Nieuw Licht

Gebruikersavatar
Hendrikus
Berichten: 16933
Lid geworden op: 10 apr 2004, 09:37

Bericht door Hendrikus »

Oorspronkelijk gepost door Lecram
Ik denk dat ze ernaar streven een dergelijk boek te maken dat zoveel bladzijden als de bijbel heeft. Die heeft dan gewonnen.
Bij een promotie heb ik eens meegemaakt dat werd opgemerkt: "uw dissertatie heeft de Statenbijbel in omvang overtroffen."

Maar dat was geen theologisch werk...
~~Soli Deo Gloria~~
Gebruikersavatar
Pim
Berichten: 4033
Lid geworden op: 29 dec 2001, 11:42
Locatie: Zuid-Holland
Contacteer:

Bericht door Pim »

Wacht geen ogenblik
”Beweging van het ”Nieuwe Licht” preekte een ruim aanbod van genade

Recensie in het RD door: Dr. P. H. van Harten
Titel: ”Nieuw Licht. De strijd om en de prediking van het aanbod van genade in de periode 1750-1800”
Auteur: T. van Es
Uitgeverij: De Groot Goudriaan, Kampen, 2005
ISBN 90 435 1035 1
Pagina’s: 704
Prijs: € 34,90.

„Verbeeldt u eens, dat de zondaarslievende Middelaar in eigen persoon in deze vergadering verscheen en elk van u hoofd voor hoofd aansprak en zei: mens laat u door Mij zaligen...” Dat zei Theodorus Avinck, van 1740 tot 1782 oefenaar in Utrecht en behorend tot de zogeheten beweging van het ”Nieuwe Licht”. T. van Es schreef een studie over deze beweging.

In de loop van de achttiende eeuw gaat de prediking in Nederland steeds meer gebreken vertonen. In hun verzet tegen de tijdgeest trekken predikers zich terug op de verdediging van de leer. Niet zelden is de preek een vertoon van geleerdheid. Weliswaar heeft menigeen oog voor de betekenis van het persoonlijke geestelijke leven, maar dit wordt steeds meer op systematische wijze beschreven. Al met al wordt de gemeente weinig gebouwd. Een reactie blijft niet uit.

De amateur-theoloog T. van Es heeft in ”Nieuw Licht. De strijd om en de prediking van het aanbod van genade in de periode 1750-1800” deze ontwikkeling beschreven. Van Es, in het dagelijks leven werkzaam in de gezondheidszorg, laat zien dat buitenlandse invloeden, met name Angelsaksische, zich doen gelden. Geschriften van James Hervey en de beide Erskines -vaak door doopsgezinden vertaald!- oefenen in de Gereformeerde Kerk invloed uit. Van Es denkt in het bijzonder aan de Utrechtse hoogleraar Bonnet en de eveneens in Utrecht werkzame predikant J. Hinlopen met hun pleidooi voor een andere preekwijze.

De vraag is of Van Es hun betekenis niet overschat. In elk geval wordt duidelijk dat in Utrecht een kring was waarin uitgesproken opvattingen leefden over de verkondiging van het Evangelie.

Geen nieuwlichterij
De uitdrukking ”Nieuwe Licht” betekent niet dat men nieuwlichterij voorstaat, integendeel. Men wil vasthouden aan de bijbelse grondwaarheden en aan de gereformeerde leer. Daarbij heeft men in het bijzonder oog voor de ruimte en de volheid van het Evangelie. De ondertitel van de studie van Van Es spreekt van een „strijd om het aanbod van genade.” De visie van het ”Nieuwe Licht” is dus niet onweersproken gebleven. Deze strijd komt echter terloops ter sprake.

Van Es heeft een pastoraal oogmerk. Het aanbod van genade is voor hem van doorslaggevend belang: de grond en vrijmoedigheid van het geloof zijn in het geding. Twijfelmoedigen en beschroomden worden aangemoedigd tot geloofsovergave. Ook is er raad voor hen die weten dat zij geen ware christen zijn en geen tekenen van Gods werk in zichzelf bespeuren.

De thematiek is actueel tot in onze dagen. Ook in de gereformeerde gezindte kan men mensen aantreffen die in geestelijk opzicht in vertwijfeling verkeren. Er kan soms een „hopeloze wanhopigheid” (Erskine) zijn die alle geestelijke werkzaamheid verlamt. Van Es wil degenen die met geloofsvragen worstelen, van dienst zijn. Zijn bewogenheid is merkbaar. Hij heeft gelegenheid gezien veel geschriften te lezen, om zo anderen te wijzen op Hem Die het Licht is: Appelius, Avinck, Clarisse en vanzelfsprekend de uit Schotland afkomstige dr. A. Comrie.

Uitvoerig laat hij hen aan het woord. Citaten vormen het grootste deel, de kracht van dit boek. Bewust zijn diverse aspecten van de geloofsleer buiten beschouwing gelaten. Zo blijft de visie op de verkiezingsleer onvermeld. Ook de samenhang van de theologie van de ”Nieuwe Licht”-predikanten komt niet tot uitdrukking. Over de noodzaak van de wetsprediking wordt niet geschreven. Uiteraard wordt deze niet ontkend, maar het belang ervan mag voor sommige delen van de gereformeerde gezindte wel onderstreept worden.

Liefdevolle Heiland
Prediking van de wet is nooit een doel in zichzelf. Het is zaak dat wij tot Jezus komen. De vele, vaak uitvoerige citaten laten ons in steeds wisselende bewoordingen zien hoe de predikers de oproep om tot Hem te komen vertolken. Aanbod van genade houdt in dat God met Zijn beloften tot allen komt. Iedereen heeft een gegrond recht zich deze toe te eigenen. Om het met Comrie te zeggen: uit kracht van de roeping is een goddeloze verplicht om voor zichzelf van Gods belofte gebruik te maken. Het ”Nieuwe Licht” bevindt zich in het spoor van de Reformatie.

De Heere Jezus is de liefdevolle Heiland, Die het verlorene zoekt. Hij Die ooit weende over Jeruzalem laat ook nu Zijn ”wenend woord” uitgaan. Hij is duizendmaal gewilliger om te zaligen dan dat mensen zijn om gezaligd te worden. De Schrift is vol aanmoediging om tot Hem te gaan zoals wij zijn. Als God maar pogingen bij een arme zondaar ziet om tot Hem te komen, gaat Hij deze tegemoet.

Een aangrijpend voorbeeld van een oproep tot geloof en bekering vinden we in een brief die een jonggestorven moeder aan haar zoon naliet: „Wacht geen ogenblik om u tot de Heere te wenden, niet door voornemen in eigen kracht (….), maar kom dadelijk tot Hem om door Hem bekeerd te worden, pleit ootmoedig op de verdienste van de Zaligmaker dat Hij Zijn beloften aan u wil vervullen, en het zal zeker geschieden.”

Verloren zoon
Van Es biedt een schat aan gegevens, die alle wijzen op de overvloedige genade van God. Tegelijk wordt op vele wijzen ertoe opgewekt om in afhankelijkheid van de Heilige Geest werkzaam te zijn aan de troon van de genade. Kritische lezers zullen van mening zijn dat de auteur zich meer beperkingen had moeten opleggen. Hier is echter een overdaad die niet schaadt, maar dient.

Hoewel de schrijver niet schuwt de lijnen door te trekken naar deze tijd, ontbreekt de polemiek bijna geheel. In diverse publicaties is in de achter ons liggende jaren gewezen op de betekenis van de belofteprediking. In de studie van Van Es wordt beschreven hoe deze in een bepaalde periode gestalte heeft gekregen. Zo bezien heeft dit boek te midden van alle andere uitgaven zijn eigen plaats.

De omslag toont een vader die zijn armen om zijn kind slaat: de bekende gelijkenis van de verloren zoon. Verloren mensen zullen delen in Gods ontferming. [/quote]
Hartelijke groet,

Pim.

Het is vandaag een dag van Goede Boodschap. PrekenWeb.nl
Loyalus
Berichten: 86
Lid geworden op: 02 jun 2004, 16:25

Bericht door Loyalus »

Hieronder de boekrecentie uit de Saambinder. Eigenlijk wilde ik het zonder commentaar leve-ren ware het niet dat in eerste instantie mijn haren ten berge rezen. Nu ik bekomen ben van de schrik en de [fictieve] 'kreukels' uit de Saambinder gestreken heb wil ik jullie wat vragen, want immers misschien zit ik te 'slapen' in de kerk en hoor ik alleen wat ik wel/ niet wil horen. Maar kom lees eens mee

Een boek over het aanbod (1)
Het aanbod van genade is een veelbesproken onderwerp, zo begint Van Es zijn boek. Dat hij een dik boek (704 blz.) over datzelfde onderwerp heeft ge-schreven, moet wel een speciaal doel hebben. Over dat doel is Van Es in zijn inleiding duidelijk. Hij wil aantonen dat er rond 1760 een groep pre-dikanten is geweest die op "bijzondere wijze een hernieuwde belangstelling toonde voor het ruim en onbekommerd preken van de vrijheid die er in Chris-tus Jezus te vinden is ". Deze predikanten vormden samen een stroming die de naam van Nieuw Licht kreeg. Het aanbod van genade had altijd een plaats in de gereformeerde traditie. leder die de moeite neemt om oudvaders te le-zen, kan weten, dat ze op een indringende wijze hebben aangedrongen achter de kudde, dat ze hun gemeenten ernstig hebben opgeroepen om te vluchten tot de genadefontein die God in Christus heeft geopend. Waarom nu juist een boek over dit onderwerp? De strijd over de inhoud van de prediking, die zo tussen 17.50 en 1800 is gevoerd, vertoont sterke overeenkomsten met de dis-cussies in onze dagen, vindt Van Es. De auteur heeft dus niet alleen een historische studie willen schrijven, maar vooral een heel actueel boek.

Bewogen woorden
Van Es wil met zijn boek aantonen dat de tweede helft van de achttiende eeuw een verandering in preekwijze te zien geeft. De preken worden minder leerstellig, de vormgeving is wat minder strak, er zijn minder geleerde be-togen in te vinden. De hoorders worden directer aangesproken, in bewogen woorden opgeroepen tot bekering en hartelijk genodigd tot de zaligheid in Christus. De verandering in preekwijze sloot volgens Van Es aan bij de be-hoeften van kerkgangers. Zij wilden voedsel voor het hart. Dat vonden ze vooral bij Engelse predikers. Deze hadden een andere stijl van preken. Min-der aandacht besteedden ze aan de verklaring van de tekst; vaak gingen ze snel over op de toepassing. Ze gaven, zo vat Van Es samen, meteen ruimhar-tig voedsel voor het hart. In Nederland ontstond op zijn beurt rond de Utrechtse hoogleraar G. Bonnet een kring van leerlingen die zich intensief bezighield met het vraagstuk van de prediking. Zij stonden een evangelie- prediking voor waarin het aanbod van genade met grote ernst werd gebracht. Sterke nadruk legden zij op de gewilligheid van Christus om zondaren zalig te maken. Uit de preken van deze stroming heeft Van Es talloze treffende citaten gehaald en ze verzameld in zijn studie Nieuw Licht. Van Es begint zijn boek met een schets van de Nederlandse kerkgeschiedenis van de acht-tiende eeuw. Het opkomende verlichtingsdenken kreeg scherpe reacties uit kerkelijke hoek. Zaken rond het geloof zijn door de rede immers niet te vatten. Ondertussen woekerde de strijd tussen Voetianen en Coccejanen nog een tijdje door. Volgens Van Es was het vooral de strijd tegen onrechtzin-nigheid die zijn weerslag had op de prediking. "Het leek wel of men vaak niet durfde te preken zoals men wilde, omdat er dan snel een etiket van on-rechtzinnigheid op hen geplakt zou worden. Daarom was het vaak het veiligst zich aan de geldende normen van uitleg te houden". Als reactie hierop, zo vervolgt Van Es, ontstond er behoefte aan een "levendiger Christuspredi-king".

Verzameling citaten
Het grootste deel van het boek bestaat uit een verzameling van citaten van predikanten die in de tweede helft van de achttiende eeuw preekten. Van Es begint met Comrie. Van hem lezen we een goede dertig bladzijden met cita-ten. Ook uit de geschriften van de predikant J.C. Appelius en de Utrechtse oefenaar Th. Avinck heeft de schrijver veel geput. Van Es ziet Th.A. Cla-risse als een van de belangrijkste vertegenwoordigers van een ruime evange-lieverkondiging. Een kleine 80 bladzijden van Nieuw Licht zijn gevuld met citaten uit de geschriften van Clarisse. Van Es noemt het als een opmerke-lijk feit dat een geestverwant van ds. R. Kok drie preken van Clarisse op-nieuw uitgaf. Andere, meer of minder bekende namen die we in de studie van Van Es tegenkomen, zijn 1. de Leeuw, P. Hofstede, J. Temminck, C. Brinkman (van de catechismusverklaring van Ferré en Brinkman) en L Nupoort. Naast deze 'predikers van het Nieuwe Licht' vestigt Van Es de aandacht op een groep 'personen rondom het Nieuwe Licht'. Hij begint met de bekende Kra-lingse predikant Th. van der Groe en noemt verder onder anderen J.E. Voet (van de psalmberijming), R. Feith (de dichter van het lied 'Uren, dagen, maanden, jaren' ) en P. Curtenius.

Gunnend
Het is natuurlijk ondoenlijk om van elke besproken auteur citaten op te ne-men. Het zijn er talloze! Wat valt het op hoe gunnend deze predikanten van het Nieuwe Licht waren. Hoe hartelijk hebben zij de boodschap van het Evan-gelie gebracht, hoe hebben zij aangedrongen om te geloven, hoe hebben zij alles in het werk gesteld om bezwaren en tegenwerpingen te weerleggen. Om een indruk te geven heb ik voor deze bespreking het boek nog een paar keer op willekeurige plaatsen opengeslagen en genoteerd wat ik las. Dan krijgt u een beetje een beeld. We lezen dan eerst in Th. Avinck: "Maar nu, nu mag de machteloze moed grijpen, dat hij zal kunnen geloven, want het is God, Die het geloof werkt, Die dit krachtdadig en vrijmachtig werkt en werken moet. En nu wordt deze genade ons aangeboden". Uit de pen van Th.A. Clarisse vloeide de volgende vermaning: "Ja, het Evangelie geeft aan allen en een iegelijk, die onder die roepstem leeft, niet alleen volkomen recht en vrij-heid, maar het beveelt zelfs in de Naam van God en onder voorstel van zowel de belofte des levens als van bedreiging der verzwaring van verdoemenis, indien men ongelovig blijft, dat men zich langs de weg van aangeboden ver-lossing met; God zal inlaten". In zijn verklaring op Romeinen 5-8 schrijft G. de Haas: "Zodanig is het Woord der zaligheid, hetgeen u door het Evange-lie gepredikt wordt, dat het u, wie u ook wezen mag, wanneer u maar oren heeft om te horen, en een hart om op te merken, zeer gemakkelijk valt, niet alleen, om dat Woord te belijden voor de mensen, maar ook, om het voor uzelf door het geloof te omhelzen". In zijn afscheidspreek van Middelburg - opnieuw een willekeurige bladzijde opgeslagen - sprak G.J. Nahuys: "Zou dan God roepen en het niet menen? Zou Hij u tot Zich nodigen, en, wanneer u kwam, tot u zeggen: Ik heb u niet bedoeld? Zou Hij u de vrede aankondigen, en, wanneer u die wilde aangrijpen, u verstoten? 0 nee, ver van daar! Die tot Hem komt, zal Hij geenszins uitwerpen. Nu dan, wie is er, die in Gods gunst belang stelt? Die Zijn genade echt begeert?" E. Kist tenslotte schrijft: "Wat moest ons dan sterker treffen, dan deze nodigende stem van. de Heiland: Wendt u naar Mij toe, o gij alle einden der aarde, en wordt be-houden. Wat kan de bedoeling van de Heiland met deze voorstelling zijn? Wat anders dan om ons te bewegen, om de hulp, die Hij ons aanbiedt, aan te ne-men?" Deze willekeurige voorbeelden kunnen ons genoeg overtuigen wat de in-slag was van de prediking binnen de stroming van het Nieuwe Licht. Hoe gun-nend. Hoewel Van Es geen predikant is, is het wel waar als hij in een voet-noot schrijft: 'Wat wordt een predikant toch gunnend als hij zijn hoorders als medezondaren ziet en zich niet geestelijk boven hen verheven voelt'. Wie zou niet elke zondag, tijdens elke preek begeren om te beleven medezon-daar te zijn om als medezondaar, die zelf wel eens mocht drinken van het water des levens, dit zielenvoedsel aan te prijzen?

Ontdekkend licht
Van Es heeft vooral een studie willen schrijven over het aanbod van gena-de. Daarop heeft hij zijn citaten uitgezocht. Tegelijkertijd blijkt uit de-ze citaten dat predikanten uit de tweede helft van de achttiende eeuw - hoewel niet in dezelfde mate - oog hadden voor de noodzaak van een grondige kennis van de ellende en de verdorvenheid van het hart, omdat Christus an-ders niet benodigd wordt. Het lijkt er overigens op dat deze overtuiging langzamerhand wat zwakker wordt. Th. Avinck vraagt in de toepassing van een preek over de schenking van Christus in het Evangelie: "Hebt u deze gift in geloofseerbied aangenomen, gelovig omhelsd en u toegeëigend? Zo ja, dan moet u kennis hebben aan deze navolgende zaken. U moet bij ontdekkend licht van Gods Geest gezien hebben dat u aan Gods recht vervallen en de eeuwige vloek en toorn waardig bent. Ook, dat uw red- en radeloze toestand, waarin u gevallen bent door de zonde, een schuldige, zondige en hulpeloze staat is, zodat u, indien er geen Borg in uw plaats tussentrad, voor eeuwig zou moeten omkomen. Heeft u dit niet gezien bij het licht van Gods Geest, dan hebt u ook nog nooit de noodzakelijkheid en dierbaarheid van Jezus' overga-ve gezien. Dan kent u uw belang in dezelfde nog niet". Van Es tekent in een voetnoot aan dat wat Avinck hier schrijft niet bedoeld is als voorwaarde. Daar zijn we het natuurlijk van harte mee eens. En toch wordt een prediking waarin deze zaken met deze ernst worden gezegd, in onze tijd wel eens voor- waardelijk genoemd... Over Appelius schrijft Van Es: Hij schrijft dat men meer moet preken dat God een rechtvaardig Rechter is, Die toornt over de zonden en ze straffen zal. Appelius denkt dat het gebrek aan dit onderdeel van de prediking de oorzaak is, waarom zo weinig mensen ondanks het alge-meen aanbod onvatbaar blijven voor Christus. Het Evangelie is niet alleen een aanbod van genade, maar ook een verkondiging van schuld.

Onbevredigend gevoel
Het is een verdienste van Van Es dat hij een soort naslagwerk heeft ge-schreven over een tamelijk onbekende periode in de kerkgeschiedenis. Hij heeft de tweede helft van de achttiende eeuw, om zo te zeggen, ontsloten voor belangstellende lezers. Dat is zonder meer een prestatie, zeker voor iemand die theologie als een 'hobby' bedrijft. Het mooiste zou het geweest zijn als we hiermee de bespreking hadden kunnen afsluiten. Dat kan helaas niet. Hoeveel materiaal er ook is om te overdenken, toch blijf ik na het lezen van dit boek met een onbevredigend gevoel zitten. Daarover een vol-gende keer meer.

N.a.v. T. van Es, Nieuw licht; de strijd om en de prediking van het aanbod van genade in de periode 1750-1800; (Uitg. De Groot Goudriaan, Kam-pen, 2005); 704 blz; ISBN 90 6140 904 7; f 34,90. (wordt vervolgd)

Middelburg, ds. J.M.D. de Heer

Ik doel dan uiteraard op het [door mij] dikgedrukte stukje, toen ik dat las werd ik kwaad [al mag ik mij niet ergeren volgens ds. Hogchem] Het gunnende in de prediking is nou datgene wat ik mis in de prediking [zowel lees als gewone] Dat wordt door ds. De Heer naar voren ge-haald. Die keren dat ik ds. De Heer gehoord heb sprak nou niet het gunnende in zijn prediking mij aan, het ontbrak er juist, maar dat kan komen omdat het kerstpreken waren, maar eerlijk is eerlijk ik heb ds. De Heer daar te weinig voor gehoord om er een goed oordeel over te kunnen vormen. Misschien zijn er lezertje die dat beter weten. Ook is mijn vraag dus: luister ik selec-tief en is er wel een gunning in de [over het algemeen] GG prediking of heb ik het juist en ontbreekt deze in de meeste predikaties.
Gebruikersavatar
Pim
Berichten: 4033
Lid geworden op: 29 dec 2001, 11:42
Locatie: Zuid-Holland
Contacteer:

Bericht door Pim »

Ds C Harinck heeft in de kerkbode van de classis Middelburg ook een recensie over dit boek geschreven. Vanavond zal ik 'm eens posten.
Hartelijke groet,

Pim.

Het is vandaag een dag van Goede Boodschap. PrekenWeb.nl
Gebruikersavatar
Miscanthus
Berichten: 5306
Lid geworden op: 30 okt 2004, 14:38
Locatie: Heuvelrug

Bericht door Miscanthus »

Oorspronkelijk gepost door Loyalus Ook is mijn vraag dus: luister ik selec-tief en is er wel een gunning in de [over het algemeen] GG prediking of heb ik het juist en ontbreekt deze in de meeste predikaties.
Ik heb lang genoeg in de GG gezeten om er iets over te zeggen, maar als je selectief luistert, waar ben je dan op gebrand? Als het Christus is, en je mist dat, dan mis je alles.
Gebruikersavatar
Afgewezen
Berichten: 17323
Lid geworden op: 12 mei 2005, 21:50

Bericht door Afgewezen »

Heeft u dit niet gezien bij het licht van Gods Geest, dan hebt u ook nog nooit de noodzakelijkheid en dierbaarheid van Jezus' overgave gezien. Dan kent u uw belang in dezelfde nog niet". Van Es tekent in een voetnoot aan dat wat Avinck hier schrijft niet bedoeld is als voorwaarde. Daar zijn we het natuurlijk van harte mee eens. En toch wordt een prediking waarin deze zaken met deze ernst worden gezegd, in onze tijd wel eens voorwaardelijk genoemd... Over Appelius schrijft Van Es: Hij schrijft dat men meer moet preken dat God een rechtvaardig Rechter is, Die toornt over de zonden en ze straffen zal. Appelius denkt dat het gebrek aan dit onderdeel van de prediking de oorzaak is, waarom zo weinig mensen ondanks het algemeen aanbod onvatbaar blijven voor Christus. Het Evangelie is niet alleen een aanbod van genade, maar ook een verkondiging van schuld.
Zit toch wat in...
Gebruikersavatar
Miscanthus
Berichten: 5306
Lid geworden op: 30 okt 2004, 14:38
Locatie: Heuvelrug

Bericht door Miscanthus »

Oorspronkelijk gepost door Afgewezen
Heeft u dit niet gezien bij het licht van Gods Geest, dan hebt u ook nog nooit de noodzakelijkheid en dierbaarheid van Jezus' overgave gezien. Dan kent u uw belang in dezelfde nog niet". Van Es tekent in een voetnoot aan dat wat Avinck hier schrijft niet bedoeld is als voorwaarde. Daar zijn we het natuurlijk van harte mee eens. En toch wordt een prediking waarin deze zaken met deze ernst worden gezegd, in onze tijd wel eens voorwaardelijk genoemd... Over Appelius schrijft Van Es: Hij schrijft dat men meer moet preken dat God een rechtvaardig Rechter is, Die toornt over de zonden en ze straffen zal. Appelius denkt dat het gebrek aan dit onderdeel van de prediking de oorzaak is, waarom zo weinig mensen ondanks het algemeen aanbod onvatbaar blijven voor Christus. Het Evangelie is niet alleen een aanbod van genade, maar ook een verkondiging van schuld.
Zit toch wat in...
natuurlijk, maar denk je dat mijn hart daar zo vol van is dat mijn mond ervan overloopt?
Ikroep heus wel eens uit: ik ellendig mens... maar dat zal ik niet tegen jou zeggen.... snappie?
Gebruikersavatar
Afgewezen
Berichten: 17323
Lid geworden op: 12 mei 2005, 21:50

Bericht door Afgewezen »

Wordt de uitroep van David zo geen voorwaarde voor de openbaring van Christus?
Maakt prof Wisse zich hier niet schuldig aan het leggen van een schema/sjabloon over de Schrift?
De Heere Jezus roept namelijk uit: Wie wil, kome en neme van het water des levens om niet. Wie dorst heeft, die kome.
Ik lees daar niet van een aanvaarden van enig vonnis.
Zou het ook zó kunnen gaan, dat ik ziende op het kruis, tot de erkentenis kom dat Hij daar hing in mijn plaats? Dat het mijn schuld is dat Hij gekruisigd werd, ja tot zonde gemaakt is, waardoor mij genezing geworden is?
Dat we dat doen, nadat we tot het kruis genaderd (getrokken) zijn?
Ik heb even een citaat van jou 'gelicht': dit is wat anders dan ds. De Heer bedoelt.
Gebruikersavatar
Miscanthus
Berichten: 5306
Lid geworden op: 30 okt 2004, 14:38
Locatie: Heuvelrug

Bericht door Miscanthus »

Oorspronkelijk gepost door Afgewezen
Wordt de uitroep van David zo geen voorwaarde voor de openbaring van Christus?
Maakt prof Wisse zich hier niet schuldig aan het leggen van een schema/sjabloon over de Schrift?
De Heere Jezus roept namelijk uit: Wie wil, kome en neme van het water des levens om niet. Wie dorst heeft, die kome.
Ik lees daar niet van een aanvaarden van enig vonnis.
Zou het ook zó kunnen gaan, dat ik ziende op het kruis, tot de erkentenis kom dat Hij daar hing in mijn plaats? Dat het mijn schuld is dat Hij gekruisigd werd, ja tot zonde gemaakt is, waardoor mij genezing geworden is?
Dat we dat doen, nadat we tot het kruis genaderd (getrokken) zijn?
Ik heb even een citaat van jou 'gelicht': dit is wat anders dan ds. De Heer bedoelt.
Wat wil je daarmee zeggen?
Gebruikersavatar
Afgewezen
Berichten: 17323
Lid geworden op: 12 mei 2005, 21:50

Bericht door Afgewezen »

Oorspronkelijk gepost door Miscanthus
Oorspronkelijk gepost door Afgewezen
Wordt de uitroep van David zo geen voorwaarde voor de openbaring van Christus?
Maakt prof Wisse zich hier niet schuldig aan het leggen van een schema/sjabloon over de Schrift?
De Heere Jezus roept namelijk uit: Wie wil, kome en neme van het water des levens om niet. Wie dorst heeft, die kome.
Ik lees daar niet van een aanvaarden van enig vonnis.
Zou het ook zó kunnen gaan, dat ik ziende op het kruis, tot de erkentenis kom dat Hij daar hing in mijn plaats? Dat het mijn schuld is dat Hij gekruisigd werd, ja tot zonde gemaakt is, waardoor mij genezing geworden is?
Dat we dat doen, nadat we tot het kruis genaderd (getrokken) zijn?
Ik heb even een citaat van jou 'gelicht': dit is wat anders dan ds. De Heer bedoelt.
Wat wil je daarmee zeggen?
Dat ik de indruk had dat je het verschil wat toe wilde dekken. Wat overigens je goed recht is :).
Zeeuw

Bericht door Zeeuw »

Ben benieuwd naar de recensie van ds. Harinck, Pim!
Gebruikersavatar
Pim
Berichten: 4033
Lid geworden op: 29 dec 2001, 11:42
Locatie: Zuid-Holland
Contacteer:

Bericht door Pim »

Excuus mensen het was niet van ds Harinck, maar van ouderling Terlouw uit Middelburg-Centrum (!) Het is evenwel een positieve recensie.

Nieuw licht
Onder deze titel is dit voorjaar een boek verschenen van de hand van T. van Es. De ondertitel luidt: De strijd om en de prediking van het aanbod van genade in de periode 1750-1800. Het boek is uitgegeven bij Uitgeverij De Groot Goudriaan, telt 704 bladzijden en kost € 34,90.
Alweer een boek over de prediking? De heer Van Es, werkzaam in de medische sector, heeft een aantal jaren onderzoek gedaan naar de prediking in de periode 1750-1800. Dat heeft geresulteerd in een kloek boekwerk. Schrijven over de prediking wordt niet door iedereen in dank afgenomen. De prediking van het aanbod van genade houdt de gemoederen bezig. In de achterliggende jaren zijn al diverse boeken verschenen over dit onderwerp. Het boek ‘Nieuw licht’ neemt daarin een aparte plaats in, met name omdat het niet over de predikers van onze tijd gaat, maar over een periode in de geschiedenis. Het behandelde thema is vandaag echter nog net zo actueel.

Het thema
De periode 1750-1800 was een periode waarin de prediking van een aantal predikanten werd beïnvloed vanuit Engeland en Schotland. Met name de prediking van de gebroeders Erskine had invloed in ons land. Daarbij ging het dan vooral om het aanbod van genade. We moeten daarbij denken aan predikanten als Comrie, Appelius, Clarisse, De Leeuw en vele anderen. Deze predikanten kregen het etiket opgeplakt van ‘Nieuw licht’. Ook andere, nog minder aangename etiketten werden soms gebruikt: antinomiaans, ongereformeerd, remonstrants en pelagiaans. In werkelijkheid was de leer die deze mannen brachten helemaal niet nieuw. Ook bij de reformatoren werd een algemeen aanbod gevonden. Dat er later weerstanden hiertegen ontstonden, wil nog niet zeggen dat er door genoemde predikanten iets nieuws werd geleerd: de leer was oud, maar werd bestempeld als nieuw.
Daar kunnen wij in onze eeuw ook van leren. Onder ons wordt wel eens gezegd: ‘De ouden zeiden ...’ Het is goed om terug te kijken naar het verleden, maar dan moeten we ook verder terugzien dan de laatste eeuw. Dan mogen we te rade gaan bij Luther, Calvijn, Bunyan, Comrie, Brakel, Boston en de Erskines. Daarmee kan worden voorkomen dat we het laatste stukje geschiedenis tot maatstaf verheffen. Het boek wil vooral aandacht besteden aan het aanbod van genade. Natuurlijk hebben Comrie en de anderen aan meer onderwerpen aandacht besteed in de prediking. Maar dat valt buiten het bestek van dit boek.
De opbouw van het boek
Het boek telt na de inleiding vijf (ongenummerde) hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk (50 bladzijden) beschrijft de voorgeschiedenis. De verschillende preekwijzen komen aan de orde. In het tweede hoofdstuk (80 bladzijden) wordt de beïnvloeding vanuit Engeland beschreven en de daarmee verband houdende kerkelijke strijd over een aantal onderwerpen: het Heilig Avondmaal, de voldoening door Christus, het verband tussen genade en plicht, het aanbod van genade, het woord schenken in het aanbod. Het derde hoofdstuk (ruim 400 badzijden) behandelt een aantal predikers van het Nieuwe Licht. Van 31 personen wordt kort iets gezegd en over zijn connecties in die tijd. Vervolgens worden citaten uit hun werken gegeven. De citaten variëren in lengte. De citaten vormen de hoofdinhoud van het boek. Het vierde hoofdstuk (bijna 70 bladzijden) behandelt een aantal personen rondom het Nieuwe Licht. Hier is bijvoorbeeld Th. van der Groe geplaatst. Het laatste hoofdstuk (bijna 40 bladzijden) beschrijft de doorwerking naar de negentiende en twintigste eeuw en trekt lijnen naar het heden.

Citaten
Het grootste deel van het boek bestaat uit citaten. De schrijver heeft daarmee de bedoeling aan te tonen hoe de mannen van het Nieuwe Licht het aanbod van genade predikten. In die zin is het een stichtelijk boek. Allerlei tegenwerpingen die in de ziel opkomen worden besproken. Met name Comrie, Appelius, Avinck en Clarisse worden uitvoerig geciteerd. Aan het werk van Clarisse worden wel 80 bladzijden besteed. Het is ook leerzaam om er kennis van te nemen. Het is nogal een verschil een algemeen aanbod te belijden of daadwerkelijk Christus aan te bieden in de prediking. Vanuit de citaten krijgen we een indruk hoe de mannen van het Nieuwe Licht dat gedaan hebben. Opmerkelijk is dat de tekst Johannes 6:32 vele keren aan de orde komt. Blijkbaar is dat een tekst waarin een duidelijke aanwijzing ligt voor de prediking van een algemeen aanbod van genade: ‘Mijn Vader geeft u dat ware Brood uit de hemel’. I. de Leeuw heeft bij deze tekst opgemerkt: ‘Hoe kan men dit geven anders verstaan dan van aanbieding? Nu, geven en schenken zijn woorden van één betekenis. De aanbieding van Christus wordt daarom door de Heiland zo uitgedrukt dat God Hem geeft of schenkt.’ Ook de Heidelbergse Catechismus gebruikt het woord schenken verschillende malen. Comrie en anderen betogen dat we dat moeten opvatten als aanbieden. Ook de Erskines hebben dat betoogd. In hun bekende boek ‘De kennis der zaligheid’ stellen zij de vraag: ‘Welk karakter heeft dit welgemeende aanbod in het Evangelie? Het heeft het karakter van een schenking, waarin Hij Zijn Zoon Jezus Christus aan het verloren menselijk geslacht vermaakt, opdat degene, die deze gave zal aannemen, niet verloren zal gaan, maar het eeuwige leven zal hebben.’ Bij het lezen van de citaten kwam mij een tekst uit Handelingen 28 in gedachten: ‘En (Paulus) poogde hen te bewegen tot het geloof in Jezus’. Uit de citaten merk je dat de predikers van het Nieuwe Licht zielen tot Jezus wilden leiden, poogden hen tot geloof in Jezus te bewegen. Daarbij vallen ze steeds terug op het Woord, op de belofte in het aanbod van genade als de grond om te geloven. Er is geen andere grond om tot Christus te komen dan Zijn eigen nodiging! Een duidelijk citaat in dit verband van Comrie, uit de Eigenschappen des geloofs.
Een ander zegt: o!, mijn hart is op zulk een geloofstoenadering verliefd, maar hoe zal ik er toe komen? Wij zeggen, dat dit Gods werk is, Die het geloof met kracht in de ziel werkt. Velen willen zich in deze weg indringen, maar God Zelf zet er Zijn kinderen in. Ondertussen: deze volgende dingen zouden van een gezegende nuttigheid kunnen zijn: Overdenk veel het aanbod van genade, dat zo ruim en vrij en welmenend aan u gedaan wordt. De grootste verwardheid komt uit duisternis en weinig besef van het aanbod van Jezus voort. Als u het aanbod van het Evangelie hoort, ga dan niet bij uzelf vragen: Ben ik het juiste voorwerp? Heb ik de vereiste gestalte? Heb ik kracht om het aangeboden heil te omhelzen? Want hoe schoon zulke vragen u schijnen, u zult vinden, dat uw licht, hetwelk u enigermate in het Evangelie hebt, verdonkerd zal worden en uw hart benauwd worden, om uzelf op Jezus te verlaten, hoe schoon u anders stond. Maar zoekt op het Woord te geloven zonder het uw hart te vragen en het zal mogelijk met u gaan als met de man, die op het woord van Christus zijn lamme arm uitstak. O, het te proberen is goed. Zoek veel naar de aannemende daad van het geloof te staan en de verzekering zal vanzelf komen, zonder moeite. Veel oprechten werken verkeerd; ze wilden eerst zien, dat hun staat goed is en dan zouden ze een aangeboden Jezus omhelzen, maar daartoe kunnen zij niet komen en zijn gemoedigder of twijfelmoediger, naardat hun gestalte is. O, wat bent u te beklagen, dat u zich zo van het licht verbergt en in een woestijn omzwerft, ofschoon de deur en de ingang in een land, vloeiende van melk en honing, openstaat voor een ieder, die wil, dat hij kome. Immers, als u Jezus op het aanbod aan zou nemen, deze Zon der gerechtigheid zou uw hart verlichten, om te zien wat u door God geschonken is en uw ziel verwarmen en versmelten.

Waardering
Het is verleidelijk om meer citaten over te nemen. Maar dat is niet de bedoeling van een boekbespreking. De citaten komen uit diverse werken van de genoemde predikers. Daarbij is meestal de volgorde van het betreffende werk aangehouden. Er wordt dus op een ordelijke wijze geciteerd. De meest uitvoerige citaten zijn van Clarisse en Avinck. Hopelijk zal de lezer zelf ook naar de werken van deze en de andere schrijvers pakken. De citaten zijn soms erg lang. Daardoor ontstaat een behoorlijk goed beeld van wat de schrijver duidelijk wil maken. Het boek is in deze zin stichtelijk en onderwijzend van karakter. Anderzijds biedt het boek een stuk kerkgeschiedenis. De eerste hoofdstukken met name geven een beeld van de problematiek in die tijd. In het laatste hoofdstuk worden lijnen getrokken naar het heden. Dat is wel summier: in dat deel komen opnieuw diverse ‘oude schrijvers’ aan de orde. Met deze studie heeft de heer Van Es een waardevol boek geschreven. Maar men kan, net als met alle dingen, ereen verkeerd gebruik van maken.Er zijn mensen die denken met het aanbod van genade gered te zijn. Zij mogen de opmerking van Curtenius wel ter harte nemen: ‘Maar terwijl het Evangelie algemeen spreekt, zo moet het geloof zich de beloften daarvan in het bijzonder toe-eigenen en ik moet bepaaldelijk voor mijzelven, vertrouwen dat de beloften van het Evangelie ook mij worden aangeboden’. Het aanbod is nog niet het bezit van de zaak. Het aanbod moet in geloof ontvangen worden en daarmee wordt de aangeboden genade toegeëigend. Een verkeerde opvatting zou zijn dat de prediking uit alleen het aanbod van genade zou moeten bestaan. Wie de werken van bijvoorbeeld Comrie enigszins kent, weet ook hoe zielsonderzoekend zijn preken zijn. En dat geldt ook voor de andere genoemde schrijvers. Is dit thema nu echt zo belangrijk om over te schrijven? In de beschreven periode werd niet alleen de genade aangeboden, er werd ook óver geschreven. Ook de onder ons bekende Comrie heeft dat onderwerp meerdere malen ter sprake gebracht. In zijn voorwoord op een boek van Th. Shephard schrijft hij: ‘Het was te wensen, dat men in elke leerrede dit aanbod hoorde, mogelijk zou de preek van meer kracht zijn voor arme overtuigde zielen.’Worden de luisteraars in de kerk niet kritisch door dit soort boeken? Dat is wel mogelijk en dat is niet zo erg als dat mag zijn als met de mensen in Berea: zij ontvingen het Woord met alle toegenegenheid, onderzoekende dagelijks de Schriften of deze dingen alzo waren. Dat is een gezonde houding, niet uit twistzucht, maar uit begeerte naar onderwijs. Ik wil vooral ook wijzen op het pastorale karakter dat dit boek heeft, door de schrijvers zelf aan het woord te laten. Er kan ook een verkeerde kritische geest ontstaan, die ontaardt in allerlei twistvragen. Maar ook dat is niet nieuw. We lezen dat toen Paulus de Joden in Rome poogde te bewegen tot het geloof in Jezus, de Joden weggingen, veel twisting hebbende onder elkander. Ook lezen we: sommigen geloofden wel hetgeen dat gezegd werd, maar sommigen geloofden niet. De vraag voor ieder persoonlijk is: waar staan we zelf?

G.A. Terlouw

Bron: Gomarus, kerkbode GG classis Middelburg

[Aangepast op 7/7/05 door Pim]
Hartelijke groet,

Pim.

Het is vandaag een dag van Goede Boodschap. PrekenWeb.nl
Gebruikersavatar
Pim
Berichten: 4033
Lid geworden op: 29 dec 2001, 11:42
Locatie: Zuid-Holland
Contacteer:

Bericht door Pim »

Oorspronkelijk gepost door Loyalus
Ik doel dan uiteraard op het [door mij] dikgedrukte stukje, toen ik dat las werd ik kwaad [al mag ik mij niet ergeren volgens ds. Hogchem] Het gunnende in de prediking is nou datgene wat ik mis in de prediking [zowel lees als gewone] Dat wordt door ds. De Heer naar voren ge-haald. Die keren dat ik ds. De Heer gehoord heb sprak nou niet het gunnende in zijn prediking mij aan, het ontbrak er juist, maar dat kan komen omdat het kerstpreken waren, maar eerlijk is eerlijk ik heb ds. De Heer daar te weinig voor gehoord om er een goed oordeel over te kunnen vormen. Misschien zijn er lezertje die dat beter weten. Ook is mijn vraag dus: luister ik selec-tief en is er wel een gunning in de [over het algemeen] GG prediking of heb ik het juist en ontbreekt deze in de meeste predikaties.
Loyalus,

Denk jij dat het lek (wat er in jouw optiek is) boven is als men gunnend gaat preken?
Hartelijke groet,

Pim.

Het is vandaag een dag van Goede Boodschap. PrekenWeb.nl
Gebruikersavatar
Afgewezen
Berichten: 17323
Lid geworden op: 12 mei 2005, 21:50

Bericht door Afgewezen »

Gaarne een definitie van een 'gunnende prediking'.
Gebruikersavatar
Miscanthus
Berichten: 5306
Lid geworden op: 30 okt 2004, 14:38
Locatie: Heuvelrug

Bericht door Miscanthus »

Waarin verschilt het boek van van Es met dat van Klaas van der Zwaag?
Ik had dezelfde recentie over het boek Afwachten of Verwachten kunnen schrijven....
Plaats reactie