Heeft de preek mij nog wat gedaan?
Ik zou zeggen: als uitspraken van een predikant in strijd zijn met de Schrift, of er ontbreken wezenlijke zaken in de preek, die in de Schrift toch duidelijk staan aangegeven, dan wordt het inderdaad tijd om de predikant dmv. een gesprek of een brief daarop te wijzen.
Als het in de buurt komt van "Ik vindt die en die predikant ......"
...... staat voor een persoonijke mening over de predikant of over het kerkverband, dan kun je ten eerste vraagtekens zetten bij jezelf, en anders moet je overstappen op een kerkverband waar jij het wel mee eens bent.
Maar het lijkt mij dat als alle zaken van geloof en bekering etc. correct aangegeven worden zoals in de Schrift en in de HC staat, en dat het evangelie voor/aan iedereen gepredikt wordt, dat je dan eerder bij jezelf te rade moet gaan, of het niet zo is dat je bepaalde dingen liever niet WILT horen of graag wilt horen dat er wat meer mag.
Als het in de buurt komt van "Ik vindt die en die predikant ......"
...... staat voor een persoonijke mening over de predikant of over het kerkverband, dan kun je ten eerste vraagtekens zetten bij jezelf, en anders moet je overstappen op een kerkverband waar jij het wel mee eens bent.
Maar het lijkt mij dat als alle zaken van geloof en bekering etc. correct aangegeven worden zoals in de Schrift en in de HC staat, en dat het evangelie voor/aan iedereen gepredikt wordt, dat je dan eerder bij jezelf te rade moet gaan, of het niet zo is dat je bepaalde dingen liever niet WILT horen of graag wilt horen dat er wat meer mag.
Zijn Naam moet eeuwig eer ontvangen
Volgens mij is de bijbelse lijn: eerst onder vier ogen, dan met een paar getuigen.Dominees preken in het openbaar, dus mag je ook in het openbaar klagen.
Matteüs 18:15-16 schreef:Indien uw broeder zondigt, ga heen, bestraf hem onder vier ogen. Indien hij naar u luistert, hebt gij uw broeder gewonnen. Indien hij niet luistert, neem dan nog een of twee met u mede, opdat op de verklaring van twee getuigen of van drie elke zaak vaststa.
Gisteren in de kerk een lied gezongen wat me erg aansprak. Mag ook wel hè, onder deze topic.
Genadig, Heer, die al mijn zwakheid weet,
wil mij vergeven wat ik U misdeed;
verwerp mij niet, die op uw vrijspraak wacht,
maar troost mij met uw woord: het is volbracht.
Gij hebt mij, Heer, geroepen aan uw dis,
het heilig feest van uw gedachtenis;
schenk mij uw Geest, opdat ik U ontmoet
in ‘t teken van uw lichaam en uw bloed.
Gij, die voor armen rijkdom hebt bereid,
voor onrechtvaardigen gerechtigheid,
zie, hoe naar U zich mijn verlangen wendt
en leid mij zelf, Heer, tot uw sacrament.
Wie geeft het brood, dat hongerigen voedt,
waar is de bron waaruit ik drinken moet?
Gij, Heer, alleen kunt mijn genezing zijn;
voed mij en drenk mij met uw brood en wijn.
Nu ik mijn hand strek naar ‘t gebroken brood
en neem de beker, die Gij zelf mij boodt,
hoe komt Gij met uw goedheid mij nabij;
berg m’ in uw liefde, Heer, en zegen mij.
U wil ik danken, grote Levensvorst;
Gij hebt gestild mijn honger en mijn dorst.
Uw kracht, uw leven daalde in mij neer;
in uw gemeenschap wil ik blijven, Heer.
Genadig, Heer, die al mijn zwakheid weet,
wil mij vergeven wat ik U misdeed;
verwerp mij niet, die op uw vrijspraak wacht,
maar troost mij met uw woord: het is volbracht.
Gij hebt mij, Heer, geroepen aan uw dis,
het heilig feest van uw gedachtenis;
schenk mij uw Geest, opdat ik U ontmoet
in ‘t teken van uw lichaam en uw bloed.
Gij, die voor armen rijkdom hebt bereid,
voor onrechtvaardigen gerechtigheid,
zie, hoe naar U zich mijn verlangen wendt
en leid mij zelf, Heer, tot uw sacrament.
Wie geeft het brood, dat hongerigen voedt,
waar is de bron waaruit ik drinken moet?
Gij, Heer, alleen kunt mijn genezing zijn;
voed mij en drenk mij met uw brood en wijn.
Nu ik mijn hand strek naar ‘t gebroken brood
en neem de beker, die Gij zelf mij boodt,
hoe komt Gij met uw goedheid mij nabij;
berg m’ in uw liefde, Heer, en zegen mij.
U wil ik danken, grote Levensvorst;
Gij hebt gestild mijn honger en mijn dorst.
Uw kracht, uw leven daalde in mij neer;
in uw gemeenschap wil ik blijven, Heer.
Een prachtig gezang (358) bij het vieren van het Heilig Avondmaal.Unionist schreef:Gisteren in de kerk een lied gezongen wat me erg aansprak. Mag ook wel hè, onder deze topic.
Genadig, Heer, die al mijn zwakheid weet,
wil mij vergeven wat ik U misdeed;
verwerp mij niet, die op uw vrijspraak wacht,
maar troost mij met uw woord: het is volbracht.
Gij hebt mij, Heer, geroepen aan uw dis,
het heilig feest van uw gedachtenis;
schenk mij uw Geest, opdat ik U ontmoet
in ‘t teken van uw lichaam en uw bloed.
Gij, die voor armen rijkdom hebt bereid,
voor onrechtvaardigen gerechtigheid,
zie, hoe naar U zich mijn verlangen wendt
en leid mij zelf, Heer, tot uw sacrament.
Wie geeft het brood, dat hongerigen voedt,
waar is de bron waaruit ik drinken moet?
Gij, Heer, alleen kunt mijn genezing zijn;
voed mij en drenk mij met uw brood en wijn.
Nu ik mijn hand strek naar ‘t gebroken brood
en neem de beker, die Gij zelf mij boodt,
hoe komt Gij met uw goedheid mij nabij;
berg m’ in uw liefde, Heer, en zegen mij.
U wil ik danken, grote Levensvorst;
Gij hebt gestild mijn honger en mijn dorst.
Uw kracht, uw leven daalde in mij neer;
in uw gemeenschap wil ik blijven, Heer.
Gaat hier toch over verborgen zonden?Ergens anders staat geloof ik: als je broeder tegen jou zondigt. Dat is heel wat anders.rekcor schreef:Volgens mij is de bijbelse lijn: eerst onder vier ogen, dan met een paar getuigen.Dominees preken in het openbaar, dus mag je ook in het openbaar klagen.
Matteüs 18:15-16 schreef:Indien uw broeder zondigt, ga heen, bestraf hem onder vier ogen. Indien hij naar u luistert, hebt gij uw broeder gewonnen. Indien hij niet luistert, neem dan nog een of twee met u mede, opdat op de verklaring van twee getuigen of van drie elke zaak vaststa.
Paulus ging dwaalllerareren ook niet onder vier ogen bestraffen, maar in het openbaar. Denk ook eens aan zijn conflict met Petrus.
Zou kunnen. Je kunt dat voorbeeld van Paulus m.i. niet normatief stellen voor onze omgang met predikanten.Afgewezen schreef:Gaat hier toch over verborgen zonden?Ergens anders staat geloof ik: als je broeder tegen jou zondigt. Dat is heel wat anders.
Paulus ging dwaalllerareren ook niet onder vier ogen bestraffen, maar in het openbaar. Denk ook eens aan zijn conflict met Petrus
Daarbij lijkt me het ook wijzer om in eerste instantie onder vier ogen met de predikant te spreken. In het openbaar heeft zo iemand veel meer te verliezen en zal hij dus minder gewillig zijn om naar je te luisteren.
Is het begrip dwaalleraar ook niet wat al te heftig voor een predikant die iets zegt waar wij het niet mee eens zijn (waarbij het ook mogelijk is dat wij dat verkeerd geinterpreteerd hebben).
Het lijkt mij (ook in praktisch opzicht) beter om eerst onder vier ogen het probleem te bespreken, en pas openbaar te maken als er echt sprake is van een grote dwaling, waarbij je met meerdere getuigen de predikant kan spreken op zijn dwaling.
Het lijkt mij (ook in praktisch opzicht) beter om eerst onder vier ogen het probleem te bespreken, en pas openbaar te maken als er echt sprake is van een grote dwaling, waarbij je met meerdere getuigen de predikant kan spreken op zijn dwaling.
Zijn Naam moet eeuwig eer ontvangen
Gisteren hoorde ik nog een staaltje van onjuiste en verwarrende exegese.
Het ging over de Heere Jezus Die Zich vertoonde aan de discipelen "op die eerste dag der week, als de deuren gesloten waren" (Joh. 20). Even verder staat er: "En dit gezegd hebbende, toont Hij hun Zijn handen en Zijn zijde."
Kijk, zo lichtte de predikant toe, dat doet Jezus nu nog bij de Zijnen. Hij openbaart Zich aan hen, net als Hij dat bij de discipelen deed.
Maar als die dominee iets verder had gekeken dan zijn exegetische neus lang was, had hij gezien dat zijn uitleg niet klopte met wat wij in datzelfde hoofdstuk lezen: "Zalig zijn zij, die niet zullen gezien hebben en nochtans zullen geloofd hebben."
Als je iets wilt bewijzen uit de Schrift, dan moet je het wel goed doen. Dat er zoiets is als de openbaring van Christus aan het hart, is zeker. Maar dat kun je níét aantonen op grond van Joh. 20. Daar gaat het - kennelijk - over andere dingen.
Het ging over de Heere Jezus Die Zich vertoonde aan de discipelen "op die eerste dag der week, als de deuren gesloten waren" (Joh. 20). Even verder staat er: "En dit gezegd hebbende, toont Hij hun Zijn handen en Zijn zijde."
Kijk, zo lichtte de predikant toe, dat doet Jezus nu nog bij de Zijnen. Hij openbaart Zich aan hen, net als Hij dat bij de discipelen deed.
Maar als die dominee iets verder had gekeken dan zijn exegetische neus lang was, had hij gezien dat zijn uitleg niet klopte met wat wij in datzelfde hoofdstuk lezen: "Zalig zijn zij, die niet zullen gezien hebben en nochtans zullen geloofd hebben."
Als je iets wilt bewijzen uit de Schrift, dan moet je het wel goed doen. Dat er zoiets is als de openbaring van Christus aan het hart, is zeker. Maar dat kun je níét aantonen op grond van Joh. 20. Daar gaat het - kennelijk - over andere dingen.
Klopt. Jezus laat aan de discipelen zien dat Hij het werkelijk is, dat kunnen we uit het stuk wel opmaken. Hij bewijst aan hen dat Hij leeft en Hij doet dat ook goed (zoals alles wat Hij doet goed is.)Afgewezen schreef:Gisteren hoorde ik nog een staaltje van onjuiste en verwarrende exegese.
Het ging over de Heere Jezus Die Zich vertoonde aan de discipelen "op die eerste dag der week, als de deuren gesloten waren" (Joh. 20). Even verder staat er: "En dit gezegd hebbende, toont Hij hun Zijn handen en Zijn zijde."
Kijk, zo lichtte de predikant toe, dat doet Jezus nu nog bij de Zijnen. Hij openbaart Zich aan hen, net als Hij dat bij de discipelen deed.
Maar als die dominee iets verder had gekeken dan zijn exegetische neus lang was, had hij gezien dat zijn uitleg niet klopte met wat wij in datzelfde hoofdstuk lezen: "Zalig zijn zij, die niet zullen gezien hebben en nochtans zullen geloofd hebben."
Als je iets wilt bewijzen uit de Schrift, dan moet je het wel goed doen. Dat er zoiets is als de openbaring van Christus aan het hart, is zeker. Maar dat kun je níét aantonen op grond van Joh. 20. Daar gaat het - kennelijk - over andere dingen.
Maar tegelijk maakt Hij ook duidelijk dat zalig is wie niet ziet en toch gelooft, Thomas had het getuigenis van de discipelen moeten geloven zoals hun luisteraars later hun getuigenis zouden moeten geloven... Zalig is wie ziet en niet gelooft. Die dominee had dus geen gelijk dat Jezus altijd op zo'n manier werkt. Hij ging naar de hemel waar de mensen Hem niet meer konden zien... en zegt dat ieder die gelooft (ook al ziet hij Hem niet) niet behouden zal worden.
Lukas vertelt het verhaal iets gedetailleerder om duidelijk te maken dat het bewijzen van Zijn bestaan hier wel het doel van Jezus was:
36 Terwijl ze nog aan het vertellen waren, kwam Jezus zelf in hun midden staan en zei: ‘Vrede zij met jullie.’ 37 Verbijsterd en door angst overmand, meenden ze een geestverschijning te zien. 38 Maar hij zei tegen hen: ‘Waarom zijn jullie zo ontzet en waarom zijn jullie ten prooi aan twijfel? 39 Kijk naar mijn handen en voeten, ik ben het zelf! Raak me aan en kijk goed, want een geest heeft geen vlees en beenderen zoals jullie zien dat ik heb.’ 40 Daarna toonde hij hun zijn handen en zijn voeten. 41 Omdat ze het van vreugde nog niet konden geloven en stomverbaasd waren, vroeg hij hun: ‘Hebben jullie hier iets te eten?’ 42 Ze gaven hem een stuk geroosterde vis. 43 Hij nam het aan en at het voor hun ogen op.
Do not waste time bothering whether you ‘love’ your neighbor; act as if you did. As soon as we do this we find one of the great secrets. When you are behaving as if you loved someone, you will presently come to love him."
Vrijdagavond werd er ergens gepreekt over de moordenaar aan het kruis. Op zich vond ik dat typisch, want volgens mij gaat Goede Vrijdag niet over hem maar over Iemand anders.
Maar goed, betreffende dominee legde eerst uit hoe de moordenaar toestemde in zijn eigen oordeel en dat hij vervolgens gered werd. Maar, vervolgde hij, hij moest nog door de 3-urige duisternis heen.
Nu dacht ik eigenlijk dat dit alleen voor Jezus een geestelijke duisternis was. Maar volgens de predikant was gold dit ook voor de moordenaar.
Ik vind dat wat typisch: het was nl. voor iedereen donker, ook voor de andere moordenaar, de toeschouwers en de soldaten. Kunnen we dan stellen dat het een "bevinding" van de geredde moordenaar was? Zo van: hij was wel gered, maar leefde in het donker?
Maar goed, betreffende dominee legde eerst uit hoe de moordenaar toestemde in zijn eigen oordeel en dat hij vervolgens gered werd. Maar, vervolgde hij, hij moest nog door de 3-urige duisternis heen.
Nu dacht ik eigenlijk dat dit alleen voor Jezus een geestelijke duisternis was. Maar volgens de predikant was gold dit ook voor de moordenaar.
Ik vind dat wat typisch: het was nl. voor iedereen donker, ook voor de andere moordenaar, de toeschouwers en de soldaten. Kunnen we dan stellen dat het een "bevinding" van de geredde moordenaar was? Zo van: hij was wel gered, maar leefde in het donker?
Bij 7500 postings kom ik weer terug (en af en toe tussendoor als ik zin heb)
Zo'n preek hoorde of las ik pas ook. 'Tussen het krijgen van de belofte en de vervulling van de belofte ligt een donkere tijd, die soms lang kan duren. De standen in het genadeleven komen ook hier duidelijk naar voren.'Unionist schreef:Vrijdagavond werd er ergens gepreekt over de moordenaar aan het kruis. Op zich vond ik dat typisch, want volgens mij gaat Goede Vrijdag niet over hem maar over Iemand anders.
Maar goed, betreffende dominee legde eerst uit hoe de moordenaar toestemde in zijn eigen oordeel en dat hij vervolgens gered werd. Maar, vervolgde hij, hij moest nog door de 3-urige duisternis heen.
Nu dacht ik eigenlijk dat dit alleen voor Jezus een geestelijke duisternis was. Maar volgens de predikant was gold dit ook voor de moordenaar.
Ik vind dat wat typisch: het was nl. voor iedereen donker, ook voor de andere moordenaar, de toeschouwers en de soldaten. Kunnen we dan stellen dat het een "bevinding" van de geredde moordenaar was? Zo van: hij was wel gered, maar leefde in het donker?