Heartcry - Niet arminiaans?

Gebruikersavatar
Gian
Berichten: 6338
Lid geworden op: 27 nov 2004, 21:24

Bericht door Gian »

freek schreef:
Gian schreef:Soms is dat best wel eens nodig. Ik zie alleen niet in waarom heartcry Nederland daar een uitgesproken mening over zou moeten hebben.
De min of meer arminiaanse prediking van John Wesley heeft heel wat meer vruchten gebracht dan... vul maar in.
Ja dat is wel waar. Maar toch...het relativisme in dit opzicht baart me wel een szorgen.
Alles op zn tijd. Zolang confessies en uitgesproken stelligheid de verdeeldheid in stand houden mag het van mij wel een onsje minder.
Hedendaagse bijbelstudie is voor een belangrijk deel het elimineren van theologische contradicties.
Gebruikersavatar
Bert Mulder
Berichten: 9097
Lid geworden op: 28 aug 2006, 22:07
Locatie: Grace URC Leduc Alberta Canada
Contacteer:

Bericht door Bert Mulder »

Gian schreef:Soms is dat best wel eens nodig. Ik zie alleen niet in waarom heartcry Nederland daar een uitgesproken mening over zou moeten hebben.
De min of meer arminiaanse prediking van John Wesley heeft heel wat meer vruchten gebracht dan... vul maar in.
Oh????

En hoe wou je dat dan invullen?

Niet dat God niet een kromme stok kan gebruiken om rechte slagen te geven...

Maar hoe weet men dat die mensen met die armiaaanse (en geloof gerust van me, Welsey was voluit arminaans) prediking recht tot God bekeerd zijn?

Hoeveel zijn er die zeggen: Heere, Heere, waarvan God zal getuigen: "Ik heb ze nooit gekend"

Dus waarom is al dat bloed gestort in de reformatie? Men kon toch ook met Rome, door eigen werken zalik worden?

Dus gaat de redenatie.... Die dus lek is als een zeef.

Want.... waar komt God aan Zijn eer?
Mijn enige troost is, dat ik niet mijn, maar Jezus Christus eigen ben, Die voor mijn zonden betaald heeft, en zo bewaart, dat alles tot mijn zaligheid dienen moet; waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van eeuwig leven verzekert, en Hem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt.
Gebruikersavatar
Gian
Berichten: 6338
Lid geworden op: 27 nov 2004, 21:24

Bericht door Gian »

Fijn dat jij er ook nog bent Bert, ik zou zo maar verdwalen...
Hedendaagse bijbelstudie is voor een belangrijk deel het elimineren van theologische contradicties.
Gebruikersavatar
aritha
Berichten: 1054
Lid geworden op: 20 dec 2007, 11:51
Locatie: Veenendaal

Bericht door aritha »

MarthaMartha schreef:Hallo, lees nou toch eens goed.
Hij zegt niet dat het niet geleerd wordt...
hij zegt: wanneer dat niet gebeurd dan...............
Ja, maar waarom wordt deze mail naar onze dominees gestuurd?
Wat is er mis?
Wedergeboorte is iets waar juist heel erg op gewezen wordt.
Hij bedoelt denk ik niet wedergeboorte als vrucht van het geloof; dat zou een dwaling zijn.

Opwekking is iets waar we allemaal naar uitzien.
Maar waarom een mail van Heartcry naar predikanten met als inhoud een redevoering van Paul W.?

Ik zou zeggen: Stuur ze allemaal het boekje van ds Van Vlastuin, of boekjes van Jonathan Edwards. Zeker weten betrouwbare boeken.

So wie so vind ik persoonlijk dat Paul Washer zelf erg aanwezig is in de mail. Het Woord doet het en niet Paul Washer.
Ik hoop dat er in de mail aan de predikanten meer stond dan dit. Anders schiet Haertcry haar doel voorbij.
Kom met het Woord.

Ik snap nietzo waar Ez 36 ineens opslaat. Het lijkt zo uit de lucht gegrepen.

Even verderop heeft hij het over een scheiding, die in je leven te bespeuren moet zijn. Als die er niet is ben je dood.
Bedoelt hij dat ik eerst van de zonden moet scheiden en daarna ben ik levend.

Welke functie heeft onze Heere Jezus Christus hierin?
Ik vind dit stuk heel verwarrend. Niet evenwichtig.
Waarschijnlijk is het uit een groter geheel gehaald en komt het daarom zo springerig en zweverig over.
Kan iemand meer uitleggen?
Corydoras
Berichten: 965
Lid geworden op: 01 jun 2005, 13:59

Bericht door Corydoras »

aritha schreef:Ik snap nietzo waar Ez 36 ineens opslaat. Het lijkt zo uit de lucht gegrepen.
Het komt uit de preek 'Regeneration and self-denial', je kunt 'm hier naluisteren. (Het stukje dat MarthaMartha heeft gepost begint na 26 min.)
De preek gaat over Matth. 13:44 (zelfverloochening) en Ez. 36:22-27 (wedergeboorte). Hij was gevraagd om over zelfverloochening te spreken, maar het grootste deel van de preek gaat over de wedergeboorte, omdat dat nodig is om het eerste goed te kunnen begrijpen.
Even verderop heeft hij het over een scheiding, die in je leven te bespeuren moet zijn. Als die er niet is ben je dood.
Bedoelt hij dat ik eerst van de zonden moet scheiden en daarna ben ik levend.
Nee, hij bedoelt het juist andersom: als je beweert dat je levend bent, maar je leeft nog steeds middenin in de zonde, dan ben je zeer waarschijnlijk nog dood. (n.a.v. vers 24: Want Ik zal u uit de heidenen halen, en zal u uit al de landen vergaderen; en Ik zal u in uw land brengen.)
Ik vind dit stuk heel verwarrend. Niet evenwichtig.
Waarschijnlijk is het uit een groter geheel gehaald en komt het daarom zo springerig en zweverig over.
Echt duidelijk is het zo niet nee, ik weet niet of in die mail aan predikanten ook alleen maar dit fragment weergegeven was?
Afbeelding
gravo
Berichten: 588
Lid geworden op: 10 jun 2004, 00:30
Locatie: : De grote stad

Bericht door gravo »

Iedereen wordt weer gedwongen om zich op één van de beide eilandjes remonstrans of contraremonstrants terug te trekken en de pijlpunten te scherpen voor het zoveelste rituele gevecht.

De één verwoordt het éne standpunt (maar zal zich zorgvuldig indekken tegen een té extreme opstelling, door de ander ook een beetje gelijk te geven), de ander doet hetzelfde, maar dan vanaf het andere eilandje. Beiden hebben elkaar nodig...anders is er geen ritueel. Je zou in dat opzicht zelfs kunnen zeggen, dat de remonstranten de contraremonstranten in leven houden en andersom.

Mijn theologisch insteek is van een andere orde, dan de geschetste of-of situatie.

Ik ga meer voor de en-en variant.

Ten eerste moet gezegd worden, dat het begrip remonstrants onduidelijk is. Wat de één remonstrants vindt, vindt de ander nog niet. Er is een verlopende schaal te definieren, waarop mensen in meerdere of mindere mate waarde hechten aan het menselijke aandeel in geloof. Er is natuurlijk wel een extreme zgn. contra-remonstrantse positie, die zegt, dat de mens helemaal niets bijdraagt aan zijn eigen zaligheid. Het lijkt er soms op, alsof die mens helemaal niet behoeft te bestaan wanneer de wedergeboorte wordt geschonken. Maar over het algemeen wordt toch wel enige activiteit van de mens gevraagd. Al was het alleen maar het "vraag er maar veel om".

De kern van mijn betoog is echter, dat we het in deze discussies hebben over een zeer wijd spectrum, dat verloopt van scherp remonstrants naar uiterst contra-remonstrants. Zelfs de meest orthodoxe contra-remonstrant moet toch altijd nog een zekere plaats inruimen voor de menselijk activiteit. "toen mocht ik mijn zonde inzien en ze voor den Heere belijden". Mooi gezegd, natuurlijk, maar in principe zou je hier toch ook weer een contra-remonstrants vraagteken bij kunnen zetten: "was dat nu wel een écht door den Heere gewrochte belijdenis van zonde, of beeldt de natuurlijke mens zich hier nu iets in en wil hij het ware werk des Heeren bij Zijn kinderen nabootsen?". Gelukkig hoor je zulke wantrouwige geluiden bij dit menselijke aspect van geloof en bekering steeds minder. Ook het meest contra-remonstrante geluid biedt dus plaats aan een erkenning van de menselijke kant.

Voor alle anderen, die zich niet in één van beide uitersten bevinden, gedlt eenvoudig, dat zij zich ergens op de verlopende schaal, het spectrum van links naar rechts bevinden.

Ze kunnen dus in een bepaalde mate zowel remonstrants als contra-remonstrants genoemd worden.

Is altijd zo geweest, zal altijd zo blijven.

Het onderwerp is namelijk veel te moeilijk om het te kunnen begrijpen in termen van of dit of dat. Beide kanten van de zaak worden ervaren en moeten genoemd worden. Vandaar dat je ook zoveel schakeringen op het kerkelijk erf hebt.

gravo
Wilhelm
Berichten: 3240
Lid geworden op: 13 okt 2007, 19:26

Bericht door Wilhelm »

Refo-nieuws schreef:1000 predikanten krijgen ter aansporing boekje over herleving

nieuwsredactie

NIEUW LEKKERLAND - De laatste conferentie hebben alle bezoekers van de Heartcry-conferentie een bemoedigend boekje meegekregen met de titel "Honger en dorst naar herleving". Dit boekje is van Oswald Smith en gaat over de vraag in hoeverre we bewogen zijn met zielen, zo laat evangelist Arjan Baan namens de stichting weten.

Kort na de conferentie heeft Heartcry een gift gekregen met het verzoek om dit boekje toe te zenden aan circa 1.000 predikanten - in verschillende kerkverbanden - in Nederland. Inmiddels zijn adressen verzameld en de boekjes opnieuw gedrukt. Deze maand zullen de boekjes verstuurd worden, inclusief een begeleidend schrijven (zie hieronder).

Arjan Baan: "Wij willen jullie vragen om volhardend en vurig gebed. Bidt om deze geestelijke kracht waarvan Spurgeon spreekt. Dat hebben onze predikanten en kerkenraadsleden dringend nodig! Bidt of het boekje met een ontvankelijk gemoed gelezen mag worden en dat het boekje tot aansporing en bemoediging van de predikanten zal zijn."

Heartcry schreef: Betreft: bemoediging en toezending ‘Honger en dorst naar herleving’

Geachte Evangeliedienaar,

“In hoe ruimer mate gij de zalving des Geestes deelachtig zijt, des te heiliger en gelukkiger zult gij zijn, en met des te meer vrucht zult gij prediken. Gij herinnert u de twee olijfbomen, die dicht bij de gouden kandelaar stonden en waar de kostbare olie van zelf uitvloeide. Deze zijn het beeld van met zegen arbeidende Evangelie-diennaars, gezalfden door de Geest, die bij den Heere der ganse aarde staan. Bedenk wat van Johannes de Doper geschreven staat: ‘Hij zal met den Heiligen Geest vervuld worden en Hij zal velen der kinderen Israëls bekeren tot den Heere hunnen God’. O, mijn broeders! Houd aan in het gebed, dat God u vervulle met den Geest, opdat gij in Zijnen raad moogt staan, het volk Zijne woorden doen horen, en vele bekeren van hun boze wegen. Bid dat gij moogt vervuld worden met het vuur des Geestes, opdat uw woorden in de verharde harten van onbekeerden zondaren mogen doordringen. Rust niet zolang gij geen vrucht ziet op uw prediking. Vrucht te zien is de regel bij een levende Evangelie-verkondiging, gemis daarvan is de uitzondering”.

Met deze woorden van de Schotse predikant Robert Murray MacCheyne willen wij alle Evangeliedienaars in Nederland aanmoedigen en opwekken tot gebed om de onmisbare zalving van Gods Geest. Het is ons gebed dat in het jaar 2008 de Heilige Geest overvloedig werkzaam zal zijn in de Kerk van Nederland, in uw Gemeente en uw persoonlijke leven. Het is ons hartelijke verlangen dat u allen door God gebruikt zal worden als een instrument in Zijn Goddelijke handen voor de bekering van zondaren en tot geestelijke verdieping van de gelovigen.

Tevens willen wij u graag via deze envelop een eenvoudig boekje aanbieden met daarin een ernstige boodschap over herleving en gebed. De indringende boodschap, zoals verwoord in dit boekje, heeft ons als bestuur zo diep geraakt dat wij dit boekje graag aan alle Evangeliedienaars van Nederland willen toezenden.

We vertrouwen erop dat de predikanten in Nederland met ons het verlangen naar een opleving in de Kerk van Nederland delen. We hopen dat het boekje een middel mag zijn om God nog vuriger te smeken dat Hij de hemelen zal scheuren (Jes. 64:1).


Met vriendelijke herlevingsgroeten, namens het bestuur,

A.C. Baan, voorzitter Stichting Heart Cry
Voor reacties : e-mail: heartcry@filternet.nl
Website voor meer informatie: http://www.heartcry.nl
Eerst een mail, nu een boekje.
Opzich goed dat dit onderwerp onder de aandacht komt, maar ik vroeg me toch af, is dit nu het werk van een stichting ?
Kennen jullie Oswald Smith ?
Jongere
Berichten: 7763
Lid geworden op: 14 apr 2004, 15:45

Bericht door Jongere »

Herlevingsgroeten? :roll:

Tja, ik weet het niet hoor. Ik vind meneer Washer erg inspirerend (zoals eerder gezegd) maar ik kan met die stichting niet zo goed uit de voeten eigenlijk. Misschien een beetje ongefundeerd, maar ik heb niet zoveel met een 'herlevingsstichting'. Washer pleit ook niet voor herleven - meer voor leven. Dat is veel belangrijker, en zeker niet persé hetzelfde. Het amerikaanse HeartCry schijnt wel heel anders te zijn dan de Nederlandse stichting, maar daar weet ik ook te weinig van af.
Gebruikersavatar
Gian
Berichten: 6338
Lid geworden op: 27 nov 2004, 21:24

Bericht door Gian »

Wilhelm schreef: Opzich goed dat dit onderwerp onder de aandacht komt, maar ik vroeg me toch af, is dit nu het werk van een stichting ?
Kennen jullie Oswald Smith ?
Radicaal boekje. Zeer de moeite waard.
Hedendaagse bijbelstudie is voor een belangrijk deel het elimineren van theologische contradicties.
Gebruikersavatar
Gian
Berichten: 6338
Lid geworden op: 27 nov 2004, 21:24

Bericht door Gian »

Jongere schreef:Herlevingsgroeten? :roll:

Tja, ik weet het niet hoor. Ik vind meneer Washer erg inspirerend (zoals eerder gezegd) maar ik kan met die stichting niet zo goed uit de voeten eigenlijk. Misschien een beetje ongefundeerd, maar ik heb niet zoveel met een 'herlevingsstichting'. Washer pleit ook niet voor herleven - meer voor leven. Dat is veel belangrijker, en zeker niet persé hetzelfde. Het amerikaanse HeartCry schijnt wel heel anders te zijn dan de Nederlandse stichting, maar daar weet ik ook te weinig van af.
Beetje muggenziften Jongere. Heb je nooit herleving nodig? Of moeten ze het opwekking noemen? Daar rust al haast een vloek op in onze kringen.
Of vind je dat we allemaal zo vruchtbaar zijn in deze tijd? Koop gewoon eens wat cd's van Francois Carr of Etienne Maritz voordat je met onderbuikgevoelens komt.
Hedendaagse bijbelstudie is voor een belangrijk deel het elimineren van theologische contradicties.
Jongere
Berichten: 7763
Lid geworden op: 14 apr 2004, 15:45

Bericht door Jongere »

Gian schreef:
Jongere schreef:Herlevingsgroeten? :roll:

Tja, ik weet het niet hoor. Ik vind meneer Washer erg inspirerend (zoals eerder gezegd) maar ik kan met die stichting niet zo goed uit de voeten eigenlijk. Misschien een beetje ongefundeerd, maar ik heb niet zoveel met een 'herlevingsstichting'. Washer pleit ook niet voor herleven - meer voor leven. Dat is veel belangrijker, en zeker niet persé hetzelfde. Het amerikaanse HeartCry schijnt wel heel anders te zijn dan de Nederlandse stichting, maar daar weet ik ook te weinig van af.
Beetje muggenziften Jongere. Heb je nooit herleving nodig? Of moeten ze het opwekking noemen? Daar rust al haast een vloek op in onze kringen.
Of vind je dat we allemaal zo vruchtbaar zijn in deze tijd? Koop gewoon eens wat cd's van Francois Carr of Etienne Maritz voordat je met onderbuikgevoelens komt.
Ok, ik zit weer in mijn hokje. 'Onze kringen' en ik ben tegen opwekking. Blijkbaar.

Het spijt me diep, maar ik kan een 'herleving' geen doel opzich vinden. Dat we het wel nodig kunnen hebben ben ik het zeer mee eens, maar om een organisatie te hebben die voor een herleving pleit vind ik net wat te ver gaan. Niet principieel, persoonlijk: ik houd er simpelweg niet van. Het is mooi om iets te willen, ervoor bidden (als het een goede zaak is) is natuurlijk helemaal mooi. Maar soms wordt er dan weer een enorm issue van gemaakt, bijna een levensdoel (tot en met die herlevingsgroeten toe). Over sommige dingen, zeker over dit soort bewegingen, volg ik toch echt mijn onderbuikgevoelens. Volgens mij laat ik verder iedereen vrij en veroordeel ik niemand (heerlijk postmodern, iedereen tevreden :| ). Ik ben voor een opwekking (wie kan daar nu tegen zijn?) en niet zo voor groepjes die dat als doelstelling maken. Volgens mij komt er eerder een opwekking als iedereen zich zoveel mogelijk op zijn eigen persoon richt en op de naaste omgeving. Daar heb je denk ik meer aan dan artikelen, statements, mails en lezingen.
Gebruikersavatar
freek
Berichten: 5711
Lid geworden op: 24 nov 2005, 13:55

Bericht door freek »

Gian schreef:
Wilhelm schreef: Opzich goed dat dit onderwerp onder de aandacht komt, maar ik vroeg me toch af, is dit nu het werk van een stichting ?
Kennen jullie Oswald Smith ?
Radicaal boekje. Zeer de moeite waard.
Ik ken ken boekje ook. Ik vind het niet bijzonder. Een beetje krampachtig en wettisch. Daarnaast niet echt reformatorisch. Daarmee ben ik voor een groot deel natuurlijk afgeschreven, want wie beroept zich nu op de reformatie. Dan heb je wel een heel beperkte blik. Ds. C.P. de Boer heeft wat mij betreft echter overtuigend aangetoond dat de traditie waarin HeartCry wil staan eerder charismatisch is, dan reformatorisch. Als je daar geen moeite mee hebt, is dat prima. Maar ik heb daar wél moeite mee.
Gebruikersavatar
Gian
Berichten: 6338
Lid geworden op: 27 nov 2004, 21:24

Bericht door Gian »

Ik vraag me af af je niet iets anders in je hoofd heb Freek, want het boekje is nooit op de markt gebracht. Ben je niet in de war met Oswald Chambers?
Heartcry charismatisch? Ik denk dat je je echt vergist met wat anders.
Hedendaagse bijbelstudie is voor een belangrijk deel het elimineren van theologische contradicties.
Grace
Berichten: 1269
Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:20

Bericht door Grace »

Tegenwoordig ben je al charismatisch als je een keer spreekt over (de vervulling met) de Heilige Geest. Paulus was ook charismatisch zeker toen die de gemeente van Efeze opriep: "Wordt vervuld met de Geest". Als ik iets geleerd heb door het onderwijs van boodschappen van Heartcry bijeenkomsten is het wel:

- het gevaar van charismatische invloeden/theologie
- dat opwekking een werk van God is en niet georganiseerd kan worden door mensen en dus bij ons persoonlijk geestelijk leven begint
- dat we niet op gevoel, maar door geloof dienen te leven.

Dat boekje wettisch? Laten we het daar maar op schuiven dan, komen we er toch maar weer onderuit. ...
Wilhelm
Berichten: 3240
Lid geworden op: 13 okt 2007, 19:26

Re: Heartcry - Niet arminiaans?

Bericht door Wilhelm »

Hier de artikelen van de hand van Ds C.P. de Boer, waarover gesproken werd in het geplaatste artikel uit de kerkbode van de HHK van Giessendam. (zie dit topic over de SRA)
Charismatisch gedachtegoed en Heart Cry (1)

Het is al weer enkele maanden geleden dat ik op de gebedsgenezingen van ds. Zijlstra ben ingegaan. Sinds die tijd is rondom de gebedsgenezingdiensten veel gebeurd. Niet alleen de kerkelijke pers, maar ook de media heeft aan Zijlstra de nodige aandacht gegeven. De reacties liepen uiteen van grote waardering en bewondering tot scepsis en afwijzing. De laatste tijd is het rondom Zijlstra stil geworden. Dit komt mede door de verdergaande ontwikkelingen. Verschillende mensen die door Zijlstra zijn genezen, werden weer ziek, keerden naar Zijlstra terug, werden genezen en later weer ziek(er). Gods Woord spreekt hierover zeer duidelijk, zie Deut 18:20-22.

Inleiding
Aan het einde van mijn artikel over Zijlstra heb ik u beloofd om nader op het gedachtegoed van de charismatische beweging in te gaan. Zijlstra behoort tot deze beweging. De charismatische beweging is zeer breed. Tot voor enkele jaren geleden bewoog deze stroming zich naast de Evangelische Beweging. Met name de laatste jaren wordt de invloed van de charismatische stroming in de Evangelische Beweging steeds groter. Vrij recent heeft ds. C. Blenk in een artikel in de Waarheidsvriend (april 2007), naar aanleiding van het 40-jarig jubileum van de Evangelische Omroep (EO), hierbij de vinger gelegd. Hij constateert dat de EO op meerdere punten aan het schuiven is en noemt in dit verband onder andere de toenemende invloed van de charismatische beweging binnen de organisatie van de EO. Maar ook buiten de organisatie van de EO komen we het charismatisch gedachtegoed tegen. In Nederland is naast Zijlstra bijvoorbeeld W.J. Ouweneel een prominent figuur. Ouweneel behoort tot de Vergadering der Gelovigen, terwijl Zijlstra tot de zgn. Vrije Evangelische Gemeenten kan worden gerekend. Enkele jaren geleden is Ouweneel naar Nigeria afgereisd om daar de bekende gebedsgenezer T. Josua te ontmoeten. Josua verkondigt een christelijke boodschap vermengt met allerlei elementen uit de Afrikaanse religies. Ouweneel heeft hem gesproken en heeft tijdens deze ontmoeting ook ‘de zalving’ van Josua ontvangen. In Nederland heeft Ouweneel Zijlstra verdedigd.

Zijlstra, Ouweneel, e.a. vragen aandacht voor de bijzondere gaven van de Geest, zoals gave van de profetie, tongentaal, gebedsgenezing, etc. Deze twee zijn extremen aan de ene zijde van de charismatische beweging. Aan de andere zijde van de charismatische beweging zijn verschillende personen uiterst kritisch over mensen als Zijlstra en Ouweneel. Zij moeten van gebedsgenezing, het spreken in tongen, gave van de profetie, etc. weinig of niets hebben. Toch delen zij met hen een aantal belangrijke kenmerken waardoor ze ook onder de noemer van de charismatische beweging geplaatst kunnen worden. Ik denk bijvoorbeeld aan een aantal artikelen die vrij recent in het opinieblad CV Koers zijn geplaatst of een pleidooi van prof dr J. Hoek, ondermeer hoogleraar vanwege de Gereformeerde Bond aan de Universiteit van Kampen, voor een herwaardering van het charismatisch gedachtegoed. Prof Hoek e.a. hebben ongeveer twee jaar geleden een symposium over het charismatisch gedachtegoed belegd, waarvoor ook prof Maris en prof Kamphuis als sprekers uitgenodigd waren. Ter elfder ure hebben zij zich vanwege het eenzijdig karakter van het dagprogramma teruggetrokken. Het verloop van dit symposium heeft in de kerken veel stof doen opwaaien.

Dit korte overzicht duidelijk dat het charismatisch gedachtegoed in de lucht hangt. Het charismatisch gedachtegoed heeft het tij mee. Het zal ongetwijfeld voor de aankomende jaren de kerkelijke agenda bepalen. De charismatische beweging is breed en kleurrijk. Echter bij al de verschillen zijn er een paar overeenkomsten die het eigene van het charismatisch gedachtegoed typeren.

Charismatisch gedachtegoed
Wat is nu eigenlijk het eigene van het charismatisch gedachtegoed? Allereerst vragen deze mensen een grote en eenzijdige aandacht voor de Persoon en het werk van de Heilige Geest en de bijzondere gaven (charisma) van de Geest. Door deze grote en eenzijdige aandacht komt de Persoon en het werk van de Heilige Geest in concurrentieverhouding te staan met de Persoon en het werk van Christus. Natuurlijk zullen de vertegenwoordigers van het charismatisch gedachtegoed de noodzaak van het met God verzoend zijn benadrukken. Natuurlijk beklemtonen zij het werk van Christus. Uiteraard moet een zondaar door Christus met God verzoend worden. Maar dit is niet genoeg; er is meer. Dit ‘meer’ wordt verkregen door de volkomen vervulling met de Heilige Geest of de doop door de Geest. Christus’ werk was nodig voor de verzoening, maar de Heilige Geest brengt de vervulling, namelijk het bereiken van een volmaakter christelijk leven. Dit ‘meer’ betreft dus met name het bereiken van een heilig leven, dwz. een leven waarin de zonde overwonnen kan worden. Overwinningsleven! Ieder kind van God moet naar dit ‘meer’ staan, anders komt hij nog wat tekort. Wie deze ervaring nog niet kent mist iets. Bij alle verschil binnen de charismatische beweging wordt deze overtuiging gemeenschappelijk gedeeld. Daarnaast onderscheidt de charismatisch beweging zich van de Evangelische beweging doordat deze stroming bewust in de kerk wil staan, terwijl de Evangelische Beweging zijn plaats bewust naast de kerk inneemt.
In de praktijk betekent dit dat binnen de kerken verschillende stichtingen en platforms zijn opgericht die het charismatisch gedachtegoed in de gevestigde (reformatorische) kerken propageren. In de PKN timmert het charismatisch werkverband danig aan de weg. Aan de linkerkant van de gereformeerde gezindte beweegt zich sinds een aantal jaren de stichting New Wine. Deze stichting is aan de Nederlands Gereformeerde Kerk te Houten verbonden. Ook verschillende CGK-predikanten bezoeken de dagen en conferenties van New Wine en verkondigen in hun gemeenten en daarbuiten dit gedachtegoed. Sinds kort bestaat aan de rechterkant van de Gereformeerde Gezindte een stichting die ook onder de noemer charismatisch gedachtegoed geplaatst kan worden: de stichting Heart Cry.

Heart Cry
De stichting Heart Cry belegt met regelmaat conferenties in Ambt-Delden en trekt jongeren en ouderen uit de rechterflank van de Gereformeerde Gezindte. De stichting staat onder voorzitterschap van Arjan Baan (ook voorzitter van de SRA). Het doel van de Stichting is: a. Geestelijke verdieping en b. Bewustwording van de noodzaak van opwekking (zie voor een verdere omschrijving http://www.heartcry.nl). Dit zijn bijbelse en aansprekende onderwerpen! Wie verlangt en bidt niet om een opwekking in de kerken en onder ons volk?! Wie onder ons is niet doordrongen van de noodzaak van geestelijke verdieping van het persoonlijk en gemeentelijke leven?! Maar hoe worden deze onderwerpen uitgewerkt en wat verstaat de stichting Heart Cry nu eigenlijk onder ‘geestelijke verdieping’ en ‘opwekking’? Aan het slot van de twee laatstgehouden conferenties ontvingen de bezoekers een klein boekje. Beide boekjes gaan vergezeld van een warme aanbeveling van de voorzitter van de stichting, Arjan Baan. Ik zal eerst deze twee publicaties bespreken. Het zijn de volgende titels: O.J. Smith, Honger en dorst naar herleving en R. Hession, De weg van Golgotha & Wordt nu vervuld! Beide boekjes zijn onder verantwoordelijkheid van de stichting Heart Cry uitgegeven. De bespreking zal ook in deze volgorde plaatsvinden. Vervolgens bespreek ik de inhoud van een aantal lezingen van sprekers die zowel voor de SRA als ook op de conferentie van Heart Cry gesproken hebben.

Op de laatste conferentie van de Stichting Heart Cry ontvingen de bezoekers een klein boekje (92 pagina’s) waarin in vertaling een samenvatting van het Engelstalig boek Passions for Souls van de hand van Oswald J. Smith (1889-1986) wordt geboden. Het boekje is eigenlijk een bloemlezing van verschillende personen die in het leven en voor het werk van Oswald (een opwekkingsprediker) een grote plaats ingenomen hebben. Op de laatste bladzijden van dit kleine geschriftje vertelt Oswald over zijn eigen ervaringen van een opwekking in Rusland door toedoen van zijn eigen prediking. Enkele onder ons bekende namen als R.M. MacCheyne en David Brainerd passeren de revue. Daarnaast worden ook onder ons minder bekende of onbekende namen aangehaald. Een naam valt op doordat deze 20 maal wordt aangetroffen en doordat Oswald verscheidene malen passages uit zijn werken met instemming citeert. De lezer merkt dat deze persoon Oswald in zijn denken en prediking sterk beïnvloed heeft. Het is de naam van een zekere C.G. Finney.

C.G. Finney
Charles Grandison Finney (1792-1875) is van origine een advocaat die na zijn bekering zijn leven in dienst van de prediking stelde. Zijn werkzaamheden speelden zich vooral in Amerika af, waar hij naast opwekkingsprediker op een gegeven moment ook hoogleraar aan het Oberlin College werd. Deze opleiding werd een smeltkroes van een calvinistische stroming met een sterke nadruk op opwekking enerzijds en een evangelisch arminiaanse stroming anderzijds. De eerste stroming is een erfenis van de Great Awaking (1734) onder leiding van Jonathan Edwards; de tweede stroming vertegenwoordigt het methodisme dat in de 19e eeuw in het kerkelijk leven in Amerika zeer grote invloed krijgt. Het Oberlin College werd het centrum van een internationale beweging, die in Noord-Engeland (Keswick), Duitsland (olv Theodor Jellinghaus) en Zuid-Afrika (olv. Andrew Murray) voet aan grond kreeg. Omgekeerd heeft met name de beweging van Keswick door middel van de bekende methodist D.L. Moody (een collega van Andrew Murray) een grote invloed in Amerika gehad. Op deze theologische opleiding heeft Finney samen met zijn collega Asa Mahan een grote stempel gezet. Zijn theologische arbeid staat vooral in het teken van een bezinning op de bekering tot God en het uitwerken van een theorie voor revival-prediking (‘opwekkingsprediking’). Alle theologische beschouwingen van Finney zijn op zijn ervaring van zijn eigen bekering te herleiden. Volgens Finney is de absolute voorwaarde voor iemands bekering dat hij zelf moet willen. In Nederland heet deze visie Remonstrants of Arminiaans.

Finney en de rechtvaardiging
Het gedachtegoed van Finney is door prof Maris in zijn proefschrift uitvoerig beschreven en grondig weerlegd J.W. Maris, Geloof en Ervaring (Leiden, 1992), mn. pp. 71-85. Finney neemt in zijn werken meerdere malen zijn eigen bekering als uitgangspunt en norm. Heel bewust verbindt Finney zijn bekeringservaring met zijn kennis van de rechtvaardiging door het geloof. We laten eerst Finney zelf aan het woord en geven vervolgens de kritiek van prof Maris weer:

‘In deze toestand werd mij de leer der rechtvaardiging door het geloof geleerd, als een levende ervaring. Deze leer had zich nooit zo van mijn geest meester gemaakt dat ik haar beschouwd had als een fundamentele leer van het evangelie (…) Maar ik kon nu begrijpen wat er bedoeld werd met het schriftgedeelte: ‘Wij dan gerechtvaardigd door het geloof, hebben vrede met God door onze Heere Jezus Christus’. Ik kon zien dat vanaf het moment dat ik geloofde, (…) alle schuldgevoel van mij afgevallen was en dat ik vanaf dat moment geen schuldgevoelens meer kon opbrengen, hoe ik het ook probeerde. Mijn schuldgevoel was verdwenen, mijn zonden waren verdwenen, en ik geloof dat ik niet meer schuldgevoel had dan wanneer ik nooit gezondigd had. Dit was nu juist de openbaring die ik nodig had. Ik voelde mij gerechtvaardigd door het geloof en voorzover ik kon inzien was ik in een staat waarin ik niet zondigde (…) Noch kreeg ik enig schuldgevoel over mijn vroegere zonden.’

Maris:
‘Hoewel Finney hier wel spreekt van geloof, blijkt in zijn hantering van het begrip rechtvaardiging alle nadruk te vallen niet op de daad van God, maar op de gevoelsmatige ervaring. Enige affiniteit met het reformatorisch ‘simul iustus et peccator’ (‘tegelijkertijd rechtvaardig en zondaar’ CPdB) lijkt te ontbreken. De rechtvaardiging leeft meer door het wegnemen van het schuldgevoel dan door de vergeving van schuld (…) ervaring is voor Finney dus beslist meer dan emotionele ervaring. Het ervaringskarakter van zijn spreken over bekering en rechtvaardiging wordt m.i. recht gedaan door te zeggen dat het een sterk antropocentrisch (dwz. ‘op de mens gericht’ CPdB) karakter vertoont. Daarmee hangt samen dat de rechtvaardiging bij Finney geen forensisch (dwz. ‘geen juridisch’ CPdB) karakter vertoont. Er is geen sprake van toerekening van de gerechtigheid van Christus aan de zondaar.’ (geciteerd bij J.W. Maris, Geloof en Ervaring (Leiden, 1992) pp. 77-78).

Finney en Zondag 23 HC
Finney gebruikt de woorden ‘geloof’ en ‘gerechtvaardigd’, maar de kernvraag is hoe hij deze woorden inhoudelijk invult. Wie zijn beschrijving van de rechtvaardiging door het geloof naast Zondag 23 van de Heidelberger Catechismus legt, constateert een wereld van verschil. In Zondag 23 staat de daad van God haaks op de ervaring van de goddeloze. Hij was goddeloos, hij is goddeloos, hij blijft goddeloos. De wet verklaart hem voor goddeloos (terecht!), de duivel en het geweten klagen hem aan (terecht!). Maar in het hart van Zondag 23 staat: “NOCHTANS GOD, zonder enige verdienste mijnerzijds uit louter genade…” De machtige daad van God rechtvaardigend spreken doorbreekt de macht van de zonde en het ongeloof, legt de wet en de duivel het zwijgen op en schenkt aan de goddeloze de vreemde vrijspraak. Hierdoor ontvangt hij het recht om in zijn aanvechtingen door het volbrachte werk van Christus in Gods genadige gezindheid te rusten. Dit wordt bij Finney niet alleen node gemist, maar ook door hem radicaal verworpen. Meerdere malen spreekt Finney zich kritisch uit over de theologie van Jonathan Edwards en over de leer van de Westminster Confessie, vooral vanwege de leer van de verdorvenheid van de menselijke natuur. Geconstateerd moet worden dat Finney in het leerstuk van de rechtvaardiging door het geloof bewust dwaalt! Echter niet alleen in dit stuk….

Finney en de heiliging
Finney is een van de belangrijkste grondleggers van een internationale beweging die tot op de dag van vandaag internationaal grote invloed heeft. Deze beweging wordt vaak als de ‘Holiness Movement’ aangeduid en heeft tot in onze tijd toe grote invloed in de Angelsaksische wereld en via Engelse literatuur ook in Zuid-Afrika (Andrew Murray en zijn geestelijke nazaten) en Nederland. De wortel van de Holiness Movement is de Pinksterbeweging en de daaruit voortgekomen charismatische beweging binnen de gevestigde kerken. Bij alle gevarieerdheid in deze stroming, doordat hij vertegenwoordigers kent uit verschillende (reformatorische) kerken en vrije groepen (evangelische beweging), keren twee items steeds weer terug: (1) de heiliging en in samenhang daarmee (2) een grote nadruk op de ervaring van het heil.

Voor Finney is het geloof ten diepste niet gericht op Christus, het voorwerp van het geloof, maar is het geloof gericht op het bereiken van een hoger doel. ‘Het doel waar alle inspanning van Finney zich op richtte, was dat de kerk en de gelovigen zich zouden bevinden in ‘the revival state’ (dwz. ‘een situatie van herleving/opwekking’ CPdB), die de normale staat van de kerk zou moeten zijn. Kenmerk daarvan is een hoge standaard van religieuze ervaring (Maris, a.w., pp. 80).’ Finney onderscheidt ten diepste twee verschillende soorten kinderen van God: (1) ieder kind van God ontvangt het geloof om Christus toe te eigenen; (2) ieder kind van God moet staan naar de directe en persoonlijke openbaring van Christus aan de ziel. Wie deze ervaring nog niet heeft gehad mist iets dat hij/zij aan zichzelf moet wijten. Aan deze directe openbaring van Christus aan de ziel is het geloof ondergeschikt. In de heiliging is het geloof niet een door Gods Geest gewerkte en geschonken lege hand om de aangeboden en gewillige Christus te ontvangen en te mijnen, maar het geloof is een bewuste en zelfgekozen opstap naar een hoger, heiliger leven met Christus. Deze opstap vindt plaats op het moment dat Christus zich direct en persoonlijk aan de gelovige openbaart. Deze openbaring geschiedt dus los van het Woord! Dit moment wordt door Finney als ‘de doop met de Heilige Geest’ of ‘de Pinksterervaring’ getypeerd. In deze ervaring spelen visioenen en een beroep op de rechtstreekse leiding door de Geest een grote rol. Zelfs als de inhoud van deze visoenen of de leiding door de Geest haaks staan op Gods Woord is dit voor Finney geen enkel probleem. Paulus had het Evangelie toch ook niet van de mensen ontvangen, maar rechtstreeks van God?! Wie de Pinkstergeest ontvangen heeft, heeft deel aan dezelfde Geest als Paulus en spreekt en handelt met hetzelfde gezag als Paulus!

Het beklemtonen van de heiliging en de grote nadruk op de ervaring vallen bij Finney en zijn navolgers in de Holines Movement samen in het thema ‘de doop met de Heilige Geest’. Het ervaren van de heiliging valt samen met de doop van de Heilige Geest. Hiermee beweegt deze beweging zich in de brede stroom van de charismatische beweging. Een belangrijke tekst die bij dit onderwerp steeds terugkeert, is Ef 5,17: ‘wordt vervuld met de Heilige Geest’. Dit brengt mij tot de bespreking van de tweede publicatie van de hand van R. Hession, De weg van Golgotha & Wordt nu vervuld! In dit geschriftje wordt de charismatische uitleg van Ef 5,17 uitgewerkt. Maar daarover de volgende keer.

Tussenbalans
Eerst maak ik even de tussenbalans op. Finney is een remonstrant, dwz. hij leert dat de mens een vrije wil heeft om voor God te kiezen en kant zich tegen de leer van de totale verdorvenheid van de mens. Oswald staat in dezelfde traditie als Finney. Is het nu een uitglijder van de stichting Heart Cry om een boekje van een arminiaan aan zijn bezoekers mee te geven? Ik meen van niet. De Stichting Heart Cry biedt voor dit gedachtegoed bewust een platform door naast arminiaanse lectuur ook arminianen uit te nodigen om tijdens de conferenties te spreken. Ik denk dan bijvoorbeeld aan Feike ter Velde en Aad van der Sande. Twee prominenten mensen uit de Evangelische Beweging die een Evangelie verkondigen dat haaks staat op de leer van Dordt. Mensen als Feike ter Velde en Aart van der Sande zijn er altijd geweest en ze zullen er altijd zijn. De dwaling heeft altijd de leer van vrije genade vergezeld en bestreden. De poging om het remonstrantse gedachtegoed met de gereformeerde theologie te verzoenen is in de kerkgeschiedenis niet nieuw. Naast het Oberlin College in Amerika valt bijvoorbeeld te denken aan de school van Saumur op het Europese continent. Nieuw is wel dat er nu een platform onder verantwoordelijkheid van mensen uit de Gereformeerde Gezindte in het leven is geroepen, dat bewust voor deze dwaling ruimte biedt en voordoet alsof het alleen maar om nuanceringen en accentverschillen gaat. Maar heeft Augustinus Pelagius dan niet goed begrepen? Zat de Dordste Synode ernaast en is Arminius onterecht veroordeeld?!


Heart Cry (2)
De vorige keer hebben we aan de hand van het boekje van Oswald de achtergrond van Heart Cry omschreven. Deze beweging staat niet op zichzelf, maar maakt deel uit van een internationale beweging die zijn belangrijkste theologische wortels in de Angelsaksische en Zuid-Afrikaanse wereld heeft. We hebben gezien dat een van de belangrijkste theologische pijlers het arminiaans denken is. De tweede pijler is het zogenaamde charismatisch gedachtegoed. In dit artikel geef ik eerst een korte omschrijving van het charismatisch gedachtegoed. Voor wie meer informatie wil verwijs ik met name naar de publicaties van prof Maris (mn. de bundel Meer dan genoeg en het boekje De charismatische beweging en wij). Vervolgens geef ik een illustratie van dit gedachtegoed aan de hand van het boekje van Roy Hession, Wordt vervuld. Dit boekje werd op de laatstgehouden conferentie van Heart Cry aan de bezoekers uitgedeeld. In dit kleine geschrift wordt het charismatisch denken kort en duidelijk uiteen gezet en aanbevolen. Afsluitend letten we op de praktische uitwerking van dit charismatisch gedachtegoed onder de organisatie van Heart Cry.

Heart Cry en het charismatische gedachtegoed
Laat ik voorop stellen dat mensen met het charismatisch gedachtegoed van harte belijden dat onze zonden alleen door de Heere vergeven kunnen worden. Deze vergeving geschiedt alleen op grond van Christus’ werk. Buiten Christus’ bloed is geen redding. Alleen het werk van Christus is nodig tot verzoening, maar er is ‘meer’. Met dat ‘meer’ wordt het werk van de Geest bedoeld. De Geest geeft meer en wil meer. Er is meer. Wat is dit meer?

In een interview verwoordt de voorzitter van Heart Cry, Arjan Baan, het als volgt:

“Rechtvaardiging door het geloof, in feite de boodschap van Luther, werd tijdens de jongerenavonden telkens weer gepredikt. Dat is het fundament. Maar wat gebeurde er: we kregen steeds meer verlangen naar wat de Bijbel ‘vaste spijze’ noemt. Zo lieten we een predikant spreken over de vervulling met de Heilige Geest. Maar zijn boodschap bleef steken in de bekende prediking hoe je de Heilige Geest ontvangt bij de wedergeboorte. Over de vervulling met de Heilige Geest wist de lieve man weinig te vertellen. En toch hadden we heel sterk het verlangen om toegerust te worden met kracht om in deze tijd te getuigen van Christus. Zo zijn we op zoek gegaan naar predikanten die ons in dit opzicht konden helpen. Ook reinheid van gedachten was een onderwerp waar we weinig vanaf wisten. Zo had ik zelf nog steeds dingen in mijn gedachteleven waar ik van schrok. (…) Ik werd stapelgek van dat gevecht en praatte er met een predikant over. Die zei: “Ja jongen, dat is het leven. Noem het maar ‘de doorn in het vlees’. Je moet ermee naar het kruis en het altijd maar weer belijden. Dat houdt je dicht bij Jezus.” Ik had geen vrede met dat antwoord en wilde er meer over weten. Dat je dagelijks bekering nodig hebt, wist ik ook wel, maar is dat het antwoord op telken terugkerende zonden en een onrein gedachteleven?”

(Het fragment komt uit een interview met Arjan Baan in het tijdschrift Opwekking Magazine, februari 2007, pg 13. Het tijdschrift Opwekking Magazine wordt in samenwerking met de Verenigde Pinkster, -en Evangeliegemeenten uitgegeven. Wie over het gehele interview wil beschikken: c.p.deboer@kliksafe.nl).

Wat hier dus wordt gezegd, is dat de rechtvaardiging van de goddeloze wel noodzakelijk is, maar voor het geestelijk leven niet genoeg blijkt te zijn. Er is meer. Met dat ‘meer’ wordt het werk van de Geest bedoeld. De Geest geeft meer en wil meer. Opvallend is dat de charismatische beweging dit ‘meer’ alleen voor de wederom geboren christenen reserveert. Het gevolg is wel dat zo onder Gods kinderen een tweedeling gemaakt wordt. Er zijn ‘gewone’ kinderen van God. Voor hen geldt dat hun zonden vergeven zijn, zij mogen aan het Heilig Avondmaal deelnemen, immers zij kennen Christus. Echter hun geestelijk leven wordt als oppervlakkig en geesteloos getypeerd en is dus onder de maat. Dit meer wordt door Arjan Baan als ‘vaste spijze’ getypeerd. Deze ‘vaste spijze’ is volgens hem de vervulling met de Heilige Geest. Wie vervuld wordt met de Geest, is ook in staat om de zonde te overwinnen. Direct na deze uitspraak werkt Arjan Baan dit vanuit zijn eigen leven concreet uit. De Geest is een kracht die hem/haar in staat stelt om de (boezem)zonden te overwinnen. Een christen is dus in staat om in de heiliging steeds heiliger te worden. Vervuld met de Geest wordt zijn geestelijk leven ‘een overwinningsleven’.

Roy Hession
Is dit verband is Efeze 5,18 een belangrijke tekst: ‘En wordt niet dronken in wijn, waarin overdaad is, maar wordt vervuld met de Geest.’ In alle charismatische literatuur wordt uitvoerig bij dit vers stilgestaan. Zo ook in het boek van Roy Hession, Wordt vervuld! Dit boekje werd op de laatstgehouden Heart Cry conferentie aan alle conferentiegangers uitgedeeld. Het spreken in tongen, gebedsgenezing, etc is volgens Hession een gave van de Geest en beschikbaar voor Gods kinderen. Maar ze zijn voor hem een bijkomstigheid (zie pg. 78 en 120). Hession waarschuwt om voorzichtig om te gaan met het vervuld worden met de Heilige Geest. Het mag geen tweespalt onder Gods kinderen veroorzaken; tussen ‘bezitters’ en ‘niet-bezitters zijn (pg. 77).

Het vervuld worden met de Heilige Geest geschiedt alleen onder hen die al wederom geboren zijn (Hoofdstuk 2). Zij hebben een Voorspraak, namelijk Christus. Christus heeft hen de Trooster beloofd (Joh 16,7). In het Grieks staat voor ‘Trooster’: Parakleet. Dit Griekse woord betekent zowel trooster, als ook voorspraak. Hession legt naast Joh 16,7 een andere tekst: 1 Joh 2,1: ‘En indien iemand gezondigd heeft, wij hebben een Voorspraak bij de Vader, Jezus Christus de Rechtvaardige.’ Op grond van een is-gelijk teken tussen deze twee teksten komt Hession tot de conclusie dat Gods kind twee verschillende Voorsprekers heeft. (1) Christus de Voorspraak van de gelovige bij de Vader en (2) de Geest de Voorspraak van Christus bij de gelovige. Hier wringt de schoen. In het NT staat het werk van de Voorspreker altijd in het kader van de zondebelijdenis. Christus’ Voorspraak is een onderdeel van Zijn Middelaarswerk. Gods kinderen hebben een Advocaat die hen vrijpleit waneer zij hun zonden bij de Vader belijden. Christus is hun Advocaat. Hij pleit hen op grond van Zijn lijden en sterven vrij. Volgens Hession is de Heilige Geest ook een Voorspraak. Maar dan voor Christus in de gelovige. Maar wat heeft Christus de gelovigen dan misdaan? Heeft Hij tegen Zijn volk gezondigd? Natuurlijk zal Hession deze dwaze conclusie ontkennen. Volgens Hession behartigt de Geest de belangen van Christus in de gelovigen. Dit betekent echter wel dat het woord ‘Voorspraak’ bij Hession een andere betekenis dan de Bijbelse betekenis heeft gekregen. Volgens Hession schiet het werk van Christus als Voorspraak en daarmee dus als Zijn Middelaarswerk voor Zijn kinderen in de heiliging tekort. Zij zijn hiervoor op de Geest aangewezen. Die biedt hen meer, omdat het werk van Christus blijkbaar niet genoeg is.

Heart Cry en de SRA
De Stichting Heart Cry is vanuit de SRA-avonden ontstaan en is nog steeds met de organisatie van de SRA nauw verbonden. De oprichting van de stichting Heart Cry heeft direct te maken met een theologische verandering onder de organisatie van de SRA. In deze omslag in het denken van de verschillende betrokkenen bij de SRA heeft ds. Etiene Maritz een beslissende rol heeft gespeeld. In het interview beschrijft Arjan Baan eerst zijn teleurstelling in een gastspreker (zie citaat boven). Deze gastspreker verbond Ef 5,18 met de wedergeboorte (terecht!) en gaf dus een verkeerd antwoord op de vraag van Arjan Baan. Zijn vraag was: ‘Wat is vervuld worden met de Heilige Geest?’ Hij beschrijft vervolgens hoe door toedoen van een Zuid-Afrikaanse predikant een omslag in het denken bij hem en anderen voltrok.

“Een goede vriend van mij bracht me in contact met ds. Etiene Maritz, een Zuid-Afrikaanse voorganger uit de Nederduits gereformeerde kerk, die voor de stichting Reformatorisch Evangelisch ontwaken (REO) werd uitgenodigd (Sinds kort is deze stichting opgeheven en in de stichting Heart Cry opgegaan, CPdB). Voor het eerst hoorde ik dat er door de opstandingskracht van Christus overwinning bestaat over zonden. Ik kreeg een boek van Andrew Murray aangereikt, ‘Het Gebedsleven’. Bij het lezen begon mijn gereformeerde achtergrond te steigeren. (…) Etiene Maritz sprak in dezelfde geest als Andrew Murray en zei erbij dat het nodig is dat God zich steeds meer aan ons openbaart. Allereerst natuurlijk dat Christus voor mij gekruisigd is, maar ook dat ik samen met Christus gekruisigd ben (Romeinen 6). Ik merkte dat mijn leven veranderde en dat ook mijn vrienden diep onder de indruk waren van deze boodschap. Er ontstond een nieuwe manier van denken en handelen. We hebben ds. Maritz uitgenodigd voor een kleine kerngroep van de jongerenavonden, een man of honderd. Het was bijzonder dat de levensheiliging een werkelijkheid werd. Het werd onze levenswijze. De vervulling met de Heilige Geest gaf ons de kracht om veel meer effect te hebben op de levens van anderen.”
(Opwekking Magazine, februari 2007, pg 14.)

In het derde en laatste artikel ga ik nader in op de boodschap van ds. Maritz.

Tussenbalans
We maken opnieuw een tussenbalans op. In het eerste artikel werd duidelijk dat de beweging Heart Cry tegen de achtergrond van een internationale beweging geplaatst kan worden. Deze beweging bezit ‘oude papieren’. Het gedachtegoed van deze beweging is Arminiaans. Heart Cry biedt bewust een podium aan Feike ter Velde, Aart van der Sande (Nederland) e.a. die openlijk en ronduit een remonstrantse boodschap brengen. In dit tweede artikel zijn we op een tweede theologische grondtrek in het gedachtegoed van Heart Cry gestuit: het charismatische gedachtegoed. Wat zijn nu eigenlijk de bezwaren tegen het charismatische gedachtegoed in het algemeen en dus ook tegen de visie van Heart Cry in het bijzonder?

Drie zaken vallen op:
(1) Het ‘meer’ is dus gereserveerd voor de heiliging. Dit geldt uitsluitend voor Gods kinderen. Dit verklaart ook de grote belangstelling voor de heiliging van het christelijke leven. Deze belangstelling is niet verkeerd. Integendeel, die is juist broodnodig. Maar hoe wordt het begrip ‘heiliging’ ingevuld en uitgewerkt? Een term die in de charismatische literatuur regelmatig terugkeert, is ‘overwinningsleven’. Centraal staat het overwinnen van concrete en specifieke zonden. Een christen is hiertoe niet alleen geroepen, maar is ook in staat om dit te doen. Hij kan de zonde overwinnen, maar moet zich eerst voor de volkomen vervulling met de Heilige Geest openstellen. Juist de aanwezigheid van deze zonden in het leven, duidt erop dat een kind van God nog niet volkomen met Gods Geest is vervuld. Wanneer Gods kinderen vervuld worden met de Geest, zijn ze in staat van opwekking (‘revival state’). Dit heeft direct zijn uitwerking op de gemeente waartoe zij behoren. Door de opwekking van hun geestelijk leven, komen de gemeenten waartoe zij behoren ook tot een opwekking. Onder de titel ‘Overwinningsleven’ verzorgt Arjan Baan ook her en der in het land toerustingcursussen. Deze cursussen beogen niet alleen persoonlijke toerusting, maar uiteindelijk ook de verandering van de gemeente waartoe de cursisten behoren. Doordat betrokken gemeenteleden veranderen, zullen uiteindelijk ook de gemeenten zelf veranderen. Veranderen is de zin zoals Heart Cry dat voor ogen staat. Heart Cry noemt deze verandering ‘opwekking’. Ik kan niet anders concluderen dan dat deze gemeenten op dat moment in charismatisch vaarwater terecht gekomen zijn.

(2) Binnen de charismatische beweging bestaan verschillen. Deze verschillen betreffen alleen het wel of niet aanvaarden van concrete gaven van de Geest (bijvoorbeeld tongentaal, gebedsgenezing, etc). Onderling is men het wel eens over de noodzaak om vervuld te worden met de Geest. De aandacht voor de vervulling met de Geest gaat samen met een grote aandacht voor bijzondere ervaringen. Op het moment dat een christen met de Heilige Geest wordt vervuld, spelen emoties een grote rol. Hierbij gaat nog niet eens om wat er wordt gezegd, dit kan in theologisch opzicht best wel afwijken van Schrift en Belijdenis. Het gaat er juist om wat er gebeurt! Wat ik en anderen met mij ervaren. Ervaar ik de Geest? Als dit zo is, dan zit het met de rest ook goed. Hier is dus de ervaring de norm geworden; ook over Gods Woord. Een belangrijke rol hierin spelen de zogenaamde ‘getuigenissen’ tijdens een conferentie en daarna via internet. Deze bijzondere gebeurtenissen functioneren op zo’n moment als een bewijs dat de Geest werkt. Wie in een gesprek vanuit Gods Woord op deze gevaren wijst of kritische vraagtekens plaatst, wordt al snel op deze bijzondere gebeurtenissen en ervaringen gewezen. Zij zijn het sprekend bewijs dat de Geest werkt. Uit zo’n reactie blijkt niet alleen dat het een (de bijzondere ervaring) tegen het ander (Gods Woord) wordt uitgespeeld, maar dat de mensen voor zichzelf al een keus hebben gemaakt. Een keus voor de eigen ervaring en tegen Gods Woord.

(3) Als laatste valt op dat de aandacht voor de Geest zo sterk op zichzelf komt te staan, dat soms ongemerkt en soms ook bewust het werk van Christus op de achtergrond komt te staan of het werk van Christus in de heiliging zelfs verdwijnt. Let wel dit geldt volgens charismatische stroming absoluut niet voor mensen die nog niet met God verzoend zijn. Alleen door het bloed van Christus wordt een mens met god verzoend. Maar dit geldt volgens hen wel voor de christenen die in de vergeving van de zonden delen. Zij moet staan naar meer. Voor dit meer zijn ze niet op Christus, maar op de Geest aangewezen. Prof Maris gebruikt hiervoor bewust de term ‘concurrentieverhouding’ (zie Meer dan genoeg, pp. 130). Christus’ werk is voor de rechtvaardiging voldoende, maar schiet voor de heiliging tekort. Dit tekort wordt door de Geest aangevuld. De Geest kan pas in de gelovige werken wanneer hij/zij zich hiervoor heeft opengesteld. Op dat moment vangt het overwinningsleven aan.

Tegenover het opvatting over het ‘overwinningsleven’ staat Paulus’ belijdenis in Romeinen 7. Dit Bijbels gedachtegoed over de totale verdorvenheid van de gerechtvaardigde goddeloze, wordt in de Heidelberger Catechismus op meerdere plaatsen gehandhaafd en in het stuk van de dankbaarheid verder uitgewerkt. Tot en met de laatste zondag (HC 52) is dit een terugkerend thema. Daarom eindigt de catechismus niet in overwinnen, maar in de bede ‘wil ons arme zondaren, al onze misdaden, en ook de boosheid, die ons altijd aanhangt, om des bloeds van Christus’ wil niet toerekenen.’ In deze woorden hoor ik de echo van Luthers belijdenis op zijn sterfbed (“Wij zijn en blijven bedelaars; dat is waar!”)?! Maar ik hoor in de woorden, ‘Om des bloeds van Christus’ wil niet toerekenen’, ook de machtige triomf van het Evangelie doorklinken.

Toerekenen. Een Bijbels woord waarin de diepe werkelijkheid van Zondag 3 en 4 (Adams verdorvenheid wordt mij toegerekend), maar ook de heerlijke troost van Zondag 23 doorklinkt (Christus’ gerechtigheid wordt mij door God in de belofte toegerekend en mag en wil ik door het van God geschonken geloof omhelzen en mijnen). Die troost mis ik in de boodschap van Heart Cry. Ik moet nog zoveel. Ik moet door de kracht van de Geest de zonden overwinnen. Om met deze Geest vervuld te worden, moet ik de eerste stap zetten door me voor hem open te stellen. Maar waar is de troost van ‘Het is volbracht!’? Jezus’ kruiswoord geldt toch ook voor mijn heiliging?! Volgens de boodschap van Heart Cry is Christus’ werk niet genoeg. Er is meer; of beter gezegd: ik moet nog meer. Ik moet meer doen. Ik moet overwinnen. Maar waar blijft nu de troost van het Evangelie voor de heiliging? De troost van ‘het nochtans God, zonder enige verdienste mijnerzijds uit louter genade mij de gerechtigheid van Christus schenkt en toerekent, evenals had ik nooit zonde gehad noch gedaan, ja, als had ik zelf al de gehoorzaamheid volbracht, die Christus voor mij volbracht heeft (HC 23)?’ Het gaat dus niet om accentverschillen. Het gaat om een ander Evangelie en dus ook een ander geloofsleven! Óf Christus’ werk is genoeg óf het werk van Christus schiet voor de heiliging te kort. Een christen is óf een bedelaar óf een overwinnaar.

Heart Cry 3
In dit derde en laatste artikel over de SRA en Heart Cry ga ik nader in op het gedachtegoed van ds. Andrew Murray en ds. E. Maritz. Vervolgens laat ik zien hoe dit gedachtegoed in de praktijk functioneert. Dit laatste artikel sluit ik met een aantal opmerkingen af.

A. Murray en E. Maritz
In het vorige artikel hebben we gezien welke beslissende rol de Zuid-Afrikaanse predikant Andrew Murray (1828-1917) in de omslag binnen de SRA en in het denken van Arjan Baan heeft gespeeld. Deze omslag voltrok zich niet zomaar. De eerste maal dat Arjan Baan een geschrift van Murray las ‘begon zijn gereformeerde achtergrond te steigeren’ (Opwekking, pp. 13). Hij is niet enige die dit overkwam. Voor hem zijn er meer geweest die fundamentele kritiek op het gedachtegoed van Murray hebben geuit. Te denken valt bijvoorbeeld aan de bekende Zuid-Afrikaanse theologen Du Plessis, Andressen en Coetzee en in ons land, prof Maris. In zijn proefschrift Geloof en Ervaring (pp. 111-126) en later in een afzonderlijk schrijven, Andrew Murray (1828-1917) Profiel van zijn Opwekkingstheologie (Apeldoorn, 1995) analyseert Maris de standpunten van Murray en toetst deze aan Schrift en Belijdenis. Deze mensen nemen afstand van de chilliastische opvattingen van Murray. Op verschillende momenten in zijn denken verschilt Murray met de gereformeerde confessie.
De theologische ontwikkeling in Zuid-Afrika is na het overlijden van Murray niet tot stilstand gekomen. Vandaag de dag moet worden vastgesteld dat binnen de verschillende kerkgenootschappen in Zuid-Afrika, waaronder ook in de grote Nederduits Gereformeerde Kerk, het charismatisch denken een brede ingang heeft gevonden. Er zijn ook uitzonderingen. Een van de mensen in Zuid-Afrika die het charismatische denken onder fundamentele kritiek heeft gesteld, is prof. L. Floor. Verschillende van zijn geschriften zijn in Nederland verschenen (De doop met de Heilige Geest (Kampen, 1982), Persoon en werk van de Heilige Geest (Kampen, 1988), De gaven van de Heilige Geest in bijbels-theologisch perpectief (Leiden, 1999), De vrucht van de Geest in bijbels-theologisch perpectief (Heerenveen, 2004). Van harte aanbevolen!
Zo op het eerste gezicht lijkt Maritz zich van het charismatisch gedachtegoed te distantiëren. In zijn beantwoording op de vraag naar zijn mening over de doop met de Heilige Geest en daarmee samenhangend het spreken in tongen (1 Kor 14), stelt Maritz dat alleen in de Pinkster- of charismatische stroming het spreken in tongen als teken van de vervulling met de Heilige Geest wordt geleerd. Overigens wijst Maritz tongentaal als gave van de Geest niet af (pp. 26)! Dit gebeurt vaak na een proces of een crisis en kan zelfs daarna meerdere malen in je leven plaatsvinden (E. Maritz, Herleving!, pp. 24-26). De vervulling met de geest stelt een kind van God in staat om de zonde te overwinnen en een heilig leven te leiden. Zijn opvatting is charismatisch en zijn visie met betrekking tot tongentaal komt overeen met het officiële standpunt van de Zuidafrikaanse pinksterbeweging (Apostolic Faith Mission).

Overwinningsleven in de praktijk
Hoe werkt het overwinningsleven dat de SRA en Heart Cry voorstaan nu in de praktijk van het geloofsleven? Laten we de voorzitter Arjan Baan dit zelf maar verwoorden. In een interview in het Friesch Dagblad d.d. 27 februari 2007 zegt hij hierover het volgende:

‘Op de vraag of je dankzij de inwoning van de Heilige Geest het ‘vallen en opstaan’ achter je kan laten, is Baan positief. Hij typeert het leven door de Geest als „een overwinningsleven door de opstandingskracht van Christus”. Zondigt hij zelf niet meer? Baan: „Incidenteel. Vroeger beheerste de zonde mij, nu niet meer. Het klassieke doopsformulier zegt dat wij soms door onze zwakheid in zonde vallen. Ik struikel nog wel eens, maar blijf er door Gods genade niet meer in liggen. Ik zie me zelf niet meer als ‘een arme zondaar’, maar als een afhankelijke bedelaar. Ik ben een nieuw mens in Christus.”

Incidenteel, dwz. af en toe zondigt Baan nog. In ieder geval wordt het zondigen steeds minder. Dat is de praktijk van het overwinningsleven. Het gaat steeds beter, van de een naar de andere overwinning, totdat… ja tot wat? Totdat ik de zonde hier op aarde heb overwonnen en zondeloos leef?! De inspirators van Heart Cry en Arjan Baan, Murray en Maritz, leren dat dit mogelijk en bereikbaar is. Na de theologische omslag in 2004 en het omarmen van de charismatische theologie van Murray en Maritz heeft is binnen 3 jaar het stadium van incidenteel zondigen al bereikt.

Deze visie schept ook een andere geloofsbeleving dan de geloofsbeleving die opkomt vanuit en gestempeld wordt door de Schrift en de reformatorische belijdenis. Baan zelf geeft dit al aan, omdat hij naar eigen zeggen de Heidelberger Catechismus te mager, te arm vindt spreken over ‘het beginsel der vreugde’. Dat deze visie in gemeenten spanningen gaat oproepen is hij zich goed bewust. Klip en klaar geeft hij zijn mening over de huidige ontwikkelingen:

,,Zij verkondigden (de predikanten in de rechterflank van de gereformeerde gezindte, CPdB) niet of nauwelijks dat het evangelie een boodschap van verlossing en redding is voor iedereen. Dat hangt samen met hun theologie. God heeft in hun visie het oog op een beperkt aantal uitverkorenen en het is zaak om je niet ‘op valse gronden’ bij die uitverkorenen te rekenen.” Deze stroming in de Nederlandse kerken, die wel wordt aangeduid als de ‘zwarte-kousen-kerken’ of - neutraler - de ‘bevindelijk-gereformeerden’, valt te situeren in de behoudende rechterflank van diverse kerkgenootschappen. Jongeren uit die kringen groeien vaak op met de gedachte dat het hoogst onzeker is of God met hen een relatie wil. Baan: ,,Het is de kern van het evangelie dat iedereen zijn toevlucht bij Jezus mag zoeken. God sluit niemand uit, Hij nodigt juist iedereen uit! De poort van de genade staat wijd open. Helaas stellen veel bevindelijk-gereformeerde predikanten onbijbelse voorwaarden: je moet aan allerlei kenmerken voldoen voordat je voorzichtig mag concluderen een voorwerp van Gods genade te zijn. Deze denkbeelden vormen helaas een blokkade voor talloze mensen om daadwerkelijk tot geloof te komen.” (…) Maar je kunt natuurlijk ook op een andere manier kijken naar het fenomeen van zo’n opwekkingsbeweging. Dat erkent ook Baan. Het is bijvoorbeeld opvallend dat de bekeringen van de jongeren veelal plaatsvinden búiten de eigen kerkelijke kring. Baan: ,,Er is in de gereformeerde gezindte (hier globaal op te vatten als de achterban van het Reformatorisch Dagblad en de SGP, red.) een behoorlijke groot spanningsveld tussen wat instituten als kerken en religieuze organisaties voorstaan en wat er onder de kerkmensen leeft. Er zijn kerkleden die al veel ‘verder’ in hun geloof zijn, dan de gemeente waartoe zij behoren. Dat wordt bijvoorbeeld veroorzaakt door contacten buiten de eigen kerk. Ook door internet en e-mail wordt dit spanningsveld vergroot.” Voeg daarbij de ‘zuinigheid’ in de prediking - de ‘deur van de genade staat op een klein kiertje - en de achtergrond van de explosieve jongerenbeweging is geschetst. ,,De spanningsverhouding tussen de instituten en het grondvlak die ik zojuist noemde ontlaadt zich wanneer er tijdens een conferentie op een open en indringende manier persoonlijke geloofszaken aan de orde komen. Daarbij moet je bedenken dat er in de gereformeerde gezindte - globaal gezien - weinig echt gesprek is over geloofsbeleving en de vragen die daarmee samenhangen.”
(Friesch Dagblad d.d. 27 februari 2007)

Dit spreekt voor zichzelf. De visie van Arjan Baan is niet nieuw, maar stokoud. In de Vroege Kerk waren het de Montanisten, in de Middeleeuwen Joachim van Fiore, ten tijde van de Reformatie de Wederdopers die zeiden dat een geestelijk mens naar een staat van zondeloosheid moet streven en dit in zijn leven ook kan bereiken. Vandaag zijn het mensen als Francois Carr, E. Maritz en in navolging van hen Arjan Baan die hetzelfde standpunt huldigen. Deze opvatting vindt ook in de Evangelische Beweging in Nederland en België steeds meer ingang. Nieuw is de jas, waarin deze oude dwaling zich vandaag kleedt. Deze oude dwalingen, die Heart Cry tot de zijne heeft gemaakt, worden in de Heidelberger Catechismus op verschillende plaatsen weerlegd, maar ook de Nederlandse Geloofsbelijdenis art 24 en de Dordtse Leerregels 5,1-7 met klem van de hand gewezen. Het verwondert dan ook niet dat Arjan Baan meerdere malen in het openbaar (zie de interviews in Opwekking en Het Friesch Dagblad) op de HC kritiek heeft geuit. Hij verwijt de Reformatoren een tekort aan inzicht in het Evangelie. Wij kunnen niet anders concluderen dan dat de Reformatoren een ander Evangelie dan Arjan Baan c.s. hebben.

Slot
Wat heeft de kerkenraad bewogen om deze artikelen in de kerkbode te plaatsen? De kerkenraad huldigde in de eerste jaren het standpunt om zich tegenover de SRA neutraal op te stellen. Dit standpunt werd mede ingegeven door het feit dat verschillende predikanten binnen en buiten ons kerkverband op de SRA-avonden spraken. Predikanten voor wie de kerkenraad nog steeds hoogachting heeft; overigens zijn/worden deze predikanten van onze opvattingen op de hoogte gebracht. Verder hebben verschillende kerkenraadsleden in het verleden de SRA-avonden bezocht en niet zonder persoonlijke zegen. Echter de ontwikkeling binnen de SRA stond niet stil. Om de woorden van de SRA-voorzitter maar te gebruiken: “Men zocht naar meer.” Met als gevolg dat er oa. Zuid-Afrikaanse predikanten en voorgangers uit de Evangelische Beweging in Nederland en België als spreker werden uitgenodigd. Ook uit onze gemeente gingen mensen naar deze lezingen toe. Dit leverde tweeërlei reactie op: reacties van instemming en reacties van zorgen en afkeuring. Bij huisbezoeken en persoonlijke gesprekken werd naar de mening van de kerkenraad over met name de inhoud van Heart Cry gevraagd. Deze vragen kwamen vanuit twee verschillende richtingen. Van de kant van hen die de conferenties van Heart Cry blijven bezoeken, als ook van de kant van hen die met de conferenties moeite hebben (gekregen). De moeite van de kerkenraad beperkte zich in eerste instantie tot het feit dat deze conferenties ook op zondag plaatsvinden. In een schrijven aan het bestuur van Heart Cry hebben wij daarover onze bezwaren uiteen gezet. In een schriftelijke reactie heeft het bestuur van Heart Cry aangegeven om ondanks onze bezwaren toch op het ingeslagen pad verder te gaan. Kort na dit schriftelijk contact kregen verschillende kerkenraadsleden signalen dat er op meer punten vragen te stellen zijn. Binnen de kerkenraad zijn vervolgens twee personen aangewezen om zich nader te bezinnen en de kerkenraad verder te informeren.

In mijn contacten met andere collega’s uit de CGK, HHK en PKN bleek dat wij niet de enigen en zeker niet de eersten waren die met de ontwikkeling van de organisatie van de SRA en de Heart Cry moeite hebben. Verschillende collega’s hebben met Arjan Baan en mensen uit de kring van Arjan Baan gesprekken gevoerd. Wanneer Arjan Baan in het Friesch Dagblad vertelt dat predikanten met hem niet durven spreken en daarom maar een opiniestuk in de krant plaatsen dan is dit niet waar. Wel degelijk zijn gesprekken door verschillende predikanten en andere personen uit de CGK, HHK en PKN met Arjan Baan en mensen rondom hem gevoerd, maar deze gesprekken liepen tot nog toe op niets uit. Deze artikelen zijn dus niet geschreven met de illusie dat wij de organisatie van de SRA en het bestuur van Heart Cry tot andere gedachten kunnen brengen. Wat zij in het openbaar zeggen en doen ligt voor hun persoonlijke rekening. Hun standpunten verwerpen wij. Onze verantwoordelijkheid betreft primair onze gemeente en indirect gemeenten binnen en buiten ons kerkverband met wie wij ons op grond van Schrift en Belijdenis een weten. Het gedachtegoed van Heart Cry is onbijbels en regelrecht in strijd met de reformatorische belijdenisgeschriften. Deze onbijbelse boodschap wordt ook via de cursussen van Arjan Baan verspreid. Niet alleen wij, ook Arjan Baan erkent dat zijn boodschap tot spanningen op ‘het grondvlak’ leidt (zie interview Friesch Dagblad; voor digitale versie c.p.deboer@kliksafe.nl). Spanningen met name tussen jongeren en jonge gezinnen en hun kerkenraad. Spanningen die uiteindelijk ertoe kunnen leiden dat mensen een keus moeten maken: óf voor de boodschap van Heart Cry óf voor de reformatorische prediking in de eigen gemeente. De ontwikkeling binnen Heart Cry gaat door. Bewust is een theologische wissel omgezet die de trein van de SRA en Heart Cry op een ander spoor heeft gebracht. Op ‘het grondvlak van de gemeente’ doen zich nu al binnen de rechterflank van de CGK, de HHK en behoudende gemeenten in de PKN wrijvingen voor tussen mensen die achter het gedachtegoed van Heart Cry staan. Dit zijn doorgaans jongeren en ouderen die voorheen betrokken gemeenteleden waren, maar onder invloed van Heart Cry het gevaar lopen om met hun kerkenraad in aanvaring komen. Het gaat ons aan het hart om te zien dat mensen die in het verleden van harte instemming met Gods Woord en de Belijdenis hebben betuigd, soms vanuit naïviteit van dit fundament vervreemden en gaan dwalen. Hier ligt onze roeping om te waken over de kudde die de Heere aan onze zorg toevertrouwd heeft.

Naschrift
Binnenkort komt een brochure uit waarin de drie artikel gebundeld zijn. In deze brochure wordt verder een literatuurlijst en een bespreking van de lezing van E. Maritz, Hoe ontvang ik een overwinningsleven? opgenomen. In deze lezing staat Romeinen 6-8 centraal. Uit dit Bijbelgedeelte is ook de term ‘overwinningsleven’ afkomstig.

ds. C. P. de Boer Christelijk Gereformeerd Predikant te Werkendam.
Met dank aan diegene die deze artikelen heeft gescand en op esnips heeft gezet. ;)
Plaats reactie