de doop wordt gedankt voor de inlijving. En daar wordt gebeden of de Heere de nieuwe gehoorzaamheid (het stuk van de dankbaarheid) geven wil. Vergelijk ook met de geloofsbelijdenis wat ik dik gedrukt heb. Dat dik gedrukte houdt bij de belijdenis net zo goed als bij de doop voor gelovig.
Kijk maar:
Opdat wij ook deze heilige ordening van God, tot zijne eere; tot onzen troost en tot stichting der gemeente uitrigten mogen, zoo laat ons zijnen heiligen naam aldus aanroepen:
O almagtige, eeuwige God! Gij, die naar uw streng oordeel de ongeloovige en onboetvaardige wereld met den zondvloed gestraft hebt, en den geloovigen Noach zijne achten uit uwe groote barmhartigheid behouden en bewaard; Gij, die den verstokten Farao, met al zijn volk, in het Roode meer verdronken hebt, en uw volk Israël droogvoets daardoor geleid, door hetwelk de Doop beduidt werd; wij bidden U, bij uwe grondelooze barmhartigheid, dat Gij deze kinderen genadiglijk wilt aanzien, en door uwen Heiligen Geest uwen Zoon Jezus Christus inlijven; opdat zij met hem in zijnen dood begraven worden, en met hem mogen opstaan in een nieuw leven; opdat zij hun kruis, hem dagelijks navolgende, vrolijk dragen mogen, hem aanhangende met waarachtig geloof, vaste hope en vurige liefde; dat zij dit leven, (hetwelk toch niet anders is dan een gestadige dood,) om uwentwille, getroost verlaten, en ten laatsten dage voor den regterstoel van Christus, uwen Zoon, zonder verschrikken mogen verschijnen, door denzelven, onzen Heere Jezus Christus, uwen Zoon, die met U en den Heiligen Geest, één eenig God, leeft en regeert in eeuwigheid. Amen.
Daarna in het doopen spreekt de Dienaar des Goddelijken woorde aldus:
N. IK DOOP U IN DEN NAAM DES VADERS, EN DES ZOONS, EN DES HEILIGEN GEESTES.
Dankzegging
Almagtige, barmhartige God en Vader! wij danken en loven U, dat Gij ons en onze kinderen, door het bloed van uwen lieven Zoon Jezus Christus, al onze zonden vergeven, en ons door uwen Heiligen Geest tot lidmaten van uwen eeniggeboren Zoon, en alzoo tot uwen kinderen aangenomen hebt, en ons datzelve met den heiligen Doop verzegelt en bekrachtigt. Wij bidden U ook, door denzelven uwen lieven Zoon, dat Gij deze gedoopte kinderen met uwen Heiligen Geest altijd wilt regeren, opdat zij Christelijk en Godzaliglijk opgevoed worden, en in den Heere Jezus Christus wasschen en toenemen, opdat zij uwe Vaderlijke goedheid en barmhartigheid, die Gij hun en ons allen bewezen hebt, mogen bekennen, en in alle geregtigheid, onder onzen eenigen Leeraar, Koning en Hoogepriester, Christus Jezus, leven, en vromelijk tegen de zonde, den duivel en zijn gansche rijk strijden en overwinnen mogen, om U, en uwen Zoon Jezus Christus, mitsgaders den heiligen Geest, den eenigen waarachtigen God, eeuwiglijk te loven en te prijzen. Amen.