DWW schreef:Wilhelm schreef:DWW schreef:memento schreef:
Je vergelijking met een bevalling is een mooi beeld. Met daarbij de opmerking: Ik moet de eerste moeder nog tegenkomen die meer over de moeite van de bevalling praat, dan over hoe een lief kind ze gekregen heeft...
Amen
Waarom is het dan bij jou andersom ??
De blijdschap van die moeder is er pas, wanneer ze haar kindje met smarten heeft gebaard. Bij jou begint het kennelijk met blijdschap en vrede, maar alzo heeft nog nimmer een moeder haar kindje gebaard. Geestelijk precies eender. Achter de vloek, ligt de zegen, en achter de dood het leven. Jij wilt de geestelijke barensweeën overslaan, en dat gaat niet, beste Wilhelm. Hier heb je meteen ook de reden, waarom ik telkens zo hamer op de benodigde geestelijke bediening der Wet ten dode, die werkelijk niets van een zondaar over laat, ten opzichte van Gods heiligheid en Gods rechtvaardiheid.
Ach beste DWW, steeds laat ik me weer verleiden om een korte reactie te plaatsen, en ik was van plan om daarmee te stoppen, omdat ik eigenlijk helemaal geen tijd heb om postings te schrijven.
Tot slot toch nog een reactie.
Om in jou beeldspraak te blijven : je hebt moeders die bijna pijnloos baren. En ik zeg niet dat je dit ontkent, want na een stevige en stellige posting , ben je vaak ook bereid om je weer wat te nuanceren. Daar ben ik op zich nog blij om
Alleen , het is zoals Memento het verwoord, de moeder spreekt over de blijdschap en niet zozeer over de barensnood. Bij jou hoor ik het vaak geheel anders.
Jij ziet een aantal punten over het hoofd :
1.
Er zijn weinig posters hier die ontkennen dat het leven in de nood geopenbaard en toegepast wordt. Wie zou er een verlangen kennen naar verlossing als hij niet iets heeft geleerd van zijn zonden en misdaden, en dan gaat veelal de smart nog het meest over onze eigengerechtigheid, dat wij niet hebben willen bukken, dat wij niet geloofde wat God in Zijn Woord ons openbaard. Wat smart het als we zien dat we de Heere enkel tegen hebben gewerkt, levend onder het werkverbond proberen om zelf iets mee te brengen. Om dan uitgewerkt te raken en in de nood van de onmogelijkheid ons oog op Christus wordt gericht en het uit Zijn mond te horen : Ik heb u verlost. Nogmaals deze waarheden worden door weinigen hier geloochend.
2.
Het is een slecht teken als we onze eigen belevingsweg leidend gaan houden voor een ieder ander. Als we uit de mond van een ander horen dat Hij gelooft in Christus en in zijn of haar leven vruchten mag voortbrengen , komt ons het oordeel niet toe maar hebben we te oordelen in de liefde, want het hart des mensen is ons onbekend, maar het is God die ziet in het binnenste. Wij kunnen ons zo vergissen
3.
Je verwijt iedereen te dwalen en sluit hoegenaamd geen dienstknecht Gods en geen kerkverband uit. Ik zal niet zeggen dat je op alle punten ongelijk hebt. Alleen hoe behoort onze houding daaronder te zijn ? Een Anna en Simeon bleven de tempel bezoeken, de Heere heeft ons gegeven dat de kerken nog open mogen zijn, en als we dan aan Gods eis geen boodschap hebben door te breken met alle kerken , vraag ik me in alle oprechtheid af wat we nog voor recht van spreken hebben.
4.
De beleving van het recht stel jij hoger dan het geloof in Jezus Christus. Hiermee treedt je ook weer terug in het werkverbond. De gronden die jij eist liggen in de mens door ongeloof, en niet in het naakte geloof van een ontledigde zondaar die het allemaal niet meer weet maar door het geloof op Christus mag zien.
Tot slot :
Ten diepst wil een ieder van nature alles overslaan wat genade heet. Toch geloof ik dat als God de mens bearbeidt het niets anders wordt dan : Heere Uw wil geschiedde, wat voor weg het ook moet zijn. Maar wat werkt Hij dan wonderlijk, houdt rekening met karakter, kennis en omstandigheden. En dan is Hij een verassend God, dat een ieder het wel moet belijden dat het zo waar is wat de HEERE spreekt in Zijn Woord: Jes 42:
En Ik zal de blinden leiden door den weg, dien zij niet geweten hebben, Ik zal ze doen treden door de paden, die zij niet geweten hebben; Ik zal de duisternis voor hun aangezicht ten licht maken, en het kromme tot recht; deze dingen zal Ik hun doen, en Ik zal hen niet verlaten.
Dan zal er ook iets geleerd worden van liefde tot Zijn dienst, Zijn knechten en Zijn volk, van uit een houding die Paulus zo mooi beschrijft :
Gal 5 :22
Maar de vrucht des Geestes is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, matigheid.
23 Tegen de zodanigen is de wet niet.
En dan is het vaak in het leven dat we het moeten belijden : Heere verheerlijk Uw naam in mn leven , en laat mij deze vruchten des Geestes dragen , want in mezelf is alles te kort, alles te kort. Ken jij dat ook ?