Op dit moment ben ik dat boekje aan het lezen. Een zeer mooi begrijpend boekje.Oorspronkelijk gepost door nicname
Kislev, je zegt:
" Ben het met Harinck eens dat de ruime nodiging vandaag de dag ontbreekt. Ook bij wat wij noemen de 'lichtere' gergem predikanten. De drukken zich niet zo helder uit zoals sommige oudvaders. Zo heb ik jaren terug het boekje 'Bekering, ook voor jou?' van Vreugdenhil gelezen, maar echt wakker werd ik er niet van. "
Sorry, ik kan in veel opmerkingen met je meegaan, maar misschien moet je dit zeer praktische en eenvoudige boek van Ds. Vreugdenhil nog eens lezen...:t
Je bent nu tenslotte weer een paar jaar ouder;)
GRoetjes Nicname
Ds. C. Harinck pleit voor meer openheid
Waarom zou je het geloof willen loskoppelen van de gelovige? Spreekt de Bijbel daarvan?Oorspronkelijk gepost door parsifal
In de eerste uitspraak is in ieder geval dat de gelovige door het geloof de zaak aanneemt, waarbij het geloof direct tot de gelovige behoort en tot het "ik"van de gelovige behoort.
In de tweede uitspraak kunnen geloof en de gelovige losgekoppeld worden. Waarbij je het omgekeerde krijgt van Romeinen 7, waar de zonde niet tot het "ik" van Gods kinderen behoort, maar "het bezit van de Heilige Geest" wel.
Vaya con Dios,
parsifal
Het is erg vreemd dat zodra geloof gekoppeld wordt aan de christen dat dit bij velen een bijsmaak heeft, terwijl dat niet het geval is met de eigenschappen ootmoet en zondebesef. Waarom kun je wel zeggen: je moet je zonden kennen (kunnen wij dat dan?), terwijl je niet mag zeggen: je moet geloven?
- ndonselaar
- Berichten: 3105
- Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
- Contacteer:
Door het geloof Voorbijganger rekent Gods ons de gerechtigheid toe. Door het geloof!Anders Donselaar, anders. Zonder de toegerekende gerechtigheid van Christus kunnen we niet voor God bestaan. Hoe gelovig we onszelf ook denken, alleen in Hem is sprake van een nieuw schepsel.
Mijn zin - Wij moeten echter wel Zijn Woord door het geloof aannemen.
Voorbijganger - Door het geloof wordt Zijn woord aangenomen
Ik stem in met de opmerking van Refo. Over die van Parsifal denk ik nog na. Echter Voorbijganger jouw zin lijkt me iets meer getuigen van activisme. De Schrift zegt ‘het geloof is door het gehoor en het gehoor door het gepredikte Woord Gods’. Tenminste ik ga nu uit van de SV en niet van de grondtekst. Als je zo deze tekst leest, zie ik geen verschil. Maar goed, geef eens het verschil aan!
De kerk is toch een vergadering van ware christgelovigen, waar de sacramenten bediend worden? Is dit van toepassing op de JA? Nogmaals dat jij kritiek hebt op de JA omdat ze zich buiten de kerk plaatsen met betrekking tot Woordbediening door de week zonder ambtelijk gezag, dat mag. Hierin ga ik schoorvoetend met je mee. De oorzaak echter waardoor ze zijn ontstaan en nog bestaan, doet me echter wel voorzichtiger maken in mijn spreken over de JA.De JA zelf laat de ruimte niet, doordat een gelijkwaardige positie als kerk werd geclaimd.
Dat jij niet over kleinen wenst te spreken Voorbijganger, kan ik nu wel aannemen. Dat ik nadrukkelijk niet wil spreken over ‘standen in de genade’ alsof we iedere keer een klasje hoger moeten, wijs ik af, dat weet jij ook. Mijn spreken over ‘kleinen’ is die mensen die door aanvechting zo klein kunnen zijn in hun geloofsoefening.
Dat het nooit geen mensenwerk kan en mag zijn, zijn we samen eens. Maar Voorbijganger, heb jij weet wat een stormen het voor sommige mensen al gekost heeft omdat ze deze avonden bezochten? Niet alleen die avonden trouwens maar elke avond, ook de Woordbediening in de kerk!, waar één van die leraren voorging. Ik zou zeggen lees alleen maar de stukjes als reactie hierop (Saambinder etc.). Inderdaad samen in ellende en nood. Maar die weg is helaas kerkelijk al lang afgesloten. Gezamenlijk de Schriften onderzoeken? Waar? Jeugdverenigingen en bijbelstudies noemt men gevaarlijke kweekplaatsen voor predikanten. Nee, Voorbijganger het is verder weg dan we weten. Er is inderdaad nog één weg over en dat is die van het gebed. Laten de brokstukken maar voor Gods aangezicht neerleggen en vanuit die gebrokenheid vragen om een terugkeer, ja dat Zijn Geest weer stromen van levend water mag uitgieten op de gemeente. Want ‘de velden zijn wit om te oogsten’.Het mensenwerk en het blazen daarin heb ik hiervoor al toegelicht. Och, die hoogmoed, die hoogmoed. Dat eeuwig vertrouwen in het ‘ik’. Het heeft al zoveel ellende opgeleverd. Had men in ellende en nood bij elkaar gezeten. Had men gezamenlijk de schriften onderzocht. Er zou zegen te verwachten zijn geweest. Maar men moest zonodig een bouwwerk naast het fundament dat Christus in gebruik heeft voor de bouw van zijn lichaam. Dat zou beter zijn. Daar is voedsel. Ja, ja totdat de stormen komen.
Gelukkig is Hij niet aan plaats en tijd gebonden. Wel aan Zijn Woord. In de Woord ontmoeting openbaart zich ook één van de sleutelen van het hemelrijk.Alleen het werk van de Almachtige maakt hier een onderscheid. Waar Hij werkt, daar is Hij en is het Zijn eigendom. De hele rest is bezit en eigendom van de duivel.
De duivel sprak anders Voorbijganger. Hij sprak in en door Rome ‘Waar de kerk is daar is het Woord’. God werkt alleen daar waar Zijn Woord verkondigd wordt.
Wie snatert er Voorbijganger, of wie spreekt er voor een valse kerk? Zeker is het noodzakelijk dat alleen op grond van Gods Woord hier gediscussieerd wordt. Na de vakantie zal hier over duidelijkheid komen. Wel hoop ik dat ook aan mensen, al zijn ze Rooms Katholiek, toegang wordt gegeven. Dat geeft het forum missionair gehalte.Want ook nu zie ik die verdediger van de valse kerk weer snateren. Ik zie hem weer zijn valse leerstellingen poneren. Hoe gereformeerd zijn we? In welke mate is het college van moderatoren de gereformeerde leer in waarheid toegedaan? Of blijft het alleen bij noemen. Graag duidelijkheid Donselaar. Niet in woorden, maar in daden!
Groeten,
[Aangepast op 7/8/03 door ndonselaar]
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini
- ndonselaar
- Berichten: 3105
- Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
- Contacteer:
Een erg korte reactie Voorbijganger.
Toch denk ik een terechte vraag die we ons moeten stellen.
Willen we een gereformeerd forum met daarin alleen spreken met gereformeerde mensen of....
willen we een forum met een strikte binding aan Gods Woord en het credo. Dit forum kan door zijn strikte binding wel bv. Joodse mensen of Rooms Katholieken toelaten of mee te spreken.
Ik pleit voor het laatste. Dat betekent wel dat iemand als Eliyahu, ondanks zijn Jood zijn, zolang hij schrijft als hij altijd deed, verwijderd wordt.
Groeten,
Toch denk ik een terechte vraag die we ons moeten stellen.
Willen we een gereformeerd forum met daarin alleen spreken met gereformeerde mensen of....
willen we een forum met een strikte binding aan Gods Woord en het credo. Dit forum kan door zijn strikte binding wel bv. Joodse mensen of Rooms Katholieken toelaten of mee te spreken.
Ik pleit voor het laatste. Dat betekent wel dat iemand als Eliyahu, ondanks zijn Jood zijn, zolang hij schrijft als hij altijd deed, verwijderd wordt.
Groeten,
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini
Ik bewonder je geduld, Niek, om telkens daar nog serieus op in te gaan.Oorspronkelijk gepost door ndonselaar
Een erg korte reactie Voorbijganger.
Toch denk ik een terechte vraag die we ons moeten stellen.
Willen we een gereformeerd forum met daarin alleen spreken met gereformeerde mensen of....
willen we een forum met een strikte binding aan Gods Woord en het credo. Dit forum kan door zijn strikte binding wel bv. Joodse mensen of Rooms Katholieken toelaten of mee te spreken.
Ik pleit voor het laatste. Dat betekent wel dat iemand als Eliyahu, ondanks zijn Jood zijn, zolang hij schrijft als hij altijd deed, verwijderd wordt.
Groeten,
Hoe komt het dat vele ware christenen zo weinig hebben? Hoe komt het toch dat zij strompelend en treurend naar de hemel gaan en onderweg zo weinig genieten van de vrede en de kracht die er is in de dienst van Christus? Het antwoord is kort maar krachtig: "Zij hebben niets, omdat zij niet vragen." Zij hebben weinig, omdat zij weinig vragen. Zij zijn niet beter dan zij zijn, omdat zij hun Heere zo weinig vragen om hen beter te maken. Onze futloze wensen zijn de oorzaak van ons futloos optreden. Wij sterken ons niet in de Heere, maar in onszelf. Gelukkig zijn zij, die de woorden nooit vergeten: "Doe uw mond wijd open, en Ik zal hem vervullen (Ps. 81: 11). Het zal altijd blijken dat iemand die veel voor Christus doet en zijn sporen nalaat in de wereld, iemand is die veel bidt. J.C. RyleOorspronkelijk gepost door voorbijgangerLecram
Evenwel is het begrijpelijk dat die uitwassen zijn ontstaan. Een direct gevolg van de prediking van semi-halleluja roepers, die werken met sluitredenen en kenmerken. Engelsen, zoals Spurgeon, zijn daar erg sterk in. Ik moet er niets van hebben.
Aan Spurgeon vroeg men hoe lang hij bad. Toen zei hij: ik bid nooit langer dan vijf minuten maar er zijn ook nooit vijf minuten zonder gebed........
UIT DE CVKOERS!!! DS. Harinck bezorgd over ontwikkelingen binnen de Gereformeerde Gemeenten.
Prof. Blaauwendraad bracht in 2001 de GereformeerdeGemeenteninberoeringmet zijn boek Het is ingewikkeld geworden. De hoogleraar stelde de prediking in het kerkgenootschap onder kritiek, met name op het punt van de 'vrije aanbieding van Christus'. Volgens Blaauwendraad legt men allerlei obstakels in de weg om tot Christus te komen, zoals de eis van een specifieke doorleving van het zondaar-zijn. Ds. Harinck leverde destijds een opvallende bijdrage aan de discussie met zijn boek De toeleidende weg tot Christus. Daarin gaat hij pastoraal in op vragen die mensen hebben over geloofszekerheid en de betrouwbaarheid van Gods beloften. Amper twee jaar later is er opnieuw een boek van zijn hand, De prediking van het Evangelie - het aanbod van genade, waarin hij meer theoretisch de vragen rond geloof, toeeigening van het heil, de verbondsbeloften en dergelijke tot op de bodem uitzoekt. De zeventigjarige predikant - sinds 1962 verbonden aan de Gereformeerde Gemeenten - toont zich bewogen met zijn kerkgenootschap, dat in onrustig vaarwater verkeert.
Verstandsgeloof
Want het roerige tij in de Gereformeerde Gemeenten lijkt allerminst tot rust gekomen. Naar het zich laat aanzien, zal de onrust alleen nog maar toenemen. In de afgelopen periode publiceerde de Saambinder - het blad van de Gereformeerde Gemeen ten - een reeks artikelen met kritiek op de zogenaamde jongerenavonden in deze kring. Deze avonden worden belegd voor en doorjongeren en hebben een bezinnende inhoud. De onderwerpen zijn praktisch pastoraal en raken vaak direct aan het persoonlijke geloofsleven. De heldere boodschap spreekt blijkbaar aan, want de bijeenkomsten worden massaal bezocht.
De Saambinder schreef: "onze conclusie kan niet anders zijn dan dat er een zeer bedenkelijke wind door de avonden waait. De lezingen wijken op wezenlijke punten af van de Schrift". De interpretatie van het blad komt erop neer dat tijdens deze jongerenavonden - die in sommige rei tweemaal per maand worden gehouden - de luisteraars het idee krijgen dat je 'gemakkelijk' tot het geloof kunt komen. De jongeren zou een oppervlakkig verstandsgeloof worden aangepraat. Toch zijn de sprekers alle afkomstig uit de rechterflank van de gereformeerde gezindte: mannen als ds. D.J. Budding, dr. W. van Vlastuin, dr. P. de Vries, evangelist Van den Boogaart, ex-zendeling Commelin, Theo Visser, ds. J.Westerink en prof.Van Nieuw Amerongen.
Ds. H.J. Hegger, hervormd emerituspredikant en bekend als schrijver van talloze pastorale boeken, volgt de ontwikkelingen binnen de Gereformeerde Gemeenten kritisch. Hegger heeft veel contact met jongeren uit deze kring. De vragen waarmee ze bij hem komen en de onrust die hij proeft, hebben hem ertoe gebracht een boek te schrijven onder de titel Vader ik klaag u aan. Hierin richt hij zich op een tamelijk scherpe wijze tegen de kerkelijke leiders van de Gereformeerde Gemeenten. Volgens Hegger maken zij het de kerkgangers - onterecht - moeilijk om tot Christus te komen. Zijn boek is bijzonder levendig en gepassioneerd geschreven en bevat veel brieven die jongeren hem stuurden. Het boek verschijnt deze maand (zie de Boekbesprekingen, pagina 50 in dit blad).
Een maand later, in september, zal opnieuw een boek verschijnen dat de problematiek van en de spanning in de Gereformeerde Gemeenten in het hart raakt. Dr. Klaas van der Zwaag, kerknieuwsredacteur bij het Reformatorisch Dagblad, publiceert Afwachten of verwachten? De toe-eigening des heils in historisch en theologisch perspectief Van der Zwaag, met wie CV-Koers in de septemberaflevering een interview heeft, analyseert deze thematiek met het oog op de hele kerkgeschiedenis. Het gaat hem niet om een oordeel of om een richting te wijzen. Het lijvige boek - naar de uitgever heeft beloofd zal meer dan 1000 pagina’s (!) tellen- zal een vrij wetenschappelijk karakter hebben. Maar dat deze studie ook op het grondvlak van de kerk de gemoederen zal bezighouden, lijkt zeker.
Wezenlijke vragen
Ds. Harinck is zich er terdege van bewust dat er door alle publiciteit een negatief beeld ontstaat van zijn kerkverband. Dit is mede een reden waarom hij de vragen van CV-Koers wil beantwoorden. Ik vind het heel belangrijk dat men een juist beeld heeft van de kerk, die ik dienen mag. Er wordt zo snel gezegd: 'In de Gereformeerde Gemeenten en verwante kerken heerst een ziekelijke en chronische twijfel, die door hun leidslieden kunstmatig in stand wordt gehouden. Men bidt en zoekt daar naar zaken die men allang bezit, maar waarvan men niet met blijdschap kan en durft getuigen. Wanneer men dit zegt, heeft men de ware ernst van de geestelijke strijd van veel ouderen en jongeren in onze kerk niet begrepen. Er is onder ons kerkvolk helaas een groot deel, dat alleen uit sleur en gewoonte de kerk trouw bezoekt. Zij hebben geen twijfels en strijd, omdat zij nergens naar op zoek zijn. Er is echter ook een ander deel, dat met wezenlijke vragen worstelt. Onder hen zijn vooral veel jongeren. De vragen waar zij mee worstelen, spelen zich inderdaad af rondom de thema’s toe-eigening, beloften, verkiezing en dergelijke. Dat heeft dus ten diepste te maken met de zekerheid omtrent de persoonlijke zaligheid.'
"Nu kun je zeggen', vervolgt de predikant", dat dit door mensen gecreëerde vragen zijn. De prediking van de uitverkiezing, die ervan uitgaat dat niet alle mensen door God verkoren zijn; de prediking van de beperkte verzoening, die stelt dat Christus alleen voor Zijn gemeente is gestorven en de waarschuwing dat ieder zich de beloften zomaar niet mag toeeigenen - dat alles kan men aanwijzen als de oorzaak van de geestelijke vragen waarmee men in onze kring worstelt. Maar ik vrees dat je dan toch een belangrijk gegeven overslaat. Namelijk dit: steeds wanneer Gods Geest in het hart van een mens werkt, wordt de vraag naar de persoonlijke zaligheid als vanzelf geboren. De vraag: 'Wat moet ik doen om zalig te worden?'begint dan te leven. je kunt je dan niet troosten met de boodschap:'Ik ben gedoopt en dus een verbondskind'. Je vindt dan geen rust in een algemeen geloof, dat zegt: 'Jezus is voor ons allen gestorven en dus hoef ik mij nergens zorgen over te maken'. Je hebt dan iets nodig wat je ziel geruststelt in Gods gericht: het getuigenis van de Heilige Geest door de beloften van het Evangelie, dat ik persoonlijk deel heb aan Christus en Zijn heil.'
Het is een grote zegen dat ook veel jonge mensen zich aangesproken voelen door deze boodschap, die ingaat op hun persoonlijke verhouding tot God en Christus, stelt ds. Harinck. Ik vind de aandacht hiervoor in de prediking van de Gereformeerde Gemeenten zeer waardevol en ik wil er graag zuinig op zijn. Dit persoonlijk element kan en mag in de prediking niet gemist worden. Het heeft alles te maken met wat David in Psalm 35 nodig had om gerust te zijn, dat God hem vergeven had, namelijk:'Zeg tot mijn ziel: Ik ben uw heil'. Omdat je als pastor steeds tegen die vragen aanloopt, ben je daar natuurlijk mee bezig. Maar er worden veelverkeerde antwoorden op die vragen gegeven. Ik heb niet alleen Gods Woord, maar ook onze traditie - de Reformatie en de Nadere Reformatie - onderzocht. Mijn boeken zijn daarvan het resultaat. Het is mijn ervaring dat je met deze vragen heel goed terecht kunt bij de betrouwbare theologen uit de Nadere Reformatie, zoals Smytegelt, Brakel, Binning, Boston, Teellinck en anderen. Dat waren echt praktische theologen, die herderlijk ingaan op tere geloofsvragen."
Verstarring
Misschien is er in elk kerkverband wel sprake van een zekere spanningsvolle verhouding tussen de kerkelijke leiders en het 'voetvolk', de leden van de gemeenten. Toch tekent zich binnen de Gereformeerde Gemeenten in het laatste decennium een duidelijke toename af als het gaat om deze spanningen. De afgelopen tijd leek de strijd vooral te gaan om de genoemde jongerenavonden. Ook ds. Harinck constateert deze spanningen en het stemt hem zorgelijk. Zijn analyse van de situatie komt neer op twee kernpunten: het beleid van de Gereformeerde Gemeenten ten aanzien van uiterlijke gedragsregels en de verstarring als het gaat om persoonlijke geloofsvragen. Beide zaken roepen weerstand op, zegt ds. Harinck. "Het is niet te ontkennen dat de spanningen in de Gereformeerde Gemeenten de laatste jaren toenemen. Wat dat betreft staan ook wij met onze gemeenten midden in de postmoderne 21ste eeuw. De invloeden van de geseculariseerde wereld en het contact met meningen van mensen uit andere kerken en bewegingen belagen het oude, veilige isolement van ons kerkverband. Temidden van deze invloeden heeft men in onze kerk naar middelen gezocht om de wereldgelijkvormigheid en het oppervlakkig geloven tegen te gaan. Door middel van synodale uitspraken en vermaningen heeft men getracht om zaken zoals televisie, internet,lange broeken voor meisjes en vrouwen, uitdagende kleding en korte haardracht buiten de deur te houden. Deze terechte vermaningen van de kerk worden door de jongeren echter dikwijls als wereldvreemd gezien en roepen - als zij liefdeloos worden gehanteerd - weerstand op. "Daarnaast hebben predikanten en kerkenraden van de Gereformeerde Gemeenten zich verzet tegen het oppervlakkig geloof, tegen het sterk redeneren vanuit de verbondsbelofte en het zogenaamde 'kiezen voor Jezus', door met nog meer nadruk dan
voorheen te stellen dat de mens zich niet kan bekeren en uit eigen kracht niet kan geloven. Men heeft vooral ook gepredikt dat de weg tot Christus wordt gekenmerkt door een bepaalde doorleving van zonden en ellende. Deze op zichzelf bijbelse gegevens zijn echter als reactie op de oppervlakkigheid te dikwijls eenzijdig naar voren gebracht. Zij zijn een blokkade gaan vormen voor de roep van het Evangelie:' Die dorst heeft, kome en die wil, neme het water des levens om niet. Nu is ds. Harinck de eerste om te benadrukken dat kennis en gevoel van zonde en 'ellende' nodig zijn om een behoefte aan Christus te wekken. Dat gegeven stelt hij dan ook niet onder kritiek, het hoort er juist heel wezenlijk bijzonder gevoelen van schuld en ellende wordt Christus niet gezocht. ' Maar hij vindt het van groot belang om helder voor ogen te houden dat je nooit op grond van je ellendekennis tot Christus kan gaan. Ds. Harinck: "De enige grond waarop de zondaar komt, is de roep en nodiging van Christus in het Evangelie. Als de grond gelegd wordt in de diepte van de zondekennis, wordt het toch een kwestie van verdienste en zetten we de mensen aan om geschiktheden in zichzelf te zoeken. Het gaat in het komen tot Christus uitdrukkelijk niet om gekwalificeerde mensen, maar om verloren zondaren."
Leeg en arm
Ds. Harinck constateert dat de kerkgangers dikwijls met grote nadruk wordt voorgehouden, dat zij eerst een bepaalde diepte van zondekennis moeten bezitten voordat zij tot Christus mogen komen. Jij horen te weinig dat zij al hun gerechtigheden, inclusief het steunen op hun ellendekennis en boetvaardigheid, moeten verloochenen om leeg en arm tot Christus te gaan. De manier waarop de ellendekennis gepreekt wordt, kán - hoezeer ook ernstig bedoeld, om de oppervlakkigheid te bestrijden - een oorzaak worden dat een waarlijk arm zondaar niet meer weet hoe nog tot Christus te komen. In het algemeen predikt men in ons kerkverband het Evangelie niet meer zo ruim en vrij als bijvoorbeeld de gebroeders Erskine of de negentiende-eeuwse prediker R.M. Mac Cheyne. Terwijl onze tijd daar nu juist zo'n behoefte aan heeft. De vrees voor misbruik weerhoudt veel predikanten ervan om Christus vrij en niet versluierd te prediken als de Zaligmaker van zondaren " Het zijn vooral jongeren bij wie deze twee ontwikkelingen - de voorgeschreven gedragsregels en de strak voorgeschreven bekeringsweg - verzet opgeroepen. Volgens ds. Harinck kan dat verzet voortkomen uit een drang naar werelds leven en een oppervlakkig en gemakkelijk geloof. "Maar bij velen komt de onvrede niet voort uit verzet, maar uit een hunkering naar het vrije en onverdiende Evangelie, dat spreekt van een gewillige Zaligmaker waar de zondaar met al zijn zonden, verkeerdheden en strijd welkom is. Temidden van een tot op het bot verziekte, liefdeloze, egoïstische wereld en een kille, vormelijke kerk zoeken zij naar de verkondiging van de vergevende liefde van God in Jezus Christus. Veel jongeren missen dit in de prediking en de leesdiensten en zoeken hun troost en onderwijs dan elders, met name ook in de jongerenbijeenkomsten "
Het is ds. Harinck bekend dat deze bijeenkomsten gemengde reacties oproepen. De Saambinder en andere kerkelijke bladen oordeelden kritisch. Vindt hij dit begrijpelijk? De predikant is genuanceerd: "Op deze jongerenbijeenkomsten spreekt wel eens iemand die verkeerd omgaat met de kritiek van de jongeren op de eigen kerk. Wanneer men daarbij kanttekeningen zet,is dat begrijpelijk. Meteen boodschap die alleen misstanden aanwijst, zijn ze ook niet geholpen.Wij moeten hen,even als Andreas bij Petrus deed, met al hun zonden, vragen en strijd naar Jezus zien te leiden. Maar voorzover ik op de hoogte ben, komen daar doorgaans betrouwbare predikanten spreken, die de boodschap van een rijk Evangelie verbinden met een zondaar, die gevoelt en weet arm, ellendig, blind en naakt te zijn"
Gezelschapstheologie
Veel jongeren ervaren uw boek 'De toeleidende weg tot Christus'als herderlijk en vertroostend. Ze 'hebben' er wat aan, het schrikt hen niet af. Ze hebben ook echthetideedatu hen meerruimtebiedt, meer dan wat zij in veel zondagse preken horen. Hoe kijkt u daar tegenaan?
In het boek De toeleidende weg tot Christus heb ik geprobeerd de vragen die leven, te beantwoorden. Ik heb daarin niet als norm gesteld wat bekende vromen in hun beschreven bekeringsgeschiedenissen vertellen over de weg die God met hen gegaan is. Ik heb naar de Schrift, de Reformatie en de Nadere Reformatie geluisterd. De ene christen mag niet de norm worden voor de andere christen. Ik heb daarom gewezen op de gevaren van de zogenaamde 'gezelschapstheologie', waarin de eigen ervaringen van de gelovigen gemakkelijk in het centrum van de aandacht kunnen komen te staan. Omdat met name de mannen van de Nadere Reformatie zeer pastoraal omgaan met de vragen rondom het komen tot Christus, heb ik mij vooral op hun geschriften georiënteerd. Daardoor is mijn boek inderdaad een pastoraal boek geworden. Veel lezers voelen dat hun vragen serieus worden genomen. Zij horen in mijn boek niet de bekende antwoorden: 'Zo leert God het Zijn volk 'of' Zo is het altijd onder ons geleerd', maar zij worden naar de Schrift, de belijdenis en de oudvaders verwezen. Ik denk dat dit de aantrekkingskracht van mijn boek isâ€
Prof. Blaauwendraad bracht in 2001 de GereformeerdeGemeenteninberoeringmet zijn boek Het is ingewikkeld geworden. De hoogleraar stelde de prediking in het kerkgenootschap onder kritiek, met name op het punt van de 'vrije aanbieding van Christus'. Volgens Blaauwendraad legt men allerlei obstakels in de weg om tot Christus te komen, zoals de eis van een specifieke doorleving van het zondaar-zijn. Ds. Harinck leverde destijds een opvallende bijdrage aan de discussie met zijn boek De toeleidende weg tot Christus. Daarin gaat hij pastoraal in op vragen die mensen hebben over geloofszekerheid en de betrouwbaarheid van Gods beloften. Amper twee jaar later is er opnieuw een boek van zijn hand, De prediking van het Evangelie - het aanbod van genade, waarin hij meer theoretisch de vragen rond geloof, toeeigening van het heil, de verbondsbeloften en dergelijke tot op de bodem uitzoekt. De zeventigjarige predikant - sinds 1962 verbonden aan de Gereformeerde Gemeenten - toont zich bewogen met zijn kerkgenootschap, dat in onrustig vaarwater verkeert.
Verstandsgeloof
Want het roerige tij in de Gereformeerde Gemeenten lijkt allerminst tot rust gekomen. Naar het zich laat aanzien, zal de onrust alleen nog maar toenemen. In de afgelopen periode publiceerde de Saambinder - het blad van de Gereformeerde Gemeen ten - een reeks artikelen met kritiek op de zogenaamde jongerenavonden in deze kring. Deze avonden worden belegd voor en doorjongeren en hebben een bezinnende inhoud. De onderwerpen zijn praktisch pastoraal en raken vaak direct aan het persoonlijke geloofsleven. De heldere boodschap spreekt blijkbaar aan, want de bijeenkomsten worden massaal bezocht.
De Saambinder schreef: "onze conclusie kan niet anders zijn dan dat er een zeer bedenkelijke wind door de avonden waait. De lezingen wijken op wezenlijke punten af van de Schrift". De interpretatie van het blad komt erop neer dat tijdens deze jongerenavonden - die in sommige rei tweemaal per maand worden gehouden - de luisteraars het idee krijgen dat je 'gemakkelijk' tot het geloof kunt komen. De jongeren zou een oppervlakkig verstandsgeloof worden aangepraat. Toch zijn de sprekers alle afkomstig uit de rechterflank van de gereformeerde gezindte: mannen als ds. D.J. Budding, dr. W. van Vlastuin, dr. P. de Vries, evangelist Van den Boogaart, ex-zendeling Commelin, Theo Visser, ds. J.Westerink en prof.Van Nieuw Amerongen.
Ds. H.J. Hegger, hervormd emerituspredikant en bekend als schrijver van talloze pastorale boeken, volgt de ontwikkelingen binnen de Gereformeerde Gemeenten kritisch. Hegger heeft veel contact met jongeren uit deze kring. De vragen waarmee ze bij hem komen en de onrust die hij proeft, hebben hem ertoe gebracht een boek te schrijven onder de titel Vader ik klaag u aan. Hierin richt hij zich op een tamelijk scherpe wijze tegen de kerkelijke leiders van de Gereformeerde Gemeenten. Volgens Hegger maken zij het de kerkgangers - onterecht - moeilijk om tot Christus te komen. Zijn boek is bijzonder levendig en gepassioneerd geschreven en bevat veel brieven die jongeren hem stuurden. Het boek verschijnt deze maand (zie de Boekbesprekingen, pagina 50 in dit blad).
Een maand later, in september, zal opnieuw een boek verschijnen dat de problematiek van en de spanning in de Gereformeerde Gemeenten in het hart raakt. Dr. Klaas van der Zwaag, kerknieuwsredacteur bij het Reformatorisch Dagblad, publiceert Afwachten of verwachten? De toe-eigening des heils in historisch en theologisch perspectief Van der Zwaag, met wie CV-Koers in de septemberaflevering een interview heeft, analyseert deze thematiek met het oog op de hele kerkgeschiedenis. Het gaat hem niet om een oordeel of om een richting te wijzen. Het lijvige boek - naar de uitgever heeft beloofd zal meer dan 1000 pagina’s (!) tellen- zal een vrij wetenschappelijk karakter hebben. Maar dat deze studie ook op het grondvlak van de kerk de gemoederen zal bezighouden, lijkt zeker.
Wezenlijke vragen
Ds. Harinck is zich er terdege van bewust dat er door alle publiciteit een negatief beeld ontstaat van zijn kerkverband. Dit is mede een reden waarom hij de vragen van CV-Koers wil beantwoorden. Ik vind het heel belangrijk dat men een juist beeld heeft van de kerk, die ik dienen mag. Er wordt zo snel gezegd: 'In de Gereformeerde Gemeenten en verwante kerken heerst een ziekelijke en chronische twijfel, die door hun leidslieden kunstmatig in stand wordt gehouden. Men bidt en zoekt daar naar zaken die men allang bezit, maar waarvan men niet met blijdschap kan en durft getuigen. Wanneer men dit zegt, heeft men de ware ernst van de geestelijke strijd van veel ouderen en jongeren in onze kerk niet begrepen. Er is onder ons kerkvolk helaas een groot deel, dat alleen uit sleur en gewoonte de kerk trouw bezoekt. Zij hebben geen twijfels en strijd, omdat zij nergens naar op zoek zijn. Er is echter ook een ander deel, dat met wezenlijke vragen worstelt. Onder hen zijn vooral veel jongeren. De vragen waar zij mee worstelen, spelen zich inderdaad af rondom de thema’s toe-eigening, beloften, verkiezing en dergelijke. Dat heeft dus ten diepste te maken met de zekerheid omtrent de persoonlijke zaligheid.'
"Nu kun je zeggen', vervolgt de predikant", dat dit door mensen gecreëerde vragen zijn. De prediking van de uitverkiezing, die ervan uitgaat dat niet alle mensen door God verkoren zijn; de prediking van de beperkte verzoening, die stelt dat Christus alleen voor Zijn gemeente is gestorven en de waarschuwing dat ieder zich de beloften zomaar niet mag toeeigenen - dat alles kan men aanwijzen als de oorzaak van de geestelijke vragen waarmee men in onze kring worstelt. Maar ik vrees dat je dan toch een belangrijk gegeven overslaat. Namelijk dit: steeds wanneer Gods Geest in het hart van een mens werkt, wordt de vraag naar de persoonlijke zaligheid als vanzelf geboren. De vraag: 'Wat moet ik doen om zalig te worden?'begint dan te leven. je kunt je dan niet troosten met de boodschap:'Ik ben gedoopt en dus een verbondskind'. Je vindt dan geen rust in een algemeen geloof, dat zegt: 'Jezus is voor ons allen gestorven en dus hoef ik mij nergens zorgen over te maken'. Je hebt dan iets nodig wat je ziel geruststelt in Gods gericht: het getuigenis van de Heilige Geest door de beloften van het Evangelie, dat ik persoonlijk deel heb aan Christus en Zijn heil.'
Het is een grote zegen dat ook veel jonge mensen zich aangesproken voelen door deze boodschap, die ingaat op hun persoonlijke verhouding tot God en Christus, stelt ds. Harinck. Ik vind de aandacht hiervoor in de prediking van de Gereformeerde Gemeenten zeer waardevol en ik wil er graag zuinig op zijn. Dit persoonlijk element kan en mag in de prediking niet gemist worden. Het heeft alles te maken met wat David in Psalm 35 nodig had om gerust te zijn, dat God hem vergeven had, namelijk:'Zeg tot mijn ziel: Ik ben uw heil'. Omdat je als pastor steeds tegen die vragen aanloopt, ben je daar natuurlijk mee bezig. Maar er worden veelverkeerde antwoorden op die vragen gegeven. Ik heb niet alleen Gods Woord, maar ook onze traditie - de Reformatie en de Nadere Reformatie - onderzocht. Mijn boeken zijn daarvan het resultaat. Het is mijn ervaring dat je met deze vragen heel goed terecht kunt bij de betrouwbare theologen uit de Nadere Reformatie, zoals Smytegelt, Brakel, Binning, Boston, Teellinck en anderen. Dat waren echt praktische theologen, die herderlijk ingaan op tere geloofsvragen."
Verstarring
Misschien is er in elk kerkverband wel sprake van een zekere spanningsvolle verhouding tussen de kerkelijke leiders en het 'voetvolk', de leden van de gemeenten. Toch tekent zich binnen de Gereformeerde Gemeenten in het laatste decennium een duidelijke toename af als het gaat om deze spanningen. De afgelopen tijd leek de strijd vooral te gaan om de genoemde jongerenavonden. Ook ds. Harinck constateert deze spanningen en het stemt hem zorgelijk. Zijn analyse van de situatie komt neer op twee kernpunten: het beleid van de Gereformeerde Gemeenten ten aanzien van uiterlijke gedragsregels en de verstarring als het gaat om persoonlijke geloofsvragen. Beide zaken roepen weerstand op, zegt ds. Harinck. "Het is niet te ontkennen dat de spanningen in de Gereformeerde Gemeenten de laatste jaren toenemen. Wat dat betreft staan ook wij met onze gemeenten midden in de postmoderne 21ste eeuw. De invloeden van de geseculariseerde wereld en het contact met meningen van mensen uit andere kerken en bewegingen belagen het oude, veilige isolement van ons kerkverband. Temidden van deze invloeden heeft men in onze kerk naar middelen gezocht om de wereldgelijkvormigheid en het oppervlakkig geloven tegen te gaan. Door middel van synodale uitspraken en vermaningen heeft men getracht om zaken zoals televisie, internet,lange broeken voor meisjes en vrouwen, uitdagende kleding en korte haardracht buiten de deur te houden. Deze terechte vermaningen van de kerk worden door de jongeren echter dikwijls als wereldvreemd gezien en roepen - als zij liefdeloos worden gehanteerd - weerstand op. "Daarnaast hebben predikanten en kerkenraden van de Gereformeerde Gemeenten zich verzet tegen het oppervlakkig geloof, tegen het sterk redeneren vanuit de verbondsbelofte en het zogenaamde 'kiezen voor Jezus', door met nog meer nadruk dan
voorheen te stellen dat de mens zich niet kan bekeren en uit eigen kracht niet kan geloven. Men heeft vooral ook gepredikt dat de weg tot Christus wordt gekenmerkt door een bepaalde doorleving van zonden en ellende. Deze op zichzelf bijbelse gegevens zijn echter als reactie op de oppervlakkigheid te dikwijls eenzijdig naar voren gebracht. Zij zijn een blokkade gaan vormen voor de roep van het Evangelie:' Die dorst heeft, kome en die wil, neme het water des levens om niet. Nu is ds. Harinck de eerste om te benadrukken dat kennis en gevoel van zonde en 'ellende' nodig zijn om een behoefte aan Christus te wekken. Dat gegeven stelt hij dan ook niet onder kritiek, het hoort er juist heel wezenlijk bijzonder gevoelen van schuld en ellende wordt Christus niet gezocht. ' Maar hij vindt het van groot belang om helder voor ogen te houden dat je nooit op grond van je ellendekennis tot Christus kan gaan. Ds. Harinck: "De enige grond waarop de zondaar komt, is de roep en nodiging van Christus in het Evangelie. Als de grond gelegd wordt in de diepte van de zondekennis, wordt het toch een kwestie van verdienste en zetten we de mensen aan om geschiktheden in zichzelf te zoeken. Het gaat in het komen tot Christus uitdrukkelijk niet om gekwalificeerde mensen, maar om verloren zondaren."
Leeg en arm
Ds. Harinck constateert dat de kerkgangers dikwijls met grote nadruk wordt voorgehouden, dat zij eerst een bepaalde diepte van zondekennis moeten bezitten voordat zij tot Christus mogen komen. Jij horen te weinig dat zij al hun gerechtigheden, inclusief het steunen op hun ellendekennis en boetvaardigheid, moeten verloochenen om leeg en arm tot Christus te gaan. De manier waarop de ellendekennis gepreekt wordt, kán - hoezeer ook ernstig bedoeld, om de oppervlakkigheid te bestrijden - een oorzaak worden dat een waarlijk arm zondaar niet meer weet hoe nog tot Christus te komen. In het algemeen predikt men in ons kerkverband het Evangelie niet meer zo ruim en vrij als bijvoorbeeld de gebroeders Erskine of de negentiende-eeuwse prediker R.M. Mac Cheyne. Terwijl onze tijd daar nu juist zo'n behoefte aan heeft. De vrees voor misbruik weerhoudt veel predikanten ervan om Christus vrij en niet versluierd te prediken als de Zaligmaker van zondaren " Het zijn vooral jongeren bij wie deze twee ontwikkelingen - de voorgeschreven gedragsregels en de strak voorgeschreven bekeringsweg - verzet opgeroepen. Volgens ds. Harinck kan dat verzet voortkomen uit een drang naar werelds leven en een oppervlakkig en gemakkelijk geloof. "Maar bij velen komt de onvrede niet voort uit verzet, maar uit een hunkering naar het vrije en onverdiende Evangelie, dat spreekt van een gewillige Zaligmaker waar de zondaar met al zijn zonden, verkeerdheden en strijd welkom is. Temidden van een tot op het bot verziekte, liefdeloze, egoïstische wereld en een kille, vormelijke kerk zoeken zij naar de verkondiging van de vergevende liefde van God in Jezus Christus. Veel jongeren missen dit in de prediking en de leesdiensten en zoeken hun troost en onderwijs dan elders, met name ook in de jongerenbijeenkomsten "
Het is ds. Harinck bekend dat deze bijeenkomsten gemengde reacties oproepen. De Saambinder en andere kerkelijke bladen oordeelden kritisch. Vindt hij dit begrijpelijk? De predikant is genuanceerd: "Op deze jongerenbijeenkomsten spreekt wel eens iemand die verkeerd omgaat met de kritiek van de jongeren op de eigen kerk. Wanneer men daarbij kanttekeningen zet,is dat begrijpelijk. Meteen boodschap die alleen misstanden aanwijst, zijn ze ook niet geholpen.Wij moeten hen,even als Andreas bij Petrus deed, met al hun zonden, vragen en strijd naar Jezus zien te leiden. Maar voorzover ik op de hoogte ben, komen daar doorgaans betrouwbare predikanten spreken, die de boodschap van een rijk Evangelie verbinden met een zondaar, die gevoelt en weet arm, ellendig, blind en naakt te zijn"
Gezelschapstheologie
Veel jongeren ervaren uw boek 'De toeleidende weg tot Christus'als herderlijk en vertroostend. Ze 'hebben' er wat aan, het schrikt hen niet af. Ze hebben ook echthetideedatu hen meerruimtebiedt, meer dan wat zij in veel zondagse preken horen. Hoe kijkt u daar tegenaan?
In het boek De toeleidende weg tot Christus heb ik geprobeerd de vragen die leven, te beantwoorden. Ik heb daarin niet als norm gesteld wat bekende vromen in hun beschreven bekeringsgeschiedenissen vertellen over de weg die God met hen gegaan is. Ik heb naar de Schrift, de Reformatie en de Nadere Reformatie geluisterd. De ene christen mag niet de norm worden voor de andere christen. Ik heb daarom gewezen op de gevaren van de zogenaamde 'gezelschapstheologie', waarin de eigen ervaringen van de gelovigen gemakkelijk in het centrum van de aandacht kunnen komen te staan. Omdat met name de mannen van de Nadere Reformatie zeer pastoraal omgaan met de vragen rondom het komen tot Christus, heb ik mij vooral op hun geschriften georiënteerd. Daardoor is mijn boek inderdaad een pastoraal boek geworden. Veel lezers voelen dat hun vragen serieus worden genomen. Zij horen in mijn boek niet de bekende antwoorden: 'Zo leert God het Zijn volk 'of' Zo is het altijd onder ons geleerd', maar zij worden naar de Schrift, de belijdenis en de oudvaders verwezen. Ik denk dat dit de aantrekkingskracht van mijn boek isâ€
Liever Turks dan Paaps