PETRUS
Hij weende bitterlijk en ging naar buiten,
maar in de nacht zag Christus hem nog aan.
Zijn zachte ogen wilden zich niet sluiten,
waar Petrus ging, de Meester zag hem aan.
Hij had de Heer verloochend en hij weende,
hij weende tot zijn oog geen traan meer vond.
Toen zag hij dat de laatste traan versteende
en als een parel neerviel op de grond.
En later, toen de Meester was verrezen
en hem verscheen aan Galilea’s strand,
verborg hij deze paarl in Christus’ hand
en heeft zijn groot berouw daarmee bewezen.
Glimlachend liet de Heer haar van Zijn hand
weer water worden in het koele zand.
uit: Muurbloementroost
Marinus A. den Braber
wie kent deze dichter?
- JolandaOudshoorn
- Berichten: 11271
- Lid geworden op: 15 mar 2006, 20:53
- Locatie: Groot Ammers
Mooi gedicht, al ken ik de dichter zo op het eerste gezicht niet. Wel frappant, ik heb afgelopen woensdag dit verhaal voor de kinderclub verteld en heb ze verteld over de Liefde in de ogen van Jezus, waardoor het hart van Petrus brak. Het riep bij mij een beetje dezelfde sfeer op.
Ik weet, mijn Verlosser leeft
Re: wie kent deze dichter?
[quote="Hendrikus"]PETRUS
Toen zag hij dat de laatste traan versteende
en als een parel neerviel op de grond.
En later, toen de Meester was verrezen
en hem verscheen aan Galilea’s strand,
verborg hij deze paarl in Christus’ hand
en heeft zijn groot berouw daarmee bewezen.
Glimlachend liet de Heer haar van Zijn hand
weer water worden in het koele zand.
Ik lees in Johannes 21 vers 17 dat Petrus weer bitterlijk bedroefd werd, hij had helemaal geen parel aan te bieden, toch?
14 Dit was nu de derde maal, dat Jezus Zijn discipelen geopenbaard is, nadat Hij van de doden opgewekt was.
15 Toen zij dan het middagmaal gehouden hadden, zeide Jezus tot Simon Petrus: Simon, zoon van Jonas, hebt gij Mij liever dan dezen? Hij zeide tot Hem: Ja, Heere! Gij weet, dat ik U liefheb. Hij zeide tot hem: Weid Mijn lammeren.
16 Hij zeide wederom tot hem ten tweeden maal: Simon, zoon van Jonas, hebt gij Mij lief? Hij zeide tot Hem: Ja, Heere, gij weet, dat ik U liefheb. Hij zeide tot hem: Hoed Mijn schapen.
17 Hij zeide tot hem ten derden maal: Simon, zoon van Jonas, hebt gij Mij lief? Petrus werd bedroefd, omdat Hij ten derden maal tot hem zeide: Hebt gij Mij lief, en zeide tot Hem: Heere! Gij weet alle dingen, Gij weet, dat ik U liefheb. Jezus zeide tot hem: Weid Mijn schapen.
18 Voorwaar, voorwaar, zeg Ik u: Toen gij jonger waart, gorddet gij uzelven, en wandeldet, alwaar gij wildet; maar wanneer gij zult oud geworden zijn, zo zult gij uw handen uitstrekken, en een ander zal u gorden, en brengen, waar gij niet wilt.
19 En dit zeide Hij, betekenende, met hoedanigen dood hij God verheerlijken zou. En dit gesproken hebbende, zeide Hij tot hem: Volg Mij.
20 En Petrus, zich omkerende, zag den discipel volgen, welken Jezus liefhad, die ook in het avondmaal op Zijn borst gevallen was, en gezegd had: Heere! wie is het, die U verraden zal?
21 Als Petrus dezen zag, zeide hij tot Jezus: Heere, maar wat zal deze?
22 Jezus zeide tot hem: Indien Ik wil, dat hij blijve, totdat Ik kome, wat gaat het u aan? Volg gij Mij.
23 Dit woord dan ging uit onder de broederen, dat deze discipel niet zou sterven. En Jezus had tot hem niet gezegd, dat hij niet sterven zou, maar: Indien Ik wil, dat hij blijve, totdat Ik kome, wat gaat het u aan?
24 Deze is de discipel, die van deze dingen getuigt, en deze dingen geschreven heeft; en wij weten, dat zijn getuigenis waarachtig is.
25 En er zijn nog vele andere dingen, die Jezus gedaan heeft, welke, zo zij elk bijzonder geschreven wierden, ik acht, dat ook de de wereld zelve de geschrevene boeken niet zou bevatten. Amen.
Toen zag hij dat de laatste traan versteende
en als een parel neerviel op de grond.
En later, toen de Meester was verrezen
en hem verscheen aan Galilea’s strand,
verborg hij deze paarl in Christus’ hand
en heeft zijn groot berouw daarmee bewezen.
Glimlachend liet de Heer haar van Zijn hand
weer water worden in het koele zand.
Ik lees in Johannes 21 vers 17 dat Petrus weer bitterlijk bedroefd werd, hij had helemaal geen parel aan te bieden, toch?
14 Dit was nu de derde maal, dat Jezus Zijn discipelen geopenbaard is, nadat Hij van de doden opgewekt was.
15 Toen zij dan het middagmaal gehouden hadden, zeide Jezus tot Simon Petrus: Simon, zoon van Jonas, hebt gij Mij liever dan dezen? Hij zeide tot Hem: Ja, Heere! Gij weet, dat ik U liefheb. Hij zeide tot hem: Weid Mijn lammeren.
16 Hij zeide wederom tot hem ten tweeden maal: Simon, zoon van Jonas, hebt gij Mij lief? Hij zeide tot Hem: Ja, Heere, gij weet, dat ik U liefheb. Hij zeide tot hem: Hoed Mijn schapen.
17 Hij zeide tot hem ten derden maal: Simon, zoon van Jonas, hebt gij Mij lief? Petrus werd bedroefd, omdat Hij ten derden maal tot hem zeide: Hebt gij Mij lief, en zeide tot Hem: Heere! Gij weet alle dingen, Gij weet, dat ik U liefheb. Jezus zeide tot hem: Weid Mijn schapen.
18 Voorwaar, voorwaar, zeg Ik u: Toen gij jonger waart, gorddet gij uzelven, en wandeldet, alwaar gij wildet; maar wanneer gij zult oud geworden zijn, zo zult gij uw handen uitstrekken, en een ander zal u gorden, en brengen, waar gij niet wilt.
19 En dit zeide Hij, betekenende, met hoedanigen dood hij God verheerlijken zou. En dit gesproken hebbende, zeide Hij tot hem: Volg Mij.
20 En Petrus, zich omkerende, zag den discipel volgen, welken Jezus liefhad, die ook in het avondmaal op Zijn borst gevallen was, en gezegd had: Heere! wie is het, die U verraden zal?
21 Als Petrus dezen zag, zeide hij tot Jezus: Heere, maar wat zal deze?
22 Jezus zeide tot hem: Indien Ik wil, dat hij blijve, totdat Ik kome, wat gaat het u aan? Volg gij Mij.
23 Dit woord dan ging uit onder de broederen, dat deze discipel niet zou sterven. En Jezus had tot hem niet gezegd, dat hij niet sterven zou, maar: Indien Ik wil, dat hij blijve, totdat Ik kome, wat gaat het u aan?
24 Deze is de discipel, die van deze dingen getuigt, en deze dingen geschreven heeft; en wij weten, dat zijn getuigenis waarachtig is.
25 En er zijn nog vele andere dingen, die Jezus gedaan heeft, welke, zo zij elk bijzonder geschreven wierden, ik acht, dat ook de de wereld zelve de geschrevene boeken niet zou bevatten. Amen.
Re: wie kent deze dichter?
De vraag was: wie kent deze dichter?Guppy schreef:Ik lees in Johannes 21 vers 17 dat Petrus weer bitterlijk bedroefd werd, hij had helemaal geen parel aan te bieden, toch?
Nooit van gehoord.
'k Heb even in Picarta gezocht:
Titel: Ruimte voor vreugde : gedichten / van Marinus A. den Braber
Auteur: M.A. den Braber (1955 fl.)
Jaar: cop. 1977
Uitgever: Den Haag : Voorhoeve
Omvang: 52 p
Formaat: 21 cm
ISBN: 90-297-0519-1 : f. 8.90
Nummer: (Brinkman) B7806446
Trefwoord: (GTR) Gedichten (teksten); (BTR) Gedichten : oorspronkelijk
Onderwerp: 18.11 Nederlandse letterkunde
19XX
Code: (SISO) * 877
---------------------------------------
Titel: Muurbloementroost
Auteur: Marinus A. den Braber
Jaar: [1958]
Uitgever: Den Haag : Voorhoeve
Omvang: 40 p
Formaat: 21 cm
'k Heb even in Picarta gezocht:
Titel: Ruimte voor vreugde : gedichten / van Marinus A. den Braber
Auteur: M.A. den Braber (1955 fl.)
Jaar: cop. 1977
Uitgever: Den Haag : Voorhoeve
Omvang: 52 p
Formaat: 21 cm
ISBN: 90-297-0519-1 : f. 8.90
Nummer: (Brinkman) B7806446
Trefwoord: (GTR) Gedichten (teksten); (BTR) Gedichten : oorspronkelijk
Onderwerp: 18.11 Nederlandse letterkunde
19XX
Code: (SISO) * 877
---------------------------------------
Titel: Muurbloementroost
Auteur: Marinus A. den Braber
Jaar: [1958]
Uitgever: Den Haag : Voorhoeve
Omvang: 40 p
Formaat: 21 cm
Secundaire literatuur (volgens BNTL):
Titel: De hand, die de barst bedekt
Auteurs: J.J. Poort
In: Poort, J.J. Gedachten over gedichten
Uitgave: Dordrecht
Jaar: 1977
Omvang: p. 110-114
Syst. code: 2.6.4.9.2 - per auteur - vanaf 1830 - descriptieve studies -
literatuurwetenschap
0.4.9.2 - recensies over één werk
Trefwoorden: Braber, Marinus A. den
Info: Over: Braber, Marinus A. den. Credo. In: Braber, Marinus A. den.
Muurbloementroost. Den Haag, [1958]
Blz. 110 Tekst
----------------------------------------------------------
Titel: Van sluier tot amulet : poëziekroniek / C. Vermeer
Auteurs: C. Vermeer (fl. 1946-1959)
In: Ontmoeting : letterkundig en algemeen-cultureel maandblad
Nummering: vol. 12 (1958-1959), afl. 1 (okt 1958), pag. 14-26
Syst. code: 2.6.4.1.2 - vanaf 1830 - verscheidene onderwerpen tezamen
- descriptieve studies - literatuurwetenschap
Trefwoorden: poëzie
Info: O.a. over: Herman van den Bergh, Marinus A. den Braber,
Elisabeth Cheixaou, Jan H. Eekhout, Jan G. Elburg, Jan
Floris Hellemans, Adolf Herckenrath, Han G. Hoekstra, Okke
Jager, Lucebert, Adriaan Morriën, A. Roland Holst, Lizza
Sarah May, Koos Schuur en Simon Vinkenoog.
Titel: De hand, die de barst bedekt
Auteurs: J.J. Poort
In: Poort, J.J. Gedachten over gedichten
Uitgave: Dordrecht
Jaar: 1977
Omvang: p. 110-114
Syst. code: 2.6.4.9.2 - per auteur - vanaf 1830 - descriptieve studies -
literatuurwetenschap
0.4.9.2 - recensies over één werk
Trefwoorden: Braber, Marinus A. den
Info: Over: Braber, Marinus A. den. Credo. In: Braber, Marinus A. den.
Muurbloementroost. Den Haag, [1958]
Blz. 110 Tekst
----------------------------------------------------------
Titel: Van sluier tot amulet : poëziekroniek / C. Vermeer
Auteurs: C. Vermeer (fl. 1946-1959)
In: Ontmoeting : letterkundig en algemeen-cultureel maandblad
Nummering: vol. 12 (1958-1959), afl. 1 (okt 1958), pag. 14-26
Syst. code: 2.6.4.1.2 - vanaf 1830 - verscheidene onderwerpen tezamen
- descriptieve studies - literatuurwetenschap
Trefwoorden: poëzie
Info: O.a. over: Herman van den Bergh, Marinus A. den Braber,
Elisabeth Cheixaou, Jan H. Eekhout, Jan G. Elburg, Jan
Floris Hellemans, Adolf Herckenrath, Han G. Hoekstra, Okke
Jager, Lucebert, Adriaan Morriën, A. Roland Holst, Lizza
Sarah May, Koos Schuur en Simon Vinkenoog.
gedicht gezocht
kent iemand een gedicht waar de volgende regel in voor komt:
ik wil niet dat mijn meester mij nog plaagt.
zou je hem hier willen plaatsen
dichter onbekend
gaat over slavernij
ik wil niet dat mijn meester mij nog plaagt.
zou je hem hier willen plaatsen
dichter onbekend
gaat over slavernij