Interessant artikel vanmorgen in Trouw. N.a.v. verschijnen boek van Vellenga
Geestige praktijken: Over de vitaliteit van religieuze heelwijzen in Nederland sinds 1850
Religieuze heelwijzen groeien tegen medische bewijslast in
door Lodewijk Dros
De medische wetenschap accepteert alleen empirisch bewijs, kerken ontvolken. Toch bloeien reiki, het aanroepen van heiligen of het gebed tot genezer Jezus als nooit tevoren. Het past bij het individualisme en heeft de toekomst. De vereniging tegen kwakzalverij gruwt ervan: religieuze geneeswijzen.
Evangelist Jan Zijlstra van de Leiderdorpse gemeente De Levensstroom adverteert zelfs met genezing, en met succes: hij laat een nieuwe kerk bouwen en trekt overal in het land volle zalen.
Genezend medium Jomanda, eerst in Tiel, later in 'Maria Vrede' te Valkenburg, lijkt wat op haar retour, maar er komen, schrijft Sipco Vellenga in zijn artikel 'Geestige praktijken', toch nog zo'n 10000 mensen per jaar op haar af. En rooms-katholieken weten (evenals anders- en nietgelovigen) bedevaartsplaatsen Heiloo en Dokkum te vinden.
Hoe is het mogelijk, want de kerk loopt leeg en de medische wetenschap schrijdt voort. Dat eerste klopt niet voor de pinksterbeweging, aldus Vellenga; die is juist gegroeid en nog wel ietsje bovengemiddeld opgeleid ook. Maar tegen ziekte kijken ze anders aan dan vroeger - geen afkeer meer van de gewone dokter, en als er op gebed géén genezing volgt, dan krijgt de zieke niet het verwijt van eigen schuld. Voor de zwarte hallelujakerken geldt trouwens dat 'healing ministry' (genezingsdienst) doodnormaal is.
New age is ook genezend, maar dan esoterisch. Nederland telt 200 reiki-masters (therapie door energie), en vele tienduizenden thuiswerkers. Het aantal praktijkjes, eenmans academies, scholen, opleidingen en therapieën is duizelingwekkend. En als de cliënt er niet beter van wordt, dan toch zeker de behandelaar; de belastingdienst zal vast wel eens belangstellend tijdschriften als Koörddanser en Onkruid doorbladeren.
Tot diep in de 19de eeuw werkte de overheid de bedevaartpraktijk tegen, noteert Vellenga. Protestantse kerken hadden een 'grote afkeer' van 'alles wat riekte naar magie'. Nu, anderhalve eeuw later, is de Verlichting ons hoogste goed en is de medische wetenschap evidence based, gestoeld op bewijs. Toch, concludeert Vellenga, is ,,de populariteit van religieuze geneeswijzen in de moderne tijd vermoedelijk eerder groter dan kleiner dan in de pre-moderne of vroeg-moderne tijd''.
Het helpt wel, al die hocus-pocus van allerlei aard, maar dan in de zin van 'heling'. Ziekte is wat de dokter wil behandelen, de patiënt ervaart zijn ziekte. Heling doet iets aan die ervaring, brengt een nieuwe omgang met ziekte, wat iets anders is dan dat je been er weer aan groeit - dat zou genezing zijn. Helen is 'bemoedigd worden, gesterkt'. Geen kleinigheid, het kan de ,,beslissende stoot geven tot herstel'', aldus Vellenga.
Tegenover de beweringen van onder anderen Zijlstra over genezing (zijn bijeenkomsten heten genezingsdiensten) zet Vellenga ontnuchterende cijfers. ,,Van de in totaal twee miljoen zieken die Lourdes tot 1984 hebben bezocht, hebben 6000 personen een wonderbaarlijke genezing geclaimd en daarvan zijn uiteindelijk 64 claims door de medische commissie, het Bureau des Constatations erkend.''
Genezing is de zeer zeldzaam toegekende hoofdprijs, velen nemen genoegen met de troostprijs, heling, stelt Vellenga vast.
Uit onderzoek van Trouw is gebleken dat het aanbod van geestelijke verzorging in verpleeghuizen ver onder de maat is, omdat de overheid haar eigen normen negeert. Vellenga wijst op de rol van zingeving bij ziekte, een ondergeschoven kindje in de reguliere gezondheidszorg. Ook stelt hij vast dat zowel de esoterische genezer als de gebedsgenezer ruimschoots de tijd neemt voor de patiënt - de onbetaalde rekening van de gewone medische zorg.
De opkomst van de charismatische genezing (pinksterbeweging), de heiligengenezing (rooms-katholieke kerk) en de energetische geneeswijze (esoterie) is een bewijs van individualisering. De kerk en de overheid hebben geen monopolie meer, ik beslis. Het zijn, meent Vellenga, 'vitale praktijken' die 'toekomst hebben', met heling als aanvulling op de 'gewone' genezing die de reguliere gezondsheidszorg biedt.
Met je gedachten ergens anders, ben je altijd overal.