Twijfelmoedige en kleingelovige verloste zielen

Gebruikersavatar
DWW
Berichten: 645
Lid geworden op: 11 jun 2009, 19:57
Locatie: Katwijk
Contacteer:

Twijfelmoedige en kleingelovige verloste zielen

Bericht door DWW »

Geachte forummers,


Smytegelt maakte middels het forum in meerdere discussies, maar ook middels de PB, meerdere malen het verwijt aan mijn adres, dat ik middels mijn schrijven, de kinderkens in Christus met het badwater wegsmijt. Aan de hand van dit schrijven, hoop ik mijn visie aangaande de zwakgerechtvaardigden, de twijfelmoedigen in Christus, de kleingelovigen in Christus, een weinig te hebben verhelderd, en waar ik sommige verloste twijfelmoedige zielen heb pijn gedaan, vergeef me het dan. Hiermee herroep ik beslist niet wat ik op dit forum heb geschreven, maar het is dus meer een verhelderende verklaring van mijn schrijven op dit forum.


Aan Smytegelt :


U schreef in uw eerdere mail zo het volgende : “Ik begrijp uw zaak van angst aangaande geloof zonder ware zelfveroordeling en het erkennen van doemwaardigheid, maar nogmaals: U gooit met het badwater het kind weg. U drijft op uw bevinding van de vrijspraak en legt dit op aan de ander en ontkent het bestaan van twijfelmoedige zielen die ook bestaan onder de meest rechtzinnige prediking. Gods Geest wil mensen nogal eens klein houden om ze te bewaren voor geestelijke hoogmoed. De Heere kastijdt wie hij liefheeft. Dat zijn ware gelovigen! En niemand zegge dat hij van God verzocht worde! De Heere beproeft zijn Volk.”

Wanneer u mijn onderstaande artikelen eens met een weinig aandacht had gelezen, dan had u wellicht voorzichtiger geweest, met uw uitspraak. Anderzijds heeft u deze uitspraak gedaan alvorens u mijn website eens wat beter door heeft genomen. Dus ik neem het u maar niet kwalijk. Lees onderstaande links :

http://www.dewoesteweg.nl/artikelen-med ... aardigden/

http://www.dewoesteweg.nl/artikelen-med ... dgeborene/

http://www.dewoesteweg.nl/diversen/gods-volk-in-donker/


Want, in welk een tijd leven we nu eigenlijk? Ook wat betreft het allerheiligste in onze behoudende kerken, namelijk de bediening van het H.A. Hierover mag ik met vrijmoedigheid de uitspraak doen, wat ik ds. T. Cabaret eens heb horen zeggen, namelijk : ‘dat de honden gaan aan, en de kinderen blijven wenend zitten.’
Dit is werkelijk in wezen zeer kernachtig uitgedrukt over de tijd waarin we nu leven.
Maar, nu de vraag aan ons beiden, hoe komt dat nu….? Troost, troost, Mijn volk, zegt den Heere bij monde van Jesaja. Er zijn (bijna) geen vertroosters meer! Ja, ik zal het u zeggen, dat het ook hierin geldt, dat de honden vertroost worden aan de hand van zeer gemoedelijke preekjes, preken waarin geen afsnijding te beluisteren is, en de kinderen zitten wenend in het donker te sterven van de honger, vanwege dat ze meestentijds stenen voor broden krijgen. Ze krijgen de wet waaraan ze gestorven zijn, als Evangelie voorgeschoteld, en velen worden daardoor weer in de dienstbaarheden terug gebracht. Zij die in de vrijheid zijn gezet, worden met zulke preken weer in de gevangenhuizen gebracht, van dit doen en dat laten. Verschrikkelijk! Waar zijn nu nog heden de mannen die dat verdrukte en twijfelmoedige volk nog mogen opbeuren en vertroosten. Weet u wat den Heere hierover heeft gezegd :
“Maar nu is het een beroofd en geplunderd volk; zij zijn allen verstrikt in de holen, en verstoken in de gevangenhuizen; zij zijn tot een roof geworden, en er is niemand, die ze redt; tot een plundering, en niemand zegt: Geeft ze weder. Wie onder ulieden neemt zulks ter oren? Wie merkt op en hoort, wat hierna zijn zal? Wie heeft Jakob tot een plundering overgegeven, en Israel den rovers? Is het niet de HEERE, Hij, tegen Wien wij gezondigd hebben? Want zij wilden niet wandelen in Zijn wegen, en zij hoorden niet naar Zijn wet, Jes. 42:22-24.”

Dit is nu werkelijk precies de tijd waarin we nu leven. Ik wens het kind niet weg te smijten met het badwater, maar wat ik wel zeer begeer is om een separerend geluid voort te mogen brengen zoals de Heere mij dat heeft geleerd, maar ook heeft laten zien vanuit Zijn Woord. Ik heb u al eerder gezegd, ook in de discussie die ik met ‘Memento’ heb gevoerd, en waarin ook jij hebt deelgenomen, zie volgende link :
http://www.refoforum.nl/forum/viewtopic ... &sk=t&sd=a
dat velen op dit forum van geen afsnijding willen horen, en het begon er in eerste instantie op te lijken, dat u er ook een afkeer van kreeg. Maar, ik ben nu toch verblijd om te lezen dat u de benodigde Zaak zelf ook in een afsnijdende heeft geleerd en verkregen, dat is Christus Jezus en Dien gekruist. Wanneer wordt hier op aarde meestentijds een kind geboren? Wanneer een moeder aan het einde van al haar krachten is gekomen, en het voor haar eigenlijk niet meer kan. Werkelijk voor haar een sterfweg, dán pas wordt dat kindje geboren. En dan pas is het feest, en een ontzaggelijke blijdschap. Vanwege die weeën, en al die ellende en pijn? Nee, maar het gaat er ook niet buitenom. Die moeder moet daar doorheen. Alzo wordt dat Kindeke Jezus in de harten van God lieve volk, gebaart en geboren wordt in een weg van nood en dood. Maar wanneer dan dat Kindeke eenmaal op de borst van de barende ziel wordt gelegd, zijn alle helse angsten en onhoudbare noden, meteen van haar weggevloden.
Een vrouw, wanneer zij baart, heeft droefheid, dewijl haar ure gekomen is; maar wanneer zij het kindeken gebaard heeft, zo gedenkt zij de benauwdheid niet meer, om de blijdschap, dat een mens ter wereld geboren is, Joh. 16:21.

Hoevelen in onze tijd wensen niet liever te spreken over de weeën, en hun angsten, dan over het geboren Kindeke in hun arme verloren zielen. Hoe komt dat? Wellicht omdat dat Kindeke nimmer in hun zielen geboren is geworden, en wat er dan anders over dan te spreken over allerlei liefelijke gemoedelijkheden, wat het Kindeke Jezus Zelf niet is. Maar bij hoevele kinderkens in Christus is Hij wel degelijk in hun arme verloren ziel geboren geboren, hoewel zij het voor de verlossende zaak niet durven te houden. Kijk, dit zijn nu de tijfelmoedigen, die verklaard behoren te worden. Maar waar zijn tegenwoordig de mannen die ze kunnen verklaren. Want, dit is namelijk de zaak waar u op doelt te wijzen. Daarnaast nog dit, hoe zouden we ze kúnnen verklaren, indien we niet eerst zelf een kind in Christus zijn geweest. Hoe schoon kunnen we dit lezen, vanuit het leven van John Warburton, hetgeen hij zelf heeft geschreven. Het mooie uit zijn leven, maar ook zijn wangestaltes, die een ander nimmer van hem had durven noemen. Dit maakte dat boekje daarom zo mooi. Ook deze man was een pasgeboren kind in de genade Gods in Christus, toen hij destijds dat kerkje uitkwam. Het enige wat hij kon verklaren was, van hoe hij van de vloek der wet was verlost, en hoe Christus in zijn arme verloren ziel geboren was geworden. Op zich, natuurlijk genoeg tot zaligheid, maar toen kwamen de verdachtmakers en de twijfelmakers. Tenslotte, werd hij ook nog voor een Antinomiaan uitgemaakt. Waarop hij bevreesd weer op z’n knieën viel voor den Heere, Hem vragende of het dan niet waar was geweest. Zijn Zaligmaker heeft het telkens zeer liefelijk willen bevestigen. Later toen hij mocht opwassen tot een jongeling of vader in Christus, en hij meerdere malen licht over gekregen licht kreeg, werd hij verwaardigd om het wat meer op een theologische wijze te kunnen verklaren. Kijk dat bedoel ik nu te zeggen. Licht over licht, dat er ontbreekt er bij velen nog weleens aan. En hoe komt dat? Waar zijn nu de uitleggers, waar zijn de vertroosters in onze dagen gebleven, die deze zaken kunnen verklaren. Het zijn er helaas nog maar weinigen. Gelukkig is God aan geen plaats, tijd of persoon gebonden, want Hij kan werkelijk alles gebruiken om een ziel licht over licht te schenken.

Ik ken een man met een gelouterde ziel, nu opgewassen tot een vader in Christus. Een man met verzegelde genade. Dat zijn er werkelijk niet velen, hoor! Soms komt hij weleens langs, en toen ik hem pas leerde kennen, en hij me zijn wegje vertelde, vertelde ik hem over Warburton, dat hij telkens licht over licht moest krijgen, om voor zichzelf te weten en te mogen verstaan, wie hij nu voor God was. Velen durven het er, vanwege de grootsheid van dat Wonder van vrije genade, niet voor te houden terwijl het hen wel degelijk te beurt is gevallen, en wanneer ze er dan licht over mogen krijgen, bestraffen en verfoeien ze zichzelf voor God, dat ze het voor zo lange niet hebben durven te geloven. Wat worden daar dan een bittere en smartelijke tranen over geweend, maar tegelijk ook weer die blijdschap en vrede in de ziel die alle verstand te boven gaat, dit is nu de tweede keer ‘leef’ wat er in Ezechiël 16 geschreven staat : Als Ik bij u voorbijging, zo zag Ik u, vertreden zijnde in uw bloed, en Ik zeide tot u in uw bloed: Leef; ja, Ik zeide tot u in uw bloed: Leef!
Dat is dus (nog) niet de verzegeling, waar vers 8 en verder over spreekt, maar de bevestiging op de levendmakende daad Gods, op het geloof in Hem, gewrocht in en door het volbrachte werk van Christus Jezus, toegepast door de Heilige Geest.
Toen ik deze man dus hoorde vertellen over hoe en in welke weg hij verlost werd, en ik hem dus over de vertwijfelingen van Warburton vertelde, vroeg ik hem of hij theologisch kon verklaren wat hij daar nu zielsbevindelijk had doorleefd. Hij antwoordde me zeer eerlijk dat hij dit NIET kon, en toch was zijn ziel verlost. Ook hij wist, met Warburton, slechts te zeggen hoedanig zijn ziel verlost was geworden van de vloek en doem der Wet, hoe hij geestelijk voor God verloren ging, en hoe liefelijk Christus Zich had geopenbaard aan zijn verloren en vervloekte ziel voor God. Maar vanwege het grote wonder, durfde ook hij het voor de Zaak zelf niet te houden. Ook hij moest er vernieuwd hemels licht over krijgen. En vertel me nu eens, hoevelen zitten op dit punt nu vaak niet de schijn hoog te houden, uit angst dat anderen hun bekering niet over zullen nemen. Vervloekt is daarom zulk een houding, maar het gebeurt helaas nog veels te veel, vanwege de vreze der farizeïsche Joden! Maar zeer weinigen durven hier voor uit te komen. Maar als je ze verteld, dat het bij sommige oudvaders ook zo is vergaan, durven zij ook op dit punt ineens ook voor de dag te komen. Allemaal ten spijt van twijfelmoedige verloste zielen, die meestentijds door zulk een hooghartige houding vertrapt worden. Sommigen van hen redeneren vanuit de zgn. standen leer van bijv. : "Kerstfeest is nog geen Golgotha!" Juist zulke twijfelmoedige zielen moeten juist verklaard worden, door hén die daar ook in hebben getwijfeld…!! Dat zijn namelijk de zielen die zulke twijfelaars het beste op kunnen luisteren. Ja maar, zal iemand mij zeggen, zonder zekerheid is er geen geloof. Dan antwoord ik u : weet u wat voor die arme twijfelaars de zekerheid was? Namelijk dat ze verlost waren van de vloek der Wet, hoedanig ze voor God verloren gingen, en hoe nadat verlies Christus hen opving in Zijn liefdesarmen, DAT is hun zekerheid…!! Want, wanneer ze dat zouden ontkennen, dan zouden de stenen eerder gaan spreken. Later krijgen ze dan de bevestiging op deze doorleefde zaken, en dan mogen zij het en durven zij het met Thomas uit te wenen voor den Heere, zeggende : “mijn Heere, en mijn God.”
Door die zielsverlossende daad zijn ze ingelijfd in Hem, en hoevelen denken dan nog, dat de toeëgenende daad dan daarop nog moet volgen. 'Het moet nog toegepast worden', zeggen dan velen. Nee, want ze zijn al toegeëigend door die verlossende daad. Daar behoeft de ziel NIETS voor te doen. Velen houden de bevestiging op dat geloof, daarom voor de toeëigende daad, en gaan dan alles zeer standelijk uitleggen, door met name de HC zondag 7 en zondag 23 van elkander te scheiden. Nee, bij zondag 7 wordt de in Hem ingelijfd, verlost zijnde van de vloek en de heerschappij van zijn eerste man, want die is hij door een weg van Recht afgestorven, en in zondag 23 is de ziel opgewassen in de kennis van het Wezen Gods door en in en van datzelfde geschonken geloof van HC zondag 7. Sommige oudvaders spraken in dit verband daarom soms ook weleens van een zekerheid des geloofs, en een zekerheid des gevoels. Lees ook toelichting van ds. Koster onderaan.

Ik meen dat dit hetgeen is, wat u bedoelde te zeggen, bij monde van de Erskines, ik citeer uw schrijven : “Mate van toeëigening is alles of niets. Dit in tegenstelling tot wat de reformatoren leerden. In het werkje van Erskines over de zekerheid des geloofs wordt gesproken over kleinen in het geloof die moeilijk kunnen en durven toeëigenen. De bevinding derzulken is in beleving anders dan degenen die uit Gods soevereine handen een sterk geloof ontvangen.”

Maar hoevelen van dat verloste volk zijn weer terug gebracht tot de dienstbaarheden der Wet, vanwege de vele heersende dwalingen. Ik heb meerdere zielen ontmoet, ook in het dorp waar ik woonachtig ben, die mij hun weg hebben verteld, zonder dat ze zelf durven te erkennen afgesneden te zijn geworden in Adam, en in Christus zijn ingelijfd door het geloof. Ik vroeg hen ook, naar wat toen de vrucht was, en dat was bij hen allen de aanbidding tot God in Christus. Werkelijk mensen, waarvan ik mag geloven, dat ze verlost zijn geworden. Ik heb geprobeerd om ze met alle gebrek te verklaren, maar ze blijven de gesproken woorden Gods in Christus maar voor verdacht houden, Gal. 5:4. Kijk, en dit is nu het bedroeven van de Geest van Christus, waardoor Hij Zijn liefelijk Aangezicht van hen gaat verbergen, na meerdere malen gesproken te hebben. Christus is u ijdel geworden, die door de wet gerechtvaardigd wilt worden; gij zijt van de genade vervallen, Gal. 5:4. Is er dan afval der heiligen…? Nee, natuurlijk niet. Maar hier wordt de gevoelige genade bedoeld, waardoor de ziel een stempel op zijn verzekerdheid in Christus mag krijgen. Paulus spreekt hier tot de verloste Galatiërs, die, door de leer der Judaisten, weer terug zijn gekeerd tot de dienstbaarheden der Wet. En waar de Wet weer in de ziel weer een gevoelige heerschappij gaat krijgen, gaat de kracht van het Evangelie wijken, en zit de ziel wenend zonder troost in het donker. Allemaal door eigen schuld, want ze zijn afgeweken van het Woord dat Hij tot hen van vrede, tot verlossing, tot vrijmaking heeft gesproken. Maar ook de schuld van die Judaisten van tegenwoordig, die uiteindelijk dezelfde inhoud van leer brengen als destijds in de tijd van de Galatiërs.

Ds. Koster van Montfoort heeft hier ook wel in zijn boekje over geschreven, dat hij zulke zielen in zijn kerkenraad had zitten. Hij heeft hier het volgende tot nader onderwijs over geschreven. Let wel, ds. Koster spreekt hier over verloste zielen, die het hun doorleefde zaak niet voor de benodigde Zaak durven te houden....!!!! Ik citeer hier nu de volledige en zeer leerzame brief van ds. Koster van Montfoort, geschreven aan zijn kleingelovige en twijfelmoedige vriend Jonker te Den Haag :


Monfoort, 24-09-1929


Geachte vriend Jonker,


Ik dacht dat het met mijn laatste briefkaartje verder te laten rusten en te wachten tot aanstaande zaterdag. Nu u echter in uw laatste brief nog een woordje zwart op wit vraagt, wil ik trachten aan dat verzoek te voldoen.

Uw ontmoetingen verwonderen mij niet, want zolang ik in de bediening ben, zijn het ook de mijne geweest. De mensen, van wie u spreekt, vindt u niet meer in hervorm kerkelijke kringen, meestal in onkerkelijke kringen of onder vrij-gereformeerden, of onder de vrienden van ds. Paauwe. Over het algemeen wenden dezulken zich in wantrouwen van mij af, behalve enkelen, die met de verloren zoon met hun kinderdeel en kinderrecht, als onwaardigen tot en onder God zijn wedergekeerd, om in alle weldaden uit eeuwige vrije genade bedeeld en bediend te worden. Waar komt hun afwijzend gedrag uit voort?

1. Uit hoogmoed, omdat zij rusten op hetgeen ze ontvangen hebben en daarnaar ieder beoordelen en veroordelen.
2. Uit onkunde en gebrek aan licht.
3. Uit hun wijze, zich standelijk uit te drukken en niet gelovig of Schriftmatig

Overal strand ik bij die mensen, overal stoot men zich. En terwijl men met alle goede schrijvers, volkomen verenigd ligt, overeenkomstig hun taal en onderwijzing, vindt men bij het zogenaamde oude volk tegenkanting.

Maar om eens een weinig nader ter zake te komen, dat punt: alles ineens, of na elkaar. Het kan zijn dat hier veel misverstand is. Laten we eens uitgaan van hetgeen ds. Paauwe predikte: ‘Het is niet zo, dat men het ene zou hebben, en het andere niet, enz…’
Let nu eens op dat duidelijke spiegelbeeld van de leiding Gods met de discipelen in Joh. 15. Zij, in Christus door het geloof ingeplant, hadden alles in die vereniging. Vers 3: “Gijlieden zijt nu rein om het Woord, dat ik tot u gesproken heb.’ Rein, dat is gerechtvaardigd, gewassen en geheiligd. Vergelijk dit met Johannes 13 vers 10 : ‘Die gewassen is, heeft niet van node dan de voeten te wassen, maar is geheel rein. En gijlieden zijt rein, doch niet allen.’ Dus Judas niet, maar de anderen wel geheel rein.

Wat schrijft Christus Zijn discipelen al niet toe, Joh. 14 vers 1 : ‘Gijlieden gelooft in God’; vers 4 : ‘En den weg weet gij’; vers 7 : ‘En van nu kent gij Hem (de Vader) en hebt Hem gezien’, enzovoort. Hoofdstuk 17 vers 6 : ‘En zij hebben uw Woord bewaard’; vers 7 : ‘Nu hebben zij bekend, dat alles wat Gij Mij gegeven hebt, van U is’; vers 8 : ‘En zij hebben ze ontvangen, en zij hebben waarlijk bekend, dat Ik van U uitgegaan ben, en hebben geloofd, dat Gij Mij gezonden hebt’, enzovoort.

En hoe hadden ze dat alles ontvangen? In het ontvangen van Christus in Zijn Woord(niet naar het zichtbare in het vlees, in hun woningen, maar naar de Geest door het Evangelie in hun harten) en door geloofsvereniging met Hem door Zijn Woord. Alles ontvangen in Christus, Johannes 16 vers 14 : ‘Die zal Mij verheerlijken; want Hij zal het uit het Mijne nemen, en zal het u verkondigen.’ Vers 15 : ‘Al wat de Vader heeft, is Mijne; daarom heb ik gezegd, dat Hij het uit het Mijne nemen zal en u verkondigen.’ Johannes 17 vers 8 : ‘Want de woorden, die Gij Mij gegeven hebt, heb ik hun gegeven’, enzovoort. Mattheus 10 vers 40 : ‘Die u ontvangt, ontvangt Mij; en die Mij ontvangt, ontvangt Hem, Die Mij gezonden heeft.’

Alles in Christus en Christus in het Evangelie. Christus en al Zijn weldaden. Dat is ook de leer van onze vaderen. Om een enkel voorbeeld te noemen, mede uit hetgeen u aanhaalt uit het formulier van de Heilige Doop. Al de zaken tevoren genoemd, namelijk: ‘Zo verzegelt ons God de Vader’, ‘zo verzegelt ons de Zoon’, tezamen gevat in hetgeen de Heilige Geest verzekert(let op het onderscheid: verzegelt en verzekert), namelijk: ‘Ons toe-eigenende hetgeen wij in Christus hebben.’ En nu heeft de Kerk alles in Christus. Zo ook vraag en antwoord 20 van de H. Catechismus: ‘Maar alleen degenen, die Hem door een waar geloof worden ingelijfd en al Zijn weldaden aannemen.’

En nu is dit van alles de wortel, het wezen van de zaak: geloofsvereniging met de Heere Jezus, de inplanting in Christus. Wie Hem heeft, heeft alles wat hij tot zaligheid behoeft, wie in Hem is, is alles wat hij wezen moet. En waar Hij komt in de inwendige roeping van het Evangelie, daar schenkt Hij Zichzelf en verenigt de ziel met Hem naar het wezen des geloofs. Maar… en dit is een groot ‘maar’; alles door het geloof in Christus hebben én zijn, is wat anders als zich bewust alles bewust te zijn. Bewust zijn te hebben van alles in Christus en bewustzijn van zijn geloof. Calvijn spreekt aangaande deze dingen van een ingewikkeld geloof. Neem desnoods een voorbeeld. Wie een pakket met rijke inhoud ontvangt, heeft alles ingepakt en als hij het uitpakt, wordt hij niets rijker, maar wel meer verwonderd, verblijd en gelukkig. De discipelen hadden in Christus alles, waren alles (zie het vorige) en toch, hoe weinig bewustzijn hadden zij van de ontvangen genade. Johannes 14 vers 5 : ‘Heere, wij weten niet waar Gij heen gaat’; vers 8 : Heere, toon ons den Vader’, enzovoort.

De Kerk weet zo weinig wat haar geschonken is, dat ze door ongeloof, wettische bestrijding, wettische geest, wetsovertuiging, duizendmaal het tegenovergestelde meent te bezitten van wat ze bezit, en te zijn van wat ze is. En daartoe is nu nodig de toe-eigenende, bewustmakende, levende, indachtmakende genade des Heiligen Geestes. 1 Korinthe 2 vers 12 : ‘Doch wij hebben niet ontvangen de geest der wereld, maar den Geest, die uit God is, opdat wij zouden weten de dingen die ons van God geschonken zijn.’ Of Johannes 14 vers 26 : ‘Die zal u alles leren, en zal u indachtig maken alles wat Ik u gezegd heb.’ Joh. 16 vers 14 : ‘Die zal Mij verheerlijken; want Hij zal het uit het Mijne nemen, en zal het u verkondigen.’
En nu is die Heilige Geest als God, dat vrij werkende, die aan een iegelijk vrij deelt, naar hetgeen Hij wil. Hij kan de een in vijf minuten meer vertonen en leren, dan een ander in vijftig jaar. Plaatsmakend door het ontdekkend, leeg-, behoeftigmakend werk door de wet als een wet der werken of straks als een regel der dankbaarheid, gaat Hij wegbereidend Zijn vrije gang, om Christus en Zijn weldaden aan de Zijnen te openbaren.
Hier is de ziel als de kleingelovige discipelen. ‘Gij kleingelovigen’ (Matth. 6:30). De kinderen, naar 1 Joh. 2, wien de zonden vergeven zijn om Christus’ wil; de jongelingen, enzovoort. Het geloof kan zo zwak zijn, en er kan zo weinig sterk- en vruchtbaarmakende kennis zijn van wat er in Christus voor de Kerk is.

Vandaar al die vermaningen om op te wassen, toe te nemen, vast te maken, te versterken, bevestigd, gefundeerd te worden. Alle rank die vrucht draagt, die reinigt Hij, opdat zijn meer vrucht drage. En nu hebt u hier een gebrek aan kennis. De zielen gaan niet uit van de wortel der zaak, namelijk de levende geloofsvereniging met den Heere Jezus op Zijn eigen aanbod en voorwaarde in het Evangelie, maar ze laten een ziel onder de wet totdat ze tot het welwezen des geloofs gekomen is. En zo maken ze van het welwezen van de zaak, het wezen, en stichten veel verwarring!!

Denk aan de verschillen over Zondag 7: ‘Wat is een waar geloof?’ en het daaropvolgende antwoord. De meesten zeggen: ‘Dat is het geloof in zijn welwezen’. Th. Van der Groe zegt bijvoorbeeld: ‘Dat is het geloof in zijn wezen.’ En dat laatste moeten we vasthouden. Een gevolg van het gebrek aan onderscheiding tussen dit wezen en welwezen, is een verwarring tussen rechtvaardigmaking en heiligmaking en een derde verwarring is het dooreenhalen van stand en geloof. Kon ik in enkele woorden mijn bedoeling recht verduidelijken…

Laten we het voorbeeld eens nemen dat u vroeger aanhaalde: de vrouw, die zei dat zij na zoveel jaren gezet was in het hart des Vaders. Zulke en meer dergelijke uitdrukkingen geven blijk van veel verwarring. Wat is de zin van wat die zielen daarin geleerd hebben? Het is de bevestiging en de versterking van het geloof en haar vrijmaking van bestrijding en ongeloof, wettisch veroordeel, wettische geest, bestrijding des satans, onkunde en blindheid. De gerechtvaardigde, geheiligde ziel in haar kleingeloof, verward vanwege de kracht der verdorvenheid en strikken als bovengenoemd, vindt straks in de onderwijzing des Heiligen Geestes haar weg geheel verklaard, in de kennis van de drie-enige God in Christus, in Wie ze zich tot heiligmaking geheel kwijtraakt. Kennis vervangt onkunde, evangelische geest treedt in voor wettische geest. Bestrijding wijkt, vrijheid in alles komt in de plaats, de ziel krijgt in de vrijmakende, verlichtende onderwijzing bevestigd, te geloven dat God haar eigendom in Christus is, en zij het eigendom Gods. Heiligmaking verklaart rechtvaardigmaking, alle veroordelingen in de bestrijding worden weggenomen. De Heere doet Zijn licht stralen, alle nevelen wijken, alle schaduwen vlieden op die volle middag. Gods eeuwige Vaderliefde is haar gewis, geheel opgenomen in de verheerlijkte Middelaarsbediening, de Heilige Geest elk ogenblik in haar hart bevochtigend. Het kleingeloof gesterkt, in ruimer wegen gebracht, meerder genade ondervindend, verruimd, bevrijd. Enigszins ten volle begrijpend de liefde van Christus, ondervindt zij daar een dusdanige zoetheid en gemakkelijkheid, toenadering, vrijmoedigheid, nabijheid, vertrouwen, toegang, welkom, openbaring van liefde, goedheid, trouw in de stand des levens, dat zij, onvast in het verstand van geestelijke zaken, dergelijke zaken verkeerd benoemt: ‘In het harte Gods gezet’, enzovoort.

Zij wordt niet in het harte Gods gezet, of iets dergelijks. Zij is in Christus, en in Christus door geloof verenigd met een drie-enig God. Zij ontvangt daar wel een nieuwe weldaad, maar weet niet, welke weldaad dat is. Het is de weldaad van de nadere onderwijzing en bevestiging des geloofs, maar zij houdt het voor de wegneming van haar schuld. Dit wordt ook wel verkeerd uitgedrukt door: ‘de schulduitdelgende liefde tegen de schuldbedekkende liefde.’ Diegenen onder Gods volk die alzo spreken, rekenen al die zaken tot de rechtvaardigmaking en stellen een ziel net zolang onder de wet tot de geheel verruimende geloofsgang in het volle welwezen des geloofs gekomen is, omdat zij het welwezen met het wezen verwarren. Toen de Heere mij uit genade in die ruimte bracht en na lange tijden van duisternis, vernedering en verslagenheid, vanwege de inwonende smet en kracht der zonde, tot Hem dreef met smeking en geween; met het gehele hart, met innige oprechtheid, volkomenheid, toegaande in volle verzekerdheid met een waarachtig hart, behaagde het den Heere Zichzelf bij vernieuwing aan mijn ziel te openbaren, niet dat Hij de mijne, maar dat ik de Zijne was. Drie waarheden kwamen achtereenvolgens met zulk een kracht tot mijn ziel: Efeze 1 vers 11 : ‘In Hem, in Welken wij ook een erfdeel geworden zijn’; Jesaja 49 vers 16, in verband met de verzen 14 en 15, mijn voorafgaande bestrijding: ‘Zie, ik heb u in de beide handpalmen gegraveerd; uw muren zijn steeds voor Mij’; Jesaja 27 vers 3 : ‘Ik, de Heere, behoed dien, alle ogenblik zal Ik hem bevochtigen; opdat de vijand hem niet bezoeke, zal Ik hem bewaren, nacht en dag.’

Hierin zag mijn ziel in de achtereenvolgende teksten, de Zoon, de Vader en de Heilige Geest mij Zichzelf tot Hun eigendom, bij vernieuwende verklarende, dat alle vrezen werden weggenomen. Zich eeuwiglijk en elk ogenblik borgstellende voor de ganse uitwerking der zaligheid, zo in God opgenomen, in God drie-enig geborgen, verslonden, opgenomen, omringd, verzorgd(niet in de Vaderlijke voorzienigheid, maar inzake de overblijvende smet der zonde), dat ik niet zeggen kan wat mijn ziel ondervond.
Het was of zij met Christus werd opgetrokken en boven alle bereik van aardse machten en van geheel het schepsel gezet in de hemel. Reinheid, heiligheid, hemelse omringing, aanbidding, verwondering vervulde het hart. De liefde vervulde het hart, want de volmaakte liefde drijft de vrees buiten. Wat een verruiming, ademhalen, leven, licht, zuiverheid, verzekering en verzegeling. In dit Licht werd gans de vroegere weg gezien en verklaard. Kortom, naar het standelijk leven wordt daar in die versterking, verlichting, verruiming enz, zoveel gesmaakt, dat de ziel de stand voor de staat aanziet, en spreekt van: ‘gezet te worden in het harte Gods’.

Ik ben niet gewoon mij in standen mijns levens uit te drukken. 2 Korinthe 12 doet me zwijgen, opdat ik mij niet zou verheffen, en het licht der waarheid doet me spreken naar Gods Woord en de taal der oude schrijvers naar de Schriften. Echter, deze bevestiging vond plaats veertien jaar na mijn zekere, bewuste vereniging met de Heere Jezus, en ik zou van een vroegere vereniging kunnen spreken, even zeker, maar voortdurend met wolken bedekt, nog van vier jaar terug. Hoe dat zij, dit leerde ik: welk verschil er is tussen kleingeloof en bevestigd geloof en dat verrukkelijke en verrukkende standsverschillen de staat niet uit maken.

En nu uw geval. De Heere heeft u in uw verzekerde vereniging met Christus verscheidene weldaden tegelijk doen zien, ontwikkeld, uitgepakt en tentoongespreid. En het is nergens voor nodig u dat te bestrijden, integendeel, als er plaats voor is, gelijk er bij u in lange jaren voorbereiding plaats voor gemaakt was, was er een weltoebereide aarde, genoeg voor veel zaad. Iets anders is: de nadere en bijzondere toepassingen, de uitbreidingen en nadere gebruikmakingen en ontwikkelingen. Dat zal, naar dat vrije genade het oordeelt, vanzelf wel komen. Kunnen ook de bruiloftskinderen treuren, wanneer de Bruidegom bij hen is? De oudere broeders hadden het jongere broertje, de meesterdromer, al gauw in de put, in banden en naar Egypte verkocht en buiten de zaak gesloten. En zij persoon kwam in de ijzers en tot de tijd toe dat Gods Woord kwam, heeft hem de rede des Heeren doorlouterd.

Broertje, laten ze u en mij erbij maar in de put stoppen, onze oudere broeders. Wij zijn dromendromers. De tijd kon weleens komen dat de Heere u verhoogt en hen aan uw voeten brengt. Doch ik houd maar eens op. We hopen tot een spoedig ziens. En na onze hartelijke groeten aan u en met elkaar,


Uw dienstwillige vriend,


J.H. Koster
Laatst gewijzigd door DWW op 18 jun 2009, 23:17, 3 keer totaal gewijzigd.
Want, de Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en zaligen, dat verloren was.
http://www.dewoesteweg.nl
Gebruikersavatar
DWW
Berichten: 645
Lid geworden op: 11 jun 2009, 19:57
Locatie: Katwijk
Contacteer:

Re: Twijfelmoedige en kleingelovige verloste zielen

Bericht door DWW »

Vriendelijk dank, voor de herplaatsing van dit door mij geplaatste zelfgeschreven stuk. Ik stel me bereid om evt. vragen die dit stuk bij u kan op roepen, te beantwoorden.

DWW
Want, de Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en zaligen, dat verloren was.
http://www.dewoesteweg.nl
Gebruikersavatar
Tiberius
Administrator
Berichten: 33198
Lid geworden op: 12 jan 2006, 09:49
Locatie: Breda

Re: Twijfelmoedige en kleingelovige verloste zielen

Bericht door Tiberius »

Graag gedaan.
Vanmiddag had ik geen tijd (meer) om nog een toelichting te typen. Maar ik heb alle op de persoon gerichte postings en reacties daarop maar even weggehaald. Wel zo netjes, dacht ik zo.
Gebruikersavatar
Avi
Berichten: 509
Lid geworden op: 08 mar 2008, 21:07

Re: Twijfelmoedige en kleingelovige verloste zielen

Bericht door Avi »

Weet je DWW, misschien kun je beter met je eigen woorden zeggen wat je bedoelt. Ik neem aan dat je geen verlengstuk bent van oudvaders en anderen.
Je mag gewoon zeggen wat je denkt. Ik kan aan de hand van al die tekst en terugverwijzingen naar je site, niet jouw persoonlijke woorden/gevoelens/gedachten terugvinden wat je nou wil zeggen over de kleingelovigen enzo.

Oudvaders prima maar laat ze niet voor jou praten als je iets uit wil leggen over jouw visie over de zwakgerechtvaardigden en twijfelmoedigen in Christus. :nonnon
Het waren niet de spijkers die Jezus aan het kruis vastgenageld hielden, maar Zijn liefde voor ons.
Kislev
Berichten: 2528
Lid geworden op: 08 apr 2002, 16:20

Re: Twijfelmoedige en kleingelovige verloste zielen

Bericht door Kislev »

--
Laatst gewijzigd door Kislev op 20 okt 2009, 20:52, 1 keer totaal gewijzigd.
Gebruikersavatar
Sola Scriptura
Berichten: 499
Lid geworden op: 03 apr 2008, 14:37

Re: Twijfelmoedige en kleingelovige verloste zielen

Bericht door Sola Scriptura »

Om te leren van 'vaders' in het geloof, of gewoon christenen die lessen hebben geleerd van God in hun leven, daar is niks mis mee. Zo heb ik ook vele boeken, altijd mooi om het 'licht'van andere mensen eens te laten schijnen over zaken.

Al zijn er grenzen. De uiteindelijke maatstaaf van alles is het Woord en de Geest. Daar zullen geen contradicties zijn.

Zonder kerk, dogma`s of christenen ben ik tot geloof gekomen. Wedergeboren, puur door de Bijbel te lezen.
En de Geest die me het Woord deed snappen, die mijn verstand verlichtte. En het geloof gaf.


Zoals in efeze staat dat we tot wasdom moeten groeien, en God in de Gemeente ook mensen gaven geeft , om de anderen toe te rusten.

Maar nooit klakkeloos je voorvaderen napraten. Alles moet onderworpen worden aan Gods Woord, en de persoonlijke getuigenis van de Geest in een kind van God.


1joh2:

27 En wat u betreft, de zalving, die gij van Hem ontvangen hebt, blijft op u, en gij hebt niet van node, dat iemand u lere; maar, gelijk zijn zalving u leert over alle dingen, en waarachtig is en geen leugen, blijft in Hem, gelijk zij u geleerd heeft.
Gebruikersavatar
Afgewezen
Berichten: 17323
Lid geworden op: 12 mei 2005, 21:50

Re: Twijfelmoedige en kleingelovige verloste zielen

Bericht door Afgewezen »

Helemaal mee eens, Sola S.!
Gebruikersavatar
caprice
Berichten: 2672
Lid geworden op: 22 jan 2004, 21:51
Locatie: Woestijn des levens

Re: Twijfelmoedige en kleingelovige verloste zielen

Bericht door caprice »

Avi schreef:Weet je DWW, misschien kun je beter met je eigen woorden zeggen wat je bedoelt. Ik neem aan dat je geen verlengstuk bent van oudvaders en anderen.
Je mag gewoon zeggen wat je denkt. Ik kan aan de hand van al die tekst en terugverwijzingen naar je site, niet jouw persoonlijke woorden/gevoelens/gedachten terugvinden wat je nou wil zeggen over de kleingelovigen enzo.

Oudvaders prima maar laat ze niet voor jou praten als je iets uit wil leggen over jouw visie over de zwakgerechtvaardigden en twijfelmoedigen in Christus. :nonnon
Wellicht staat hij in de lijn van de oudvaders?
Volgens mij is het dan wel duidelijk.

Die afsnijdende prediking is niet aangenaam voor het vlees, maar wel noodzakelijk en profijtelijk voor de Kerk.
Gewetensbezwaarde trouwambtenaar - 'De totalitaire staat werpt het geweten van haar burgers weg als een waardeloos vod'
Dr. J.H. Bavinck
Gebruikersavatar
DWW
Berichten: 645
Lid geworden op: 11 jun 2009, 19:57
Locatie: Katwijk
Contacteer:

Re: Twijfelmoedige en kleingelovige verloste zielen

Bericht door DWW »

O alle gij dorstigen! komt tot de wateren, en gij, die geen geld hebt, komt, koopt en eet, ja komt, koopt zonder geld, en zonder prijs, wijn en melk! Waarom weegt gijlieden geld uit voor hetgeen geen brood is, en uw arbeid voor hetgeen niet verzadigen kan? Hoort aandachtiglijk naar Mij, en eet het goede, en laat uw ziel in vettigheid zich verlustigen, Jes. 55:1-2.

Geliefde forummers, welk een schone gepaste woorden voor zielen die geen brood meer hebben tot hun eeuwige verzadiging. Welk ook een liefelijke woorden voor zielen die geen wijn en melk meer hebben om hun onhoudbare geestelijke dorst te lessen. Liefelijke woorden van die Meerdere Safnath Pahaneah, die met Zijn broederen wenst te eten, maar Zich niet eerder kan openbaren als het moment dat Zijn broederen voor Hem volledig in de schuld zijn gekomen, zich schuldig wetende aan zijn vergoten bloed. Schone woorden van Hem, Die Zich voor een tijd verborgen moest houden, vanwege dat Zijn geestelijke (vrome) broederen nog niet door hun geestelijke bedje van vroomheid tot betaling, waren heen gezakt. Geliefden, Hij wenst het Zijn geestelijke broederen zo graag om niet te schenken, maar wat doen velen er toch lang over voor ze er geestelijk achter zijn gebracht, werkelijk niets te hebben. Wat graven toch velen nog in hun geestelijke binnenzakken, of daar nog iets is, waarmede zij Hem behaaglijk kunnen wezen. Maar zij vergeten dat Hij gekomen was om Zijn broederen te dienen, en NIET om van hen gediend te worden. Wat is het voor Zijn geestelijke broederen toch steeds weer een les, dat Zijn Vader uit de hemel het hen verkondigd had: “Deze is Mijn geliefde Zoon, in dewelke IK Mijn welbehagen heb.” Hij kwam immers daar waar de deuren gesloten waren. Kwam Hij dan ook niet op de bruiloft te Kana, waar de vaten der wijn ledig waren. Ja geliefden, zo moet een zondaar er achter gebracht werkelijk niets Hem aan te kunnen brengen tot gerechtigheid. Hoe schoon omschreef Mc Cheyne deze zaak ook alweer?

Toen voeld’ ik wat eisen Gods heiligheid deed.
Daar werd al mijn deugd een wegwerpelijk kleed.
Toen vlucht’ ik tot Jezus. Hij heeft mij gered!
Hij heeft mij verlost van het vonnis der wet!
Mijn heil en mijn vreugd’ en mijn leven werd Hij.
Ik boog m’, en geloofd’, en mijn God sprak mij vrij!


Dit moet iedere verkoren zondaar in zijn leven leren, maar ook telkens weer bij vernieuwing. Want, wanneer een verkoren zondaar deze Zaak deelachtig is geworden, en daarmede een gerechtvaardigde zondaar is geworden, moet hij gaan leren leunen en steunen op de verworven en aan hem persoonlijk toegepaste heiligheid en gerechtigheid van Jezus Christus, 1 Kor. 1:30, Efeze 4:24. Maar hoevelen van dit verloste zondaarsvolk, zoeken na hun verlossing nog een zekere mate van heiligheid voor God te betrachten, dewijl ze Hem niets anders dan zonden aan kunnen brengen. Smijt weg met die heiligheidskrukken!, zou dr. Kohlbrugge destijds gezegd hebben. Want, deze zgn. krukken van heiligheid brengen u weer in een vernieuwde mate van dienstbaarheid, waardoor ge de gevoelige geloofsgemeenschap met uw lieve Borg en Zaligmaker moet gemissen. Heeft Melanchton het destijds, na zijn zielsverlossing, niet aan zijn vriend Luther gevraagd, zeggende: ‘zouden we dan helemaal niets aan onze zaligheid toe behoeven te doen…?’ Ook deze reformator was nog niet geheel verlost geworden van het vervloekte roomse zuurdesem, waarmee ook heden ten dage velen van Gods volk weer mee bevangen zijn geworden. Waarop Luther hem antwoordde: ‘kon je maar niets doen!’ Geliefden, hier moest u eens een poosje over nadenken. Want, heeft ook de apostel Paulus de Galatiërs destijds niet vermaand, zeggende: “Staat dan in de vrijheid, met welke ons Christus vrijgemaakt heeft, en wordt niet wederom met het juk der dienstbaarheid bevangen, Gal. 5:1.” Maar hoevelen van Zijn duur gekochte geestelijke broederen doen, net als destijds de Galatiërs, de gevoelige kracht van de genade Gods in Christus te niet, door opnieuw enige goede werken jegens Hem te willen betrachten, Gal. 2:21. Ja geliefden, maar een ziel moet maar in zo’n kuil van dienstbaarheid zitten. Hoe zal zo’n ziel daar ooit uitgeraken, indien de Heere Jezus hem niet kwam toe te roepen: “O alle gij dorstigen! komt tot de wateren, en gij, die geen geld hebt, komt, koopt en eet, ja komt, koopt zonder geld, en zonder prijs, wijn en melk! Waarom weegt gijlieden geld uit voor hetgeen geen brood is, en uw arbeid voor hetgeen niet verzadigen kan? Hoort aandachtiglijk naar Mij, en eet het goede, en laat uw ziel in vettigheid zich verlustigen.” Komt toch tot Mij, zegt hier den Heere Jezus tot Zijn lieve kinderen, die het maar niet kunnen laten om in hun geestelijke zakken met daarin de grote gaten, nog enige verbetering en ook enige mate van levensheiliging trachten te zoeken. Was dan de vervulling van Zijn heilige Wet niet de ingestorte liefde Gods in Christus, naar Rom. 13:10. Dit is nu de reden waarom straks de liefde mee naar binnen gaat, geliefden. Het geloof gaat over in gemeenschap, de hoop gaat over in aanschouwen, maar de liefde vergaat nimmermeer. Om deze reden werd de hemel door sommige van onze vaderen ook wel, ‘een volheid van liefde’, genoemd. De Vader is door Zijn Zoon verheerlijkt geworden, omdat de Zoon de wil van Zijn Vader heeft willen volbrengen. Deze wil, die verklaard lag in Gods heilige Wet, heeft de Zoon volbracht door het lijden in zijn leven en sterven. Heeft Hij Zijn dan niet Borgtochtelijk gebeden? “Vader, de ure is gekomen, verheerlijk Uw Zoon, opdat ook Uw Zoon U verheerlijke. Gelijkerwijs Gij Hem macht gegeven hebt over alle vlees, opdat al wat Gij Hem gegeven hebt, Hij hun het eeuwige leven geve. En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, den enigen waarachtigen God, en Jezus Christus, Dien Gij gezonden hebt. Ik heb U verheerlijkt op de aarde; Ik heb voleindigd het werk, dat Gij Mij gegeven hebt om te doen; En nu verheerlijk Mij, Gij Vader, bij Uzelven, met de heerlijkheid, die Ik bij U had, eer de wereld was. Ik heb Uw Naam geopenbaard den mensen, die Gij Mij uit de wereld gegeven hebt. Zij waren Uw, en Gij hebt Mij dezelve gegeven; en zij hebben Uw woord bewaard.”

Maar hoevelen van Zijn geestelijke broederen, denken toch dat zij, ook na hun zielsverlossing, dit Woord (zeer krampachtig) moeten bewaren, terwijl ze in en van zichzelf geen krachte, handen en voeten hebben om dit Woord op ook maar enige wijze te kunnen bewaren. Nee geliefden, zij hebben dit Woord bewaard in Hem, en daarom is het hen toegerekend geworden, even gelijk als hen de erfzonden in Adam toegerekend waren geworden. Toegerekend om niet! Deze gerechtigheid en heiligheid is hen niet ingestort! Nee, dat leerde immers Rome, vandaar dat Rome vaak sprak van bijv. de heilige Maria. Nee lezer, dat volk is en blijft van zichzelf een onverbeterlijke zondaar, waaruit geen enkele goede vrucht meer gevonden kan worden. Hun vruchten worden daarom uit Hem gevonden, uit vrije genade om niet. Want, door/in Hem, schrijft de apostel Jacobus, zijn zij immers daders des Woords geworden, Jac. 1:22. Hoe dan, hoe is dat volk van God dan een geestelijke dader des Woords, hoor ik iemand in gedachte roepen. Door de ingestorte liefde Gods in Christus, waardoor zij in dat uur der minne geestelijk verbrijzeld zijn geworden, Jes. 57:15. Zo is dan de liefde de vervulling der Wet…!! Hoe kon dan David in Psalm 119, anders dan alleen in/door de liefde Gods in Christus, Gods heilige volmaakte Wet beminnen? Het geloof is immers werkende door de ingestorte liefde Gods in Christus, Gal. 5:6. Door deze liefde liggen zij in Hem verbonden, in Hem verslonden, en kunnen zij geen zonden meer doen. Geliefd volk van God, zo is daar dan geen zonde meer in Zijn verkoren Jacob, en geen enkele overtreding meer in Zijn verloste Israël. Omdat de Vader Zijn van eeuwigheid geliefde geestelijke bondsvolk steeds aanschouwt in de doorboorde handen en voeten van Zijn lieve Zoon. Wanneer dan dat vuur van deze ingestorte Liefde Gods in Christi Jezus in hun arme zielen weer eens mag gaan branden, doordat de Geest van Christus bij vernieuwing weer eens olie op dat liefdevuur gaat werpen, kan dat volk niet meer zondigen, geliefden. Wanneer, iemand ook maar moge denken dat ik hier Gods volk een vrijbrief geef, om er maar op los te gaan zondigen, wil ik hem toeroepen, dat deze beschuldiger dan wellicht nimmer iets van de liefde Gods in Christus heeft mogen proeven. Want, deze liefde haat alles wat God haat, en deze heeft namelijk lief al hetgeen God liefheeft. Hetgeen God Zelf is, en Zijn inzettingen, Zijn dag, Zijn lieve volk, en noem verder maar op. Maar hoevelen van dat lieve volk van God, gaan, vanwege dat ze bij tijden weleens een bezoekje krijgen van zgn. zeer vrome Judaïsten, toch weer enige dankbare werken jegens Hem proberen te betrachten. Werkelijk een dwaasheid, lezer! Maar hoevelen zijn hiermee niet bevangen geworden, omdat ze in hun denken en in hun redeneren de Wet bij vernieuwing weer achter hun verlossing c.q. het Evangelie hebben gebracht, waardoor ze weer in het geestelijk donker geraken. Weet u wat een ander woord voor het Evangelie is, geliefden? Namelijk, de vervulde Wet in Christus. Daartoe moesten destijds op Gods bevel de stenen tafelen van Zijn heilige Wet, in de ark des verbonds gelegd worden, met daarboven het verzoendeksel. En wilt u dan, met al uw levensverbeteringen en het betrachten van een bepaalde heiligheid, weer dat verzoendeksel op gaan lichten, lief kind des Heeren? Bent ge dan vergeten, dat er bloed heeft gevloeid, en dat dit bloed aan dit verzoendeksel is gestreken? Altijd maar weer wat doen voor God, terwijl Christus het Zijn volk gedurig toeroept: ‘Laat mij het gedurig voor u doen!’ Het is voor u volkomen volbracht! Gooi weg die zgn. vrome werken, waarmee ge uzelf voor Hem een weinig tracht op te knappen. Want, het Koninkrijk van Koning Jezus is geen Koninkrijk van dienstbaarheid, maar juist een Koninkrijk van vrijheid. Hij heeft Zijn lieve keurlingen namelijk genomen hoedanig en zondig zij ook waren. Zwart van schurftige zonden, heeft Hij ze in Zijn liefdesarmen genomen, en ze daar eeuwig rein en schoon gekust. Daarmee zijn ze niet schoon en rein in zichzelf, maar juist rein in Zijn volbrachte werk, krachtens toerekening en toepassing. Zijn Geest nam het uit Hem, en heeft het toen in dat liefelijke uurtje uit Hem genomen, en het Zijn volk geestelijk verkondigd, waarop zij dronken van Zijn eeuwige liefde wegzakten in Zijn liefdesarmen. Voor eeuwig is daar betaald, geliefd kind des Heeren. Voor uw erfschuld, uw zonden van bedrijf, en ook alle zonden die ge nog moet bedrijven. Zijn bloed heeft al uw overtredingen weggeworpen in een zee van eeuwige vergetelheid. Wat wenst ge daarom Hem nog toe te brengen, middels enige levensverbeteringen, daar Hij u in Zijn liefdesarmen heeft willen zaligen als een onverbeterlijk zwarte zondaar. Zie daar de troost van de boodschap van het Heilig Evangelie. Daartoe moeten nu die onverbeterlijke zondaren uit Zijn volbrachte Werk gedurig getroost worden, Jes. 40:1-2, en roept Hij het Zijn lievelingen toe: Waarom weegt gijlieden geld uit voor hetgeen geen brood is, en uw arbeid voor hetgeen niet verzadigen kan? Zo ge dan dorst hebt om te drinken, drinkt dan van het levende Water, wil Christus Zijn volk hier eigenlijk zeggen. En drinkt toch nimmermeer van het dode water van uw levensbeteringen. Uw heiliging en uw gerechtigheid liggen daarom voor eeuwig vast in Hem, uw dierbare Verlosser. Die u het Water des levens kwam te schenken, waar gij omkwam van de dorst, en niets meer te drinken had, Die u Zijn doorboorde handen en voeten zeer liefelijk wilde tonen, toen gij niets meer tot betaling had. Die u kwam te vernieuwen door Zijn Geest, en u het nieuwe Leven uit Hem schonk krachtens de geestelijke inlijving door het geloof.

Hoort dan aandachtiglijk naar Hem, en eet het goede, en laat uw ziel in vettigheid zich bij vernieuwing mogen verlustigen, in het volbrachte werk van Hem. Daar hoeft werkelijk van uw kant NIETS meer bij, lief kind des Heeren. Het ligt eeuwig vast in Hem. Komt dan Mijn vriendin, komt dan Mijn lieve bruid, komt en drinkt dan van dat levende Water dat voor u voor eeuwig bereid is, en eet dan van Mijn verbroken Lichaam, want gij zijt eeuwig schoon en rein in Mijn volbrachte werk. Komt dan, en verzadig u dan, en wordt weder dronken van Mijn eeuwige liefde jegens u, en verlustig uzelf weder aan Mijn doorboorde voeten. Kijk volk, wanneer u nou iets mag kennen van deze verbrijzelende Liefde Gods in Christus, dan wenste ge daar voor eeuwig aan Zijn doorboorde voeten te blijven liggen. Geliefde lezer, want alleen daar worden de liefste en bitterste tranen geweend. Alleen daar ziet een zondaar bij vernieuwing wat het Hem heeft gekost, en alleen daar ligt die zondaar weer verslonden in Zijn liefdesarmen, en blijft daar alleen het wonder van aanbidding over. Lees hier hoe die lieve John Warburton mochten drinken en zich mocht verlustigen en verzadigen van dat verworven Water des levens om niet :

“Een klaar gezicht van Zijn lijden en dood werd mij gegeven en dit brak mijn hart in stukken. O, hoe zag ik op Hem en rouwklaagde! “Wat heb ik gedaan?” riep ik uit; “ik heb de Heere gekruisigd. O, mijn vervloekte zonden, waardoor ik de nagelen in Zijn handen en voeten, en de speer in Zijn hart gestoken heb. O goddeloze, goddeloze die ik ben! En kunt Gij, wilt Gij mij verlossen en vergiffenis schenken, niettegenstaande al mijn vervloekte zonden?” Hoe wonderlijk werd mijn ziel ingeleid om te zien, dat de dierbare Zaligmaker had vervuld en gehoorzaamd, die Heilige Wet, die ik verbroken had in duizenderlei opzichten, dat al mijn vervloekte zonden op Hem gelegd waren geweest en dat Hij geleden had in mijn plaats. Ik had zulk een gezegend gezicht door het geloof van Zijn doornagelde voeten en handen aan het kruis, van de doornenkroon op Zijn hoofd, en van de speer, die in Zijn hart ging; en Zijn verzoenend bloed vloeide met zulk een vrede, liefde, blijdschap en vrijheid in mijn ziel, dat ik nauwelijks wist, wat of waar ik was.”

Ja lezer, als een mens daar iets van mag hebben, weet hij werkelijk niet meer waar hij is. Ds. Joh. Van der Poel zou zeggen: ‘dan loopt er water over je verstand heen.’ Leest u het kind des Heeren? Ge behoeft niets mede te nemen, dan behalve uw vervloekte zonden. “Nu dengene, die werkt, wordt het loon niet toegerekend naar genade, maar naar schuld. Doch dengene, die niet werkt, maar gelooft in Hem, Die den goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot rechtvaardigheid, Rom. 4:4-5.” Ja maar schrijver, roept iemand me in zijn gedachte toe, dat is het nu juist. Ik kan het somstijden niet meer geloven. Lief kind des Heeren, maar het hangt niet af van uw geloven, maar het ligt juist door dat zaligmakende geloofd voor eeuwig vast in Hem. Door dit geloof zijt gij met Hem voor eeuwig verenigd geworden. Daar kan geen duivel of hel meer iets aan doen. Maar mag ik u dan vragen, kin des Heeren? Wanneer die Bruidegom dan weer eens ongedacht overkomt, en bij u de gevoelige geloofsvaten ledig zijn, is Hij u dan geen bundeltje mirre dat tussen uw borsten vernacht. Gaat die mirre dan weer niet zeer liefelijk ruiken wanneer de was om dat bundeltje gaat smelten, vanwege dat uw hart sneller ging kloppen, omwille van de nabijheid van uw dierbare Bruidegom die u heeft willen kopen met Zijn dierbaar hartebloed? Komt dan, zegt die lieve Bloed-Bruidegom, en drinkt dan van mijn bloed en eet dan van Mijn verbroken Lichaam, en verlustig en verzadig uzelve, Joh. 6:37-41. Nooit meer zal Hij u meer begeven of verlaten. Kan ook een vrouw haar zuigeling vergeten, dat zij zich niet ontferme over den zoon haars buiks? Ofschoon deze vergate, zo zal Ik toch u niet vergeten. Zie, Ik heb u in de beide handpalmen gegraveerd; uw muren zijn steeds voor Mij, Jes. 49:15-16.

‘Schrijver’, roept daar een ellendige mij toe, ‘heeft u ook nog een boodschap, voor iemand die nog nimmer van dat levende Water heeft mogen drinken, uit vrije genade om niet? Voor een ellendige berooide en moegestreden ziel, die met al hetgeen van hem is, bijna aan een einde is gebracht. Voor een ziel die gezien heeft dat het in Hem te vinden is, maar niet weet hoe tot Hem te genaken, vanwege zijn vele zonden die er tussen Hem en zijn ziel liggen.’ Tot u wil ik de woorden spreken, die Christus sprak tot een vrouw die haar geestelijke goederen er met meerdere mannen doorheen had gebracht. “Een ieder, die van dit water drinkt, zal wederom dorsten: Maar zo wie gedronken zal hebben van het water, dat Ik hem geven zal, dien zal in eeuwigheid niet dorsten; maar het water, dat Ik hem zal geven, zal in hem worden een fontein van water, springende tot in het eeuwige leven, Joh. 4:13-14.” Geliefde lezer, het is zo al schrijvende mijn hartelijke wens en bede, dat de H. Geest u nog eens van uw vervloekte zonden kwam te overtuigen dat ge vanwege die zonden, in Hem nog nimmer heeft geloofd. Maar, dat ge er ook van doordrongen mocht geraken, dat ge zonder dit geloof in die lieve dierbare Zone Gods voor eeuwig zult moeten omkomen, naar Joh. 16:8-11. Want, Die den Zoon heeft, die heeft het leven; die den Zoon van God niet heeft, die heeft het leven niet, 1 Joh. 5:12. Christus moest door Samaria gaan, en vond daar een vrouw levende in overtreding. Een vrouw die de lusten van haar goddeloze vlees uit kwam te leven. Hij ontdekte haar geestelijk, door haar naar haar man te vragen, en verkondigt haar vervolgens Zijn heerlijk Evangelie. Het Evangelie van het levende Water. De vrouw wordt al sprekende begerig naar dat levende Water, en valt tenslotte uit haar nestje van dienstbare werken, wanneer Christus Zich zeer liefelijk aan haar goddeloze ziel gaat openbaren tot zaligheid. “De vrouw zeide tot Hem: Ik weet, dat de Messias komt (Die genaamd wordt Christus); wanneer Die zal gekomen zijn, zo zal Hij ons alle dingen verkondigen. Jezus zeide tot haar: Ik ben het, Die met u spreek. Zo verliet de vrouw dan haar watervat, en ging heen in de stad en zeide tot de lieden: Komt, ziet een Mens, Die mij gezegd heeft alles, wat ik gedaan heb; is Deze niet de Christus?” Lees hier hoe deze zwarte zondares mocht drinken van dat levende Water ten leve. En vertel me nu eens ellendige vermoeide ziel, hoeveel beter bent u nou, dan deze hoerachtige zondares? Niets, zult u me wellicht zeggen. De Heilige Geest heeft me innerlijk laten zien, dat het met mij nog veel erger gesteld is dan met deze vrouw. Zou het dan echt voor ook kunnen, schrijver? Ja lezer, voor een ieder die in Hem gelooft zou het nog kunnen. Want, al had ge uw goed en uw goederen er met duizend hoeren door gebracht, het bloed van Jezus Christus reinigt van alle zonden. O alle gij dorstigen! komt tot de wateren, en gij, die geen geld hebt, komt, koopt en eet, ja komt, koopt zonder geld, en zonder prijs, wijn en melk! Waarom weegt gijlieden geld uit voor hetgeen geen brood is, en uw arbeid voor hetgeen niet verzadigen kan? Hoort aandachtiglijk naar Mij, en eet het goede, en laat uw ziel in vettigheid zich verlustigen, Neigt uw oor, en komt tot Mij, hoort, en uw ziel zal leven; want Ik zal met u een eeuwig verbond maken, en u geven de gewisse weldadigheden van David. Ziet, Ik heb hem tot een getuige der volken gegeven, een vorst en gebieder der volken. Ziet, gij zult een volk roepen, dat gij niet kendet, en het volk, dat u niet kende, zal tot u lopen, om des HEEREN uws Gods wil, en om des Heiligen Israels wil, want Hij heeft u verheerlijkt. Zoekt den HEERE, terwijl Hij te vinden is; roept Hem aan, terwijl Hij nabij is. De goddeloze verlate zijn weg, en de ongerechtige man zijn gedachten; en hij bekere zich tot den HEERE, zo zal Hij Zich Zijner ontfermen, en tot onzen God, want Hij vergeeft menigvuldiglijk. Een rijker Evangelie kan en weet ik u niet te verkondigen. De Heere mocht deze enkele woorden nog willen zegenen tot verheerlijking van Zijn naar waarde nooit genoeg volprezen Naam, en tot uitbreiding van Zijn heerlijk Koninkrijk. Amen



DWW
Laatst gewijzigd door DWW op 10 sep 2009, 12:20, 1 keer totaal gewijzigd.
Want, de Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en zaligen, dat verloren was.
http://www.dewoesteweg.nl
Gebruikersavatar
BJD
Berichten: 2464
Lid geworden op: 29 jun 2006, 21:37

Re: Twijfelmoedige en kleingelovige verloste zielen

Bericht door BJD »

"geliefde forummers" alsof we een gemeente bij elkaar zijn...
Cantate
Berichten: 227
Lid geworden op: 04 jul 2009, 12:03

Re: Twijfelmoedige en kleingelovige verloste zielen

Bericht door Cantate »

Wie krijgt dit anno 2009 nog "uit zijn of haar pen"? Of gaat het om een preek/meditatie uit het verleden? De naam DWW (De Woeste Weg?) zegt mij namelijk niets.
Gebruikersavatar
BJD
Berichten: 2464
Lid geworden op: 29 jun 2006, 21:37

Re: Twijfelmoedige en kleingelovige verloste zielen

Bericht door BJD »

Cantate schreef:Wie krijgt dit anno 2009 nog "uit zijn of haar pen"? Of gaat het om een preek/meditatie uit het verleden? De naam DWW (De Woeste Weg?) zegt mij namelijk niets.
houden zo..
Marco
Berichten: 3595
Lid geworden op: 31 jul 2007, 13:55
Locatie: Waddinxveen

Re: Twijfelmoedige en kleingelovige verloste zielen

Bericht door Marco »

DWW schreef:maar het is dus meer een verhelderende verklaring van mijn schrijven op dit forum.
Niet verhelderend. Ik krijg er hoofdpijn van. :?

Dit forum is toch voor discussies, niet om karikatuurpreken in jaren '30 stijl te plaatsen?
Gebruikersavatar
Tiberius
Administrator
Berichten: 33198
Lid geworden op: 12 jan 2006, 09:49
Locatie: Breda

Re: Twijfelmoedige en kleingelovige verloste zielen

Bericht door Tiberius »

Marco schreef:Dit forum is toch voor discussies, niet om karikatuurpreken in jaren '30 stijl te plaatsen?
Het wordt langzaam maar zeker een pastiche forum.
Gebruikersavatar
jvdg
Berichten: 12063
Lid geworden op: 12 okt 2006, 14:07

Re: Twijfelmoedige en kleingelovige verloste zielen

Bericht door jvdg »

Ik kan me heel goed voorstellen dat sommigen van jullie moeite hebben met de DWW-lappen, maar ik meen ook dat jullie DWW onrecht doen door zijn bijdragen of de manier van posten zo botweg af te wijzen.
Krijg je er hoofdpijn van, lees ze dan niet.
Wil je er over oordelen, lees ze dan grondig.

Overigens is het ook mijn wens dat DWW wat korter, krachtiger en helderder zijn standpunten uitdraagt, maar dat schijnt hem (nog) niet te lukken.
Plaats reactie