Ds. Mallan waarschuwt voor hellend vlak
Hoewel het vrouwenstandpunt niet op de agenda stond, kwam dat zaterdag op de SGP-jaarvergadering toch nadrukkelijk om de hoek kijken. Partijleider Van der Vlies riep zijn achterban op tot een onbevangen discussie.
,,De vrouw in de partij, daar zijn we altijd op tegen geweest, toch?'' De retorisch bedoelde opmerking is van de hoogbejaarde ds. F. Mallan, voorman van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Sinds lange tijd is hij weer aanwezig op de partijdag om de bijna duizend mannen en een enkele vrouw, onder wie Riet Grabijn, in een slotwoord het een en ander op het hart te binden.
Mallan vertelt dat hij nog les gehad heeft van SGP-oprichter ds. Kersten. Die leerde hem dat het niet gaat om het regeren maar om het getuigen. De beginselen die de SGP bij de oprichting in 1918 heeft opgesteld moeten we maar ,,toegedaan blijven'', is zijn oproep. Met een verwijzing naar de geschiedenis van het volk Israël ten tijde van richter Gideon, is de les om de van God gegeven geboden niet los te laten.
Mallan past die boodschap vervolgens direct toe op zijn partijgenoten in - wat is gaan heten - de vrouwenkwestie. Hij gebruikt de hellend-vlakredenering om het kwaad te duiden. ,,Het begint met vrouwen in de gemeenteraad, dan in de Raad van State, dan in de Kamers en ten slotte in het kabinet. Zo raken we steeds verder af van het beginsel. Heb daar toch erg in'', klinkt het zacht maar krachtig.
Ds. F. Mallan
- jakobmarin
- Berichten: 3523
- Lid geworden op: 04 aug 2004, 13:42
Bron??Toeschouwer schreef:Ds. Mallan waarschuwt voor hellend vlak
Hoewel het vrouwenstandpunt niet op de agenda stond, kwam dat zaterdag op de SGP-jaarvergadering toch nadrukkelijk om de hoek kijken. Partijleider Van der Vlies riep zijn achterban op tot een onbevangen discussie.
,,De vrouw in de partij, daar zijn we altijd op tegen geweest, toch?'' De retorisch bedoelde opmerking is van de hoogbejaarde ds. F. Mallan, voorman van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Sinds lange tijd is hij weer aanwezig op de partijdag om de bijna duizend mannen en een enkele vrouw, onder wie Riet Grabijn, in een slotwoord het een en ander op het hart te binden.
Mallan vertelt dat hij nog les gehad heeft van SGP-oprichter ds. Kersten. Die leerde hem dat het niet gaat om het regeren maar om het getuigen. De beginselen die de SGP bij de oprichting in 1918 heeft opgesteld moeten we maar ,,toegedaan blijven'', is zijn oproep. Met een verwijzing naar de geschiedenis van het volk Israël ten tijde van richter Gideon, is de les om de van God gegeven geboden niet los te laten.
Mallan past die boodschap vervolgens direct toe op zijn partijgenoten in - wat is gaan heten - de vrouwenkwestie. Hij gebruikt de hellend-vlakredenering om het kwaad te duiden. ,,Het begint met vrouwen in de gemeenteraad, dan in de Raad van State, dan in de Kamers en ten slotte in het kabinet. Zo raken we steeds verder af van het beginsel. Heb daar toch erg in'', klinkt het zacht maar krachtig.
Nederlands Dagbladjakobmarin schreef: Bron??
- ndonselaar
- Berichten: 3105
- Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
- Contacteer:
- ndonselaar
- Berichten: 3105
- Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
- Contacteer:
Dit zei v.d. Vlies:
[...]We moeten ons niet laten drukken in de hoek van de misvatting dat de SGP staat of valt met wat is gaan heten: het vrouwenstandpunt. Het SGP-getuigenis in de politiek omspant het hele leven, beslaat alle beleidsterreinen. Het “alzo spreekt de Heere” is niet afhankelijk van de vraag of de SGP nu wel of geen vrouwen toelaat tot haar vergaderingen, met wel of geen rechten. Het opkomen voor “de rechten en inzettingen des Heeren”, het opkomen voor de eer van God in het publieke bestel, de theocratische gedachte als onmisbaar zout in de pap van de parlementaire democratie, kan noch mag ontbreken. Dat moet dus ook niet op het spel komen te staan. Wij hebben allen een zware verantwoordelijkheid in deze tere kwestie, die we door de tijdsomstandigheden waarin we verwikkeld zijn geraakt niet langer kunnen ontlopen. Verantwoordelijkheid hebben wij ook voor het pijnlijke feit dat onze inhoudelijke inbreng in het debat in raden, staten en parlement ál te gemakkelijk wordt afgedaan met een simpele verwijzing naar ons “vrouwenstandpunt”, waarom we toch niet serieus genomen behoeven te worden.
Uiteraard hoeven we niet in paniek te raken en ons onder druk te laten zetten. Wel zijn we gehouden om een eerlijke inhoudelijke afweging te maken. Het zit mij wel eens dwars dat vastgesteld moet worden dat een bepaald thema, door de loop der dingen, ook onder ons niet meer onbevangen besproken lijkt te kunnen worden. Dat zou toch anders behoren te zijn. Het vrouwenstandpunt is zo’n thema. Hoe zwaar beladen het ook is geworden, een open gesprek in gebondenheid aan de Heilige Schrift erover dient toch mogelijk te zijn en te blijven. Een welgemeend en tegelijk klemmend beroep op allen in de partij is op zijn plaats, om de overwegingen en voorstellen terzake die ons hoofdbestuur binnen afzienbare tijd hoopt aan te bieden, serieus en welwillend te willen overwegen. Opdat ons nageslacht ons D.V. niet zal kunnen verwijten dat we te weinig oog hebben gehad voor de kern van waar het ons bij het regeerambt nu precies om gaat. En waardoor de continuïteit van het onvervalste christelijke getuigenis in de politiek, ingebed in de traditie van Reformatie en Nadere Reformatie, langs de lijnen van de “aloude staatkundig gereformeerde beginselen” op het spel kwam te staan. Bezinning op de vraag waar de grenzen van het regeerambt getrokken moeten worden, is niet op voorhand hetzelfde als inleveren van principes of het verzaken van ons beginsel.
[...]
[...]We moeten ons niet laten drukken in de hoek van de misvatting dat de SGP staat of valt met wat is gaan heten: het vrouwenstandpunt. Het SGP-getuigenis in de politiek omspant het hele leven, beslaat alle beleidsterreinen. Het “alzo spreekt de Heere” is niet afhankelijk van de vraag of de SGP nu wel of geen vrouwen toelaat tot haar vergaderingen, met wel of geen rechten. Het opkomen voor “de rechten en inzettingen des Heeren”, het opkomen voor de eer van God in het publieke bestel, de theocratische gedachte als onmisbaar zout in de pap van de parlementaire democratie, kan noch mag ontbreken. Dat moet dus ook niet op het spel komen te staan. Wij hebben allen een zware verantwoordelijkheid in deze tere kwestie, die we door de tijdsomstandigheden waarin we verwikkeld zijn geraakt niet langer kunnen ontlopen. Verantwoordelijkheid hebben wij ook voor het pijnlijke feit dat onze inhoudelijke inbreng in het debat in raden, staten en parlement ál te gemakkelijk wordt afgedaan met een simpele verwijzing naar ons “vrouwenstandpunt”, waarom we toch niet serieus genomen behoeven te worden.
Uiteraard hoeven we niet in paniek te raken en ons onder druk te laten zetten. Wel zijn we gehouden om een eerlijke inhoudelijke afweging te maken. Het zit mij wel eens dwars dat vastgesteld moet worden dat een bepaald thema, door de loop der dingen, ook onder ons niet meer onbevangen besproken lijkt te kunnen worden. Dat zou toch anders behoren te zijn. Het vrouwenstandpunt is zo’n thema. Hoe zwaar beladen het ook is geworden, een open gesprek in gebondenheid aan de Heilige Schrift erover dient toch mogelijk te zijn en te blijven. Een welgemeend en tegelijk klemmend beroep op allen in de partij is op zijn plaats, om de overwegingen en voorstellen terzake die ons hoofdbestuur binnen afzienbare tijd hoopt aan te bieden, serieus en welwillend te willen overwegen. Opdat ons nageslacht ons D.V. niet zal kunnen verwijten dat we te weinig oog hebben gehad voor de kern van waar het ons bij het regeerambt nu precies om gaat. En waardoor de continuïteit van het onvervalste christelijke getuigenis in de politiek, ingebed in de traditie van Reformatie en Nadere Reformatie, langs de lijnen van de “aloude staatkundig gereformeerde beginselen” op het spel kwam te staan. Bezinning op de vraag waar de grenzen van het regeerambt getrokken moeten worden, is niet op voorhand hetzelfde als inleveren van principes of het verzaken van ons beginsel.
[...]
Wat zou Van de Vlies hiermee bedoelen???Een welgemeend en tegelijk klemmend beroep op allen in de partij is op zijn plaats, om de overwegingen en voorstellen terzake die ons hoofdbestuur binnen afzienbare tijd hoopt aan te bieden, serieus en welwillend te willen overwegen. Opdat ons nageslacht ons D.V. niet zal kunnen verwijten dat we te weinig oog hebben gehad voor de kern van waar het ons bij het regeerambt nu precies om gaat. En waardoor de continuïteit van het onvervalste christelijke getuigenis in de politiek, ingebed in de traditie van Reformatie en Nadere Reformatie, langs de lijnen van de “aloude staatkundig gereformeerde beginselen” op het spel kwam te staan. Bezinning op de vraag waar de grenzen van het regeerambt getrokken moeten worden, is niet op voorhand hetzelfde als inleveren van principes of het verzaken van ons beginsel.
Re: Ds. F. Mallan
Kent iemand ds. Mallen persoonlijk? Dan zou die hem vriendelijk kunnen verzoeken naar Veenendaal af te reizen. Met ds. Wink gaat het zienderogen achteruit. Ook uit zijn advertentie in het RD in verband met het overlijden van zijn vriend blijkt hoezeer hij verlangende is naar het hiernamaals. Wat zou het groot zijn als beide predikanten hier nog zouden verzoenen. Alhoewel ik er niet aan twijfel dat het in het hiernamaals goed zal zijn tussen die twee. Als iemand zijn telefoonnummer heeft, wil ik het ook wel proberen.
Re: Ds. F. Mallan
Antwoorden op deze vraag kunnen naar Jan ge-PB-t worden.
Het is niet zinvol om hier verder over te discussiëren. Daarom:
Het is niet zinvol om hier verder over te discussiëren. Daarom:
