Gijs, kom eens een jaartje in Rotterdam wonen. De opmerking dat die mensen maar naar de officiele organisaties moeten is denk ik de beste smoes die (reformatorsiche) mensen gebruiken om zelf niks te hoeven doen. In de trant van: ik betaal elke zondag geld voor die mensen en daarmee is mijn verantwoordelijkheid wel voorbij.Gijs83 schreef:Voordat ik het verhaal hoorde(rond 9.30 uur) was ze allang vertrokken. Maar je kunt toch niet zomaar ieder mens binnenlaten? Je hoort tegenwoordig zulke rare verhalen! Zulke personen kunnen beter naar professionele hulpverleningsorganisaties. Vind ik.Mister schreef:Toen heb jij ze binnen genodigd, een boterham en een Levensbron gegevenGijs83 schreef: Bahzulk volk loopt er dus ook al in Rijssen. Niet dat het in dit geval heel erg(toch ook weer wel) was, maar toch zwervers daar hoor hier normaal gesproken niet over.
Ik weet niet waar de priester en leviet aan dachten toen ze langs die man liepen, misschien wel aan hun dagelijkse offerande in de tempel. De samaritaan dacht aan zijn naaste.
Een kotssmiley en het woord 'bah' terwijl je het over mensen hebt. Ik ben zo bang dat die gedachte onder een heel groot gedeelte van reformatorische christenen leeft. Ik heb ook wel eens in een discussie gezeten met ouders van een vriend over zwervers (ze hebben het er toch zelf naar gemaakt?) en buitenlanders (laten ze terug gaan naar hun eigen land). Het aparte is dat de mensen die er de meeste afschuw van hebben in de plaatsen wonen waar er het minste van lopen. Ze lopen te schelden op iets waar ze zelf bijna nooit mee te maken krijgen.
Wonderlijk dat Jezus juist kwam naar het uitschot van de maatschappij. Was dat ook niet één van de redenen dat de geestelijkheid hem niet moest? Hij ging naar tollenaren (landverraders), zondaren (hoeren), buitenlanders...
En het geschiedde, als Hij in het huis van Mattheüs aanzat, ziet, vele tollenaars en zondaars kwamen en zaten mede aan, met Jezus en Zijn discipelen.
En de Farizeën, dat ziende, zeiden tot Zijn discipelen: Waarom eet uw Meester met de tollenaren en de zondaren?
Ze zeiden nog net geen `Bah`.
Maar Jezus, zulks horende, zeide tot hen: Die gezond zijn hebben den medicijnmeester niet van node, maar die ziek zijn.
Doch gaat heen en leert, wat het zij: Ik wil barmhartigheid, en niet offerande; want Ik ben niet gekomen om te roepen rechtvaardigen, maar zondaars tot bekering.
Juist het wezen van Zijn komst: het roepen van zondaars tot bekering moet de christen uitdrijven tot barmhartigheid. Omdat hij of zij weet dat hij gered is uit een minstens zo miserabele staat als die mensen die aan de rand van de samenleving leven.