Beste Refo,refo schreef:
1 .Het grijpt dus terug op zondag 1. (Deze troost) De 'stukken' moeten dus bijelkaar blijven.
2. De formulering is onzorgvuldig. Het tweede 'stuk' dient meteen Christus te noemen.
3. Het lijkt wel of het oorspronkelijk de inhoudsopgave was.
4. De catechsimus lees je in 10 minuten door. Door iedere zondag 1 stukje te preken en dat jaar in jaar uit te doen, gaan bepaalde vragen een eigen leven leiden. Eerst dien je vraag 4 te leren, dan 5 dan 6. Maar nee. De 'stukken' horen bijelkaar en ieder 'stuk' zelf weer een geheel.
5 En inderdaad, ik vraag me af of de catechismus dit niet Bijbelser had op kunnen lossen. Anno 2007 denken we echt dat er drie stukken nodig zijn. Maar het gaat niet om de stukken, maar om de troost.
Ad. 1) Daar kan ik mee instemmen.
Ad. 2) Zie vraag 1 van de catechismus. Ze staan beide in één zondagsafdeling. Die spreekt dus in zijn geheel over Christus. Zie je eigen punt 1.
Ad. 3) Vraag 1 spreekt over de troost zelf, vraag 2 over hoe je de troost ontvangt. En dat is vooralsnog een inhoudsopgave. Daar kan ik mee instemmen.
Ad. 4) Daarom is het ook goed om in de prediking rekenschap te geven in welke contekst een zondagsafdeling staat.
Ad. 5) Door de drie stukken wordt de troost beoefend. Je schetst hiermee een tegenstelling, die je eigen punt 1 ontkracht. Ofwel: als het je om de stukken te doen is, dan is de troost daarmee vermengt. Als je de troost oefend, dan heb je weet van de drie stukken