'Godslastering schrappen uit Wetboek van Strafrecht'
door onze redacteur Rien van den Berg
Artikel 147, over 'smalende godslastering' moet geschrapt worden uit het Wetboek van Strafrecht. Dat concludeerden wetenschappers uit verschillende disciplines gisteren op een dag van de theologische faculteit van de Radboud Universiteit.
NIJMEGEN - De rooms-katholieke kerkhistoricus prof. dr. Peter Nissen, decaan van de faculteit theologie van de Radboud Universiteit in Nijmegen, kondigde het bij het begin van zijn lezing gelijk maar aan: hij was het eens met de vorige spreker, de religiewetenschapper prof.dr. Jean-Pierre Wils: het verbod op godslastering hoort niet in het Wetboek van Strafrecht. ,,De discussie over artikel 147 is een stuiptrekking van de verdwijnende, door het christendom gedomineerde, wereld.''
Nissen vindt het wetsartikel bovendien overbodig. ,,Waar iemand de intentie heeft, God te beledigen, kunnen we de bestraffing gerust aan God zelf overlaten. Waar mensen door God te lasteren slechts elkaar willen beledigen, volstaat artikel 137, waarin het verboden wordt iemand te beledigen op grond van onder meer godsdienst of levensovertuiging.''
Mr. dr. Henry Sackers, hoofddocent strafrecht en mede-auteur van een advies aan de minister van Justitie over het beledigen van andermans religie, sloot zich bij de andere sprekers aan. ,,Godslastering is het neerhalen van God. De lasteraar is pas strafbaar als hij de onvoorwaardelijke opzet tot smalen heeft. Dit is voor het openbaar ministerie een probatio diabolica (een onmogelijk te bewijzen punt, RvdB). Vervolgingen zijn daarom tot mislukken gedoemd.''
Het woord 'smalen' dwingt de rechter tot een uitspraak over iemands diepste intenties, maar dat woord schrappen is geen optie, vindt Sackers. ,,Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat de bepaling alleen de christelijke, en mogelijk de Joodse God beschermt. Niet het godsbeeld van andere religies.''
Straf op godslastering lijkt iets uit het verleden. In vroeger tijden stond het uitrukken van de tong op dit vergrijp, of het afsnijden van de neus. In 1968 werd er voor het laatst een proces gevoerd op dit wetsartikel, het beroemde Ezelproces tegen Gerard Reve.
Maar godslastering staat in diverse Europese landen weer op de politieke agenda. Ook in Nederland. Op het lichaam van de vermoorde Theo van Gogh legde de moordenaar een briefje neer waarin hij 'godslastering' als motief aangaf. In 2002 (twee maal), 2004 (twee maal), 2005 en 2006 werd het Hof van Justitie door diverse klagers gevraagd vervolging in te stellen op basis van artikel 147. Tevergeefs. In 2004 wilde toenmalig minister Donner van Justitie laten onderzoeken of het artikel over 'smalende godslastering' in het Wetboek van Strafrecht, in 1932 ingediend door Donners grootvader, vaker gebruikt zou kunnen worden. Je mag mensen immers niet op grove wijze in het diepst van hun wezen beledigen, betoogde de bewindsman op een CDA-congres in Utrecht.
Vooral uit de liberale hoek kwam verzet tegen het voorstel van Donner. Lousewies van der Laan (D66) vond dat er in Nederland ,,al genoeg beperkingen zijn op de vrijheid van meningsuiting''. Volgens VVD-kopstuk en toenmalig kabinetsgenoot Verdonk zou het voorstel van Donner alleen maar leiden tot een ,,lager incasseringsniveau bij moslims''
Bron: Nederlands Dagblad
Godslastering schrappen uit Wetboek van Strafrecht
Een caberatier heeft altijd een lange weg voorbereiding totdat hij tot zijn Godslastering komt. Ik snap niet dat smaad met voorbedachte rade dan niet bewezen kan worden.
Ik denk eerder dat het onwil is. Soms zie je kleine scheurtjes in ons rechtssysteem. Zo kon Hiddink winst maken met zijn fraude en uit de bak blijven, omdat hij gewoonweg een te belangerijk figuur is schijnbaar. En zo kunnen mensen God lasteren, omdat Godslastering maatschappelijk geaccepteerd is geraakt.
Ik denk eerder dat het onwil is. Soms zie je kleine scheurtjes in ons rechtssysteem. Zo kon Hiddink winst maken met zijn fraude en uit de bak blijven, omdat hij gewoonweg een te belangerijk figuur is schijnbaar. En zo kunnen mensen God lasteren, omdat Godslastering maatschappelijk geaccepteerd is geraakt.
Artikel 147 is toch een dode letter. Het is echter wel weer een teken aan de wand in wat voor soort samenleving wij leven. Er wordt naar artikel 137c verwezen dat zou afdoende zijn om iemand te bestraffen. Echter na enig onderzoek blijkt dat dit artikel ook van alle kanten wordt bedreigt en er diverse stemmen opgaan om ook dit artikel te schrappen. Het ís nog niet gebeurt, en misschien lukt het ook wel niet met deze regering maar ik ben bang dat er een keer een omslagpunt komt. En dat dit soort wetsartikelen wel verdwijnen en er een artikel komt waarin dierenbelediging wordt verboden ofzo.
De vraag is natuurlijk of dit artikel, mits goed uitgevoerd, de prediking van het Woord niet hinderen kan. Nu ken ik de wetstekst niet zodanig, om te kunnen beoordelen of dit zo is, maar ik kan me goed voorstellen dat die wet het lasteren van een god strafbaar stelt, waarmee dus bv een predikant die zegt dat er geen God is dan de christelijke God, en dat Allah een dom verzinsel van mensen is, hierom bestraft kan worden.