cosmo schreef:Ik zou trouwens niet in waarom je bepaalde feiten in de bijbel niet zo mogen onderzoeken. Dit lijkt me meer een standpunt van mensen die bang zijn dat mensen ontdekken dat het toch niet de waarheid is, o.i.d.
Precies, en dat laatste is ook mijn standpunt.
Niet dat je niets meer zou mogen onderzoeken, ik ben juist vóór een goede wetenschap - wellicht ook voor de wetenschap die zich kan scheiden van het geloof. Maar wat ik bedoel is dat veel jongeren (en ouderen) die zich sterk richten op dat onderzoek en op de wetenschap inderdaad 'ontdekken dat het toch niet de waarheid is'. Misschien zeg je: dat is vreemd, want als iets de waarheid is dan wijzen toch altijd alle bewijzen daar naar toe? En dan leidt grondig onderzoek toch altijd daarheen?
Maar dat is natuurlijk maar de vraag. Het is ook heel belangrijk in welke discipline je je begeeft. Want als ik vanuit de theologie (niet zozeer de wetenschap daarvan) en filosofie naar de wereld en naar mijn medemensen kijk, dan wordt de Bijbelse waarheid voor mij heel duidelijk. Dan leert de Bijbel mij bijvoorbeeld ook dat wij een strijd hebben met boze machten, dat ons verstand verduisterd is, dat er niemand is die God zoekt... Neem ik die gegevens voor waar aan dan verandert dat mijn kijk op de wetenschap behoorlijk. Dan levert
die gedachte mij al een oplossing voor de vraag waarom bepaalde bewijzen er wel of niet zijn, of waarom vanuit bepaalde gedachten onderzoek wordt gedaan en zodoende ook op een bepaalde uitkomst wordt aangewerkt. De discipline van de wetenschap biedt die ruimte andersom echter niet. Misschien wel voor jou persoonlijk, maar ik zie ze in het maatschappelijke leven een veel grotere plaats gaan innemen.
Ik ben blij dat jouw geloof blijkbaar zo sterk is dat je alle informatie die de wetenschap levert er feilloos mee kan combineren. Maar dat zie ik bij veel andere jongeren anders gaan. Die zijn niet in staat de informatie van de wetenschap in de juiste verhoudingen te zien en verlaten hun geloof volledig. Of ze veranderen hun geloof voortdurend als de wetenschap dat vraagt. Met name dat laatste gebeurt veel: zo zie ik jongeren die niet meer geloven in een lichamelijke opstanding van Jezus noch in bijv. het letterlijk uitspreken van de bergrede door Hem - en dus verandert hun geloof meer en meer in een geloven in de mooie waarden die de Bijbel levert dan in het geloof in de persoonlijke God die in de Bijbel Zijn heilsgeschiedenis volvoert. Want dat laatste beeld levert de Bijbel ons, en de Bijbel heeft ook (vaak) de pretentie van de geschiedsschrijving. Als je dat ontkent ga je recht tegen de geest van de Bijbel in en is het de vraag in hoeverre je geloof daar nog iets mee te maken heeft. Ook zie je juist vaak bij deze mensen dat het niet meer mogelijk is de Bijbel te laten spreken, 'als sprak God tot hen' - iets wat in de kerkgeschiedenis een duidelijke functie van de Bijbel is geweest (Augustinus, Luther). Bovendien is de God van het Oude Testament opeens niet meer te combineren met het Nieuwe Testament omdat in het denken hierover niet de lijn die de Bijbel hanteert (in Hebreeën bijvoorbeeld heel duidelijk) centraal staat, maar de geschiedsschrijving en de overeenkomsten uit de Bijbel met andere boeken. Dat zijn zo wat problemen die ik naar voren zie komen.
Vooral het historische geloof dat ook in de Hebreeën-brief centraal staat, verdwijnt meer en meer uit het oog.
God, voortijds veelmaal en op velerlei wijze, tot de vaderen gesproken hebbende door de profeten, heeft in deze laatste dagen tot ons gesproken door den Zoon;
Welken Hij gesteld heeft tot een Erfgenaam van alles, door Welken Hij ook de wereld gemaakt heeft;
Dewelke, alzo Hij is het Afschijnsel Zijner heerlijkheid, en het uitgedrukte Beeld Zijner zelfstandigheid, en alle dingen draagt door het woord Zijner kracht, nadat Hij de reinigmaking onzer zonden door Zichzelven te weeg gebracht heeft, is gezeten aan de rechter hand der Majesteit in de hoogste hemelen;
Zoveel treffelijker geworden dan de engelen, als Hij uitnemender Naam boven hen geërfd heeft.
(...)
Het geloof nu is een vaste grond der dingen, die men hoopt, en een bewijs der zaken, die men niet ziet.
Want door hetzelve hebben de ouden getuigenis bekomen.
Door het geloof verstaan wij, dat de wereld door het woord Gods is toebereid, alzo dat de dingen, die men ziet, niet geworden zijn uit dingen, die gezien worden.