Waarbij het accent dus op het eerste ligt (ellende)?plebe schreef: Heb de drie stukken ooit eens de "driekwartsmaat van het geloof"horen noemen.
Kun je ook met een opmaat beginnen?
Of een opmars :roll:wim schreef:Waarbij het accent dus op het eerste ligt (ellende)?plebe schreef: Heb de drie stukken ooit eens de "driekwartsmaat van het geloof"horen noemen.
Kun je ook met een opmaat beginnen?
Nou, een accent op de derde tel leidt binnen een driekwartsmaat wel tot vreemde verhoudingen hoor :roll:JolandaOudshoorn schreef:Volgens mij moeten vanuit de dankbaarheid leven (die natuurlijk voortkomt uit de ellende en de verlossing, lekker dogmatisch he)
Aha, dus eigelijk kan een mens zonder Christus nodig te hebben, Hem aannemen? Dit impliceerd een vrije keuze, want zonder punt 1 is punt 2 (de werking van God in het hart van de mens, wat zorgt dat hij tot Christus vlucht) ook niet nodig.Miscanthus schreef:mee eens. Alleen 1 klopt niet. Zie de roeping van Levi.memento schreef: 1. Een mens komt alleen tot Christus, als hij Hem nodig heeft
2. Dit 'nodig hebben' wordt door God in de mens gewerkt (eenzijdig Godswerk)
3. Dat werk van God wordt niet altijd door de mens als zodanig opgemerkt
4. Waarvoor de mens God nodig leert krijgen kan van alles zijn (zondekennis, leegheid ervaren, onrust, gemis van ware liefde). Het vindt echter altijd een oorzaak in de zonde, of een gevolg van de zonde. Het schept echter ook altijd een onbedwingbare drang om te zoeken naar verlossing (en dus Christus).
Jezus had hem nodig.
In lijn van de opmerking van Unionist een citaat uit de HC verklaring van ds Huisman:Unionist schreef:Wat staat er in vraag en antwoord 2?
Wat moet u weten om door deze troost gelukkig te leven en te sterven?
Ten eerste hoe groot mijn zonden en ellende zijn.
Ten tweede hoe ik van al mijn zonden en ellende verlost word.
Ten derde hoe ik God voor zo'n verlossing dankbaar moet zijn.
Datm moet je dus weten om gelukkig te leven en te sterven.
Wie moet dat weten?
Degene die vraag 1 beantwoord heeft met antwoord 1. Een kind van God dus. Ieder kind van God, of hij dat nu 5 minuten is of 80 jaar, moet weten hoe groot zijn zonden zijn, hoe hij daaruit verlost wordt en hoe hij daar dankbaar voor moet zijn.
Hé, ik mis één vraag:
v. Hoe ben je daaraan gekomen?
a. Eerst wist ik hoe groot mijn zonden en ellende waren
Toen ervoer ik hoe ik van al mijn zonden en ellende verlost werd.
En tenslotte hoe ik God voor zo'n verlossing dankbaar moet zijn.
Dat staat er dus níét. Terwijl veel mensen het wél zo lezen. Nee, de catechisant kijkt in vraag 2 niet terug op een weg, maar weet nog steeds die 3 dingen. DIe zal hij ook blijven weten, tot hij deze aarde verlaat. Hij noemt dit: ten eerste, tweede, derde. Maar dat doe je ook b.v. bij de doop- en belijdenisvragen. Daar zit toch ook geen tijdsvolgorde in? Je kunt nu eenmaal geen 3 dingen tegelijk zeggen.
En dan vraagt de onderwijzer: Hoe hebt u dat geleerd? Hoe bent u daar dan
achter gekomen? Dan zegt hij: Dat is me door God geleerd in deze weg, in
deze drie stukken: Ten eerste God heeft mij doen zien hoe groot mijn zonde
en ellende zijn, en Hij heeft mij geleerd hoe ik van al mijn zonde en ellende
verlost word, en Hij heeft in mijn hart de begeerte gegeven om de Heere
dankbaar te mogen zijn voor Zijn werk.
Waar nu één van deze drie gemist wordt, daar worden alle gemist. Waar één
van deze drie kenmerken gevonden wordt, daar zijn ze alle. Onthoudt het
goed. Het is niet zo, dat er mensen zouden zijn, die in het voorportaal van de
kennis van de ellende zitten te wachten, totdat straks de deur van de
verlossing opengaat, en dat mensen, die verlost zijn, in het volgende portaal
komen en nu alleen maar te leven hebben onder de hallelujah's.
Maar het is zo: daar waar God Zijn Geest in het hart geeft, daar word ik
ontdekt aan mijn zonde en vervloeking, aan mijn verloren staat voor God.
Daar moet ik vallen voor God, doch niet als iemand die geen hoop meer heeft.
Maar 't is het vallen van een mens, die hopeloos wordt van zichzelf, maar die
zijn hoop bouwt op God. Die tot God gevloden komt als de knechten van
Benhadad. Wel met de koorden der veroordeling om de hals, maar gehoord
hebbende dat Israëls koningen goedertieren koningen zijn.
Die zo de pijn van de zonde gevoelt, die zo tot God vlucht, omdat hij gelooft
dat bij hem milde handen en vriendelijke ogen zijn, die begint vanaf dat
ogenblik de Heere te dienen. Van harte gewillig en bereid te zijn om Hem te
mogen volgen. Al zou hij nooit in de hemel komen, al zou hij nooit van zijn
zonde verlost worden, dan zal hij nog begeren de Heere te dienen. Daar heb je
de drie stukken, die God uitwerkt in het leven van al Zijn kinderen, vanaf het
uur der wedergeboorte, tot aan de zalige stonde dat we uit dit leven mogen
scheiden en ingaan in de vreugde onzes Heeren. Amen.
Dat is omgekeerde bewijslast. Je concludeert iets wat er niet staat. Jezus roept met gezag, als machthebbende. Onafhankelijk van wat Levi in zijn hart had. Net als bij Lydia. De Heere opende haar hart zodat zij acht gaf op wat Pauilus sprak. Wat sprak Paulus? Niets anders dan Jezus Christus en dien gekruisigd. Zo roept Jezus ons nog. Zo heeft Hij het bij Lydia gedaan, bij mij en bij nog vele anderen.memento schreef:. Blijkbaar had God iets in zijn hart gewerkt, waardoor hij het nut van het volgen van Jezus inzag.
Dit klinkt zo mooi hè, met gezag, als machthebbende... Maar het is eigenlijk heel klein van de Heerde denken. De Heere werkt niet onafhankelijk van wat je in je hart hebt. Hij heeft alles in Zijn hand, ook hoe zo'n zondaar dan is.Dat is omgekeerde bewijslast. Je concludeert iets wat er niet staat. Jezus roept met gezag, als machthebbende. Onafhankelijk van wat Levi in zijn hart had. Net als bij Lydia.