Ik had beloofd voorbeelden te geven waaruit blijkt dat de HSV:
(1) niet dezelfde vertaalprincipes hanteert als de SV
(2) onnodige inhoudelijke wijzigingen aanbrengt in de SV
Hierbij mijn tweede bijdrage vanavond.
Eerder vanavond ga ik vijf, zes voorbeelden uit Deuteronomium en Psalmen.
Nu twee voorbeelden uit Hebreeën. Deze voorbeelden raken de betekenis fundamenteel.
1. Hebreeën 1:3
De HSV volgt hier grotendeels NBG'51.SV: Dewelke, alzo Hij is het Afschijnsel Zijner heerlijkheid, en het uitgedrukte Beeld Zijner zelfstandigheid, ...
HSV: Hij is de afstraling van Gods heerlijkheid en de afdruk van Zijn wezen ...
Er is echter een groot verschil tussen de vertalingen
- "zelfstandigheid" = hupostaseoos (SV) = Persoon van de Vader en
- "wezen" (HSV).
De Kerk heeft altijd geleerd, dat God één is in wezen (de 'ousias'), en drie in personen of zelfstandigheden ('hupostaseoos'). Daarom is de woordkeus hier nogal belangrijk voor de betekenis.
De SV, maar ook Calvijn, KJV, en alle oude Gereformeerde bijbelvertalingen vatten het Griekse woord op als de Persoon van de Vader, en pertinent NIET van het goddelijk wezen ('ousias').
Calvijn besteedt daar niet alleen in zijn commentaar op Hebreeën, maar ook in zijn Institutie de nodige aandacht aan.
Zie ook de kanttekening in de SV.
De HSV respecteert deze vertaalopvatting in de SV niet, maar gaat daar dwars overheen met hun eigen vertaling. Hoezo respect voor de Statenvertaling?
2. Hebreeën 11:2
Vers 2 wordt op verschillende manieren uitgelegd. Het woord "getuigenis" zien sommigen slechts als iets "uitwendigs", namelijk een bepaalde vorm van roem bij God of de mensen.SV: Want door hetzelve hebben de ouden getuigenis bekomen.
HSV: Hierdoor hebben de ouden een goed getuigenis gekregen.
In dat geval past het woordje "want" niet zo goed en laat men dat in de vertaling liever weg, hoewel het er in het Grieks wel staat.
De SV vat het woord "getuigenis" op als (tevens) een "inwendig getuigenis" dat God aan de gelovige geeft. Ik geloof dat bijvoorbeeld vers 5 deze opvatting ondersteunt. Bij deze uitleg is het woordje "want" wél heel logisch, vers 1 en 2 hebben dan een nauw verband.
Welnu, de HSV lijkt hier te kiezen voor de eerste uitlegging.
Kwalijk is het echter dat daarvoor het woordje "want" - dat in de grondtekst staat - moet sneuvelen.
Opnieuw twee voorbeelden waaruit duidelijk blijkt dat de HSV een nieuwe vertaling maakt en zich eigenlijk niet heel veel aan de SV gelegen laat liggen.
M.vr.gr.,
Zonderling