Zal ik hier proberen iedereen te antwoorden. Als ik iemand mis, dan is het niet dat u genegeerd word. Laat het me even weten.
@ uitgeworpen: Heb ik in Matthew Henry opgezocht, hij haalt dat inderdaad aan, als hij de opinie van anderen, die geloven in een bepaalde particuliere verkiezing behandeld, die ook afgewezen wordt door onze DL. Maar daarboven haalt hij ook aan wat ik al zei (sorry, ik heb alleen de engelse):
2. The case of Jacob and Esau (v. 10-13), which is much stronger, to show that the carnal seed of Abraham were not, as such, interested in the promise, but only such of them as God in sovereignty had appointed. There was a previous difference between Ishmael and Isaac, before Ishmael was cast out: Ishmael was the son of the bond-woman, born long before Isaac, was of a fierce and rugged disposition, and had mocked or persecuted Isaac, to all which it might be supposed God had regard when he appointed Abraham to cast him out. But, in the case of Jacob and Esau, it was neither so nor so, they were both the sons of Isaac by one mother; they were conceived hex henos—by one conception; hex henos koitou, so some copies read it. The difference was made between them by the divine counsel before they were born, or had done any good or evil. Both lay struggling alike in their mother's womb, when it was said, The elder shall serve the younger, without respect to good or bad works done or foreseen, that the purpose of God according to election might stand—that this great truth may be established, that God chooses some and refuses others as a free agent, by his own absolute and sovereign will, dispensing his favours or withholding them as he pleases. This difference that was put between Jacob and Esau he further illustrates by a quotation from Mal. i. 2, 3, where it is said, not of Jacob and Esau the person, but the Edomites and Israelites their posterity, Jacob have I loved, and Esau have I hated.
Dus past hij het aan bijden toe.
@Petrus, ik ben het in zo verre met je eens, in dat we niet in elkanders hart mogen en kunnen kijken. En wat betreft het Woord, moeten we altijd in broederlijke liefde komen. Wij moeten altijd met het Woord komen om behoudend te werken, niet om mensen van de Zaligheid af te jagen. En natuurlijk nooit met lichamelijke dreiging. Wel is het, mijns insziens, heel belangerijk dat we de Bijbel serieus nemen, en lezen wat er echt staat. En de Bijbel spreekt zichzelf nooit tegen. En er is maar 1 Naam gegeven, bij welke we moeten zalig worden.
@Katie, wij mogen niet zeggen dat God geen liefde heeft voor de onbekeerden. Dat is niet hetzelfde als zeggen dat God geen liefde heeft tot de verworpenen. En dat wij toch lief moeten hebben die God nooit lief zal hebben, en hun het Evangelie brengen.
@Momento, die tekst over Jezus wenende over Jeruzalem, of liever over haar kinderen is over de Kerk. En nochtans heeft Christus uit hun toch al de Zijnen vergaderd. Zie hier ook de kanttekeningen van die tekst, speciaal 13 (Mat 23:37)
@Klavier, dit hebben we al vele keren behandeld.
God's wil van bevel is dat alle mensen hem dienen. Als God het wilde, zouden ook alle mensen hem dienen. En God heeft bepaalde mensen verkoren, die ook zullen zalig worden. Geen contradictie hier. Zoals het Woord ook zegt, alle dorstigen. Niet: alle genen die misschien wel wat water willen hebben. De dorstigen zijn dengenen die eerst levend gemaakt zijn. Om weer op je eigen woorden te wijzen, hoe komen die doden tot Jezus, als ze niet eerst levend gemaakt zijn?
En de verkiezing mogen we niet uit de equatie halen. Dat is God's Woord verminken. Dat betekend niet dat we mogen redeneren van "ik ben niet uitverkoren, of ik weet niet of ik uitverkoren ben".
@Marnix, is het niet verbazend, hoe God ons liefgehad heeft, toen wij nog zondaren, vijanden waren, en die ongelooflijk grote Prijs betaald heeft voor onze zaligheid, door Zijn Zoon aan het kruis voor ons, Zijn volk, op te offeren?
Mijn enige troost is, dat ik niet mijn, maar Jezus Christus eigen ben, Die voor mijn zonden betaald heeft, en zo bewaart, dat alles tot mijn zaligheid dienen moet; waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van eeuwig leven verzekert, en Hem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt.