Uit onszelf zullen we onze zonden niet zien, we zien wel zonden maar niet dat we tegenover God niet kunnen bestaan vanwege onze zonden, de Heilige Geest overtuigt ons van zonde maar aan veroordeling komt het niet toe.PvS schreef:Kaïn was wel degelijk ontdekt aan zijn zonde, anders had hij niet kunnen zeggen wat er volgt in vers 14a:Alexander CD schreef:Dat bedoel ik, Kaïn wist van zijn zonde, maar hij was niet ontdekt aan zijn zonde, veel mensen vinden de zonde wel erg maar zien niet in dat ze Christus nodig hebben. Zo praten nu ook veel mensen over hun zonde maar vinden ze zichzelf wel zo zondig? Vaak gaan ze zichzelf met anderen vergelijken en dat zijn hun zonden toch zo erg nog niet?PvS schreef:Genisis 4:13 En Kaïn zeide tot den HEERE: Mijn misdaad is groter dan dat zij vergeven worde.Alexander CD schreef:iemand die ontdekt is aan zijn zonden, een gave Gods, heeft Christus nodig en is wedergeboren.
Waar in de bijbel (maakt me niet uit wat mensen zeggen) vindt je iemand die zijn zonden kent en niet de toevlucht tot Christus heeft genomen?
Deze groep is te hoogmoedig om naar Christus te gaan en is dus helemaal niet ontdekt aan zijn ware zonde en verloren toestand, die praat alleen zo, maar heeft een historisch geloof en geen wederbarend geloof.
Kaïn was hier ontdekt, hij had Christus echter niet nodig...
Als je ontdekt bent aan je zonden is daar ook de noodzaak om naar Christus te gaan. Je moet met God in het reine komen.
Zie, 28 Gij hebt mij heden verdreven van den aardbodem...
Kanttekeningen hierbij ;28 Te weten door Uw vonnis, hetwelk zo zeker en vast gaat, alsof het alreeds uitgevoerd ware.
Als dan iemand ontdekt is, is er dus een veroordeling.
Hierop volgt een vonnis/uitspraak.
Hoe kan er dan gesproken worden van een gáán tot Christus, Die voor een veroordeelde verborgen is?
Wij staan toch eerst voor de Rechter, en niet voor de Borg?
Wij gaan toch niet met de Borg naar de Rechter?
De Wet gaat immers vóór het Evangelie.
Denk aan de tollenaar, Heere wees mij zondaar genadig, hier zie je beide veroordeling en rechtvaardiging, daar is ook de Borg en Middelaar, God laat zijn kinderen niet wachten.
Dat is geen alverzoening, nee God trekt Zijn kinderen en door hun zonde onstaat er droefheid naar God, want Die hebben ze zo nodig en willen niet verder trekken zonder Hem. Mozes zei ook "wij zullen vanhier niet optrekken tenzij Gij met ons gaat".
Als je geen lucht kin krijgen blijf je toch ook niet onder water maar je ziet dat je boven water komt om te ademen, zo is het ook met de zondaar die zijn schuld voor God heeft leren kennen