jakobmarin schreef:@Luther, dank voor je openhartige opsomming van je gevoelens. En dan nog wel in poëtisch taalgebruik!
Ik ben maar een leek, maar wel een met ervaring op dit gebied, omdat ik er zelf ook mee worstelde, dus geef mijn eigen interpretatie en gevoel er bij.
Als je een compliment ontvangt van een collega/echtgenoot/kind/vader/moeder/etc, ontvang je die van een mens. Of, als je hond je aankijkt met die trouwe ogen bij het geven van een bot, van een dier
Als zodanig moeten we dat compliment ook in ontvangst nemen en dankjewel zeggen en er blij mee zijn.
Als we eerst de gecomplimenteerde daad/uitlating op ons eigen weegschaal gaan leggen (voorbeeld marnix in het duits) of op Gods weegschaal (in jouw gedicht) blijft er niets van over. Zéker niet als het om Gods weegschaal gaat. Onze beste werken zijn een wegwerpelijk kleed. Voor God! Maar niet voor je collega/echtgenoot/etc.
Ik opper maar wat:
- Misschien is het compliment nog te weinig voor je; je wilt er eigenlijk eentje waar ook God zijn goedkeuring over gegeven heeft. Dan wordt er teveel verwacht van zo'n compliment; want die wordt immers 'maar' door een mens gegeven.
- Misschien vind je het veel te veel voor jou; een compliment voor een zondig mens, die in alles te kort komt. Maar het compliment kómt van een zondig mens, en mag als zodanig gezien en ontvangen worden. Het is niet meer en niet minder.
Natuurlijk kom jij (en ik) tekort aan liefde, onbaatzuchtigheid en ben je trots en hoogmoedig en is je (en mijn) hart niet verbroken genoeg. God weet dat als geen ander. Daarom is dat een reden temeer om zo'n positief geluid over jou (en mij) te accepteren en er blij mee te zijn!
En al die tekortkomingen zúllen ook weggeworpen worden, als jij en ik ons laten vallen aan de voeten van Jezus
Die erg complimenteus is over Zijn bruid als we Hooglied lezen (en zij was nog wel zo zwart in haar eigen ogen) .....