Luther schreef:Zie het onderstreepte, dat is niet zomaar een andere visie. Daar gaat de hele heiligmaking op de kop.
Weet je hoe pluriform er in de kerkgeschiedenis is gedacht over de heiligmaking, Luther?
Dit zeg ik niet om de discussie te bagatelliseren, maar wel om wat meer nuchterheid aan te brengen in de discussie.
Voortdurend die grote woorden die worden gebruikt. Het is m.i. veel verstandiger om de discussie meer met afstand te voeren.
Mooi voorbeeld is het boekje 'wandelen door de Geest' van Packer. Lees hoe hij daarin verschillende heiligingsleren op een rij zet en die bespreekt. Ik heb zijn toon als een verademing ervaren.
Marnix schreef:Kan je ook inhoudelijk reageren? Wel je hoofd droevig schudden, maar niet zeggen wat er mis is, is ook niet echt opbouwend... of leerzaam.
Als hij nu had gezegd: er zijn ogenblikken dat de Geest de overhand in ons heeft. Maar hij zegt dat het leven van de Geest de overhand in ons begint te krijgen. Nee, in dit leven blijft het een gedurige strijd. Tot onze laatste snik.
Die strijd wordt niet ontkend... Hij zegt alleen dat de Geest de overhand krijgt in die strijd. Daarmee zegt hij niet dat we volmaakt worden in dit leven of bijna volmaakt. Dat de Geest de overhand krijgt wil niet zeggen dat we niet meer zondigen of die strijd niet meer hoeven te voeren maar dat Hij de overhand heeft in die strijd en niet de zonde, de dood.
Paulus schrijft dit ook:
Ons leven wordt immers niet langer beheerst door onze eigen natuur, maar door de Geest. 5 Wie zich door zijn eigen natuur laat leiden is gericht op wat hij zelf wil, maar wie zich laat leiden door de Geest is gericht op wat de Geest wil. 6 Wat onze eigen natuur wil brengt de dood, maar wat de Geest wil brengt leven en vrede. 7 Onze eigen wil staat vijandig tegenover God, want hij onderwerpt zich niet aan zijn wet en is daar ook niet toe in staat. 8 Wie zich door zijn eigen wil laat leiden, kan God niet behagen. 9 Maar u leeft niet zo. U laat u leiden door de Geest, want de Geest van God woont in u. Iemand die zich niet laat leiden door de Geest van Christus behoort Christus ook niet toe. 10 Als Christus echter in u leeft, bent u door de zonde weliswaar sterfelijk, maar de Geest schenkt u leven, omdat u door God als rechtvaardigen bent aangenomen. 11 Want als de Geest van hem die Jezus uit de dood heeft opgewekt in u woont, zal hij die Christus heeft opgewekt ook u die sterfelijk bent, levend maken door zijn Geest, die in u leeft.
12 Broeders en zusters, we hoeven ons niet langer te laten leiden door onze eigen wil. 13 Als u dat wel doet, zult u zeker sterven. Als u echter uw zondige wil doodt door de Geest, zult u leven. 14 Allen die door de Geest van God worden geleid, zijn kinderen van God. 15 U hebt de Geest niet ontvangen om opnieuw als slaven in angst te leven, u hebt de Geest ontvangen om Gods kinderen te zijn, en om hem te kunnen aanroepen met ‘Abba, Vader’. 16 De Geest zelf verzekert onze geest dat wij Gods kinderen zijn. 17 En nu we zijn kinderen zijn, zijn we ook zijn erfgenamen, erfgenamen van God. Samen met Christus zijn wij erfgenamen: wij moeten delen in zijn lijden om met hem te kunnen delen in Gods luister.
Verder spreekt hij hierin de Dordtse Leerregels na:
Doch gelijk de mens door den val niet heeft opgehouden een mens te zijn, begiftigd met verstand en wil, en gelijk de zonde, die het ganse menselijk geslacht heeft doordrongen, de natuur des mensen niet heeft weggenomen, maar verdorven en geestelijker wijze gedood; alzo werkt ook deze Goddelijke genade der wedergeboorte in de mensen niet als in stokken en blokken, en vernietigt den wil en zijn eigenschappen niet, en dwingt dien niet met geweld zijns ondanks, maar maakt hem geestelijk levend, heelt hem, verbetert hem, en buigt hem tegelijk lieflijk en krachtiglijk; alzo dat, waar de wederspannigheid en tegenstand des vleses tevoren ten enenmale de overhand had, daar nu een gewillige en oprechte gehoorzaamheid des Geestes de overhand begint te krijgen; waarin de waarachtige en geestelijke wederoprichting en vrijheid van onzen wil gelegen is. En tenware dat die wonderbaarlijke Werkmeester alles goeds in dezer voege met ons handelde, de mens zou ganselijk geen hoop hebben van uit den val te kunnen opstaan door zijn vrijen wil, waardoor hij zichzelven toen hij nog stond, in het verderf heeft gestort.
Zijn uitleg is dus Bijbels juist, en in de lijn van onze formulieren. Ik snap niet wat dan precies je probleem is. Je hebt het opeens over dat het een levenslange strijd blijft... maar hij zegt nergens dat dit niet zo is, integendeel. Ik denk dat hij wel met bovenstaande reactie van jou eens is en daarom snap ik je hoofdschudden niet, waar hij gewoon de DL citeert.
Do not waste time bothering whether you ‘love’ your neighbor; act as if you did. As soon as we do this we find one of the great secrets. When you are behaving as if you loved someone, you will presently come to love him."
Marnix schreef:Kan je ook inhoudelijk reageren? Wel je hoofd droevig schudden, maar niet zeggen wat er mis is, is ook niet echt opbouwend... of leerzaam.
Als hij nu had gezegd: er zijn ogenblikken dat de Geest de overhand in ons heeft. Maar hij zegt dat het leven van de Geest de overhand in ons begint te krijgen. Nee, in dit leven blijft het een gedurige strijd. Tot onze laatste snik.
Die strijd wordt niet ontkend... Hij zegt alleen dat de Geest de overhand krijgt in die strijd. Daarmee zegt hij niet dat we volmaakt worden in dit leven of bijna volmaakt. Dat de Geest de overhand krijgt wil niet zeggen dat we niet meer zondigen of die strijd niet meer hoeven te voeren maar dat Hij de overhand heeft in die strijd en niet de zonde, de dood.
Paulus schrijft dit ook:
Ons leven wordt immers niet langer beheerst door onze eigen natuur, maar door de Geest. 5 Wie zich door zijn eigen natuur laat leiden is gericht op wat hij zelf wil, maar wie zich laat leiden door de Geest is gericht op wat de Geest wil. 6 Wat onze eigen natuur wil brengt de dood, maar wat de Geest wil brengt leven en vrede. 7 Onze eigen wil staat vijandig tegenover God, want hij onderwerpt zich niet aan zijn wet en is daar ook niet toe in staat. 8 Wie zich door zijn eigen wil laat leiden, kan God niet behagen. 9 Maar u leeft niet zo. U laat u leiden door de Geest, want de Geest van God woont in u. Iemand die zich niet laat leiden door de Geest van Christus behoort Christus ook niet toe. 10 Als Christus echter in u leeft, bent u door de zonde weliswaar sterfelijk, maar de Geest schenkt u leven, omdat u door God als rechtvaardigen bent aangenomen. 11 Want als de Geest van hem die Jezus uit de dood heeft opgewekt in u woont, zal hij die Christus heeft opgewekt ook u die sterfelijk bent, levend maken door zijn Geest, die in u leeft.
12 Broeders en zusters, we hoeven ons niet langer te laten leiden door onze eigen wil. 13 Als u dat wel doet, zult u zeker sterven. Als u echter uw zondige wil doodt door de Geest, zult u leven. 14 Allen die door de Geest van God worden geleid, zijn kinderen van God. 15 U hebt de Geest niet ontvangen om opnieuw als slaven in angst te leven, u hebt de Geest ontvangen om Gods kinderen te zijn, en om hem te kunnen aanroepen met ‘Abba, Vader’. 16 De Geest zelf verzekert onze geest dat wij Gods kinderen zijn. 17 En nu we zijn kinderen zijn, zijn we ook zijn erfgenamen, erfgenamen van God. Samen met Christus zijn wij erfgenamen: wij moeten delen in zijn lijden om met hem te kunnen delen in Gods luister.
Verder spreekt hij hierin de Dordtse Leerregels na:
Doch gelijk de mens door den val niet heeft opgehouden een mens te zijn, begiftigd met verstand en wil, en gelijk de zonde, die het ganse menselijk geslacht heeft doordrongen, de natuur des mensen niet heeft weggenomen, maar verdorven en geestelijker wijze gedood; alzo werkt ook deze Goddelijke genade der wedergeboorte in de mensen niet als in stokken en blokken, en vernietigt den wil en zijn eigenschappen niet, en dwingt dien niet met geweld zijns ondanks, maar maakt hem geestelijk levend, heelt hem, verbetert hem, en buigt hem tegelijk lieflijk en krachtiglijk; alzo dat, waar de wederspannigheid en tegenstand des vleses tevoren ten enenmale de overhand had, daar nu een gewillige en oprechte gehoorzaamheid des Geestes de overhand begint te krijgen; waarin de waarachtige en geestelijke wederoprichting en vrijheid van onzen wil gelegen is. En tenware dat die wonderbaarlijke Werkmeester alles goeds in dezer voege met ons handelde, de mens zou ganselijk geen hoop hebben van uit den val te kunnen opstaan door zijn vrijen wil, waardoor hij zichzelven toen hij nog stond, in het verderf heeft gestort.
Zijn uitleg is dus Bijbels juist, en in de lijn van onze formulieren. Ik snap niet wat dan precies je probleem is. Je hebt het opeens over dat het een levenslange strijd blijft... maar hij zegt nergens dat dit niet zo is, integendeel. Ik denk dat hij wel met bovenstaande reactie van jou eens is en daarom snap ik je hoofdschudden niet, waar hij gewoon de DL citeert.
Op zich ben ik het wel met je eens Marnix, het Bijbelcitaat is duidelijk genoeg, maar de DL hebben het hier volgens mij over het tot geloof komen/wedergeboren van de mens en niet zozeer over de heiligmaking.
Luther schreef:Zie het onderstreepte, dat is niet zomaar een andere visie. Daar gaat de hele heiligmaking op de kop.
Weet je hoe pluriform er in de kerkgeschiedenis is gedacht over de heiligmaking, Luther?
Dit zeg ik niet om de discussie te bagatelliseren, maar wel om wat meer nuchterheid aan te brengen in de discussie.
Voortdurend die grote woorden die worden gebruikt. Het is m.i. veel verstandiger om de discussie meer met afstand te voeren.
Mooi voorbeeld is het boekje 'wandelen door de Geest' van Packer. Lees hoe hij daarin verschillende heiligingsleren op een rij zet en die bespreekt. Ik heb zijn toon als een verademing ervaren.
Nee, dat weet ik ook wel.
Het ging mij er om dat Afgewezen erg bagateliserend deed over de visie op heiligmaking bij HCr. Ik ben van mening dat het om meer gaat dan om een bagatel.
Kijk: als je hier zegt dat er nu helemaal niets meetelt voor God, ook niet na ontvangen genade in het leven van de heiligmaking, ook niet het heilig leven, ook niet de zonde overwinnen, ook niet het krachtige gebdsleven, ja dan krijg je veel te verduren. Dat vind ik de kern van mijn moeite met HCr: De indruk wordt gewekt alsof de heiligmaking een nieuw werkverbond is.
De kracht van het Evangelie zit in de bezittelijke voornaamwoorden. (Maarten Luther, WA 101, 2, 25)
Luther schreef:Zie het onderstreepte, dat is niet zomaar een andere visie. Daar gaat de hele heiligmaking op de kop.
Weet je hoe pluriform er in de kerkgeschiedenis is gedacht over de heiligmaking, Luther?
Dit zeg ik niet om de discussie te bagatelliseren, maar wel om wat meer nuchterheid aan te brengen in de discussie.
Voortdurend die grote woorden die worden gebruikt. Het is m.i. veel verstandiger om de discussie meer met afstand te voeren.
Mooi voorbeeld is het boekje 'wandelen door de Geest' van Packer. Lees hoe hij daarin verschillende heiligingsleren op een rij zet en die bespreekt. Ik heb zijn toon als een verademing ervaren.
Nee, dat weet ik ook wel.
Het ging mij er om dat Afgewezen erg bagateliserend deed over de visie op heiligmaking bij HCr. Ik ben van mening dat het om meer gaat dan om een bagatel.
Kijk: als je hier zegt dat er nu helemaal niets meetelt voor God, ook niet na ontvangen genade in het leven van de heiligmaking, ook niet het heilig leven, ook niet de zonde overwinnen, ook niet het krachtige gebdsleven, ja dan krijg je veel te verduren. Dat vind ik de kern van mijn moeite met HCr: De indruk wordt gewekt alsof de heiligmaking een nieuw werkverbond is.
Luther schreef:Nee, dat weet ik ook wel.
Het ging mij er om dat Afgewezen erg bagateliserend deed over de visie op heiligmaking bij HCr. Ik ben van mening dat het om meer gaat dan om een bagatel.
Kijk: als je hier zegt dat er nu helemaal niets meetelt voor God, ook niet na ontvangen genade in het leven van de heiligmaking, ook niet het heilig leven, ook niet de zonde overwinnen, ook niet het krachtige gebdsleven, ja dan krijg je veel te verduren. Dat vind ik de kern van mijn moeite met HCr: De indruk wordt gewekt alsof de heiligmaking een nieuw werkverbond is.
Wat bedoel je nu?
Ik bedoel dat jij de heiligmakingsvisie van HCr slechts een accentverschil noemt t.o.v. de hoofdstroom van de gereformeerde theologie. Jongere lijkt dat ook te verdedigen. Ik verdedigde de stelling dat de heiligmakingsvisie van HCr weliswaar terecht de vinger bij de zere plek van de kerken legt, maar tegelijkertijd een visie op heiligmaking voorstaat die toch wel afbreuk doen aan de kern van het christelijk geloof, namelijk dat alleen Christus in Zijn koninklijk ambt de heiligmaking in ons leven volvoert.
De kracht van het Evangelie zit in de bezittelijke voornaamwoorden. (Maarten Luther, WA 101, 2, 25)
Luther schreef:Nee, dat weet ik ook wel.
Het ging mij er om dat Afgewezen erg bagateliserend deed over de visie op heiligmaking bij HCr. Ik ben van mening dat het om meer gaat dan om een bagatel.
Kijk: als je hier zegt dat er nu helemaal niets meetelt voor God, ook niet na ontvangen genade in het leven van de heiligmaking, ook niet het heilig leven, ook niet de zonde overwinnen, ook niet het krachtige gebdsleven, ja dan krijg je veel te verduren. Dat vind ik de kern van mijn moeite met HCr: De indruk wordt gewekt alsof de heiligmaking een nieuw werkverbond is.
Wat bedoel je nu?
Ik bedoel dat jij de heiligmakingsvisie van HCr slechts een accentverschil noemt t.o.v. de hoofdstroom van de gereformeerde theologie. Jongere lijkt dat ook te verdedigen. Ik verdedigde de stelling dat de heiligmakingsvisie van HCr weliswaar terecht de vinger bij de zere plek van de kerken legt, maar tegelijkertijd een visie op heiligmaking voorstaat die toch wel afbreuk doen aan de kern van het christelijk geloof, namelijk dat alleen Christus in Zijn koninklijk ambt de heiligmaking in ons leven volvoert.
Ja, en van dat laatste ben ik toch niet overtuigd. Ik bedoel, dat HCr dat níét voorstaat. Ik heb gisteren het visiedocument nog eens doorgelezen, maar ik kan daar geen verkeerd woord in ontdekken.
Wel ben ik bang dat men met het binnenhalen van allerlei sprekers ook de deur openzet voor verkeerde leringen.
Maar laten we wel wezen: wordt er in onze kringen überhaupt wel nagedacht over de heiliging en hoe deze zich verhoudt tot het werk van Christus? Dat HCr dit wél doet, maakt ze inderdaad ook kwetsbaar. Maar wat doen wij?
Heiliging heeft een beetje verkeerde plaats in onze gezindte.
Doe dit wel en doe dat niet. Dan zijn die zaken alsvast in orde. Als God je dan stilzet is de overgang niet zo groot. Want dán ga je al die dingen ook doen en/of laten.
En omdat het de verkeerde plaats heeft en afgerond naar beneden iedereen onwedergeboren is, wordt het een godsdienst op zich. Als dan iemand het op de juist plek zet en in de juiste proporties terugzet krijg je dat gespartel van Luther.
--------------
Voorts ben ik van mening dat portretten van oudvaders, reformatoren en andere theologen niet zouden moeten worden toegestaan als avatar.
refo schreef:Heiliging heeft een beetje verkeerde plaats in onze gezindte.
Doe dit wel en doe dat niet. Dan zijn die zaken alsvast in orde. Als God je dan stilzet is de overgang niet zo groot. Want dán ga je al die dingen ook doen en/of laten.
En omdat het de verkeerde plaats heeft en afgerond naar beneden iedereen onwedergeboren is, wordt het een godsdienst op zich. Als dan iemand het op de juist plek zet en in de juiste proporties terugzet krijg je dat gespartel van Luther.
Absoluut niet. Want de kritiek die jij in deze posting tussen de regels door hebt op de kerken in onze kring, heb ik ook. HCr is niet voor niets ontstaan.
Ik ben het eens met je analyse dat in de Gereformeerde gezindte men eigenlijk niet goed raad weet met de heiligmaking en er in de predking weinig aandacht aan besteed wordt.
De vraag is alleen of de 'oplossing' van HCr de juiste is. Ik wag dat te betwijfelen. Dan kan men wel e.e.a. rechtzinnig op papier zetten, maar de leer die HCr binnen gedragen wordt door bepaalde buitenlandse sprekers, gaat toch echt buiten het spoor van de gereformeerde belijdenisgeschriften.
Mijn conclusie is dat men binnen HCr totaal geen raad weet met het "zonde-zijn" van de zondaar en daarmee ook verkeerd zicht heeft op wat heiligmaking betekent als we "in Christus zijn". Ook dan gaat het niet om doen of laten, maar om het "in Christus blijven" en achter Zijn banier (Jesaja 59 v 19-20) aangaan. In Efeze 6 zegt Paulus met "Doet aan de gehele wapenrusting Gods"uitdrukkelijk niet: Trek nu na ontvangen genade je harnas aan en ga met hand en tand tegen de zonde strijden. Nee, Paulus zegt daar: Blijf in Christus, dan zal Hij voor u strijden en u zult overwinnen. Ook de heiligmaking is voor 100% het werk van Christus in ons.
De kracht van het Evangelie zit in de bezittelijke voornaamwoorden. (Maarten Luther, WA 101, 2, 25)
Luther schreef:In Efeze 6 zegt Paulus met "Doet aan de gehele wapenrusting Gods"uitdrukkelijk niet: Trek nu na ontvangen genade je harnas aan en ga met hand en tand tegen de zonde strijden. Nee, Paulus zegt daar: Blijf in Christus, dan zal Hij voor u strijden en u zult overwinnen. Ook de heiligmaking is voor 100% het werk van Christus in ons.
Er staat in Ef. 6 wel degelijk dat we zelf moeten strijden en niet dat Christus dat voor ons moet doen!
Luther schreef:In Efeze 6 zegt Paulus met "Doet aan de gehele wapenrusting Gods"uitdrukkelijk niet: Trek nu na ontvangen genade je harnas aan en ga met hand en tand tegen de zonde strijden. Nee, Paulus zegt daar: Blijf in Christus, dan zal Hij voor u strijden en u zult overwinnen. Ook de heiligmaking is voor 100% het werk van Christus in ons.
Er staat in Ef. 6 wel degelijk dat we zelf moeten strijden en niet dat Christus dat voor ons moet doen!
En dat is nu juist de vraag en het verschil van inzicht tussen HCr en mij.
De kracht van het Evangelie zit in de bezittelijke voornaamwoorden. (Maarten Luther, WA 101, 2, 25)
Uit Efeze 6: 10 Voorts, mijn broeders, wordt krachtig in den Heere, en in de sterkte Zijner macht.
11 Doet aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt staan tegen de listige omleidingen des duivels.
12 Want wij hebben den strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers der wereld, der duisternis dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht.
13 Daarom neemt aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt wederstaan in den bozen dag, en alles verricht hebbende, staande blijven.
14 Staat dan, uw lenden omgord hebbende met de waarheid, en aangedaan hebbende het borstwapen der gerechtigheid;
15 En de voeten geschoeid hebbende met bereidheid van het Evangelie des vredes;
16 Bovenal aangenomen hebbende het schild des geloofs, met hetwelk gij al de vurige pijlen des bozen zult kunnen uitblussen.
17 En neemt den helm der zaligheid, en het zwaard des Geestes, hetwelk is Gods Woord.
18 Met alle bidding en smeking, biddende te allen tijd in den Geest, en tot hetzelve wakende met alle gedurigheid en smeking voor al de heiligen.
Hier zie je een aansporing tot een actief strijden tegen de zonde, echter met "alle bidding en smeking", dus niet in eigen kracht, maar "krachtig in de Heere".
Afgewezen schreef:Uit Efeze 6: 10 Voorts, mijn broeders, wordt krachtig in den Heere, en in de sterkte Zijner macht.
11 Doet aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt staan tegen de listige omleidingen des duivels.
12 Want wij hebben den strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers der wereld, der duisternis dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht.
13 Daarom neemt aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt wederstaan in den bozen dag, en alles verricht hebbende, staande blijven.
14 Staat dan, uw lenden omgord hebbende met de waarheid, en aangedaan hebbende het borstwapen der gerechtigheid;
15 En de voeten geschoeid hebbende met bereidheid van het Evangelie des vredes;
16 Bovenal aangenomen hebbende het schild des geloofs, met hetwelk gij al de vurige pijlen des bozen zult kunnen uitblussen.
17 En neemt den helm der zaligheid, en het zwaard des Geestes, hetwelk is Gods Woord.
18 Met alle bidding en smeking, biddende te allen tijd in den Geest, en tot hetzelve wakende met alle gedurigheid en smeking voor al de heiligen.
Hier zie je een aansporing tot een actief strijden tegen de zonde, echter met "alle bidding en smeking", dus niet in eigen kracht, maar "krachtig in de Heere".
Maar wat zegt Paulus hier in feite met heel veel verschillende bewoordingen?
Als u die Christus door het geloof mocht omhelzen als Uw Zaligmaker, in Hem blijft, dan doet u daarmee de hele wapenrusting Gods aan, dat zet u de helm der zaligheid op, dan schoeit u uw voeten, dan neemt u het zwaard, maar de uitvoering ervan ligt dan in de handen van Christus, omdat u in Hem bent. U strijdt niet.
De kracht van het Evangelie zit in de bezittelijke voornaamwoorden. (Maarten Luther, WA 101, 2, 25)
Afgewezen schreef:Uit Efeze 6: 10 Voorts, mijn broeders, wordt krachtig in den Heere, en in de sterkte Zijner macht.
11 Doet aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt staan tegen de listige omleidingen des duivels.
12 Want wij hebben den strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers der wereld, der duisternis dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht.
13 Daarom neemt aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt wederstaan in den bozen dag, en alles verricht hebbende, staande blijven.
14 Staat dan, uw lenden omgord hebbende met de waarheid, en aangedaan hebbende het borstwapen der gerechtigheid;
15 En de voeten geschoeid hebbende met bereidheid van het Evangelie des vredes;
16 Bovenal aangenomen hebbende het schild des geloofs, met hetwelk gij al de vurige pijlen des bozen zult kunnen uitblussen.
17 En neemt den helm der zaligheid, en het zwaard des Geestes, hetwelk is Gods Woord.
18 Met alle bidding en smeking, biddende te allen tijd in den Geest, en tot hetzelve wakende met alle gedurigheid en smeking voor al de heiligen.
Hier zie je een aansporing tot een actief strijden tegen de zonde, echter met "alle bidding en smeking", dus niet in eigen kracht, maar "krachtig in de Heere".
Maar wat zegt Paulus hier in feite met heel veel verschillende bewoordingen?
Als u die Christus door het geloof mocht omhelzen als Uw Zaligmaker, in Hem blijft, dan doet u daarmee de hele wapenrusting Gods aan, dat zet u de helm der zaligheid op, dan schoeit u uw voeten, dan neemt u het zwaard, maar de uitvoering ervan ligt dan in de handen van Christus, omdat u in Hem bent. U strijdt niet.
Waar baseer je die uitleg op?
Paulus zegt juist tegen hen die Christus door het geloof omhelsd hebben, dat zij de wapenrustig Gods aan moeten doen, enz. Hij zegt níét: "Doordat u in Christus gelooft en wanneer u in Hem blijft, hebt u die wapenrusting Gods aangedaan." Dat staat er gewoon niet.