Inderdaad OP, hier scheiden onze wegen.Oude Paden schreef:Zonderling schreef:Dit topic is de plaats niet om hierover te twisten, maar ik ben het hier niet mee eens. In de inwendige roeping wordt het verstand verlicht en de mens getrokken tot Christus. In dat ogenblik wordt het zaligmakend geloof gewerkt.Oude Paden schreef:De Heilige Geest gebruikt de uitwendige roeping als middel voor de inwendige. Daardoor gaan de oren horen wat hij zonder de inwendige roeping niet hoort, nl. zijn gescheiden staat van God.
(Dat was de ook leer onzer vaderen zoals ik je met vele, vele bewijzen (gisteren nog gelezen in de Acta Dordtse Synode) zou kunnen aantonen. Ook de Westminster Confessie zegt dit zeer duidelijk.)
Dus de inwendige roeping leidt niet tot besef van de gescheiden staat van God, maar leidt onmiddellijk tot vereniging met Christus en in Christus tot een verzoende staat met God.
Zonderling
Zonderling,
Hiermee ben ik het eens. Christus gerechtigheid word toegerekend in de wedergeboorte. De mens word dan met Christus verenigd. Op deze wijze vind ik het echter ook definitie vormen aannemen. In deze bijdrage mis ik bevindelijke gang, die meestal spottend word begroet. Christus en Zijn gerechtigheid te kennen zijn niet de eerste vruchten van de wedergeboorte. Eerst word de scheiding ingeleefd. Eerst word schuld en zonde levend.
Maar hier scheiden blijkbaar onze wegen.
Ik had trouwens zelf al eens gezegd me niet meer in deze discussie te mengen. Die belofte heb ik verbroken, maar ga ik weer gestalte geven.
Het is overigens niet zo dat ik de bevindelijke gang mbt ellendekennis niet erken, integendeel. Aan de inwendige roeping gaat doorgaans al heel veel vooraf.
Christus en Zijn gerechtigheid te kennen zijn naar mijn overtuiging wél de eerste vruchten van de inwendige roeping en dit was ook de Reformatorische leer. Wanneer een mens in de inwendige roeping in een verzoende staat is gebracht door vereniging met Christus (wat je erkent), dan gaat een mens NIET MEER zijn 'gescheiden staat' inleven. Dat is een onmogelijke tegenstelling, Het is een blaam op het werk van de Heilige Geest omdat de Heilige Geest een mens dan zou overtuigen van iets wat NIET WAAR is (de mens is dan namelijk reeds met God verzoend zoals je zelf erkent).
Romeinen 5:1:
Romeinen 8:15:Wij dan gerechtvaardigd zijnde uit het geloof, hebben vrede bij God door onzen Heere Jezus Christus.
Kanttekening Romeinen 8:30 "dezen heeft Hij ook geroepen":Want gij hebt niet ontvangen den Geest der dienstbaarheid wederom tot vreze; maar gij hebt ontvangen den Geest der aanneming tot kinderen, door Welken wij roepen: Abba, Vader.
Kanttekening Romeinen 1:6: “Onder welke gij ook zijt, geroepenen van Jezus Christus.”:Kanttekening SV schreef:Namelijk tot het geloof en de gehoorzaamheid des geloofs door een krachtige roeping, vers 28.
Tot de gemeenschap van Christus is wel iets heel anders dan tot de inleving van de gescheiden staat. (Het inleven van de gescheiden staat gaat aan de inwendige roeping vooraf, maar vólgt niet op de inwendige roeping.)Kanttekening SV schreef:Dat is, die niet alleen uiterlijk door het Woord, maar ook door de kracht des Geestes van Christus inwendig tot de gemeenschap van Christus zijt geroepen en gekomen.
Leidse professoren, Polyander:
Idem:Leidse professoren, Polyander schreef:De bijzondere roeping is die, waardoor God enigen uit het gehele menselijke geslacht tot de bovennatuurlijke kennis van onze Verlosser Jezus Christus en tot het zaligmakend deelgenootschap aan Zijn weldaden uit de onreinheden van deze wereld uitroept door de bediening van het Evangelie en de kracht van de Heilige Geest. En daarom kan ze bovennatuurlijke en evangelische roeping genoemd worden.” (Synopsis, XXX.5.)
Kanttekening Efeze 4:1: "Zo bid ik u dan, ik, de gevangene in den Heere, dat gij wandelt waardiglijk der roeping, met welke gij geroepen zijt." Bij de laatste woorden:Leidse professoren, Polyander schreef:De forma [eigenschap; letterlijk: vorm] der krachtdadige roeping, waardoor zij van de effectloze onderscheiden wordt, bestaat in de zaligmakende toepassing van deze weldaad, waardoor sommige zondaren uit de gemene natuur tot bijzondere genade, uit het gezelschap der ongelovigen tot de gemeenschap der gelovigen, en uit het rijk der duisternis tot het rijk van het eeuwige licht worden overgebracht.
Dordtse Synode, theologen uit UtrechtKanttekening SV schreef:Namelijk, tot de gemeenschap van Christus, en derhalve ook tot de godzaligheid in Christus. De apostel spreekt hier niet alleen van de uitwendige, maar ook van de inwendige en krachtige roeping, waardoor zij tot het geloof in Christus gebracht waren, gelijk uit de volgende verzen blijkt.
Is er ook maar één citaat te geven uit de kanttekeningen of uit gezaghebbende bron uit de Reformatie en kort daarna (16e/17e eeuw) wat het bevestigt dat een mens ná de inwendige roeping zijn gescheiden staat gaat inleven? Ik ben naar zo'n citaat zeer benieuwd, maar ben ervan overtuigd dat zo'n citaat nérgens te vinden is.Dordtse Synode, Utrecht schreef:Zo wanneer God de wil van de mens die nog niet wedergeboren is of die in de zonde dood is, wil wederbaren door Zijn Woord en de Heilige Geest, alsdan kan de wil die werking des wederbarenden Gods niet beletten. Want God werkt die wedergeboorte door Zijn almachtige kracht, door dewelke Hij de wederstand en de wederspannigheid, dewelke van de natuurlijke verdorvenheid van de mens anderszins zou voortkomen, verre te boven gaat. Niet dat God tot de wedergeboorte, bekering en geloof de wil tegen dank dwingt (want dat zou niet een bekering, maar een omkering van de wil wezen), maar door Zijn krachtige en genadige werking maakt Hij uit een niet-willende een willende, zodat deze niet alleen zich kan bekeren om te geloven, maar ook dadelijk zich bekeert en gelooft.” (Acta, blz. 806.)
M.vr.gr.,
Zonderling