Ik snap het verband niet tussen beide onderwerpen. Ik ben er van overtuigd dat er veel kinderen van God in de kerk zitten die niet altijd weten wat ze met 1773 zingen. Gewoon omdat ze ontbreekt aan intelligentie of taalgevoel. Andersom zijn er mensen die geen gelovigen zijn, maar voldoende gaven hebben om alle nuances van de SV, de Tale Kanaans, de formulieren en 1773 te begrijpen.Bert Mulder schreef:Het hele jammere hiervan, de 'oude' psalmbundel is, dat men ze niet meer begrijpt. Is dat misschien omdat men zich er niet in verdiept. Is het misschien omdat misschien alleen zondags in de kerk het psalmboekje open gaat. En de taal van de psalmen is toch wel ongeveer de zelfde soort taal als de Statenvertaling, alleen iets moderner (ong. 150 jaar). Als men zich in de Bijbel verdiept, waar voor mij in het Nederlands de Statenvertaling toch noch steeds de meest getrouwe vertaling is (in het engels gebruik ik of de King James, of de Geneva Bijbel van 1599), en die ook bestudeerd, wat wij ook als christenen horen te doen, dan zal men de psalmen ook best kunnen begrijpen.
Het grote probleem is dat wij, als gereformeerden, toch steeds menen dat er 3 groepen mensen zijn, terwijl wij belijden dat er maar 2 zijn. Dengenen die toch min of meer trouw naar de kerk gaan, omdat het nou eenmaal zo moet, en zo af en toe eens zelf de Bijbel opendoen, en zo af en toe noch eens proberen te bidden, moeten zichzelf toch eens onderzoeken, of ze in het geloof zijn. En van hun geloof een werk maken. Niet dat dat eigen werk is. Maar de Bijbel vermaand ons toch:
Dus er maar lijdzaam bij te zitten, "of het noch maar eens gebeuren mocht", dat mag niet. Dan ben je toch, ondanks alles, op de brede weg.werkt uws zelfs zaligheid met vreze en beven:
13 Want het is God, Die in u werkt beide het willen en het werken, naar Zijn welbehagen.
Dat alles maar tot de ere van Zijn Naam mocht geschieden.
Dus wat is het verband tussen je eerste en tweede alinea?