artistiek schreef:Een bewijs dat de Heere gestorven heiligen aan Zijn knechten wil tonen zijn deze woorden van Zacharia:
Daarna toonde Hij mij Josua, den hogepriester, staande voor het aangezicht van den Engel des HEEREN.
Zacheria was een profeet. Dat kan je, nu de canon gesloten is, nu niet meer verwachten. Nu de canon is afgesloten, spreekt God niet meer direct Zijn wil, maar doormiddel van Zijn Woord (tenminste, als je de oud-christelijke en gereformeerde visie erop na houdt).
Daarnaast gaat het bij zulke verschijningen om visioenen die zich in de toekomst afspelen. Het is geen ontmoeting met een persoon nu, maar een beeld van het toekomende.
DIA schreef:
Dat is waar, maar als God het werkt is er geen twijfel of het van de satan is of van God. Satans listen zijn dat volk zeker niet onbekend.
maar het is wel te voelen of een zielegemeenschap met een kind Gods dat Boven is uit God is. Want denk je dat de satan de macht
heeft om een kind Gods in contact te brengen met een verloste ziel? Ik geloof dat niet. Hoewel ik wel meteen zeg dat satans listen niet
onderschat mogen worden. Het kan zeker ver gaan, denk aan Saul, maar denk je dat daar de saten Samuël uit de hemel haalde? Nee,
dit is iets heel anders. En daarvan was Saul zich zelf ook van bewust, want dit was een wanhoopsdaad, hij voelde dat God van hem was
geweken.
Je redenering blijft: Als een kind van God het beleefd, moet het wel uit God zijn. Dit is niet altijd zo! Gods kinderen, zeker zij die erg gevoelig zijn, voelen en "ervaren" soms dingen die absoluut niet van God afkomstig zijn.
Kan Satan een kind van God in contact brengen met een verloste ziel? Nee. Maar hij kan wel mensen doen geloven alsof het zo is. Denk aan Saul, die meende ook werkelijk de profeet te spreken.
Kortom, een kind van God zélf kan niet altijd - op basis van zijn ervaring - uitmaken of deze van God komt of niet. Daarvoor is de toetsing aan een objectieve bron, Gods Woord, nodig.
Denk aan Petrus, die ervaarde voor zichzelf dat hij uit liefde tot Zijn meester handelde, toen hij hem af trachte te houden van zijn lijden. Als je Petrus gevraagd zou hebben: Is dat oprechte bevinding, zou hij gezegd hebben: Natuurlijk! Toch handelde hij in tegen Gods woord. Jezus noemt hem zelfs een Satan. Als dat de grote apostel kan overkomen, geeft dat duidelijk aan dat we de bevindingen van Gods kinderen niet zomaar als waar mogen zien, maar dat deze ALTIJD aan de Schrift getoetst moeten worden. Gebeurt dat niet, dan loop je het serieuze risico dat je Satanswerk als Godswerk gaat benoemen...