Eenvoudiger bidden

Plaats reactie
Gebruikersavatar
Miscanthus
Berichten: 5306
Lid geworden op: 30 okt 2004, 14:38
Locatie: Heuvelrug

Eenvoudiger bidden

Bericht door Miscanthus »

Uit het Rd vandaag: een mooi stukje en een hart onder de riem.


Samen bidden: kort en niet mooi
Van een medewerker

KRIMPEN A/D IJSSEL - „Het gebed is de Jakobsladder die de verbinding vormt van boven naar beneden. Weet u daar persoonlijk van, wanneer u samen bidt met de kinderen van de zondagsschool?”


Die vraag stelde ds. G. J. van Aalst zaterdag op de 35e jaarvergadering van de Bond van Zondagsscholen van de Gereformeerde Gemeenten, in Krimpen aan den IJssel. „Het gebed is de thermometer van ons innerlijk leven”, zei de predikant uit Klaaswaal. „Bidden is even noodzakelijk als ademhalen. Beleeft u dat ook?”


Dat we moeten bidden, is volgens ds. Van Aalst Gods opdracht. „Dat we mogen bidden, is een voorrecht. Of we kunnen bidden, is wat anders”, zo zei hij. Bidden kan de mens echter zelf niet leren. Dat kan alleen de Heilige Geest. „Daarom moeten we bidden: Och, schonk Gij mij de hulp van Uwe Geest!”


De predikant vroeg zich af of er nog wel werkelijk wordt gebeden. Of we nog wel leven bij: „Doe uw mond wijd open en Ik zal hem vervullen.” Ds. Van Aalst: „Wanneer u uw mond wijd opendoet, kunt u niets meer zeggen, alleen nog maar in de nood een schreeuw uitbrengen.” Zijn wens luidde: „Verlos ons van de beschrijvende gebeden, schenk ons vragende gebeden, al weet God alles.” Ds. Van Aalst hield de zondagsschoolleid(st)ers voor om vooral eenvoudig te bidden met de kinderen. Eenvoudig, zonder omhaal van woorden, zonder franje. „Vereenvoudigen kan iedereen, maar zo te vereenvoudigen dat je de kern niet aantast, is een gave. Vergeet ook niet met twee woorden te spreken. Houd de kinderen voor dat ze moeten en ook kunnen wedergeboren worden. Houdt ze voor dat de Heere zelf heeft gezegd: „Die Mij vroeg zoeken, zullen Mij vinden.” Geloven wij dat echt?”


Kinderen, zei hij, voelen feilloos aan of ons bidden echt is of niet. Of het wel of niet is doorvoeld, of het gemaakt is of gezocht. „Bidden is geen spel. Als we dat ervan maken, spelen we met vuur”, aldus ds. Van Aalst. Ook moeten we weten tot Wie we bidden. Als we dat niet weten, zijn we als een blinde die over kleuren spreekt. De predikant riep op vooral kort te bidden en niet mooi. „Wordt er vaak niet harteloos gebeden?” vroeg hij zich af. „Ons godsbeeld blijkt uit ons gebed. Als dat niet is naar Gods Woord en de bevinding der heiligen, is het oppervlakkig, tiranniek of zoetsappig. Oprecht bidden is na het amen niet afwachten, maar uitzien naar verhoring en verwachten.”


Ds. Van Aalst hield de belangstellenden ook een aantal praktische dingen voor bij het samen bidden met de kinderen. Zo moeten ze er volgens hem voor zorgen dat er rust is in de omgeving en dient er heilige orde in het gebed te zijn. „Begin met: „Heere, leer ons bidden”, peil daarna de geestelijke nood en fluister niet of ze toch maar een nieuw hartje mochten krijgen. Laat onder ons niet wegebben dat de kinderen in hun doop grond hebben om daarom te vragen.” Hij wees er ten slotte op het „geef en vergeef” niet van elkaar los te maken. „Het woordje ”en” is de norm waarlangs ons korte en niet mooie gebed wordt gelegd.”


In zijn openingswoord sprak bondsvoorzitter ds. A. Schot uit Nunspeet over de moeders die hun kinderen tot Jezus brachten. Zij begeerden dat Hij hun de handen zou opleggen en ze zou zegenen. Ds. Schot merkte op dat ook Gods kinderen een sta-in-de-weg kunnen zijn en onze kinderen kunnen verhinderen om tot Jezus te komen. „De discipelen zullen daar geen verkeerde bedoeling mee hebben gehad, maar ze waren wel een sta-in-de-weg. Ook op de zondagsschool en in ons gezin kunnen we een verhindering zijn voor de kinderen. We kunnen een verhindering zijn als we te goed van hen denken, als we het kwade van onze kinderen niet onder ogen willen zien of als we een te positief beeld hebben van onze gedoopte kinderen.”


„Eigenlijk zijn we altijd een sta-in-de-weg”, zei de Nunspeetse predikant. „Maar de Heere is niet van ons afhankelijk. Hij omving de kinderen met Zijn armen, ondanks dat wij een sta-in-de-weg zijn.”
Gebruikersavatar
Kaw
Berichten: 5448
Lid geworden op: 07 jun 2003, 08:42
Contacteer:

Bericht door Kaw »

G. en ik hebben het hier pas over gehad. Als we kinderen mogen krijgen. Hoe voedt je ze dan op?

Daar kwam uit:
1. Je moet een voorbeeld zijn voor het kind.
2. Je moet geestelijk open staan voor vragen van het kind, zodat je ook geestelijke vragen aan het kind kunt stellen.
3. Je moet hun bidden leren en daarmee komt dus dat jezelf ook moet kunnen bidden.
4. Wat voor beeld schep je van God aan het kind? Vader? Rechter? Mogelijke Vader?
Ikzelf zou het liefst kiezen voor Vader, in combinatie met een dagelijkse bekering, want ik geloof niet zo in het "bidden-om-een-nieuw-hartje-bekering-komt-later-wel"-houding (al begrijp ik dat heel goed en sta ik er dogmatisch gezien ook achter) en zou dus het liefst al vanaf zo vroeg mogelijk een dagelijkse omgang met de Vader doormiddel van persoonlijk gebed willen stimuleren.
5. Kies een kerk en school waar jij je kinderen op wilt laten groeien.

Dit waren zo'n beetje onze overdenkingen hierover.
Gebruikersavatar
Unionist
Berichten: 5738
Lid geworden op: 22 mei 2004, 16:13

Bericht door Unionist »

Vooropgesteld: ik was erg blij met de uitspraken van ds. Van Aalst. Heel helder en scherp, anders dan ik vanuit de GG gewend ben.

Inhoudelijk op Kaw: Hoe moeten wij God aanspreken? Ik las pas in een blad daarover het volgende:
God aanspreken als Vader

H. van Groningen, in: In de Rechte Straat, febr 05

Bij ons in de kerk wordt God in bet openbare gebed zelden aangesproken als “Vader". Alleen in de for­muliergebeden. Is het terecht dat dit zo weinig gebeurt?

In de praktijk zijn hier grote ver­schillen. Er zijn gemeenten en kerkgenootschappen waar dit vrij­wel altijd wordt gedaan. Min of meer standaard wordt het gebed begonnen met "Vader in de hemel". Maar er zijn ook gemeenten en kerkgenootschappen waar dit zelden of nooit gebeurt. God wordt meestal aangesproken als "Heere" of bijvoor­beeld als "almachtige en getrouwe God in de hemel". Er zijn heel wat kerkgangers die alleen in formulier­gebeden (tijdens bijvoorbeeld een doop- of avondmaalsdienst) de Vadernaam horen gebruiken.

Vanwaar deze terughoudendheid om de Vadernaam te gebruiken? Waarschijnlijk heeft dit te maken met een reactie op een klakkeloos, oppervlakkig en soms veelvuldig gebruik van de Vadernaam. Dat is een reëel gevaar. Het gebruik van de Vadernaam kan verworden tot een automatisme. Dan klinkt in het gebruik niets door van het grote wonder dat deze hoge en heilige God om Christus’ wil mijn God en Vader is geworden. Maar is het reëel om vanwege dit misbruik in een ander uiterste te vervallen? Ja, zeg­gen sommigen, als de boot naar links overhelt, moeten de passagiers rechts pan zitten om het schip te redden. Dat is waar! Maar het gaat verkeerd als het en regel wordt dat alle passagiers standaard rechts in een boot horen te zitten. Daar komen ongelukken van.

Wat zegt de Bijbel hierover? Daar gaat het uiteindelijk om. De Heidelbergse Catechismus verwoordt dit in Zondag 46 heel mooi. Daar staat: "Waarom heeft ons Christus geboden God alzo aan te spreken "Onze Vader"? Geboden! Dat zegt de Heere Jezus in Zijn gebedsonderwiis. Hij laat het niet eens aan onze vrijheid of vrijmoe­digheid over. Nee, Hij gebiedt het! Waarom? Om dat goed tot je door te laten dringen, zou je het antwoord van de catechismus er eens bij moeten nemen. Daar staat: ‘Opdat Hij ( ... ) in het begin van ons gebed, in ons de kinderlijke vrees en vertrouwen tot God verwekke..."

Dat is toch heel opvallend. Je moet die Naam gebruiken om het vertrou­wen te verwekken. Juist waar veel schroom is om de Vadernaam te gebruiken, wordt soms gezegd: "Als het eens teer ligt in het hart van een kind van God, durft hij de Vadernaam wel eens te noemen ... De catechismus draait het precies om. Die zegt niet: "Als het vertrou­wen er is, kun je die Naam gebrui­ken," maar: "Als het vertrouwen er niet of onvoldoende is, moet een kind van God deze Naam eerbiedig uitspreken. Want hierdoor worden de kinderlijke vrees en het vertrouwen in het hart verwekt."

Daarom heeft Christus het gebruik van de Vadernaam geboden. Dat deed Hij in een tijd waarin er ook heel wat oppervlakkige godsdienstige mensen waren. Mensen die de Vadernaam wel erg makkelijk op hun lippen namen. Ze beschouwden zich als directe afstammelingen van Abraham. Op grond daarvan concludeerden ze dat God hun Vader was. ‘Geen sprake van," zegt de Heere Jezus. "Uit jullie werken moct blijken dat God je Vader is. En jullie werken geven er meer blijk van dat je een kind van de duivel bent." Toch, ondanks deze misstanden, heeft de Heere Jezus Gods kinderen geboden God aan te spreken met "Onze Vader Die in de hemelen zijt." Dat wil. niet zeggen dat ieder (openbaar) gebed zo letterlijk hoeft te beginnen. De eerste christengemeente bad: "Heere, Gij zijt de God, Die gemaakt heeft de hemel en de aarde..." (Handelingen 4:24). Kennelijk gebruikten zij de Vadernaam ook niet standaard aan het begin van hun gebed. Maar het zelden of nooit gebruiken van deze Vadernaam is niet naar het gebod van Christus.

Onze vaderen ten tijde van de Reformatie en Nadere Reformatie (lees de gebeden achter in onze kerkbijbel) waren niet bang om de Vadernaam te gebruiken. Ze beseften dat Christus het had gebo­den. En dat ze er zelf goed mee waren "om de kinderlijke vrees en het vertrouwen te verwekken"!
Gebruikersavatar
Kaw
Berichten: 5448
Lid geworden op: 07 jun 2003, 08:42
Contacteer:

Bericht door Kaw »

Mooi stukje Unionist.
Plaats reactie