Geachte lezer,
Het is de bedoeling deze website te vullen met stichtelijk geschreven- en gesproken woord. Het is ruim 7 maanden geleden dat de Heere me o.a. hiertoe kwam te roepen met woorden uit Psalm 51 : 14-15, “Geef mij weder de vreugde Uws heils; en de vrijmoedige geest ondersteune mij. Zo zal ik de overtreders Uw wegen leren; en de zondaars zullen zich tot U bekeren.” Waarna ik als een gewaterde hof de kerk uit kwam…
Wat deze woorden inhielden, wist ik niet. Maar toen ik door God op een zeer wonderlijke wijze uit een gruwelijke dwaling verlost ben geworden, kreeg ik een gedurige drang om ook anderen te wijzen en waarschuwen voor de heersende leerdwailingen in behoudend kerkelijk Nederland. Toen ik mijn eerste artikel had geschreven, en dit aan iemand liet lezen, vroeg deze persoon of ik een evangelisatiefolder wilde schrijven t.b.v. evangelisatie in Nederland. Deze vraag legde ik den Heere voor in gebed, waarop er een week volgde, dat er telkens de volgende woorden tot me kwamen : “Schrijf, schrijf….”
Maar wat ik moest schrijven wist ik niet. Ik wist wel dat dit in het boek Openbaringen moest staan, en ging dus zoeken, en mijn gedachten bepaald werden bij eerste hoofdstuk het 19e vers, het eerste gedeelte, waarin staat : “Schrijf hetgeen gij gezien hebt…”. Om hier de toepassing op te maken, was voor mij niet moeilijk. Het ging dus om de leerdwalingen, in bijna geheel behoudend kerkelijk Nederland. Ontzaggelijk, geliefde lezer, hoe vér het allemaal weg is, en hoe de zuivere leer verwaterd is geworden. Wat zijn we toch ver afgeweken van die zuivere leer der Reformatie. Ik heb werkelijk een half jaar bijna mijn werk niet naar behoren kunnen doen, vanwege het verdriet en mijn verbijstering, over hoe lange tijd ik zelf heb lopen dwalen, én hoe ik zag hoe anderen dwaalden. Ik heb hier wat over geschreven in het artikel over, ‘het onbegrepen leven Noach.’
Daarna volgde er een tijd, dat ik gedurig die woorden uit Prediker 11:1-6 tot me kreeg, “Werp uw brood uit op het water, want gij zult het vinden na vele dagen. Geef een deel aan zeven, ja, ook aan acht; want gij weet niet, wat kwaad op de aarde wezen zal. Als de wolken vol geworden zijn, zo storten zij plasregen uit op de aarde; en als de boom naar het zuiden, of als hij naar het noorden valt, in de plaats, waar de boom valt, daar zal hij wezen. Wie op den wind acht geeft, die zal niet zaaien, en wie op de wolken ziet, die zal niet maaien. Gelijk gij niet weet, welke de weg des winds zij, of hoedanig de beenderen zijn in den buik van een zwangere vrouw, alzo weet gij het werk Gods niet, Die het alles maakt. Zaai uw zaad in den morgenstond, en trek uw hand des avonds niet af; want gij weet niet, wat recht wezen zal, of dit of dat, of dat die beide te zamen goed zijn zullen.”
Hiermee kreeg ik nogmaals mijn roeping bevestigd. Ik denk dat ik deze woorden wel honderd keren heb gekregen, waarna ik later meer zicht kreeg op de inhoud van die roeping, uit 2 Tim. 4 : 2-5 ”Predik het woord; houd aan tijdelijk, ontijdelijk; wederleg, bestraf, vermaan in alle lankmoedigheid en leer. Want er zal een tijd zijn, wanneer zij de gezonde leer niet zullen verdragen; maar kittelachtig zijnde van gehoor, zullen zij zichzelven leraars opgaderen, naar hun eigen begeerlijkheden; En zullen hun gehoor van de waarheid afwenden, en zullen zich keren tot fabelen. Maar gij, wees wakker in alles, lijd verdrukkingen; doe het werk van een evangelist, maak, dat men van uw dienst ten volle verzekerd zij.
Deze woorden kwamen tot me onder een Schriftlezing in een kerkdienst bij ons op Katwijk. Het was 19 Oktober 2008, op een zondagavond, dat ik deze woorden kreeg. En hierin stond nu eigenlijk precies de toestand van huidig kerkelijk Nederland verwoord, op een paar enkele getrouwe predikanten na…
Ik hoop dat den Heere dit werk, waartoe Hij me riep, zeer rijkelijk zou willen zegenen, tot de verheerlijking van Zijn grote Naam, en tot de bekering van vele zondaren. Als u vragen heeft, wil ik altijd proberen u te woord te staan. Van mezelf weet ik niets, ben ik niets, en het wordt ook nooit meer wat. Maar als de Heere het wel eens geeft, dan probeer ik wel eens wat te schrijven, kon en mocht het zijn tot troost van velen van Zijn verkoren volk, die vanwege die dwalingen, menigmaal zonder enige troost, wenend in het donker verkeren…
Wie of ik ben is niet zo moeilijk te zeggen. Ik ben een gevallen mens in Adam, maar ben door vrije genade om niet, opgericht geworden in het Bloed van Christus Jezus. Ik ben een hoer en een tollenaar in mezelf, maar geheel rein en rechtvaardig in Hem. In de folder : “God zoekt de zondaar”, heb ik aan het einde iets over mezelf geschreven. Maar het gaat niet om mij, lezer. Want, ik ben maar een vuile goot, niets hebbende in en van mezelf. Maar als dat Levende water uit Hem weer eens mag gaan stromen, dan mag ik het nu met vrijmoedigheid zeggen, dat het mijn lust is geworden om die ene grote Naam van heil en zegen, te mogen aanprijzen. Aan wie? Aan het slechtste wat er hier op aarde nog rond loopt. Geliefde lezer, u hoeft alleen maar een hoer te wezen, een moordenaar, een dief, een rover, een tollenaar, zwart van zonde staande voor God, niet meer wetend hoe u ooit nog zalig zal moeten worden, geen enkel recht meer hebbend op de zaligheid. Tegen dezulken mag ik het zeggen : “Het bloed van Jezus Christus, reinigt van alle zonden!” Amen
Meende dat directe revelatie ge-eindigt was met de canon van de Schrift....