Aanbod van genade in GGiN (vh: Curatorium GGiN)

albion
Berichten: 7514
Lid geworden op: 27 dec 2007, 18:23
Locatie: ergens in nederland

Re: Curatorium Gereformeerde Gemeenten in Nederland

Bericht door albion »

Zeemeeuw schreef:Wat is er een misverstaan en onbegrip als het 'aanbod van genade' ter sprake komt.

Van ds. G.H. Kersten is bekend dat hij (zeker in zijn jongere jaren) een ruim aanbod van genade preekte.
Van ds. J. Fraanje citeer ik het volgende: 'Mensen, God laat u heden in onze tekst de luister van het Evangelie zien, en loopt u door? Als ik voor de deur van mijn huis sta met voedsel en deksel in mijn handen, en daar komt naakt en hongerig een man voorbij, en ik bied hem mijn brood en kleding aan, doch hij loopt door. Als dan die man even verder neervalt en van koude en honger sterft, bij wie ligt dan de schuld? Daarom, het wordt u heden nog aangeboden en er is geen voorwendsel voor de zonde van het ongeloof.' (uit preek over Daniël 9:27a)
Hieruit blijkt duidelijk dat het aanbod van genade voor 1953 in de (ongedeelde) Gereformeerde Gemeenten gepreekt werd door achtenswaardige predikanten van wie genade en ambt niet ter discussie stonden. De eerlijkheid gebiedt ook om te zeggen dat je een dergelijk citaat niet in elke preek van ds. Fraanje zult vinden.
Het is echter buiten kijf dat de uitdrukking 'aanbod van genade' inmiddels zoveel onbegrip oproept, dat men zich af kan vragen of het verstandig is deze uitdrukking te (blijven) gebruiken. Waarschijnlijk zullen we het eerder met elkaar eens zijn als we spreken over de 'uitwendige roeping'.
Smijtegelt zegt in een preek over Matth. 22:14a mooie dingen over de roeping. Hij vraagt de hoorders af: 'maar weet gij hoe God ons roept?' Hij noemt dan (kort samengevat): 1. door de stem der consciëntie, 2. door de oordelen, 3. door de zegeningen, 4. door uw goede en kwade buren, 5. door het Woord, het nare en het liefelijke, 6. door de leraars (zonen des donders en zonen der vertroosting) en 7. zegt hij: 'Al die stemmen zijn goed, als er nu nog maar een stem kwam bij al die andere, en dat is de stem des Geestes. ... Die verbrijzelt het hart. ... dan is het meteen: Heere wat wilt Gij dat ik doen zal.'
(is de inwendige roeping)

Zien we de uitwendige roeping en het aanbod van genade als hetzelfde? Misschien met de nadruk op het 'liefelijke'?
Of vinden we het meer correct om het aanbod van genade te zien als de 'liefelijke' zijde van de uitwendige roeping; en vinden we dat daarnaast (voor het juiste evenwicht) ook aan het 'nare' aspect aandacht moet worden besteed?
Als de Gereformeerde Gemeenten en de Gereformeerde Gemeenten in Nederland bij hun samensprekingen kiezen voor de laatste benadering, dan hoeft toenadering m.i. niet tot de onmogelijkheden behoren.
Een mooie uitleg, zeemeeuw. Prachtige citaten.
De halve waarheid is funester dan de onjuistheid (E. von Feuchtersieben)
Gebruikersavatar
freek
Berichten: 5711
Lid geworden op: 24 nov 2005, 13:55

Re: Curatorium Gereformeerde Gemeenten in Nederland

Bericht door freek »

Ik zal me wat preciezer uitdrukken.

Onmacht en onwil van een natuurlijk mens zijn zaken waarmee God ons confronteert in zijn eigen Woord. Beide zijn aspecten van wat je kunt noemen de grootste zonde: hoogmoed, die scheiding maakt tussen God en ons mensen. Maar dan worden we ook geconfronteerd met de boodschap dat de kloof overbrugd is, dat er een geopende toegang is én dat de verkondiging van deze boodschap, het Evangelie, mensenharten verbreekt en gewillig maakt. Opdat we ons overgeven aan Hem, omdat alles volbracht is, en er niets meer van ons bij hoeft. Dat gebeurd zonder ons, maar wel ín ons, daar zijn we honderd procent bij betrokken (zeggen bijvoorbeeld ook de DL) Het is ook voluit bijbels om te zeggen dat we - als gevolg van de uitwerking van het Evangelie - wél gewillig worden om Gods Woord aan te nemen. Niet als een mensenwoord, maar als Gods Woord. Dat is vooral mijn probleem met de prediking in de OGG en de GGiN (en in zekere zin ook in de GG); er kan in deze kerken soms zo heerlijk over 'die allerdierbaarste en beminnelijke Christus' gepreekt worden, zodat je hart geraakt wordt en verlangt om die Christus toe te eigenen en aan te nemen als je persoonlijke Verlosser. Maar dan komt het: o, hoorder, kent u iets van die noodzaak om Hem te leren kennen, o mocht u uw onmacht en onwilligheid eens in- en doorleven , want de Heere doet een afgesneden zaak en het gaat niet zomaar enzovoorts enzovoort. Waarmee mensen die aangeraakt worden door het Evangelie (en daarmee door God zelf!) weer teruggeslagen worden en soms nog jarenlang tobben en aanmodderen voordat ze eindelijk al die ballast overboord kunnen gooien. En daarom ageer ik tegen postings waarin onze onwil wordt ingezet tegenover Gods welmenende roepstem. Want er zal vast zoiets zijn als uitwendige en inwendige roeping, maar zolang dit gehoorzaamheid aan Gods roepstem in de weg staat, kunnen we er maar beter niet over praten.
Janneman
Berichten: 135
Lid geworden op: 31 mei 2007, 14:30
Locatie: Amsterdam

Re: Curatorium Gereformeerde Gemeenten in Nederland

Bericht door Janneman »

Lange vergadering van het Curatorium. Al 17 pagina's!
laat uw woorden weinig zijn; pred. 5: 1b
Gebruikersavatar
jvdg
Berichten: 12063
Lid geworden op: 12 okt 2006, 14:07

Re: Curatorium Gereformeerde Gemeenten in Nederland

Bericht door jvdg »

Janneman schreef:Lange vergadering van het Curatorium. Al 17 pagina's!
Wat wou je hiermee zeggen, Janneman?
Jongere
Berichten: 7763
Lid geworden op: 14 apr 2004, 15:45

Re: Curatorium Gereformeerde Gemeenten in Nederland

Bericht door Jongere »

Ik ben het wel met freek eens. Ik denk dat waarschuwingen tegen het 'niet-zaligmakend geloof' goed en belangrijk kunnen zijn, maar inderdaad juist de gevoelens en het verlangen van veel mensen die aangeraakt worden door het Woord van God kunnen temperen. Want zijn mijn gevoelens wel 'echt'? (Bij welke andere gevoelens vragen we ons dit eigenlijk af?) Ik denk dat er zeker gevoelens kunnen zijn die niet echt zijn, zelfs door de duivel gewerkt kunnen zijn, maar nu kan het gevaar zijn dat veel overtuigingen wellicht niet erkend worden door de mensen zelf of zomaar worden weggecijferd omdat het toch niet echt zal zijn. Ik hoorde pas nog iemand Bunyan citeren die het had over een persoon die zat met de vraag: ik verlang wel naar de hemel, maar ik verlang niet naar God.. Terwijl ik weet dat mijn verlangen op God gericht moet zijn. Bunyans antwoord was duidelijk: stop met het wachten op het goede verlangen, want u zult het vanuit uzelf nooit hebben. Ieder verlangen naar Hem mag u brengen bij Hem.
Ook dit citaat gaat daarover, ben benieuwd wie weet van wie het is. :)
Durft u niet, omdat u niet genoeg verbrijzeld bent, en u zich inbeeldt dat men zo en zo klein, zo verpletterd, zo gevoelig overreed moet zijn, dat men Christus duidelijk kennen moet, dat men zo hongerig en dorstig moet zijn, eer men tot Christus komen mag, dan antwoord ik: werp die inbeelding weg, want dat is niet naar het Woord. Verbrijzeling, willen, kennen, hongeren en dorsten, zijn geen vooraf vereiste voorwaarden, waarop iemand komen of niet komen mag, maar die zijn alleen nodig omdat men zonder die niet zal willen noch kunnen. Als u dan zo ver bewogen bent dat u zich wel zou willen overgeven tot de bovengenoemde doeleinden, namelijk om gerechtvaardigd, geheiligd, gezaligd te worden, treed dan maar toe met vrijmoedigheid, neem Hem aan en geef u aan Hem over. Als men op zijn sterfbed ligt en de errnst levend wordt, dan zal men niet vragen: mag ik wel? Maar men zal alleen maar toelopen, en zeggen: Ik moet Hem hebben of ik ga verloren. Vraagt u: mag men zo maar dadelijk, met dat men overtuigd is, en begerig is naar Christus, direct naar Christus gaan? Ik antwoord: Ja, zo maar dadelijk. Want zonder Hem zult u niet beter of bekwamer worden om in Hem te geloven, maar u zult gevaar lopen dat uw overtuiging overgaat.
Klavier
Berichten: 1514
Lid geworden op: 14 apr 2006, 08:31

Re: Curatorium Gereformeerde Gemeenten in Nederland

Bericht door Klavier »

@Freek: Zie maar eens in het topic Meditaties hoe ds. Van Lodensteyn daar mee omging (vooral laatste gedeelte. Let op het woord 'welmenend').
Geka
Berichten: 440
Lid geworden op: 11 aug 2006, 19:32

Re: Curatorium Gereformeerde Gemeenten in Nederland

Bericht door Geka »

Jongere schreef:Ook dit citaat gaat daarover, ben benieuwd wie weet van wie het is. :)
Durft u niet, omdat u niet genoeg verbrijzeld bent, en u zich inbeeldt dat men zo en zo klein, zo verpletterd, zo gevoelig overreed moet zijn, dat men Christus duidelijk kennen moet, dat men zo hongerig en dorstig moet zijn, eer men tot Christus komen mag, dan antwoord ik: werp die inbeelding weg, want dat is niet naar het Woord. Verbrijzeling, willen, kennen, hongeren en dorsten, zijn geen vooraf vereiste voorwaarden, waarop iemand komen of niet komen mag, maar die zijn alleen nodig omdat men zonder die niet zal willen noch kunnen. Als u dan zo ver bewogen bent dat u zich wel zou willen overgeven tot de bovengenoemde doeleinden, namelijk om gerechtvaardigd, geheiligd, gezaligd te worden, treed dan maar toe met vrijmoedigheid, neem Hem aan en geef u aan Hem over. Als men op zijn sterfbed ligt en de errnst levend wordt, dan zal men niet vragen: mag ik wel? Maar men zal alleen maar toelopen, en zeggen: Ik moet Hem hebben of ik ga verloren. Vraagt u: mag men zo maar dadelijk, met dat men overtuigd is, en begerig is naar Christus, direct naar Christus gaan? Ik antwoord: Ja, zo maar dadelijk. Want zonder Hem zult u niet beter of bekwamer worden om in Hem te geloven, maar u zult gevaar lopen dat uw overtuiging overgaat.
Een poging: Th. Avinck?
Gebruikersavatar
jvdg
Berichten: 12063
Lid geworden op: 12 okt 2006, 14:07

Re: Curatorium Gereformeerde Gemeenten in Nederland

Bericht door jvdg »

Klavier schreef:@Freek: Zie maar eens in het topic Meditaties hoe ds. Van Lodensteyn daar mee omging (vooral laatste gedeelte. Let op het woord 'welmenend').
Is er niet vaak verwarring over welnemend of welmenend?
Wie kan mij dat nuanceverschil verklaren?
Klavier
Berichten: 1514
Lid geworden op: 14 apr 2006, 08:31

Re: Curatorium Gereformeerde Gemeenten in Nederland

Bericht door Klavier »

Welnemend? Die aanduiding ken ik niet. De term welmenend wel en die wordt in de Gereformeerde Gemeente gebruikt om daarmee te duiden dat Gods roeping de verantwoordelijkheid ten aanzien van de mens aanwijst. Het wil zeggen dat God meent wat Hij zegt als Hij door de dwaasheid der prediking zondige mensen oproept tot geloof en bekering. Het werkelijk meent als de predikant wijst op de Zaligmaker: Zie het Lam Gods dat de zonden der wereld wegneemt.
Wie volhard in ongeloof zal Gods toorn des te zwaarder treffen. Als dit niet welmenend was, zou de mens de Heere niet op Zijn Woord kunnen vertrouwen. Terwijl God een God is die niet liegen kan. In wezen is de aanduiding welmenend overbodig. Alles wat God Zegt is waar en daarmee welmenend. Als God in Zijn Woord het ongeloof bestraft heeft dat alle mensen wat te zeggen, of die mensen dat nu geloven of niet. Als de mens als zondaar wordt aangewezen, meent God het. Als diezelfde mens als zonderdaar de Weg van behoud wordt aangewezen, dan meent de Heere het evenzeer. Er is geen onderscheid in Gods spreken. We hoeven Gods Woord niet eerst in stukjes te knippen van wet en evangelie en zeggen dat de wet welmenend aan alle hoorders wordt gepredikt, en het evangelie enkel aan de uitverkorenen. Daarmee wordt de prediking deels ontkracht. Want wie zal dan nog durven zeggen dat het evangelie aan hem of haar persoonlijk gericht is? Wie zal dan nog durven geloven zonder niet eerst te weten uitverkoren te zijn? En hoe kun je dat weten? Enkel door het geloof dat weet verlost te zijn in Christus. En hoe kan er een verlossing gewerkt worden in een zondaar die niet weet uitverkoren te zijn? Petrus leert heel duidelijk aan gelovigen om hun verkiezing vast te maken. Geloof klemt zich altijd aan de beloften vast. Dat is een reformatorisch beginsel dat Calvijn en alle reformatoren hebben geleerd. Als dan geloof en beloften bijeen horen en de verkiezing na eerst te hebben gelooft wordt vastgemaakt, hoe kan een zondaar dan tot geloof komen zonder een welmenend aanbod van genade. Een aanbod dat inhoudelijk de beloften als vrije genade voor alle zondaren voorhoudt!?
Als dat er niet is, zal geen zondaar in de nood van de wedergeboorte zich ooit durven vergrijpen aan iets wat hen niet toekomt. Het is niet voor niets dat de reformatoren en nadere reformatoren zo duidelijk de beloften hebben gepredikt zonder hindernissen. Het ontbreken van het aanbod is de grootste hindernis die je maar kunt bedenken.
Overigens praktiseren zowel de GG als de GGiN het aanbod. Alleen bij de GGiN is het voorwaardelijk, dat wil zeggen voor ontdekte zondaren. Daarin ligt de wederzijdse herkenning, want in de praktijk zijn het enkel de ontdekte zondaars die het van de genade moeten hebben, ook al zullen die ontdekte zondaars zichzelf niet zo herkennen. Daarom is zelfs de voorwaarde nog een hindernis die naar het voorbeeld van de oudvaders pastoraal moet worden weggenomen. Niet om mensen geloof aan te praten, maar om ze in het wijzen op de Zaligmaker troost te kunnen bieden dat de Weg naar de Zaligmaker voor ieder open is.

Ter verduidelijking een stukje uit de preek van Lodensteyn
ds. J. van Lodensteyn schreef:Dikwijls moet men ook overdenken de waarheid en zekerheid van de beloften, ook de oprechtheid en welmenendheid Gods in 't beloven, en hoe alles spruit uit een enkele onbegrijpelijke goedertierenheid en menslievendheid, er op uit zijnde, dat de mensen door de beloften ingewonnen tot Gods liefde, en alzo tot zijn dienaars gemaakt mochten worden. Hierom biedt Hij de genade in zijn belofte eenvoudig aan: en niemand heeft te twijfelen, of het hem ook aangaat. Daarop ziet de Apostel, als hij zo in 't brede spreekt van de eedzwering des Heeren in de beloften, Hebr. 6: 12 17, en zegt zulks te geschieden, opdat door twee onveranderlijke dingen, in welke het onmogelijk is dat God liegt, die de toevlucht genomen hebben om de voorgestelde hoop vast te houden, een sterke vertroosting zouden hebben. Ziet ook vs. 18, 19.
Gebruikersavatar
refo
Berichten: 24578
Lid geworden op: 29 dec 2001, 11:45

Re: Curatorium Gereformeerde Gemeenten in Nederland

Bericht door refo »

Onderstaand citaat van Brahé plaatste ds Kersten in 1928 of 1929 in de Saambinder om zijn bezwaren tegen de drieverbondenleer kracht bij te zetten:
Eindelijk, laat men hier niet tegen in brengen, dat zo de weg wordt toegemuurd om het Evangelie aan allen die onder de bediening daarvan leven, te prediken, en de zaligheid in CHRISTUS algemeen uit te bieden, zonder enige aanzien van personen. Ik weet wel dat sommigen daarin vrij wat zwarigheid maken. Maar ik vind geen reden om hier een ogenblik in twijfel te staan, daar onze bevelbrief, uit Jezus’ Eigen mond opgeschreven,van deze inhoud is: gaat heen in de gehele wereld, PREDIKT HET EVANGELIE AAN ALLE CREATUREN. En om deze zaak, die onder rechtzinnigen onbetwistbaar behoort te zijn, en welker waarheid allen die zich aan de Dordtse canones of regels houden, behoren te erkennen en te betrachten, nu niet verder uit te halen, zeg ik alleen dat ons die waarheid niet tegen, maar voor is. Want als wij CHRISTUS en de beloften van bekering en vergeving der zonden in Zijn Naam prediken aan allen, zelfs de grootste zondaren, en hen allen opwekken om in Hem als zodanig te geloven, zo maken wij aan allen, die ons horen, niet wijs dat CHRISTUS het Verbondshoofd van hen allen hoofd voor hoofd is, en dat zij dit zomaar bloot voor waarheid moeten houden en daarop gerust zijn. Verre daarvandaan! Wij prediken aan alleen een CHRISTUS Die voor hen nodig is, en proberen de mensen tot erkentenis daarvan te brengen door de ontdekking van hun ellendestaat. Wij prediken aan allen een CHRISTUS, Die alleen genoegzaam en gepast is voor allen, zelfs de grootste zondaren; ja, Wiens verdiensten in zichzelf zo oneindig groot zijn, dat, als de Goddelijke maatregelen zo lagen, miljoenen werelden, zo gesteld als de onze, daardoor hadden kunnen verlost en behouden worden. En wij kunnen geen te grote noch te volle CHRISTUS prediken. Wij prediken verder een CHRISTUS, Die te gewillig Zich voor vloekwaardige zondaren in de bres stelde, en al de geëiste verbondsvoorwaarden vervulde, dan dat er bij Hem zo’n grimmigheid zou zijn, dat Hij een enige, zelfs de grootste zondaar, die tot Hem kwam, zou uitwerpen. En die gewilligheid kan nooit te groot worden uitgemeten, noch te lieflijk voorgesteld, en is ten hoogste geschikt, deels om de ongelovige te doen begrijpen dat zijn onwilligheid evenzeer als zijn onmacht hem veroordeelt; deels, om de onvrijmoedige aanmoediging te geven, door dat getrouw en aller aanneming waardige woord, dat Jezus Christus in de wereld gekomen is om zelfs de voornaamste zondaren zalig te maken. Nog eens, wij prediken algemeen een CHRISTUS aan allen die ons horen, niet omdat die allen hoofd voor hoofd waarlijk door Hem zijn aangenomen, maar opdat er plaats voor het geloof blijft, en niemand zou denken dat hij in de aanbieding zou zijn uitgesloten; dat in de ene losheid en in de andere vertwijfeling zou baren. Daarbij, wij prediken een CHRISTUS bij Wie alles gereed is, en Die eenvoudig laat nodigen, komt tot de bruiloft. Niet om de mens daardoor zorgeloos te maken, maar om hem tot een dadelijk en vrijmoedig komen en eten aan te zetten; om hem van alle eigen werken en geschiktheden af te trekken; om hem te doen zien dat de voorwaarden van Gods verbond niet in onszelf maar in de Borg te vinden zijn, en daar gezocht moeten worden; en om de hoogmoedige natuur zijn EIGEN IK, en het benauwde geweten zijn IK DURF NIET te benemen.Verder: wij prediken een CHRISTUS, teneinde men in Hem geloven zou en Hem aannemen. Niet opdat iemand het geloven tot een grond van zijn recht op Christus’ goederen zou maken; maar omdat ieder verplicht is, Gods gehele getuigenis in geloof aan te nemen, en omdat God een verband tussen het geloof en het genot van de zaligheid gelegd heeft. En zo zeggen wij in het algemeen: die in den Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven; maar die den Zoon ongehoorzaam is, die zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem, Joh. 3:36. Ook prediken wij een CHRISTUS, tot alles, en dus tot wijsheid, rechtvaardigmaking, heiligmaking en volkomen verlossing, teneinde vooreerst niemand deze dingen van elkaar scheiden zou, en bijvoorbeeld wel rechtvaardigmaking en verlossing bijChristus, maar bekering en heiligmaking buitenHem zoeken; en ten andere, teneinde niemand verkeerde rekening maken zou, en zich tot troost in Christus op valse gronden of langs verkeerde wegen toeëigenen. Eindelijk, wij prediken CHRISTUS zowel aan verworpelingen als uitverkorenen, om verschillende redenen. Neem eens, omdat onze last meebrengt het Evangelie aan alle creaturen te prediken; omdat wij ook in Gods verborgen raad niet hebben ingezien, noch volmacht gekregen hebben om CHRISTUS aan de mensen eerst aan te bieden, als zij nu naar onze zin diep genoeg vernederd zijn, of wij enige waarschijnlijkheden ontdekken dat ze onder het zegel van de verkiezing liggen. Wij stellen eenvoudig de weg voor, om op Gods aanbieding en bevel in Zijn verbond, in de Middelaar van het verbond, de tweede Adam, in te treden; en er door een levendig geloof de voordelen van te trekken. Die deze welmenende aanbiedingen verwerpt, heeft het voor zijn rekening. Daar tegenover staat de heilrijke vrucht daarvan, in allen die door Gods genade tot het geloof in Christus gebracht worden, in welken ook van achteren blijkt, dat zij in dat verbond van God met Christus waarlijk begrepen waren. En deze manier van prediken strijdt zomin tegen de waarheid van Gods eeuwig verbond in Christus, als de leer van de bijzondere verkiezing de algemene plichtsprediking wegneemt. Ja, het is veeleer de wijze ordinantie van de Heere Jezus, om alle verontschuldigingen aan de verworpelingen te benemen; en om tevens alle uitverkorenen, dievoor het gehoor van het Woord vatbaar zijn, op een redelijke, overredende en door de Heilige Geest krachtige wijze tot de gemeenschap aan dit verbond te brengen, en daarin te besturen, te vertroosten en te bewaren. En als wij hierin eenvoudig Jezus’ bevel, en het voorbeeld van Hem en Zijn apostelen volgen, dunkt mij dat wij het best aan onze plicht voldoen, de genadeleer het best staven, en volgens het ambt van evangeliedienaren, geen wettische predikers van het geloof zijn, maar echter predikers van de wet des geloofs blijven.
U zult misschien, WAARDE LEZER! Vragen waartoe deze langdradige redenering hier ter plaatse dient? En ik zal u antwoorden. Omdat de overweging van deze dingen mij de eerste aanleiding gegeven heeft tot het nader inzien van dit Goddelijke dichtstuk, daar niet onduidelijke deze zelfde gronden voorkomen, in de verhandeling van GODS VERBOND, dat GOD DE VADER hier verklaart, met Zijn Uitverkorene, Zijn Knecht, de tegenbeeldige DAVID te hebben opgericht, rakende Zijn hemels koninkrijk en geestelijk zaad. Zoals daarvan de afschaduwing in David, de zoon van Isaï, en zijn lichamelijk stamhuis en aardse troon, door God gemaakt was. Dit was voor enige jaren op een meer gezette wijze onder mijn oog, en hierdoor werd mijn lust opgewekt om de eerste verzen van deze Psalm voor mijn Vlissingse gemeente te verhandelen, als een nuttig stuk, daar mijn en hun onsterfelijke zielen een algemeen belang bij hebben. CHRISTUS toch, gegeven tot een Verbond des volks, de enige grondslag van geloof, rechtvaardigheid, heiligmaking, troost en eeuwige zaligheid, moet ook de enige grondslag van onze gehele prediking zijn. Is iemand zo ongelukkig dat Hij in dat tijdig en ontijdig aanhouden op deze grondslag geen smaak vindt, wanende dat dit in alle leerredenen niet te pas komt; en schudt hij wel eens met ongenoegen het hoofd op het horen van zulke voorstellingen, hebbende meer behagen in verheven en hoogdravende speculaties, of algemene zedelessen, of een praktijk en bevinding, daar het grote hoofdstuk, CHRISTUS, ontbreekt of weinig in aanmerking komt? Laat hij verkiezen wat hem gelust. Ik heb niets voorgenomen te weten dat Jezus Christus, en Dien gekruist. Terwijl ik nu niet onduidelijk bemerk dat deze stof niet onaangenaam noch zonder vrucht was, werd mijn lust opgewekt om de gehele Psalm stuksgewijze tot het einde toe te ontvouwen, en ik dank mijn goede God dat mijn gebrekkig werk niet beroofd is geweest van zijn onverdiende zegen. Verzoek en raad van vrienden heeft mij toen al verder gebracht, en zo ben ik gekomen tot het besluit, om mijn ontwerpen door de druk algemeen te maken. Zie daar al de verantwoording die ik thans heb, nopens de aanleiding tot de uitgave van mijn verhandeling. Die reeds vroeger gebeurd zou zijn, als ik in die tussentijd niet gebracht was geweest in de dringende noodzakelijkheid om over een ander hoofdstuk van de genadeleer de pen te voeren.
--------------
Voorts ben ik van mening dat portretten van oudvaders, reformatoren en andere theologen niet zouden moeten worden toegestaan als avatar.
Jongere
Berichten: 7763
Lid geworden op: 14 apr 2004, 15:45

Re: Curatorium Gereformeerde Gemeenten in Nederland

Bericht door Jongere »

Geka schreef:Een poging: Th. Avinck?
Nee. Ik zal er geen raad-het-citaat-topic van maken. ;)
Maar dit citaat kwam uit het hoofdstuk over Het geloof uit de Redelijke Godsdienst van Wilhelmus à Brakel.
Gebruikersavatar
Afgewezen
Berichten: 17323
Lid geworden op: 12 mei 2005, 21:50

Re: Curatorium Gereformeerde Gemeenten in Nederland

Bericht door Afgewezen »

Zeemeeuw schreef:Het is echter buiten kijf dat de uitdrukking 'aanbod van genade' inmiddels zoveel onbegrip oproept, dat men zich af kan vragen of het verstandig is deze uitdrukking te (blijven) gebruiken. Waarschijnlijk zullen we het eerder met elkaar eens zijn als we spreken over de 'uitwendige roeping'.
Smijtegelt zegt in een preek over Matth. 22:14a mooie dingen over de roeping. Hij vraagt de hoorders af: 'maar weet gij hoe God ons roept?' Hij noemt dan (kort samengevat): 1. door de stem der consciëntie, 2. door de oordelen, 3. door de zegeningen, 4. door uw goede en kwade buren, 5. door het Woord, het nare en het liefelijke, 6. door de leraars (zonen des donders en zonen der vertroosting) en 7. zegt hij: 'Al die stemmen zijn goed, als er nu nog maar een stem kwam bij al die andere, en dat is de stem des Geestes. ... Die verbrijzelt het hart. ... dan is het meteen: Heere wat wilt Gij dat ik doen zal.'
(is de inwendige roeping)

Zien we de uitwendige roeping en het aanbod van genade als hetzelfde? Misschien met de nadruk op het 'liefelijke'?
Of vinden we het meer correct om het aanbod van genade te zien als de 'liefelijke' zijde van de uitwendige roeping; en vinden we dat daarnaast (voor het juiste evenwicht) ook aan het 'nare' aspect aandacht moet worden besteed?
Als de Gereformeerde Gemeenten en de Gereformeerde Gemeenten in Nederland bij hun samensprekingen kiezen voor de laatste benadering, dan hoeft toenadering m.i. niet tot de onmogelijkheden behoren.
Alle termen zijn inwisselbaar, als de inhoud maar behouden blijft. De term 'inwendige roeping' is niet voldoende om de term '(welmenend) aanbod van genade' te vervangen, omdat de inwendige roeping voor velen de betekenis heeft van: je wordt opgeroepen tot bekering (wat je niet kunt) en zo wordt je verantwoordelijkheid des te groter (en je verdoemenis des te zwaarder). Het is moeilijk vol te houden dat er dan nog sprake is van een 'blijde boodschap'...
Zeemeeuw
Berichten: 394
Lid geworden op: 15 feb 2008, 23:34

Re: Curatorium Gereformeerde Gemeenten in Nederland

Bericht door Zeemeeuw »

@Afgewezen. U merkt op dat de term 'inwendige roeping' niet voldoende is om de uitdrukking 'het (welmenend) aanbod van genade' te vervangen. U zult hier bedoelen: de 'uitwendige roeping'. Deze komt namelijk tot iedereen die onder het Woord leeft, zoals het 'aanbod van genade' komt tot alle hoorders.
Tenslotte besluit u met uw opmerking dat er sprake moet zijn van een 'blijde boodschap'.
Dit heeft direct te maken met de vraag die ik stelde, namelijk of 'het aanbod van genade' alleen dat liefelijke of blijde karakter heeft en zo ja, is daar dan alles mee gezegd of kan het gevaar van eenzijdigheid dan op de loer liggen? Naar mijn bescheiden mening moet er in de prediking ook aandacht zijn voor de andere 'nare' kant van de waarheid.
Als er evenwichtig gepreekt wordt, krijgen Adam èn Christus, dood èn leven, Wet èn Evangelie enz. beide een plaats in de prediking. Het begrip 'uitwendige roeping' geeft meer ruimte voor een evenwichtige benadering dan het begrip 'aanbod van genade'; dit laatste heeft namelijk bij sommigen (terecht of onterecht?) een eenzijdig imago.
Het ging er mij niet om het aanbod van genade af te keuren (zie citaat ds. Fraanje) - mijn intentie is dat wij ons maximaal in moeten spannen om elkaar te begrijpen. En om elkaar te verstaan moeten we dezelfde taal spreken; dat is in de natuur toch ook zo?
Ook in het Nieuwe Testament was de prediking niet altijd liefelijk hoor! (denk aan de prediking van Johannes de Doper en hoe Jezus Zelf de farizeën aansprak!)
Klavier
Berichten: 1514
Lid geworden op: 14 apr 2006, 08:31

Re: Curatorium Gereformeerde Gemeenten in Nederland

Bericht door Klavier »

@Zeemeeuw: Er is maar één roeping: De prediking. Theologisch, puur dogmatisch ordenend wordt dat onderscheiden in inwendig en uitwendig. Als prediking en dogmatiek niet juist worden onderscheiden is het gevaar dat de dogmatische onderscheidingen worden geprojecteerd op de wijze waarop er gepredikt wordt. Dat geeft een prediking waar ons menselijk redeneren tussengezet is. Dat mag nooit gebeuren. Als Gods Woord alle hoorders oproept door de mond van Paulus om je met God te laten verzoenen, hoeft niemand met een dogmatische redenatie daar aan te tornen door te stellen dat het niet alle hoorders betreft. Dát de uitkomst op de prediking is zoals de dogmatiek op grond van Gods Woord leert, wil nog niet zeggen dat op voorhand het resultaat op de prediking 'geholpen' moet worden door de oproep van Gods Woord te beknibbelen en te verschralen. Dat is het evangelie uit het Woord halen.

Neem het voorbeeld van Hellenbroek die de dogmatische zaken helder kon verwoorden. Hellenbroek die nadrukkelijk leerde dat de beloften van het genadeverbond enkel de uitverkorenen toekwam. Caprice citeerde eerder in een ander topic een gedeelte van een meditatie van Hellenbroek. Zo worden daar onbekeerden aangesproken, waarvan we niet kunnen weten of ze uitverkoren zijn, dus waar niet bekend van is of het genadeverbond hen toekomt:
ds. A. Hellenbroek schreef: O! merk eens de lankmoedigheid van God op, over u: en waarom laat Hij het uwe ogen nog zien, dat er een schoonheid van genade voor u is bij een volle Jezus?
Zie daar hoe dogmatiek en prediking zich onderling verhouden. Zo deden alle reformatoren en oudvaders dat.
Of we dit nu aanbod van genade noemen of niet, het is aantoonbaar dat alle reformatoren in de prediking het onderscheid tussen in-en uitwendige als leerstuk brachten maar niet om daarmee de welmenendheid van de roeping van de prediking te ontkrachten. Dat werd juist weerlegd in de prediking. Bovenstaand citaat is één van de vele bewijzen daarvoor. Zie ook het citaat van Calvijn, Brakel, Brahé, Erskines en Smytegeldt. Zo zijn er nog vele andere aan te voeren. Lees ook het bekende werk "De Godvruchtige Avondmaalganger" van Petrus Immens maar na. Tijd- en plaatsgenoot van Smytegeldt, goede bekenden van elkaar!

Ander punt is hoe we invulling geven aan het begrip genade. Dat kan enkel zijn waarde vinden in de prediking van de wet, die aangeeft wat schuld is. Genade is vrijspraak van die schuld. Een schuld zo groot dat Gods Zoon er de dood voor in ging.
Het aanbod als zodanig -in haar betekenis- zou niet ter discussie mogen staan. Dat is die duur gekochte genade veronachtzamen. Dat is Gods liefde tarten. God die het Liefste wat Hij had overgaf in de dood voor vijanden! Als de wet gepredikt wordt, komt openbaar dat alle mensen vijanden zijn, eerrovers van God Die Zijn beelt terug eist. Zo wordt alle mensen ook de genade voor vijandige zondaren gepredikt. Onvoorwaardelijk. Evenzeer als de wet alle mensen vervloekt, zo wijst het evangelie alle mensen de Weg waarin de vloek is weggenomen. Er is maar Eén Weg, waarheid en het leven: Jezus.
Hellenbroek zegt volle Jezus! in Hem is alles vervuld. Er is dan ook geen enkele reden om niet NU te buigen voor God en tot Jezus te gaan om Zijn genade. Alleen ongeloof en vijandschap zet de hakken in het zand en wil van geen wet horen. Alleen ongeloof durft genade te veronachtzamen in het afwijzen van de wet en daarmee ook de noodzaak van de genade.
Daarmee moeten we dus ook waken voor een doorslaan naar een andere kant: Als de wet niet of nauwelijks meer gepredikt wordt, wordt genade ook verschraald en dan wordt er een lege huls aangeboden. Een zondaar komt zonder wetenschap van Gods recht geschonden te hebben nooit tot een smeken om genade. Wet en evengelie zijn beide noodzakelijk in de prediking. In orde gaat het Evangelie voorop, zo las ik gisteren nog bij Luther. In beleving gaat de wet voorop (zie HC, Tuchtmeester tot Christus). Het evangelie wijst op dát er genade is, de wet waarom. Deze beide verbreken de zondaar onder de onwederstandelijke werking van Gods Geest. Zo komt het onderscheid tussen geloof en ongeloof openbaar. Zo werkt de Heere Zijn uitverkiezing uit. Als troost voor de gelovigen dat het vastligt in Christus. Van eeuwigheid. Als klem voor de ongelovigen om zich in het heden der genade tot Christus te wenden om genade.

Ik hoop van harte dat GG en GGiN zich toch gezamenlijk herbezinnen op deze zaken en zo tot een éénheid kunnen komen. Dat er dogmatisch andere keuzes gemaakt worden is niet eens zo erg. Als de prediking er maar niet onder lijdt.
Gebruikersavatar
Afgewezen
Berichten: 17323
Lid geworden op: 12 mei 2005, 21:50

Re: Curatorium Gereformeerde Gemeenten in Nederland

Bericht door Afgewezen »

Zeemeeuw schreef:@Afgewezen. U merkt op dat de term 'inwendige roeping' niet voldoende is om de uitdrukking 'het (welmenend) aanbod van genade' te vervangen. U zult hier bedoelen: de 'uitwendige roeping'. Deze komt namelijk tot iedereen die onder het Woord leeft, zoals het 'aanbod van genade' komt tot alle hoorders.
Inderdaad, was een verschrijving.
Zeemeeuw schreef:Tenslotte besluit u met uw opmerking dat er sprake moet zijn van een 'blijde boodschap'.
Dit heeft direct te maken met de vraag die ik stelde, namelijk of 'het aanbod van genade' alleen dat liefelijke of blijde karakter heeft en zo ja, is daar dan alles mee gezegd of kan het gevaar van eenzijdigheid dan op de loer liggen? Naar mijn bescheiden mening moet er in de prediking ook aandacht zijn voor de andere 'nare' kant van de waarheid.
Als er evenwichtig gepreekt wordt, krijgen Adam èn Christus, dood èn leven, Wet èn Evangelie enz. beide een plaats in de prediking. Het begrip 'uitwendige roeping' geeft meer ruimte voor een evenwichtige benadering dan het begrip 'aanbod van genade'; dit laatste heeft namelijk bij sommigen (terecht of onterecht?) een eenzijdig imago.
Het ging er mij niet om het aanbod van genade af te keuren (zie citaat ds. Fraanje) - mijn intentie is dat wij ons maximaal in moeten spannen om elkaar te begrijpen. En om elkaar te verstaan moeten we dezelfde taal spreken; dat is in de natuur toch ook zo?
Ook in het Nieuwe Testament was de prediking niet altijd liefelijk hoor! (denk aan de prediking van Johannes de Doper en hoe Jezus Zelf de farizeën aansprak!)
Ik denk dat we twee dingen moeten onderscheiden: 1. het aanbod van genade op zich en 2. hoe om te gaan met de reactie óp dat aanbod.
1. het aanbod is de blijde boodschap van het Evangelie, dat onverkort mag worden gebracht. Dat betekent enerzijds oordeelaanzegging, anderzijds het heil prediken in Christus.
2. in een gemeente zijn er mensen die het aanbod afwijzen, het Evangelie ongehoorzaam zijn, én mensen die het Evangelie wel aannemen, de gelovigen. Hier komen we op het terrein van het 'onderscheidenlijk preken'.
Degenen die het Evangelie ongehoorzaam zijn, behoeven niet zo 'liefelijk' behandeld te worden, dat ben ik met je eens. Anderzijds blijft het aanbod voor hen gelden zolang ze in het heden der genade zijn.
Plaats reactie