ds. T. Cabaret
Tjonge, wat wil je nu Dathenum? Jij gaat mij toch niet vertellen dat je de middelen dan maar niet meer moet waarnemen? En waar hoor je over die belofte Gods en de aanbieding van het Evangelie? Juist, onder de middelen.
De Bijbel staat vol van de tempel des Heeren waar het volk onder wilde en moest verkeren. Lees alleen psalm 122 maar eens.
De Bijbel staat vol van de tempel des Heeren waar het volk onder wilde en moest verkeren. Lees alleen psalm 122 maar eens.
Misschien is artikel 2-5 uit de DL wel een topic waard met betrekking tot de prediking. Want ik hoor wel eens dingen in een preek, waarin op z'n best gewensd wordt dat je het geloof nog eens krijgt en nog eens bekeerd wordt, maar bevelen is er dan niet meer bij. Volgens mij is een prediker dan op verkeerd spoor beland, als hij er niet meer van overtuigd is dat hij geloof en bekering moet bevelen.
Laatst gewijzigd door elbert op 08 jun 2006, 12:46, 1 keer totaal gewijzigd.
Er staat toch niet in de Bijbel dat je de middelen moet waarnemen? Ik lees wel het volgende: de apostelen komen ergens. Ze houden een preek en vervolgens staan de hoorders op een tweesprong: geloof dit of niet!
Ik lees wel dat het heel gevaarlijk is (Festus geloof ik) om uit te stellen. Dus Paulus of de andere apostelen zeggen nooit: Ik zie dat u nu nog niet kunt beslissen! Heel verstandig, niet te overhaast! kom maar trouw op, wie weet gebeurt er wat.
Ik lees wel dat het heel gevaarlijk is (Festus geloof ik) om uit te stellen. Dus Paulus of de andere apostelen zeggen nooit: Ik zie dat u nu nog niet kunt beslissen! Heel verstandig, niet te overhaast! kom maar trouw op, wie weet gebeurt er wat.
Om ng ff de DL te laten spreken.., machtig mooi en duidelijk.
Dwars tegen onze manier van denken en doen in.
3/4-10. Maar dat anderen, door de bediening des Evangelies geroepen zijnde, komen en bekeerd worden, dat moet men den mens niet toeschrijven, alsof hij zichzelven door zijn vrijen wil zou onderscheiden van anderen, die met even grote of genoegzame genade tot het geloof en de bekering voorzien zijn (hetwelk de hovaardige ketterij van Pelagius stelt); maar men moet het Gode toeschrijven, Die, gelijk Hij de Zijnen van eeuwigheid uitverkoren heeft in Christus, alzo ook dezelfden in den tijd krachtiglijk roept, met het geloof en de bekering begiftigt, en uit de macht der duisternis verlost zijnde, tot het Rijks Zijns Zoons overbrengt, opdat zij zouden verkondigen de deugden Desgenen, Die hen uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht, en opdat zij niet in zichzelven, maar in den Heere zouden roemen, gelijk de apostolische schriften telkens getuigen.
3/4-11. Voorts, wanneer God dit Zijn welbehagen in de uitverkorenen uitvoert, en de ware bekering in hen werkt, zo is het dat Hij niet alleen het Evangelie hun uiterlijk doet prediken, en hun verstand krachtiglijk door den Heiligen Geest verlicht, opdat zij recht zouden verstaan en onderscheiden die dingen, die des Geestes Gods zijn; maar Hij dringt ook in tot de binnenste delen des mensen met de krachtige werking van denzelfden wederbarenden Geest; Hij opent het hart, dat gesloten is; Hij vermurwt dat hard is; Hij besnijdt dat onbesneden is. In den wil stort Hij nieuwe hoedanigheden en maakt dat die wil, die dood was, levend wordt; die boos was, goed wordt; die niet wilde, nu metterdaad wil; die wederspannig was, gehoorzaam wordt; Hij beweegt en sterkt dien wil alzo, dat hij als een goede boom vruchten van goede werken kan voortbrengen.
3/4-12. En dit is die wedergeboorte, die vernieuwing, nieuwe schepping, opwekking van de doden en levendmaking, waarvan zo heerlijk in de Schrift gesproken wordt, dewelke God zonder ons in ons werkt. En deze wordt in ons niet teweeggebracht door middel van de uiterlijke prediking alleen, noch door aanrading, of zulke manier van werking, dat, wanneer nu God Zijn werk volbracht heeft, het alsdan nog in de macht des mensen zou staan wedergeboren te worden of niet wedergeboren te worden, bekeerd te worden of niet bekeerd te worden. Maar het is een gans bovennatuurlijke, een zeer krachtige, en tegelijk zeer zoete, wonderlijke, verborgen, en onuitsprekelijke werking, dewelke, naar het getuigenis der Schrift (die van den Auteur van deze werking is ingegeven), in haar kracht niet minder noch geringer is dan de schepping of de opwekking der doden; alzo dat al diegenen, in wier harten God op deze wonderbaarlijke wijze werkt, zekerlijk, onfeilbaar en krachtiglijk wedergeboren worden en daadwerkelijk geloven. En alsdan wordt de wil, zijnde nu vernieuwd, niet alleen van God gedreven en bewogen, maar, van God bewogen zijnde, werkt hij ook zelf. Waarom ook terecht gezegd wordt dat de mens, door de genade die hij ontvangen heeft, gelooft en zich bekeert.
Dwars tegen onze manier van denken en doen in.
3/4-10. Maar dat anderen, door de bediening des Evangelies geroepen zijnde, komen en bekeerd worden, dat moet men den mens niet toeschrijven, alsof hij zichzelven door zijn vrijen wil zou onderscheiden van anderen, die met even grote of genoegzame genade tot het geloof en de bekering voorzien zijn (hetwelk de hovaardige ketterij van Pelagius stelt); maar men moet het Gode toeschrijven, Die, gelijk Hij de Zijnen van eeuwigheid uitverkoren heeft in Christus, alzo ook dezelfden in den tijd krachtiglijk roept, met het geloof en de bekering begiftigt, en uit de macht der duisternis verlost zijnde, tot het Rijks Zijns Zoons overbrengt, opdat zij zouden verkondigen de deugden Desgenen, Die hen uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht, en opdat zij niet in zichzelven, maar in den Heere zouden roemen, gelijk de apostolische schriften telkens getuigen.
3/4-11. Voorts, wanneer God dit Zijn welbehagen in de uitverkorenen uitvoert, en de ware bekering in hen werkt, zo is het dat Hij niet alleen het Evangelie hun uiterlijk doet prediken, en hun verstand krachtiglijk door den Heiligen Geest verlicht, opdat zij recht zouden verstaan en onderscheiden die dingen, die des Geestes Gods zijn; maar Hij dringt ook in tot de binnenste delen des mensen met de krachtige werking van denzelfden wederbarenden Geest; Hij opent het hart, dat gesloten is; Hij vermurwt dat hard is; Hij besnijdt dat onbesneden is. In den wil stort Hij nieuwe hoedanigheden en maakt dat die wil, die dood was, levend wordt; die boos was, goed wordt; die niet wilde, nu metterdaad wil; die wederspannig was, gehoorzaam wordt; Hij beweegt en sterkt dien wil alzo, dat hij als een goede boom vruchten van goede werken kan voortbrengen.
3/4-12. En dit is die wedergeboorte, die vernieuwing, nieuwe schepping, opwekking van de doden en levendmaking, waarvan zo heerlijk in de Schrift gesproken wordt, dewelke God zonder ons in ons werkt. En deze wordt in ons niet teweeggebracht door middel van de uiterlijke prediking alleen, noch door aanrading, of zulke manier van werking, dat, wanneer nu God Zijn werk volbracht heeft, het alsdan nog in de macht des mensen zou staan wedergeboren te worden of niet wedergeboren te worden, bekeerd te worden of niet bekeerd te worden. Maar het is een gans bovennatuurlijke, een zeer krachtige, en tegelijk zeer zoete, wonderlijke, verborgen, en onuitsprekelijke werking, dewelke, naar het getuigenis der Schrift (die van den Auteur van deze werking is ingegeven), in haar kracht niet minder noch geringer is dan de schepping of de opwekking der doden; alzo dat al diegenen, in wier harten God op deze wonderbaarlijke wijze werkt, zekerlijk, onfeilbaar en krachtiglijk wedergeboren worden en daadwerkelijk geloven. En alsdan wordt de wil, zijnde nu vernieuwd, niet alleen van God gedreven en bewogen, maar, van God bewogen zijnde, werkt hij ook zelf. Waarom ook terecht gezegd wordt dat de mens, door de genade die hij ontvangen heeft, gelooft en zich bekeert.
Dat ben ik met je eens, Erasmiaan. We moeten de middelen zeker wel waarnemen. Maar we schieten tekort als we een onbekeerde enkel maar wijzen op de middelen, en niet op de Middelaar (en de weg om tot Hem te komen).Erasmiaan schreef:Tjonge, wat wil je nu Dathenum? Jij gaat mij toch niet vertellen dat je de middelen dan maar niet meer moet waarnemen? En waar hoor je over die belofte Gods en de aanbieding van het Evangelie? Juist, onder de middelen.
De Bijbel staat vol van de tempel des Heeren waar het volk onder wilde en moest verkeren. Lees alleen psalm 122 maar eens.
Laatst gewijzigd door Dathenum op 08 jun 2006, 12:59, 2 keer totaal gewijzigd.
Pierre27,
Ik ben bang dat jij tegenstellingen creëert die er niet zijn.
Gods verkiezing doet niets af aan onze verantwoordelijkheid.
Maar onze verantwoordelijkheid strekt verder dan 'je onder de middelen begeven'.
Tegen ons wordt gezegd: "Kust de Zoon, opdat Hij niet toorne, etc."
Er is geen plekje waar je als onbekeerde kunt schuilen; je bent voor of tegen. Gewillige kerkmensen bestaan niet.
Ik ben bang dat jij tegenstellingen creëert die er niet zijn.
Gods verkiezing doet niets af aan onze verantwoordelijkheid.
Maar onze verantwoordelijkheid strekt verder dan 'je onder de middelen begeven'.
Tegen ons wordt gezegd: "Kust de Zoon, opdat Hij niet toorne, etc."
Er is geen plekje waar je als onbekeerde kunt schuilen; je bent voor of tegen. Gewillige kerkmensen bestaan niet.
Ok bedankt dat je me dit in de schoenen schuift.Afgewezen schreef:Pierre27,
Ik ben bang dat jij tegenstellingen creëert die er niet zijn.
Gods verkiezing doet niets af aan onze verantwoordelijkheid.
Maar onze verantwoordelijkheid strekt verder dan 'je onder de middelen begeven'.
Tegen ons wordt gezegd: "Kust de Zoon, opdat Hij niet toorne, etc."
Er is geen plekje waar je als onbekeerde kunt schuilen; je bent voor of tegen. Gewillige kerkmensen bestaan niet.
Ik heb in mijn ogen niks tegenstellends neergezet.
Idd je bent voor of tegen.
En wat is in jouw ogen een verantwoordelijkheid die verder gaat dan je onder de middelen te begeven..?
Tjonge, wat jullie allemaal niet uit Pierre zijn opmerking halen, zeg.pierre27 schreef:Enfin, begeef je maar onder de middelen, wie weet kom je ook wel in het Net terecht, ook mogelijk bij een leesdienst.
Een typisch staaltje van inlegkunde: één zinnetje oppakken en van alle kanten belichten en beschieten.
Hij bedoelt waarschijnlijk in hedendaags Nederlands hetzelfde te zeggen als de profeet Joel: En scheurt uw hart en niet uw klederen, en bekeert u tot den HEERE, uw God; .... Wie weet, Hij mocht Zich wenden en berouw hebben
(Althans: de meeste mensen die zulke uitdrukkingen gebruiken en niet de Tale Kanaans willen gebruiken bedoelen dat)
Tiberius schreef:Tjonge, wat jullie allemaal niet uit Pierre zijn opmerking halen, zeg.pierre27 schreef:Enfin, begeef je maar onder de middelen, wie weet kom je ook wel in het Net terecht, ook mogelijk bij een leesdienst.
Een typisch staaltje van inlegkunde: één zinnetje oppakken en van alle kanten belichten en beschieten.
Hij bedoelt waarschijnlijk in hedendaags Nederlands hetzelfde te zeggen als de profeet Joel: En scheurt uw hart en niet uw klederen, en bekeert u tot den HEERE, uw God; .... Wie weet, Hij mocht Zich wenden en berouw hebben
(Althans: de meeste mensen die zulke uitdrukkingen gebruiken en niet de Tale Kanaans willen gebruiken bedoelen dat)
En toen was het stil...
Ok, tja nou das dan mooi dat je dat zo ziet, helemaal in overeenstemming met de schrift.Afgewezen schreef:Geloven.En wat is in jouw ogen een verantwoordelijkheid die verder gaat dan je onder de middelen te begeven..?
Net als dat verhaal van die vogeltjes(Matt.13), alleen heb ik t juiste geloof, dat is voor mij de hamvraag.
en zo blijven we wroeten in ons zelf.pierre27 schreef:Ok, tja nou das dan mooi dat je dat zo ziet, helemaal in overeenstemming met de schrift.Afgewezen schreef:Geloven.En wat is in jouw ogen een verantwoordelijkheid die verder gaat dan je onder de middelen te begeven..?
Net als dat verhaal van die vogeltjes(Matt.13), alleen heb ik t juiste geloof, dat is voor mij de hamvraag.