Dat de bijbelschrijvers zijn geinspireerd, is goed gereformeerd. Alleen, de logische gevolgstrekking is dat dan daarom ook de Schrift geinspireerd is.De bijbelschrijver is geinspireerd, niet de Bijbel. Daarom halen wij nu zoveel particuliere en eigen karakteristieken uit de bijbelboeken, die de schrijvers er indertijd ingelegd hebben. Het is een door mensen vervaardigde bundel.
Ik houdt, met de klassieke gereformeerden, dat de inspiratie van de Schrift-schrijvers niet woordelijk is, maar op onderwerp. Concreet: Ik denk dat de Heilige Geest de 'mannen Gods' de onderwerpen om over te schrijven in gedachten heeft gegeven, en daarbij ook de spotlight op bepaalde zaken heeft laten vallen, en ze daarbij ook voor dwalingen behoedt heeft.
De schrijvers eisen immers een autoritaire rol op voor hun geschriften (vele Schriftplaatsen zijn daarvoor aan te wijzen), die niet anders te rechtvaardigen valt, anders dat als zij met Goddelijke autoriteit en met Goddelijk inzicht schrijven.
Kortom, ik zie de Schrift primair als de woorden en gedachten van God, die Hij door mensen heeft op laten schrijven in hun eigen woorden (muv de plaatsen die aangeven dat God hen de woorden in de mond legde).
Of Genesis in de eerste plaats een verhaal, of juist een kroniek is, daar zijn de theologen nog lang niet uit. Ik hou het erop dat het een verhaal is, met af en toe een stuk kroniek er tussen door.Wie kiest voor het verhaal (en niet voor een kroniek, een ooggetuigeverslag of een gedicht) zal ook de typische verhaal-kenmerken moeten hanteren. Eén van die kenmerken is, dat er een duidelijke sturing in zit (een plot). Daarmee wordt de spanning en de boodschap versterkt, maar daarmee komt de inhoud van het verhaal wel verder van de werkelijkheid te staan. We moeten dus juist bij verhalen oppassen dat we er geen geschiedenissen van maken of dat we ze al te letterlijk gaan nemen. Daar hebben we dan weer kronieken voor. Hoewel, die zijn vaak ook gekleurd.
Zeker als je kijkt naar bv het Scheppingsverhaal, zie je een verteller aan het woord, geen kroniekschrijver. De elementen die in de Joodse vertelkunst geliefd waren, zoals herhalingen (het avond geweest, het was morgen geweest, de xxe dag), zie je duidelijk terug. Waar je bij een kroniekschrijver zou verwachten dat hij verteld wat er gebeurt, zie je juist dat de verteller van het Scheppingsverhaal verteld wat het resultaat van het handelen is; i.e. hij verteld niet hoe God het deed, hij verteld wat het uiteindelijk geworden is. En als er gesproken wordt over het handelen Gods, dan gebeurt dit figuurlijkerwijs, op een menselijke wijs van God gesproken (bv. God sprak).
Echter, ik zou geen enkele reden weten waarom een verhaal minder betrouwbaar zou zijn dan een kroniek. Het is misschien minder volledig (in de zin dat de verteller 'saaie' of 'minder relevante' informatie niet verteld). Wel moet je voorzichtiger zijn met conclusies trekken uit het verhaal, omdat soms niet duidelijk is wat nu letterlijk, en wat nu figuurlijk (met figuurlijk bedoel ik: op een menselijke wijs gesproken) bedoelt wordt. Echter, daarvoor hebben we het bekende gereformeerde principe van Schrift met Schrift vergelijken.
Een voorbeeld: Genesis 1 spreekt over 7 dagen. Nu zou je op basis van dat verhaal kunnen afvragen of dat 7 gewone dagen geweest zijn, of dat dit figuurlijk bedoelt is. Die vraag is an sich legitiem. Alleen, als we dan vervolgens gaan naar de kroniek van de wetgeving (die juridisch getoonzet is), zie we dat daar nog steeds gesproken wordt over dagen. Op basis van die vergelijking(en) kan je dus concluderen dat in het verhaal van de schepping gesproken wordt over daadwerkelijke dagen.