Letstalk schreef:Ik denk ook wel dat het per kerkelijke gemeente verschilt. Door die 'uitbundigheid' zijn we wel een organist kwijtgeraakt.
Het was een goede organist (geschoold). Qua techniek was hij erg goed. Ook het begeleiden van de gemeentezang verliep niet naar wens. Op het moment dat de gemeente wilde inzetten was de organist al bij de derde noot. Het viel meer en meer op dat er steeds meer mensen hun mond dichthielden: 'We kunnen het niet bijhouden'. Het is zelfs gebeurt dat een predikant vanaf de preekstoel een opmerking daarover maakte in die zin van of de organist zijn tempo wilde aanpassen want anders zouden we wel zonder orgel zingen. De ds. is hier later wel op aangesproken dat dat niet kan.
De kerkeraad zat hiermee in een lastig parket, omdat zij het zich genoodzaakt achtte om dit met de organist te bespreken.
De organist heeft te kennen gegeven zich niet aan te willen passen, dus is hij er mee gestopt.
Het is wel jammer, maar je zou zeggen dat toch niet het onmogenlijke is gvraagd.
Het kan ook anders.
Een van onze predikanten was in z'n jonge jaren ook dirigent van een koor.
Wij zingen ritmisch, maar de gemeente heeft soms nog de neiging om -zoals in niet-ritmisch zingende gemeenten gebruikelijk is- elke regel pas in te zetten nádat de organist heeft ingezet. Het is wel eens gebeurd dat hij vanaf de kansel zei "Mensen, jullie mogen best op tijd, tegelijk met het orgel inzetten hoor", en vervolgens vanaf de kansel gewoon de inzetten aangaf en dus meedirigeerde.
Ik begrijp uit je verhaal dat die organist niet wenste te wachten als de gemeente weer eens te laat inzette. Een lastig item, want enerzijds moet je je als organist tijdens de eredienst natuurlijk dienstbaar opstellen, maar anderzijds: waarom zet die gemeente nou niet gewoon op tijd in? Het zegt dus niets over z'n kwaliteiten als begeleider, hooguit over z'n plooibaarheid in ongewenste situaties. Wordt niet al te gemakkelijk het zingen van de gemeente als een vaststaand en onveranderlijk gegeven gezien? 't Is vaak maar een kleine moeite om een bestaande wantoestand ten goede te keren. Er moet alleen iemand zijn die het lef heeft om zo'n wantoestand eens aan te pakken, zie bovengenoemd voorbeeld.