Ik denk dat Geka hier de kern van de discussie raakt. Jammer dan ook dat je passief naar de achtergrond verdwijnt Geka, want jouw bijdragen aan dit gesprek ervaar ik als waardevol!DJK schreef:Aan Geka :
Geka : 3. Verder kan ik me - vanuit je diverse postings - toch niet aan de indruk onttrekken dat je het sterven aan de wet toch wel op een heel specifieke manier inkleurt. Een overaccentuering van het recht van God, het doorleven van het recht, en het verloren gaan onder het recht, heel sterk alvorens in Christus te (mogen?) geloven. Op die manier ben je met de onderscheiding tussen wettisch en evangelisch berouw toch wel in een heel andere context beland dan de Erskines en Boston. Zij benadrukken juist dat het evangelisch berouw tot zaligheid noodzakelijk is. Daarom wordt het aanbod van genade zo sterk benadrukt; alleen uit Christus en het geloof in Hem vloeit de evangelische boetvaardigheid. Hoewel Gods gewone weg via overtuiging van zonde leidt tot het omhelzen van Christus, is een wettisch berouw niet noodzakelijk tot zaligheid. Eerlijk gezegd krijg ik de indruk dat het voor jou juist criterium is van het ware werk van Gods Geest.
DJK : De ene vraag die ik gedurig, met al mijn uitleg ook naar anderen, naar voren heb willen brengen ter overdenking, niet vanuit de hoogte maar juist bedoeld vanuit de liefde, is eigenlijk : 'Hóe, en in welke weg is Christus uw deel geworden ?'
Geka : Een citaat van Ralph Erskine: Hoeveel overtuiging en vernedering is er nu nodig om de zondaren te doen sterven aan de wet, opdat zij Gode leven mogen? Zoveel overtuiging is er nodig, dat het de mens losmaakt van het verbond der werken en dat hij zich afkeert van zijn eigengerechtigheid en uitroept: onrein, onrein, schuldig, schuldig.....
DJK : Amen! (een zeer schone en zuivere omschrijving van over hoe een zondaar die doodschuldig staat jegens Gods heilig verdoemende Recht, en aan die eis der Wet de kruisdood met Christus sterft. Lees maar na, ik heb het nooit anders gebracht als deze godzalige puritein.)
DJK
Wij staan allen schuldig voor God en zullen ook werkelijk hiermee in de schuld moeten komen voor God. Ik heb niet het idee dat één van de schrijvers in dit topic daar problemen mee heeft. De vraag draait uiteindelijk in dit topic om "Hoe doodschuldig moet je je nu eigenlijk wel niet voelen?" of "Wat voor berouw is voldoende voor God?". Dit blijkt uit de overaccentuering van onze houding tegenover het recht van God. DJK stelt de de vraag centraal of ieder van ons wel voldoende berouw, wel voldoende zondekennis heeft. Dit is een terechte vraag in ieders persoonlijk leven, maar niet een vraag die wij anderen hoeven te stellen. Want het oordeel komt ons niet toe. Laten we alleen maar wijzen op het antwoord wat Jezus zelf gaf antwoord op de vraag "Wie van u overtuigt Mij van zonde?" ..... "Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Zo iemand Mijn woord zal bewaard hebben, die zal den dood net zien in der eeuwigheid". Ho, ho zal DJK zeggen, maar zo simpel gaat dat niet! Want je moet wel door het Woord overtuigt worden van je zonde en daarmee in de schuld voor God komen, want zelfs Abraham is toch gestorven?, enz. enz.
Hoor dan wat Jezus antwoordde "Indien Ik Mijzelven eer, zo is Mijn eer niets; Mijn Vader is het, Die Mij eert, Welken gij zegt, dat uw God is. En gij kent Hem niet, maar Ik ken Hem; en indien Ik zeg, dat Ik Hem niet ken, zo zal Ik ulieden gelijk zijn, dat is een leugenaar; maar Ik ken Hem, en bewaar Zijn woord."
Jezus zelf gaat ons voor in het eren van Zijn Vader. Wat zullen wij dan doen? Stilstaan blijven staan bij onze onbetaalbare schuld? Of anderen vertellen van de Hem die wij kennen door Zijn Zoon en ons houden aan Zijn woord?
Geve God ons de wijsheid om te doen wat Maria deed. Na alles wat ze meegemaakt begon ze niet te vertellen van wat ze allemaal wel niet meegemaakt had en hoe ze door haar twijfels heen geloof ontvangen had. Nee, ze zong "Mijn ziel maakt groot de Heere, en mijn geest verheugt zich in God, mijn Zaligmaker. Omdat Hij de nederheid van Zijn dienstmaagd heeft gezien, want zie, van na aan zullen mij zalig spreken al de geslachten. Want grote dingen heeft Hij aan mij gedaan, Die machtig is, en heilig is Zijn Naam.
Hartelijke groet,
Herman