Erasmiaan schreef:Afgewezen schreef:Erasmiaan schreef:Bekering en geloof zijn geen voorwaarden voor het verbond want het genadeverbond is onvoorwaardelijk. Bekering en geloof zijn weldaden van het genadeverbond. En daarmee vervalt heel je theorie.
Dat zijn de Statenvertalers dan toch niet met je eens.
Ik citeer uit de voorrede bij het NT (ik heb een en ander onderstreept):
"Het woord Testament is een Latijns woord, waarmee overgezet wordt het Griekse woord
diatheke, hetwelk de Griekse vertalers gebruikten om uit te drukken het Hebreeuwse woord
berith, dat is verbond. Daardoor wordt eigenlijk verstaan het verbond zelf, dat God met de mensen heeft gemaakt,
om hun onder zekere voorwaarden het eeuwige leven te geven, welk verbond tweeërlei is, het Oude en het Nieuwe." Dan wordt er gesproken over het oude verbond en vervolgens wordt dan gezegd dat de mensen hun zaligheid moeten zoeken "in een ander verbond, hetwelke het Nieuwe genaamd wordt, en daarin bestaat, dat God Zijn Zoon tot een Middelaar verordineerd heeft, en het eeuwige leven belooft
onder voorwaarde dat wij in Hem geloven; het wordt genoemd het
verbond der genade".
Ik weet niet in welke zin de Statenvertalers dit bedoelen, het is hier verder niet zo uitgewerkt. Er staat ook "zekere" voor voorwaarden. Want, en daarom maak ik deze opmerking, geloof en bekering zijn weldaden door Christus verworven die meegedeeld worden door het verbond der Genade. Dat verbond is de weg waarin een zondaar tot Christus komt. De nadruk leggen op geloof als toegang tot het verbond verbloemt de werkelijkheid dat het geloof een gave Gods is.
Het hangt ervan af of we:
a) het Genadeverbond beschouwen als het verbond tussen God en de Zoon waarbij de uitverkorenen gezien worden als de ontvangers van de weldaden van dit verbond.
b) het Genadeverbond beschouwen als het verbond tussen God en de (individuele) uitverkorene (en zijn zaad) dat daadwerkelijk gesloten wordt op het ogenblik van geloven.
In het eerste geval zijn er geen voorwaarden.
In het tweede geval zijn er wel voorwaarden, maar worden deze door God Zelf ook vervuld.
De Statenvertalers gaan uit van de tweede terminologie zoals nagenoeg allen in die tijd.
Beide opvattingen zijn even rechtzinnig en vullen elkaar aan.
Daarom is ook de discussie van twee of drie verbonden (Verbond der Verlossing in de eeuwigheid en Verbond der genade in de tijd) zo onzinnig.