Adorote schreef:Zie hoe ze elkaar lief hebben ; en zo gaat de ruzie nog wel even door ,onbegrijpelijk.Al met al door of met de DL komt men toch niet in de Hemel , wel door bekering en Hem navolgen Hij Jezus de Christus die onze Heilige Verlosser is; Buiten Jezus Christus en Zijn Kerk geen Zaligheid. Dat zou een leerregel moeten zijn.
Precies, Adorote, buiten Christus, en buiten Zijn Kerk is geen zaligheid. Maar Zijn Kerk is niet synoniem met de Roomse kerk, die geen ware kerk is.
En dat is een leerregel, te vinden in de Nederlandse Geloofsbelijdenis.
Over liefde gesproken, bedoel je de liefde die de papen hadden voor de ware gelovigen, en er zo'n 50,000 tot 100,000 in de tijd van Karel V verbrandt, vermoord, verdronken hebben?
Artikel 28. Dat een iegelijk schuldig is zich bij de Kerk te voegen.
Wij geloven, aangezien deze heilige vergadering is een verzameling dergenen die zalig worden, en dat buiten haar geen zaligheid is, dat niemand, van wat staat of kwaliteit hij zij, zich behoort op zichzelven te houden, om op zijn eigen persoon te staan; maar dat zij allen schuldig zijn zichzelven daarbij te voegen en daarmede te verenigen; onderhoudende de enigheid der Kerk, zich onderwerpende aan haar onderwijzing en tucht, den hals buigende onder het juk van Jezus Christus, en dienende de opbouwing der broederen, naar de gaven die hun God verleend heeft, als onderlinge lidmaten van één zelfde lichaam. En opdat dit te beter zou kunnen onderhouden worden, zo is het ambt* aller gelovigen, volgens het Woord Gods, zich af te scheiden van degenen die niet van de Kerk zijn, en zich te voegen tot deze vergadering, het zij op wat plaats dat God ze gesteld heeft; ook al ware het zo, dat de magistraten en plakkaten der prinsen daartegen waren, en dat de dood of enige lichamelijke straf daaraan hing. Daarom, al degenen die zich van haar afscheiden of niet daarbij voegen, die doen tegen de ordinantie Gods.
Mijn enige troost is, dat ik niet mijn, maar Jezus Christus eigen ben, Die voor mijn zonden betaald heeft, en zo bewaart, dat alles tot mijn zaligheid dienen moet; waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van eeuwig leven verzekert, en Hem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt.