.

Plaats reactie
PvS
Inactief
Berichten: 1298
Lid geworden op: 16 okt 2008, 21:08

.

Bericht door PvS »

.
Laatst gewijzigd door PvS op 19 aug 2009, 19:07, 2 keer totaal gewijzigd.
Eén ding weet ik, dat ik blind ben en niet zie...
Gebruikersavatar
Avi
Berichten: 509
Lid geworden op: 08 mar 2008, 21:07

Re: Maar als het gebod gekomen is...

Bericht door Avi »

Wat wordt daar nou precies mee bedoeld?
Het waren niet de spijkers die Jezus aan het kruis vastgenageld hielden, maar Zijn liefde voor ons.
PvS
Inactief
Berichten: 1298
Lid geworden op: 16 okt 2008, 21:08

Re: Maar als het gebod gekomen is...

Bericht door PvS »

.
Laatst gewijzigd door PvS op 11 aug 2009, 21:44, 1 keer totaal gewijzigd.
Eén ding weet ik, dat ik blind ben en niet zie...
Zonderling
Berichten: 4330
Lid geworden op: 19 nov 2005, 12:31

Re: Maar als het gebod gekomen is...

Bericht door Zonderling »

Misschien goed om in dit verband ook het volgende te lezen over het werk der wet.
Het is een gedeelte uit een preek van Ralph Erskine uit de 18e eeuw (preek Galaten 2:19).

1. Door de wet wordt de mens overtuigd van de heiligheid Gods, alsook van de
heiligheid, geestelijkheid en uitgebreidheid der wet. Gods Geest verlicht het verstand
om de gelijkvormigheid van de wet en de wil Gods te zien, als overeenkomende met
de heilige natuur Gods. Dit wordt genoemd „het komen van het gebod,” Rom. 7 : 11.
Want zonder de wet zo leefde ik eertijds. Ik meende dat ik heilig genoeg was, ik vond
het leven in mijn hand, zolang ik naar de wel onberispelijk was. Maar als het gebod
gekomen is, zo is de zonde weder levend geworden. Toen ik de heiligheid en de
geestelijkheid van Gods wet zag, toen werd de zonde levend, en ik stierf. Ik zag dat ik
waarlijk een zondaar was, ik stierf aan de wet en aan alle verbeelding van mijn eigen
werken en mijn gehoorzaamheid aan haar. Deze overtuiging doet de mens de wet
leerstellig goedkeuren als heilig rechtvaardig en goed. Heilig in haar bevelen.
Rechtvaardig in haar dreigementen. En goed in haar beloften. Ik stem de wet toe dat
zij goed is. Door deze overtuiging ziet de mens niet alleen de heiligheid en
geestelijkheid, maar ook de uitgebreidheid van de wet, zeggende: „Uw gebod is zeer
wijd. Zij breidt zich uit tot al mijn gedachten, woorden en daden, tot al mijn
genegenheden, oogmerken, begeerten en neigingen. ” Wanneer nu een mens dit alles
ziel, zo doodt dat al zijn vertrouwen en dat ontdekt hem dat hij geen gerechtigheid
heeft, overeenkomstig met de wet.

2. Door de wet wordt de mens overtuigd van zonde. „Door de wet is de kennis der
zonde,” Rom. 3 : 20. De overtuiging van zonde is de bewustheid, die wij hebben, dat
wij deze heilige wet hebben overtreden. Deze overtuiging ontdekt een mens de aard en
natuur van de zonde, te weten, dat zij „een overtreding is van de wel,” 1 Joh. 3 : 4. En
dus een tegenstrijdigheid met de heilige natuur en de wil van God. Deze overtuiging
doet een mens de bijzondere soorten der zonde zien. Het kan zijn dat de Geest van
God niet de overtuiging van enige dadelijke zonde begint, zijnde de dadelijke zonde
een afwijken van onze daden, hetzij in gedachten, woorden of werken van de wet
Gods, hetzij in schulden van nalatigheid of bedrijf. En vandaar gaat de overtuiging
dan tot de oorspronkelijke zonde en zij doet de mens zien dat zijn natuur niet alleen
ontbloot is van alle gerechtigheid en gelijkvormigheid met de wet, maar ook dat zij
geheel bedorven en een hel van zonde en vijandschap tegen God is. Verder overtuigt
de Geest Gods de mens van Adams zonde door de wet en zegt tot hem ge lijk er staat,
Jes. 43 : 27: „Uw eerste vader heeft gezondigd,” en gij in hem. Deze overtuiging
ontdekt ook de verzwaringen der zonde, legen zoveel licht en goedertierenheid bedreven,
alsook de macht en de heerschappij derzelve. Verder ook dat het er zover van
af is, dat de wet hem daarvan verlossen zou, dat zij integendeel de verdorvenheid
opwekt. En zo is de wet de kracht der zonde. Wanneer nu de mens de zonde in haar
natuur, soorten, verzwaringen en heerschappijen ziet, dan is er niets dat meer strekken
kan om zijn verbeelding te doden, om uit of door de wet ooit gerechtvaardigd te
kunnen worden.

3. Door de wet wordt de mens ook van schuld overtuigd en nie t alleen van zonde,
zodat hij verbonden is tot de straf naar de wet. Want schuld is eigenlijk een
verbintenis tot straf. Gelijk nu de mens, door het gebod, de kennis van zonde krijgt in
haar inwendige aard en natuur, zo krijgt hij door de straf der wet kennis van het
daaruit volgende kwaad der zonde, hem verbindende lot hel, dood en verdoemenis,
alsook dat de vloek van God Zijn toorn en wraak de zonde vergezellen en
achtervolgen. Zo wordt de mens gesteld in vreze voor hel en verdoemenis, waardoor
hij dan wel eens denkt als hij naar bed gaat, dat hij nooit weer op zal staan, en als hij
uitgaat, dat hij nooit weer thuis zal komen. Dan is hij bevreesd dat zijn spijze hem zal
doen stikken, of het huis daar hij in is, op hem zal storten, of dat de aarde zich zal
openen en hem inzwelgen. Het gevoel van Gods toorn vervolgt hem als een vreselijk
spook. De mens wordt hierdoor in boeien gezet „en besloten onder de zonde,” Gal. 2
:21. De zonde is de kerker, de zondaar de gevangene, God de Rechter en de vloek van
de wet de keten die hem het hoofd aan de hielen bindt. Van deze boeien is geen
ontkoming zonder de barmhartigheid Gods in CHRISTUS, die deze gevangene
gebieden kan uit te komen. De wet kan dat niet doen, want die is door het vlees
krachteloos geworden. De mens kan het niet doen, want hij is van nature zonder
kracht. Alleen Hij, die God gegeven heeft om een Verbond des volks te zijn, kan tot
de gevangene zeggen: „ga uit,” Jes. 49 : 6-9. Wanneer de mens zo van schuld en toorn
overtuigd wordt, zo strekt het grotelijks om hem aan de wet te doen sterven en al zijn
vertrouwen op zijn eigen en wettische gerechtigheid te doden. Zijn er hier zulke arme
gevangenen, die zichzelf besloten vinden onder de macht der zonde en onder de
schuld derzelve, alsook onder de toorn van God? O, laat dit u enige troost geven voor
het tegenwoordige, totdat God Zelf uw banden losmaakt, omdat dit de weg is die God
houdt om u te doen sterven aan de wet.

4. Door de wet wordt de mens overtuigd van Gods rechtmatigheid en
rechtvaardigheid, al zou Hij straf en wraak oefenen naar de wet En zo wordt hij
gedrongen om God te rechtvaardigen, al zou Hij hem naar de hel zenden. Ik zeg
niet dat de zondaar tevreden moet zijn met verdoemd te worden, want het zou zijn in
zeker opzicht tevreden te wezen met een eeuwige vijand Gods te blijven, om eeuwig
tegen Hem te zondigen. Want de staat der verdoemden sluit in, een eeuwigdurende
vijandschap en zonde. Daarom kan het dit niet zijn waarmede hij tevreden is. Maar de
mens wordt gebracht tot een overtuiging van Gods rechtmatigheid en
rechtvaardigheid, al zou Hij hem in de hel werpen tot een eeuwige straf. „God te
rechtvaardigen, ” zegt een Godgeleerde; „is aan de ene zijde te erkennen, dat de Heere
aan de zondaar geen ongelijk doet, wanneer Hij over hem de vloek uitvoert, en aan de
andere zijde, dat Hij aan Zichzelf of aan Zijn rechtvaardigheid geen ongelijk doet,
wanneer Hij het oordeel, tegen de zonde gedreigd, uitvoert, maar dat Hij doet, wat
recht en billijk is.”
O, zegt de zondaar in dit geval, de Heere doet mij geen ongelijk ofschoon Hij mij
verdoemde, en Hij doet ook aan Zijn rechtvaardigheid geen ongelijk. Maar Hij is een
rechtvaardig God, als Hij het doet. Ja, ik kan zelfs niet zien hoe de eer van Zijn
rechtvaardigheid behouden en Hij verheerlijkt worden zal in Zijn rechtvaardigheid,
indien Hij het oordeel niet uitvoert over mij óf in mijzelf óf in een Borg in
mijn plaats, omdat ik overtreden heb tegen zulk een oneindig heerlijk Wezen. Ps. 51 :
6: „Tegen U, U alleen heb ik gezondigd, gedaan dat kwaad is in Uw ogen; opdat Gij
rechtvaardig zijt in Uw spreken, en rein wanneer Gij richt.” En is God onrechtvaardig
als Hij toorn over ons brengt? Dat zij verre, Rom. 3 : 5, 6. De zonden die tegen het
allerhoogste Wezen begaan worden, verdienen de hoogste straf, zijnde het eeuwig
verderf van het schepsel. Wel is het waar dat God geen lust heeft aan de dood des
goddelozen. Ezech. 33 : 1, dat is voor zover het een verderf is van het schepsel. Maar
Hij heeft er lust in, voor zover het de uitvoering is van Zijn recht vaardigheid.
De zondaar, overtuigd zijnde door de wet, schoon hij hierin geen lust kan hebben,
namelijk in het verderf, is er nochtans heimelijk een rechtvaardiging, van hetgeen
waar God lust in heen, te weten in de uitvoering van Zijn rechtvaardigheid. O, hoe
betamelijk is het dat Gods rechtvaardigheid verheerlijkt wordt, en hoe recht vaardig is
God in het oefenen van een oneindig oordeel over zulk een oneindig kwaad als de
zonde is! En waarlijk, de zondaar zou de zaligheid niet vrij zien, indien hij de
verdoemenis niet rechtvaardig zag. Maar het gezicht hiervan in de spiegel van de wet
en in het licht des Geestes, strekt als he t ware om de mens met het plan van zaligheid
door JEZUS CHRISTUS tevreden te doen zijn, wiens bloedige offerande aan de
rechtvaardigheid een volle voldoening geeft. Hij is nu tevreden, dat Gods
rechtvaardigheid verheerlijkt wordt door een voldoening, veel heerlijker dan de
verdoemden in de hel daaraan geven kunnen. En zo strekt dit om hem te doen sterven
aan de wet en aan alle andere boetvaardigheden en beuzelachtige voldoeningen, welke
diegenen, die van Gods rechtvaardigheid onkundig zijn, gereed zijn om uit te vinden.

5. Door de wet wordt de mens overtuigd van zijn onverschoonbaarheid, hetgeen het
uitwerksel is van de wet door de Geest, waardoor der ziel alle verontschuldiging en
verdediging van zichzelf benomen wordt. Rom. 3 : 19: “Wij weten nu, dat al wat de
wet zegt, zij dat spreekt tot degenen die onder de wet zijn; opdat alle mond gestopt
warde en de gehele wereld voor God verdoemelijk zij.” Nu roept de gehele ziel van de
mens uit: schuldig! schuldig! Zijn vijgenbladeren van uitvluchten zijn weggewaaid,
zijn vorige voorwendsels ter verdediging van zichzelf zijn alle verdwenen. Hij heeft
niet één woord ten gunste voor zichzelf, als wel eertijds. Mogelijk heeft hij in zijn
hart, indien ook niet met zijn mond, meermalen gezegd: „O, ik hoop dat er voor mij
geen gevaar is. Adams zonde was de mijne niet, de erfzonde is iets dat ik niet helpen
kan, die is niet mij in de wereld gekomen. En aangaande mijn dadelijke zonden, zo zie
ik dat anderen aan veel grotere zonden schuldig staan dan ik. En wat aangaat het
nalaten van mijn plichten en het doen van overtredingen, ik zie niemand of zij hebben
feilen. God is een barmhartig God en daarom hoop ik, zal Hij zo onrechtvaardig niet
zijn om Zijn eigen schepsels zo te verdoemen. ”
Deze en derge lijke uitvluchten en verontschuldigingen hadden eertijds hij hem plaats.
Maar nu is hij stom en sprakeloos. Zijn mond is gestopt en hij ziet dat hij zichzelf
maar bedriegt met zulke ellendige uitvluchten en dat hij een schuldig ellendig en
zondig schepsel is, ja zo zwart als de duivel zelf. Hij heeft niet één woord voor zich in
te brengen en aldus sterft hij aan alle verbeelding van zichzelf en van zijn gerechtigheid.

6. Door de wet wordt de mens ook overtuigd van de volstrekte noodzakelijkheid van
het evangelie en van de Middelaar en Zaligmaker, daarin geopenbaard. Overtuigd
zijnde van zijn zondige en ellendige staat van nature, en verootmoedigd onder de
ernstige overwegingen en het gezicht van zijn zonde en ellende, vrezende de toorn van
God, die hij verdiend heeft vanwege zijn zonde, en ziende de rechtvaardigheid Gods,
al wilde Hij hem voor eeuwig in de hel verstoten. Terwijl zijn mond gestopt is, en hij
wanhoopt om door zijn eigen kracht uit deze staat verlost te kunnen worden, is hij nu
overtuigd van de noodzakelijkheid van een Zaligmaker en zegt: ‘o, ik ga verloren, ik
ga verloren, voor eeuwig, tenzij de Wetgever een eeuwige gerechtigheid naar de wet
voor mij bezorgt.’ Dan is hij gereed uit te roepen, doch niet als Rachel: Geef mij
kinderen, of ik sterf, maar: geef mij CHRISTUS, of ik sterf. Geef mij een Borg, of ik ga
verloren. Nu is hij tevreden, voor eeuwig een schuldenaar aan de gerechtigheid van
een Ander te zijn.

Zó is de wet de gelegenheid om een mens tot CHRISTUS te brengen. Zo ziet u dan
hoe het is als hij door de wet der wet gestorven is, opdat hij Gode leven zou.
Gebruikersavatar
Avi
Berichten: 509
Lid geworden op: 08 mar 2008, 21:07

Re: Maar als het gebod gekomen is...

Bericht door Avi »

En hoe zou je dat nu in het kort samenvatten?
Ik vind het heel indringend.

Uit welke preek van Erskine heb je dit stuk genomen? :livre Dan kan ik het verder lezen.
Het waren niet de spijkers die Jezus aan het kruis vastgenageld hielden, maar Zijn liefde voor ons.
Zonderling
Berichten: 4330
Lid geworden op: 19 nov 2005, 12:31

Re: Maar als het gebod gekomen is...

Bericht door Zonderling »

Wanneer je de eerste regel van ieder stukje neemt, dan denk ik dat er een goede samenvatting overblijft:

- Door de wet wordt de mens overtuigd van de heiligheid Gods, alsook van de
heiligheid, geestelijkheid en uitgebreidheid der wet.
- Door de wet wordt de mens overtuigd van zonde.
- Door de wet wordt de mens ook van schuld overtuigd en niet alleen van zonde,
zodat hij verbonden is tot de straf naar de wet.
- Door de wet wordt de mens overtuigd van Gods rechtmatigheid en
rechtvaardigheid, al zou Hij straf en wraak oefenen naar de wet.
- Door de wet wordt de mens overtuigd van zijn onverschoonbaarheid, hetgeen het
uitwerksel is van de wet door de Geest, waardoor de ziel alle verontschuldiging en
verdediging van zichzelf benomen wordt.
- Door de wet wordt de mens ook overtuigd van de volstrekte noodzakelijkheid van
het evangelie en van de Middelaar en Zaligmaker, daarin geopenbaard.

Het is een gedeelte uit de preek van Ralph Erskine over Galaten 2:19 met als titel:
'Het sterven aan de wet en het leven naar het Evangelie'.
De preek is ook compleet te vinden op http://www.theologienet.nl.
In druk is de preek onder meer verschenen in het 12e deel in 'Al de werken'.
Deze preken bevatten zeer veel onderwijs! Leer, praktijk en toepassing is er in overvloed te vinden. :tilt
Gebruikersavatar
refo
Berichten: 24581
Lid geworden op: 29 dec 2001, 11:45

Re: Maar als het gebod gekomen is...

Bericht door refo »

Het komt mij voor dat de wet op deze manier wat al te veel eer krijgt.
--------------
Voorts ben ik van mening dat portretten van oudvaders, reformatoren en andere theologen niet zouden moeten worden toegestaan als avatar.
Zonderling
Berichten: 4330
Lid geworden op: 19 nov 2005, 12:31

Re: Maar als het gebod gekomen is...

Bericht door Zonderling »

Zeker te veel eer, wanneer het hierbij zou blijven.
Maar dat is niet zo, het blijft hier niet bij.
De wet brengt geen geneesmiddel aan, dat doet alleen het Evangelie van Jezus Christus.
De wet doodt, maar het Evangelie in de hand van de Heilige Geest alleen maakt levend.
Wet en Evangelie gaan als goed is altijd samen, de wet gaat vóór en het Evangelie volgt.
Maar de wet blijft ook om de mens steeds opnieuw af te brengen van het zijne.
Omdat alleen in Christus alles te vinden is.

(Lees dan ook maar eens door in de genoemde preek.)
Plaats reactie