Dat laatste, daar heeft God het toch nooit over? Dat is wel waar, maar nooit een overweging bij God. Hij oordeelt ons altijd op basis van geloof en ongeloof. Nooit op verkiezing of niet-verkiezing.Bert Mulder schreef:En Refo:Marnix schreef:Inderdaad. Het is de straf op ongeloof.
Het is niet zo dat God wilde dat ze niet zouden geloven. Heel de dag heb ik Mijn handen uitgestrekt naar een onwillig volk, zegt God. En Jezus: Jeruzalem, Jeruzalem, hoe dikwijls heb ik u willen verzamelen zoals een hen haar kuikens verzamelt, maar u hebt het niet gewild.
Daarom, omdat ze niet willen en hardnekkig zijn, daarom heeft God hun hart verhard en ze doof gemaakt.
De Bijbel zegt immers dat God geen behagen heeft in de dood van de goddeloze, en dat Hij niet wil dat er mensen verloren gaan. Dat kan ik dan weer tegenover jou tekst zetten. Lastig he. Het lijkt soms tegenstrijdig. Romeinen 9: God verhardt wie hij wil. En tegelijk wil Hij niet dat mensen verloren gaan. Rijm dat maar eens met elkaar. In ieder geval is die verharding een straf op ongeloof, zonde. Het hart van Farao werd niet zomaar verhard, hij werd gestraft voor de onderdrukking van Gods volk.
Wat je nooit moet doen is wat jij een beetje lijkt te doen, het ene wat de Bijbel zegt wel noemen, en het andere niet. Dat doe je wel, want je zegt dat God niet wil dat die mensen zouden geloven. De Bijbel zegt namelijk dat mensen niet behouden worden omdat God dat niet wil,, de Bijbel zegt dat God dat wel wil. En dat het toch niet gebeurt omdat ze niet geloven. En dat veel mensen met die Bijbelteksten moeite hebben omdat de mens dan verantwoordelijkheid heeft, met consequenties, en dat in strijd vinden met Gods soevereiniteit is erg jammer... de Bijbel is namelijk duidelijk genoeg hier over.
9 Daarentegen is diens komst naar de werking des satans met allerlei krachten, tekenen en bedrieglijke wonderen, 10 en met allerlei verlokkende ongerechtigheid, voor hen, die verloren gaan, omdat zij de liefde tot de waarheid niet aanvaard hebben, waardoor zij hadden kunnen behouden worden. 11 En daarom zendt God hun een dwaling, die bewerkt, dat zij de leugen geloven, 12 opdat allen worden geoordeeld, die de waarheid niet geloofd hebben, doch een welgevallen hebben gehad in de ongerechtigheid.
1 Ik vermaan u dan allereerst smekingen, gebeden, voorbeden en dankzeggingen te doen voor alle mensen, 2 voor koningen en alle hooggeplaatsten, opdat wij een stil en rustig leven mogen leiden in alle godsvrucht en waardigheid. 3 Dit is goed en aangenaam voor God, onze Heiland, 4 die wil, dat alle mensen behouden worden en tot erkentenis der waarheid komen.
8 Doch dit ene mag u niet ontgaan, geliefden, dat één dag bij de Here is als duizend jaar en duizend jaar als één dag. 9 De Here talmt niet met de belofte, al zijn er, die aan talmen denken, maar Hij is lankmoedig jegens u, daar Hij niet wil, dat sommigen verloren gaan, doch dat allen tot bekering komen.
Kortom, wat je hier zegt is Bijbels gezien onjuist, je schetst daarmee een verkeerd beeld van God, een stoicijnse God die net zo graag mensen verloren laat gaan als behouden laat worden. Zo mag Gods soevereiniteit niet uitgelegd worden, als een God die net zo goed mensen verloren wil laten gaan als gered wil hebben, God wil dat allen gered worden. Dat zegt de Bijbel en ik heb het idee dat veel traditionele christenen daar moeite mee hebben. Omdat ze niet willen snappen en kunnen rijmen met Gods almacht, dat er dingen gebeuren die Hij NIET wil.
Niet om weer de strijd over het aanbod te beginnen, maar het lijkt dat jullie hier zeggen dat God voor sommigen een algemeen aanbod heeft, en voor anderen niet.Dit is het oordeel op de ongehoorzaamheid. Als Jesaja de eerste richter was, zou je gelijk kunnen hebben. Jesaja is echter een van de laatste profeten. Op een gegeven moment is het genoeg. Toen kon het niet meer. En dan spreekt God dat. Je kunt zodoende geen theologisch gebouw funderen op die ene passage en zeggen: zie je wel! Er is geen algemeen aanbod.
En Marnix, een mens in de doodstaat heeft geen oren om te horen. Die oren moeten, door de levendmaking, horende gemaakt worden.
Verder heeft God geen behagen in de dood van de goddeloze, net zoals een aards rechter geen lust heeft om iemand zijn rechtvaardige straf te geven.
En Marnix, misschien dat het er hier, op dit onderwerp leek dat ik alleen 1 aspekt noemde. Dat doe ik in het algemeen anders beslist niet. Hoewel het zo is, dat God, in de wil van Zijn besluit, besloten heeft dat de verworpenen niet zullen geloven, komt tot hen toch de eis van geloof en bekering. Gods sovereiniteit dat nooit van de verantwoordelijkheid van de mens af. Toch zijn ze niet tegenstrijdig. Namelijk omdat de mens, moedwillig, zijn vermogen in de zondeval verspeeld heeft.
En inderdaad is het zo dat het aanbod algemeen is. Alleen de tekst uit Jesaja die jij aanhaalde is een heel speciale voor Israel. Het is nu over en uit. Geen aanbod meer. Dat is voor Jesaja zo erg dat hij vraagt: hoelang, Heere? Want dit is geen evangeliepreek.