Hendrikus schreef:eilander schreef:Een vraagje over de toevallige verhogingen ("foute" verhogingen). Hier zal wel uit blijken dat ik er totaal geen verstand van heb.
Maar hoe zit het met BWV 622 (van Bach dus): O Mensch bewein dein Sünde gross? De melodie is die van Psalm 68, mét toevallige verhogingen?!
Bij Bach (we zijn dan anderhalve eeuw verder, en in anderhalve eeuw kan er heel wat veranderen!) zong men die melodieën ofwel isometrisch (alle noten even lang, niet-ritmisch zeg maar) ofwel in een gewijzigd ritme, zodat het paste in een moderne maatsoort.
"O Mensch bewein..." van Bach is derhalve een 16e-eeuwse melodie met 18e-eeuwse modificaties. Vandaar die verhogingen.
De melodieën van "onze" psalmen die we ook bij Bach tegenkomen, al dan niet ritmisch (bij Bach vinden we beide) kennen inderdaad de "toevallige" verhogingen. Deze hebben een harmonische achtergrond, ze zijn als "leidtonen" te beschouwen. Gaat de melodie omhoog, dan wordt de voorlaatste toon vaak harmonisch verhoogd. Het doet overigens niet terzake of we met de ritmische of niet-ritmische variant te maken hebben (maar mijn gevoel zegt ook wel dat het bij de niet-ritmische variant beter past).
Mooi voorbeeld is Psalm 27: de gezongen verhogingen in regel 1 en 3 staan in een dalende melodie en zijn dus onjuist (maar alleen in Refo-Nederland wél gezongen), de c moet dus een c zijn; de verhoging aan het eind van regel 5 staat in een stijgende melodie, en moet dus wél worden gezongen, de c moet dáár dus gezongen worden als cis.
De verhoging in de eerste en tweede regel van Psalm 150 is onjuist, omdat we de melodie hier zónder rusten moeten lezen (deze zijn later ingeslopen) en de melodie hier nog geen stijgend karakter heeft, in regel 6 en 7 zijn ze daarentegen wél als verhogingen te lezen, omdat de melodie hier een stijgend karakter heeft (zie de beginnoot van de laatste regel1). Dit alles ingegeven door het oorspronkelijke harmonische patroon.
De verhogingen bij Bach in "O Mensch....." zijn (dus) logisch en verklaarbaar; verwar de melodie overigens niet met die van Psalm 36/68: de laatste noot van regel 7 is een andere! Beide melodieën gaan terug op dezelfde bron, maar schelen één noot.....
laat uw woorden weinig zijn; pred. 5: 1b