De 'theologie' van het aanwijzend voornaamwoord
De 'theologie' van het aanwijzend voornaamwoord
Wat me altijd weer opvalt bij veel gesproken of geschreven bevindelijk gereformeerde predikatiën is het veelvuldige gebruik van het aanwijzend voornaamwoord.
Ik zal enkele voorbeelden geven, dan hoop ik dat velen direkt zullen begrijpen wat ik bedoel:
- "dan gaat die mens dat inzien"
- "dat nieuwe leven"
- "en nu wil zo'n mens...."
- "Oh, dan gaat dat Woord..."
- "Op dat dierb're plekje..."
- "en dan wordt er in dat hart..."
In de meeste gevallen is het gebruik van zo'n aanwijzend voornaamwoord niet strikt noodzakelijk. We gebruiken een aanwijzend voornaamwoord vooral om een onderscheid te maken tussen iets dat dichtbij is en iets dat veraf is. Dit meisje en dat meisje. Deze jongen en die jongen.
Of we gebruiken het om iets dat verderweg gelegen is aan te wijzen:
"Ik woon in dat dorp". En je wijst met je hand over het weiland naar een paar huizen in de verte. Of: "Zie je die jongen...dat is mijn broer". Ook hier wordt er gewezen op iemand, die niet in de onmiddelijke nabijheid verkeert.
In de predikatiën wordt vaak het aanwijzend voornaamwoord gebruikt, waarin het gaat over die afstand. Dus de woorden "die", "dat" of "zo'n".
Heb ik het verkeerd, wanneer ik dit fenomeen analyseer als behorend bij de toch vaak beschrijvende preektrant, waarbij de geestelijke zaken beschreven en aangewezen worden alsof we er allemaal nog op verre afstand van staan?
"Dat geloof", "Die wedergeboren mens", "Zo'n bekeerd mens".
Het alternatief voor het aanwijzend voornaamwoord zou natuurlijk het bezittelijk voornaamwoord zijn: "mijn geloof", "uw bekering", "jouw of jullie geloof" of het neutrale lidwoord: "de bekering", "de wedergeboorte", "het geloof".
Toch overheerst het aanwijzend voornaamwoord". Niet de woorden "deze" en "dit", waarbij de begrippen wat dichterbij komen, maar vooral de eerder genoemde woorden "die", "dat" of "zo'n".
Mag ik zeggen, dat in deze predikatiën hiermee vooral het niet-bezitten-van en het op-grote-afstand-staan-van deze begrippen wordt uitgedrukt?
Ik vond het zelf nogal aardig gevonden, deze taal-analyse als verklarende analyse voor de gehanteerde theologie.
Ik noem die theologie dan maar for the time being: de 'theologie' van het aanwijzend voornaamwoord.
gravo
Ik zal enkele voorbeelden geven, dan hoop ik dat velen direkt zullen begrijpen wat ik bedoel:
- "dan gaat die mens dat inzien"
- "dat nieuwe leven"
- "en nu wil zo'n mens...."
- "Oh, dan gaat dat Woord..."
- "Op dat dierb're plekje..."
- "en dan wordt er in dat hart..."
In de meeste gevallen is het gebruik van zo'n aanwijzend voornaamwoord niet strikt noodzakelijk. We gebruiken een aanwijzend voornaamwoord vooral om een onderscheid te maken tussen iets dat dichtbij is en iets dat veraf is. Dit meisje en dat meisje. Deze jongen en die jongen.
Of we gebruiken het om iets dat verderweg gelegen is aan te wijzen:
"Ik woon in dat dorp". En je wijst met je hand over het weiland naar een paar huizen in de verte. Of: "Zie je die jongen...dat is mijn broer". Ook hier wordt er gewezen op iemand, die niet in de onmiddelijke nabijheid verkeert.
In de predikatiën wordt vaak het aanwijzend voornaamwoord gebruikt, waarin het gaat over die afstand. Dus de woorden "die", "dat" of "zo'n".
Heb ik het verkeerd, wanneer ik dit fenomeen analyseer als behorend bij de toch vaak beschrijvende preektrant, waarbij de geestelijke zaken beschreven en aangewezen worden alsof we er allemaal nog op verre afstand van staan?
"Dat geloof", "Die wedergeboren mens", "Zo'n bekeerd mens".
Het alternatief voor het aanwijzend voornaamwoord zou natuurlijk het bezittelijk voornaamwoord zijn: "mijn geloof", "uw bekering", "jouw of jullie geloof" of het neutrale lidwoord: "de bekering", "de wedergeboorte", "het geloof".
Toch overheerst het aanwijzend voornaamwoord". Niet de woorden "deze" en "dit", waarbij de begrippen wat dichterbij komen, maar vooral de eerder genoemde woorden "die", "dat" of "zo'n".
Mag ik zeggen, dat in deze predikatiën hiermee vooral het niet-bezitten-van en het op-grote-afstand-staan-van deze begrippen wordt uitgedrukt?
Ik vond het zelf nogal aardig gevonden, deze taal-analyse als verklarende analyse voor de gehanteerde theologie.
Ik noem die theologie dan maar for the time being: de 'theologie' van het aanwijzend voornaamwoord.
gravo
Re: De 'theologie' van het aanwijzend voornaamwoord
Gelukkig maar.gravo schreef:Ik vond het zelf nogal aardig gevonden, deze taal-analyse als verklarende analyse voor de gehanteerde theologie.
Ik herken er niets van. Ook dat gebruik van die aanwijzende voornaamwoorden niet.
Re: De 'theologie' van het aanwijzend voornaamwoord
Er wordt een omschrijving gegeven van iets. Zoals je in je voorbeelden ook aangaf:gravo schreef:Mag ik zeggen, dat in deze predikatiën hiermee vooral het niet-bezitten-van en het op-grote-afstand-staan-van deze begrippen wordt uitgedrukt?
Een omschrijving van een bepaald mens: díe mens; een omschrijving van een bepaald nieuw leven: dát nieuwe leven.- "dan gaat die mens dat inzien"
- "dat nieuwe leven"
- "en nu wil zo'n mens...."
- "Oh, dan gaat dat Woord..."
- "Op dat dierb're plekje..."
- "en dan wordt er in dat hart..."
Daarvoor is aangegeven wát dat nieuwe leven precies is of wie die mens precies is die hij bedoelt.
Hij wijst dus terug op wat hij eerder omschreven heeft. Dat hoeft niet direct te betekenen dat iedereen daar op afstand van staat.
Re: De 'theologie' van het aanwijzend voornaamwoord
Nou, toch wel, denk ik. Je zegt het zelf al: het is taal, die vooral gebruikt wordt bij beschrijvingen en omschrijvingen.Mariaa schreef:Er wordt een omschrijving gegeven van iets. Zoals je in je voorbeelden ook aangaf:gravo schreef:Mag ik zeggen, dat in deze predikatiën hiermee vooral het niet-bezitten-van en het op-grote-afstand-staan-van deze begrippen wordt uitgedrukt?Een omschrijving van een bepaald mens: díe mens; een omschrijving van een bepaald nieuw leven: dát nieuwe leven.- "dan gaat die mens dat inzien"
- "dat nieuwe leven"
- "en nu wil zo'n mens...."
- "Oh, dan gaat dat Woord..."
- "Op dat dierb're plekje..."
- "en dan wordt er in dat hart..."
Daarvoor is aangegeven wát dat nieuwe leven precies is of wie die mens precies is die hij bedoelt.
Hij wijst dus terug op wat hij eerder omschreven heeft. Dat hoeft niet direct te betekenen dat iedereen daar op afstand van staat.
Wanneer je iets gaat beschrijven, betekent het toch, dat de afstand die mensen kennelijk hebben tot een bepaald onderwerp overbrugd moet worden. Mensen weten iets niet, kennen iets niet of zien iets niet. Dan heb je iemand nodig die het voor je omschrijft en beschrijft. Als dat heel veel gebeurt, zou je natuurlijk kunnen veronderstellen, dat de aangesproken personen er nog maar heel weinig over weten.
Eén van de kenmerken van de huidige bevindelijk gereformeerde prediking is volgens mij nu juist, dat altijd weer dezelfde bekeringsweg wordt uitgelegd, zodat je wel eens de indruk krijgt, dat die bekeringsweg nog maar door weinigen is bewandeld. Bij die voortdurende noodzaak om het nog eens helemaal te beschrijven hoort het gebruik van al die aanwijzende voornaamwoorden.
Zie voor een leuk voorbeeld van een aanwijzend voornaamwoord de titel van een andere topic: "Dat lieve zoete recht".
Hier had natuurlijk ook volstaan kunnen worden met "het lieve zoete recht". Maar kennelijk is er toch iets, waardoor men intuitief kiest voor het aanwijzend voornaamwoord.
gravo
Re: De 'theologie' van het aanwijzend voornaamwoord
Ik ben het met je eens dat er direct een afstand geschept wordt. Als je het hebt over "dat en die" met in je achterhoofd de bevindelijke prediking, dan gaat er inderdaad iets vanuit van: "mocht je daar nog eens iets van ervaren". Maar dat is omdat wij de praktijk kennen van die bevindelijke prediking. (Zie schuingedrukte: nu wijs ik iets aan zonder afstand te scheppen)gravo schreef:Nou, toch wel, denk ik. Je zegt het zelf al: het is taal, die vooral gebruikt wordt bij beschrijvingen en omschrijvingen.Mariaa schreef:Er wordt een omschrijving gegeven van iets. Zoals je in je voorbeelden ook aangaf:gravo schreef:Mag ik zeggen, dat in deze predikatiën hiermee vooral het niet-bezitten-van en het op-grote-afstand-staan-van deze begrippen wordt uitgedrukt?Een omschrijving van een bepaald mens: díe mens; een omschrijving van een bepaald nieuw leven: dát nieuwe leven.- "dan gaat die mens dat inzien"
- "dat nieuwe leven"
- "en nu wil zo'n mens...."
- "Oh, dan gaat dat Woord..."
- "Op dat dierb're plekje..."
- "en dan wordt er in dat hart..."
Daarvoor is aangegeven wát dat nieuwe leven precies is of wie die mens precies is die hij bedoelt.
Hij wijst dus terug op wat hij eerder omschreven heeft. Dat hoeft niet direct te betekenen dat iedereen daar op afstand van staat.
Wanneer je iets gaat beschrijven, betekent het toch, dat de afstand die mensen kennelijk hebben tot een bepaald onderwerp overbrugd moet worden. Mensen weten iets niet, kennen iets niet of zien iets niet. Dan heb je iemand nodig die het voor je omschrijft en beschrijft. Als dat heel veel gebeurt, zou je natuurlijk kunnen veronderstellen, dat de aangesproken personen er nog maar heel weinig over weten.
Eén van de kenmerken van de huidige bevindelijk gereformeerde prediking is volgens mij nu juist, dat altijd weer dezelfde bekeringsweg wordt uitgelegd, zodat je wel eens de indruk krijgt, dat die bekeringsweg nog maar door weinigen is bewandeld. Bij die voortdurende noodzaak om het nog eens helemaal te beschrijven hoort het gebruik van al die aanwijzende voornaamwoorden.
Zie voor een leuk voorbeeld van een aanwijzend voornaamwoord de titel van een andere topic: "Dat lieve zoete recht".
Hier had natuurlijk ook volstaan kunnen worden met "het lieve zoete recht". Maar kennelijk is er toch iets, waardoor men intuitief kiest voor het aanwijzend voornaamwoord.
gravo
Taalkundig gezien hoeft het echter niet zo te zijn dat 'die mens' en 'dat nieuwe leven' per definitie van een afstand besproken wordt. Het kan ook een beschrijving zijn van iets wat je hebt mogen toeeigenen. Maar je praat er dan niet persoonlijk over, maar meer algemeen.
- MarthaMartha
- Berichten: 13043
- Lid geworden op: 21 nov 2007, 21:04
- Locatie: Linquenda
Re: De 'theologie' van het aanwijzend voornaamwoord
Wat grappig, heb het gelezen en tot me door laten dringen.....
Ik weet niet of je in de conclusie wel gelijk hebt.
Ik herken het wel. En heb zitten denken, maar ik doe het ook.
Maar misschien juist wel dan als ik heel eenvoudig wil zijn....
Gisteren op de jongensclub bijvoorbeeld, als ik bid "Heere, geef ons allemaal zo'n nieuw hart, een hart dat heel veel van U houdt, dat geen zonden wil doen, dat U geen verdriet wil doen, een hart dat voor U is en voor U wil leven".
En toch is het niet mijn instelling om het op een afstand te houden, integendeel.....
Ik weet niet of je in de conclusie wel gelijk hebt.
Ik herken het wel. En heb zitten denken, maar ik doe het ook.
Maar misschien juist wel dan als ik heel eenvoudig wil zijn....
Gisteren op de jongensclub bijvoorbeeld, als ik bid "Heere, geef ons allemaal zo'n nieuw hart, een hart dat heel veel van U houdt, dat geen zonden wil doen, dat U geen verdriet wil doen, een hart dat voor U is en voor U wil leven".
En toch is het niet mijn instelling om het op een afstand te houden, integendeel.....
Als de moed je in de schoenen zinkt, ga dan eens op je kop staan!
Re: De 'theologie' van het aanwijzend voornaamwoord
Heb je niks anders te doen, gravo, dan dit ongezonde gewroet?
- MarthaMartha
- Berichten: 13043
- Lid geworden op: 21 nov 2007, 21:04
- Locatie: Linquenda
Re: De 'theologie' van het aanwijzend voornaamwoord
wat kan jou dat nou schelen? 't is toch best leuk om eens zoiets uit te spitten? doe jij weer met andere dingen.....Afgewezen schreef:Heb je niks anders te doen, gravo, dan dit ongezonde gewroet?
Als de moed je in de schoenen zinkt, ga dan eens op je kop staan!
Re: De 'theologie' van het aanwijzend voornaamwoord
Nee, ik vind dit tamelijk ondermijnend. Ik hoop niet dat ik zulke ondermijnende zaken onderneem op dit forum.MarthaMartha schreef:wat kan jou dat nou schelen? 't is toch best leuk om eens zoiets uit te spitten? doe jij weer met andere dingen.....Afgewezen schreef:Heb je niks anders te doen, gravo, dan dit ongezonde gewroet?
Het komt, kort gezegd, niet voort uit een goede gezindheid.
Re: De 'theologie' van het aanwijzend voornaamwoord
Uhm.gravo schreef:Zie voor een leuk voorbeeld van een aanwijzend voornaamwoord de titel van een andere topic: "Dat lieve zoete recht".
In de 16e eeuw was "dat" een bepaald lidwoord (onzijdig), vergelijkbaar met het huidige lidwoord "het".
Dus deze leuke vlieger gaat niet op.
- MarthaMartha
- Berichten: 13043
- Lid geworden op: 21 nov 2007, 21:04
- Locatie: Linquenda
Re: De 'theologie' van het aanwijzend voornaamwoord
je probeert altijd je tegenstanders in een discussie te ondermijnen toch?Afgewezen schreef:Nee, ik vind dit tamelijk ondermijnend. Ik hoop niet dat ik zulke ondermijnende zaken onderneem op dit forum.MarthaMartha schreef:wat kan jou dat nou schelen? 't is toch best leuk om eens zoiets uit te spitten? doe jij weer met andere dingen.....Afgewezen schreef:Heb je niks anders te doen, gravo, dan dit ongezonde gewroet?
Het komt, kort gezegd, niet voort uit een goede gezindheid.
dát is gewoon een discussie.....
Als de moed je in de schoenen zinkt, ga dan eens op je kop staan!
Re: De 'theologie' van het aanwijzend voornaamwoord
MM, het ligt anders.
Gravo gedraagt zich hier een beetje als de Anne van der Meiden van Refoforum. Af en toe daalt hij neer van zijn verlichte hoogte en komt hier wat welwillend rondwandelen en af en toe zo wat ideeën lanceren.
Leuk toch als al die bekrompen RF'ers gaan reageren?
Gravo gedraagt zich hier een beetje als de Anne van der Meiden van Refoforum. Af en toe daalt hij neer van zijn verlichte hoogte en komt hier wat welwillend rondwandelen en af en toe zo wat ideeën lanceren.
Leuk toch als al die bekrompen RF'ers gaan reageren?
Re: De 'theologie' van het aanwijzend voornaamwoord
Dag MarthaMartha,MarthaMartha schreef:Wat grappig, heb het gelezen en tot me door laten dringen.....
Ik weet niet of je in de conclusie wel gelijk hebt.
Ik herken het wel. En heb zitten denken, maar ik doe het ook.
Maar misschien juist wel dan als ik heel eenvoudig wil zijn....
Gisteren op de jongensclub bijvoorbeeld, als ik bid "Heere, geef ons allemaal zo'n nieuw hart, een hart dat heel veel van U houdt, dat geen zonden wil doen, dat U geen verdriet wil doen, een hart dat voor U is en voor U wil leven".
En toch is het niet mijn instelling om het op een afstand te houden, integendeel.....
Je gebruikt in het gebed inderdaad heel veel keer het woord "dat". Maar dit is een ander gebruik van het woord, dan ik bedoel. Als je zegt: " een hart, dat heel veel van U houdt" wordt het gebruikt als een betrekkelijk voornaamwoord. Dan heeft het betrekking op iets dat eerder werd genoemd (in dit geval: een hart).
Mij is opgevallen, dat woorden als "dat" en "die" zo vaak als aanwijzende voornaamwoorden worden gebruikt. Dat is echt een ander gebruik van het woord "dat".
Wanneer je normaal gesproken spreekt over een mens of over het geloof, beluister ik vaak die mens of dat geloof. Denk eens aan de volgende fictieve zin: "Dan gaat God dat hart van die mens bearbeiden, zodat die mens dat ware onwederstandelijke werk gaat bevinden". Ik geef toe, het is een beetje archaïsche taal, eigen aan bevindelijk gereformeerde predikatiën, maar dat opvallende gebruik van de aanwijzende voornaamwoorden is beslist niet uit de lucht gegrepen.
Volgens mij zit daar dus een bepaalde betekenis aan. Ik leg dan een verband met de theologie, waarbinnen dit taalverschijnsel bijna uitsluitend voorkomt.
En dat vind ik dan gewoon leuk om te ontdekken. Want volgens mij is het echt zo. Je moet er maar eens op gaan letten.
gravo
Re: De 'theologie' van het aanwijzend voornaamwoord
reageer toch niet zo....Afgewezen schreef:Heb je niks anders te doen, gravo, dan dit ongezonde gewroet?
Re: De 'theologie' van het aanwijzend voornaamwoord
gravo schreef:reageer toch niet zo....Afgewezen schreef:Heb je niks anders te doen, gravo, dan dit ongezonde gewroet?
