U moet uw ellende gevoelen
1. In deze weg is het nodig dat u op de juiste wijze uw ellendige staat, uw verdorven
hart, uw vorige zonden en de nog steeds doorbrekende verdorvenheden kent en
gevoelt. Maar u moet daar niet hopeloos of moedeloos onder worden. Immers
de weg des levens berust niet op een vernieuwd verbond der werken, maar op
het verbond der genade, waar alles om niet gegeven wordt, waar alleen de
voldoening van Christus de grond is, waar alles gegeven wordt tot prijs der
heerlijke genade Gods.
U moet niet in dat gevoel van ellende blijven hangen
2. U moet niet lang blijven staren op uw verdorvenheid om daardoor nog dieper
neer te zinken in uw ellendigheid en om nog meer verbrijzeld te worden, alsof
een gevoeliger verbrijzeling voor de bekering u voor God aangenamer zou
maken; alsof het een voorwaarde zou zijn, zonder welke u niet tot Christus zou
mogen komen; alsof dat de grond was van de vrijmoedigheid om Christus aan te
nemen.
Maar de verbrijzeling van het hart is alleen nodig om geheel van uzelf af te leren
zien en uw toevlucht tot Jezus te nemen. En als de droefheid over de zondige
staat dat bewerkt, dan maakt het niet uit of die droefheid groot of klein is. Het
dient slechts om u, terwijl u nog onbekeerd bent, naar Jezus te drijven U moet worstelen om Christus aan te nemen
3. Het door het geloof, aannemen van Christus, tot zijn rantsoen en gerechtigheid
gaat zelden zonder horten of stoten. Iemand die bekeerd wordt, ziet en gevoelt
in meerdere of mindere mate zijn rampzaligheid. En al kan hij het zo in zijn
werkingen niet helder inzien, toch zijn er - ofschoon duistere - opvattingen van
de rechtvaardigheid Gods, waardoor hij telkens als het ware tot stilstand komt
en bijna moedeloos wordt.
Hij kent Jezus als Borg en als de enige Weg om tot verzoening en zaligheid te
komen. Dat is het waar hij om bekommerd is en waar het hem om te doen is. Hij
is soms in twijfel of hij wel komen mag, aangezien hij een te groot zondaar is en
blijft. Evenwel kan hij het nergens anders vinden en hij wendt zich er toch heen,
op hope of de Heere Zich zou willen laten verbidden en hem Christus schenken.
Soms is hij wat meer verlicht en ziet het aanbod en de roeping en de nodigen en
ontleent daaraan vrijmoedigheid. Hier vermengen zich verschillende
gemoedsbewegingen. De ene keer wendt hij zich, als iemand die van verre staat,
zonder een woord te kunnen spreken tot Jezus. Hij staat bekommerd, soms druipt
er wel eens een traan. Dan strekt de ziel zich in verlangen uit: och, kon ik Hem
vinden, kon ik Hem aannemen! Dan ziet de ziel er naar uit of de Heere wat licht,
wat gemoedsbeweging, enige toenadering, enige vrijmoedigheid zou willen
geven. Dan kan ze bidden, schreien, smeken, aanhouden om Jezus te verkrijgen.
Vervolgens neemt de ziel vrijmoedigheid om zich aan Jezus over te geven, ze
verklaart aan Hem al haar begeerte, haar oprechte genegenheid. Ze geeft Hem
het hart, maar ze is er nog bekommerd over of de Heere Jezus het wil aannemen.
Daarna gelooft ze met meer klaarheid dat aanbod en ze neemt Hem met al Zijn
volheid aan, omdat Hij het haar om niet aanbiedt. Hierop komen veel
beroeringen van licht en duister, van hoop en moedeloosheid, van geloof en
ongeloof, van aanvechting en heiligheid. In deze beroeringen gewent de ziel zich
meer aan Jezus. Jezus is voor haar niet meer zo onbekend. Er komt een grond
van hoop in het hart. Er komen soms verzekeringen, maar ze verdwijnen snel
weer. Al worstelende leert ze zich hoe langer hoe meer op Jezus te verlaten en
haar ziel aan Jezus toe te vertrouwen.
Wilhelmus á Brakel
Gelezen (geloofsopbouwend)
- Johann Gottfried Walther
- Berichten: 5168
- Lid geworden op: 05 feb 2008, 15:49
Re: Gelezen (geloofsopbouwend)
"Zie, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen, om gericht te houden tegen allen, en te straffen alle goddelozen onder hen, vanwege al hun goddeloze werken, die zij goddelooslijk gedaan hebben, en vanwege alle harde woorden, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben"
- J.C. Philpot
- Berichten: 10176
- Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08
Re: Gelezen (geloofsopbouwend)
De HEERE is goed en recht; daarom zal Hij de zondaars onderwijzen in den weg.
Alsof men zou zeggen: ik heb gezondigd tegen de Heere in mijn verdrukking, door mijn ongeduld, ongeloof, gebrek aan ootmoed, enzovoort. Toch heeft het hem behaagd mij niet geheel zonder de onderwijzingen van zijn Geest te laten; niet omdat ik goed was, maar omdat Hij goed was; niet omdat ik hem behaagde, maar omdat barmhartigheid Hem behaagde; niet omdat ik oprecht was voor Hem, maar omdat Hij oprecht was; trouw en waarachtig aan Zijn eigen belofte heeft Hij het gedaan; goed en waarachtig is de Heere, en daarom heeft Hij mij onderwezen op de weg.
Ds. T. Case
Alsof men zou zeggen: ik heb gezondigd tegen de Heere in mijn verdrukking, door mijn ongeduld, ongeloof, gebrek aan ootmoed, enzovoort. Toch heeft het hem behaagd mij niet geheel zonder de onderwijzingen van zijn Geest te laten; niet omdat ik goed was, maar omdat Hij goed was; niet omdat ik hem behaagde, maar omdat barmhartigheid Hem behaagde; niet omdat ik oprecht was voor Hem, maar omdat Hij oprecht was; trouw en waarachtig aan Zijn eigen belofte heeft Hij het gedaan; goed en waarachtig is de Heere, en daarom heeft Hij mij onderwezen op de weg.
Ds. T. Case
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.
George Whitefield
George Whitefield
- J.C. Philpot
- Berichten: 10176
- Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08
Re: Gelezen (geloofsopbouwend)
Allen die ook maar iets van Christus hebben geloofd, hebben naar Hem verlangd. Dat gold al voor degenen die leefden vóór Zijn komst op aarde. Jezus zei: “Abraham, uw vader, heeft met verheuging verlangd, opdat hij Mijn dag zien zou; en hij heeft hem gezien en is verblijd geweest” (Johannes 8:56). Degenen die ná Zijn komst leven, worden door hetzelfde verlangen gedreven. Zij kennen Hem van horen zeggen; ze hebben veel over Hem gehoord. Zoals Rebekka werd uitgehuwelijkt zonder Isaäk te hebben gezien, zo worden ook gelovigen als het ware met Hem verbonden, al vóór ze Hem met eigen ogen gezien hebben.
Toch groeit juist daardoor het verlangen om Hem daadwerkelijk te ontmoeten: Degene van Wie ze gehoord hebben, Die ze liefgekregen hebben en in Wie ze geloven. Zoals Petrus schrijft: “Denwelken gij niet gezien hebt, en nochtans liefhebt, in Denwelken gij nu, hoewel Hem niet ziende, maar gelovende, u verheugt met een onuitsprekelijke en heerlijke vreugde” (1 Petrus 1:8). Ze hebben Hem niet gezien, maar wel iets van Zijn goedheid geproefd: “Indien gij anders gesmaakt hebt, dat de Heere goedertieren is” (1 Petrus 2:3). Ze hebben Zijn vertroostingen ervaren en leven van Zijn leven. Wat nog ontbreekt, is het fysieke aanschouwen, het zien van aangezicht tot aangezicht. Daarom zien zij zo reikhalzend uit naar Zijn wederkomst.
(...) Hoewel Christus een luisterrijke Koning is, is die luister in deze wereld vaak niet zichtbaar. Daarom verlangen christenen ernaar dat Hij zal verschijnen in heerlijkheid en in koninklijke waardigheid. Zij bidden om de komst van Zijn Koninkrijk, omdat dan al het verborgene openbaar zal worden en Hij zichtbaar Koning zal zijn tot in eeuwigheid.
Ds. T. Manton
Bron: Vorming voor elke dag
Toch groeit juist daardoor het verlangen om Hem daadwerkelijk te ontmoeten: Degene van Wie ze gehoord hebben, Die ze liefgekregen hebben en in Wie ze geloven. Zoals Petrus schrijft: “Denwelken gij niet gezien hebt, en nochtans liefhebt, in Denwelken gij nu, hoewel Hem niet ziende, maar gelovende, u verheugt met een onuitsprekelijke en heerlijke vreugde” (1 Petrus 1:8). Ze hebben Hem niet gezien, maar wel iets van Zijn goedheid geproefd: “Indien gij anders gesmaakt hebt, dat de Heere goedertieren is” (1 Petrus 2:3). Ze hebben Zijn vertroostingen ervaren en leven van Zijn leven. Wat nog ontbreekt, is het fysieke aanschouwen, het zien van aangezicht tot aangezicht. Daarom zien zij zo reikhalzend uit naar Zijn wederkomst.
(...) Hoewel Christus een luisterrijke Koning is, is die luister in deze wereld vaak niet zichtbaar. Daarom verlangen christenen ernaar dat Hij zal verschijnen in heerlijkheid en in koninklijke waardigheid. Zij bidden om de komst van Zijn Koninkrijk, omdat dan al het verborgene openbaar zal worden en Hij zichtbaar Koning zal zijn tot in eeuwigheid.
Ds. T. Manton
Bron: Vorming voor elke dag
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.
George Whitefield
George Whitefield
- J.C. Philpot
- Berichten: 10176
- Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08
Re: Gelezen (geloofsopbouwend)
Angst voor onrust en controverse
In sommige kringen is de angst voor controverse zo groot dat predikanten, en de gemeenten die hen volgen, vrede zullen verkiezen boven alles — zelfs ten koste van de waarheid, Gods waarheid. Het idee is dat vrede het allerbelangrijkst is. Vrede is een bijbels ideaal (Romeinen 12:18 maakt dat duidelijk: "Houd, zo mogelijk, voor zover het van u afhangt, vrede met alle mensen"), maar reinheid is dat ook. De vrede van de Kerk mag nooit gekocht worden ten koste van haar reinheid. Die prijs is te hoog.
Maar waarom denken wij dat wij in deze wereld — of zelfs in de Kerk — zonder conflict en controverse kunnen leven? Jezus dacht dat niet. Paulus evenmin. Geen van de predikers uit de apostolische tijd die hun Heere trouw dienden, werd controverse bespaard. Wie zijn wij dan om daaraan te ontsnappen als zij dat niet konden?
De geschiedenis van de uitbreiding van de Kerk over de Middellandse Zee van Jeruzalem tot Rome is een verhaal vol controverse. Wanneer het evangelie met vrijmoedigheid wordt gepredikt, zal er controverse zijn. De meeste brieven (Epistels) zijn geschreven om dwaling in leer of zondigheid van leven te weerleggen. In die brieven is er controverse. Het leven van Paulus is een leven van controverse. De overlevering vertelt ons dat elke apostel, behalve Johannes — die vanwege zijn geloof werd verbannen — een gewelddadige dood stierf.
J.N. Darby
In sommige kringen is de angst voor controverse zo groot dat predikanten, en de gemeenten die hen volgen, vrede zullen verkiezen boven alles — zelfs ten koste van de waarheid, Gods waarheid. Het idee is dat vrede het allerbelangrijkst is. Vrede is een bijbels ideaal (Romeinen 12:18 maakt dat duidelijk: "Houd, zo mogelijk, voor zover het van u afhangt, vrede met alle mensen"), maar reinheid is dat ook. De vrede van de Kerk mag nooit gekocht worden ten koste van haar reinheid. Die prijs is te hoog.
Maar waarom denken wij dat wij in deze wereld — of zelfs in de Kerk — zonder conflict en controverse kunnen leven? Jezus dacht dat niet. Paulus evenmin. Geen van de predikers uit de apostolische tijd die hun Heere trouw dienden, werd controverse bespaard. Wie zijn wij dan om daaraan te ontsnappen als zij dat niet konden?
De geschiedenis van de uitbreiding van de Kerk over de Middellandse Zee van Jeruzalem tot Rome is een verhaal vol controverse. Wanneer het evangelie met vrijmoedigheid wordt gepredikt, zal er controverse zijn. De meeste brieven (Epistels) zijn geschreven om dwaling in leer of zondigheid van leven te weerleggen. In die brieven is er controverse. Het leven van Paulus is een leven van controverse. De overlevering vertelt ons dat elke apostel, behalve Johannes — die vanwege zijn geloof werd verbannen — een gewelddadige dood stierf.
J.N. Darby
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.
George Whitefield
George Whitefield
- J.C. Philpot
- Berichten: 10176
- Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08
Re: Gelezen (geloofsopbouwend)
En de God des vredes Zelf heilige u geheel en al; en uw geheel oprechte geest, en ziel, en lichaam worde onberispelijk bewaard in de toekomst van onzen Heere Jezus Christus. Hij, Die u roept, is getrouw, Die het ook doen zal.
De reden van dit gebed is, omdat al de genaden en plichten die hij hun bevolen had, behoorden tot hun heiligmaking, die wel hun plicht, doch volstrekt niet in hun macht, maar een werk van God in en op hen was; opdat zij dan daartoe werden bekwaamd, en zijn bevelen metterdaad opvolgden, bidt hij dat God hen dus door en door heilige, en hij verzekert dat dit in en voor hen zou worden vervuld uit de getrouwheid (en bijgevolg macht en onveranderlijkheid die hij insluit) van Hem, die ondernomen had het uit te werken, vs. 24, Hij die u roept, is getrouw, die het ook doen zal.
Deze verzekering, niet spruitende of afgeleid uit iets dat de Thessalonicensers alleen eigen was, maar enkel uit overweging van de getrouwheid van God zelf, raakt eveneens alle metterdaad geroepenen. Die allen zullen onfeilbaar worden geheiligd geheel door en onberispelijk bewaard tot de komst van Jezus Christus. Omdat dit dan het grote voorrecht van de gelovigen is en hun eeuwige veiligheid daarvan afhangt, moeten wij vlijtig naspeuren haar natuur en noodzakelijkheid uit deze en dergelijke Schriftuurplaatsen.
Ds. J. Owen
Bron: https://theologienet.nl/bestanden/owen- ... deel-2.pdf
De reden van dit gebed is, omdat al de genaden en plichten die hij hun bevolen had, behoorden tot hun heiligmaking, die wel hun plicht, doch volstrekt niet in hun macht, maar een werk van God in en op hen was; opdat zij dan daartoe werden bekwaamd, en zijn bevelen metterdaad opvolgden, bidt hij dat God hen dus door en door heilige, en hij verzekert dat dit in en voor hen zou worden vervuld uit de getrouwheid (en bijgevolg macht en onveranderlijkheid die hij insluit) van Hem, die ondernomen had het uit te werken, vs. 24, Hij die u roept, is getrouw, die het ook doen zal.
Deze verzekering, niet spruitende of afgeleid uit iets dat de Thessalonicensers alleen eigen was, maar enkel uit overweging van de getrouwheid van God zelf, raakt eveneens alle metterdaad geroepenen. Die allen zullen onfeilbaar worden geheiligd geheel door en onberispelijk bewaard tot de komst van Jezus Christus. Omdat dit dan het grote voorrecht van de gelovigen is en hun eeuwige veiligheid daarvan afhangt, moeten wij vlijtig naspeuren haar natuur en noodzakelijkheid uit deze en dergelijke Schriftuurplaatsen.
Ds. J. Owen
Bron: https://theologienet.nl/bestanden/owen- ... deel-2.pdf
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.
George Whitefield
George Whitefield
- J.C. Philpot
- Berichten: 10176
- Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08
Re: Gelezen (geloofsopbouwend)
In deze plaats wordt bevestigd dat God de enigste Auteur is van onze heiligmaking. God is de eeuwige bron en enigste fontein van alle heiligheid. Niets ervan is in enig schepsel, tenzij het lijnrecht en onmiddellijk van Hem komt; niets ervan was in onze eerste schepping. God schiep ons in Zijn beeld.
Degenen die denken dat wij onszelf kunnen heiligen of heilig maken, verbreken hoogmoedig ons voornaamste afhangen van Hem. Men kon even wijs en redelijk zeggen dat wij ons wezen en leven niet van God hebben, als beweren dat wij onze heiligheid – als wij enige hebben – niet van God hebben.
Hiertoe behoren ook de hovaardige gevoelens van een heiligheid die zou voortkomen uit de grondbeginselen van de natuur. Ik weet wel dat ieder zal voorgeven dat heiligheid van God is – zelfs Pelagius heeft dit nooit ontkend. Maar velen met hem willen dat ze van God is op een natuurlijke weg, niet op een weg van bijzondere genade.
Dit laatste beweren wij: alles wat van onszelf is, of enigszins afgeleid uit onze natuurlijke bekwaamheden, is op die wijze niet uit God. Want God als de Auteur van de genade en het beste van de verdorven natuur, staan tegenover elkaar.
Ds. J. Owen
Degenen die denken dat wij onszelf kunnen heiligen of heilig maken, verbreken hoogmoedig ons voornaamste afhangen van Hem. Men kon even wijs en redelijk zeggen dat wij ons wezen en leven niet van God hebben, als beweren dat wij onze heiligheid – als wij enige hebben – niet van God hebben.
Hiertoe behoren ook de hovaardige gevoelens van een heiligheid die zou voortkomen uit de grondbeginselen van de natuur. Ik weet wel dat ieder zal voorgeven dat heiligheid van God is – zelfs Pelagius heeft dit nooit ontkend. Maar velen met hem willen dat ze van God is op een natuurlijke weg, niet op een weg van bijzondere genade.
Dit laatste beweren wij: alles wat van onszelf is, of enigszins afgeleid uit onze natuurlijke bekwaamheden, is op die wijze niet uit God. Want God als de Auteur van de genade en het beste van de verdorven natuur, staan tegenover elkaar.
Ds. J. Owen
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.
George Whitefield
George Whitefield
Re: Gelezen (geloofsopbouwend)
JC Philpot schreef:
Ik heb wel gehoord, dat zich Efraïm beklaagt. Jeremia 31:18
Het geestelijk gevoel van zonde is onmisbaar voor het gevoel van zaliging. Altijd moet er een gevoel van de ziekte voorafgaan en de ziel voorbereiden voor een gelovig ontvangen van — en een gepaste vrees voor het geneesmiddel. Waar God zijn Zoon met kracht wil openbaren, waar Hij het Evangelie tot een „blijde boodschap” wil maken, daar doet Hij de ziel de last der zonde gevoelen en er onder zuchten. En ik houd mij verzekerd, dat wanneer de mens gebogen gaat onder de last der zonde, hij ook vol klachten is. De Bijbel haalt honderden klachten aan van Gods volk, gebogen onder de zonden- last. „Mijn etterbuilen stinken; zij zijn vervuld vanwege mijn dwaasheid”, roept er een. „Ik ben krom geworden; ik ben uitermate zeer neergebogen; ik ga de ganse dag in het zwart” (Psalm 38 : 6, 7). „Mijn ziel,” roept een ander, „is der tegenheden zat, en mijn leven raakt tot aan het graf” (Psalm 88 : 4). Een derde kermt: „Hij heeft mij geleid en gevoerd in de duisternis, en niet in het licht” (Klaagl. 3:2). Een levend mens moet onder zulke omstandigheden klagen. Hij kan de last niet dragen zonder over zijn zwaarte te klagen. Hij kan de pijl niet voelen steken in zijn geweten zonder van pijn te kermen. Hij kan de worm niet voelen knagen aan zijn levensbeginsel, zonder te klagen over zijn venijnige beet. Hij kan het niet gevoelen, dat God vertoornd op hem is, zonder bitter te klagen, dat de Heere zijn vijand is. Geestelijk klagen is bewijs van geestelijk leven, en wordt door God als zodanig erkend. „Ik heb wel gehoord, dat zich Efraïm beklaagt.” Het bewijst, dat hij reden tot treuren heeft, iets welks last hem doet klagen, dat de zonde zich aan hem in al haar hatelijkheid en boosheid vertoond heeft; dat bekommernis en een smart voor zijn ziel is; dat hij ze onder zijn tong niet kan doen verdwijnen als zoetigheid, maar dat zij ontdekt is door het alziend oog en gestraft door de straffende hand Gods.
- J.C. Philpot
- Berichten: 10176
- Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08
Re: Gelezen (geloofsopbouwend)
Bartimeüs’ gebed werd verhoord. Zijn geloof had hem behouden. Markus schreef dat hij Jezus volgde op de weg nadat hij zijn gezichtsvermogen had teruggekregen. Hetzelfde geldt vandaag de dag. Degenen die gered zijn, volgen Jezus. Degenen die Jezus niet volgen, zijn niet gered.
Waarom houden zo weinig mensen van Jezus? Waarom zijn zovelen zo onwillig om Hem te dienen? Omdat Hij hen niet heel gemaakt heeft. Maar waarom heeft Jezus dat dan niet gedaan? Wel, zij denken dat ze Zijn hulp niet nodig hebben. In hun ogen hebben ze alles wat ze nodig hebben. Waarom zouden ze Hem dan aanroepen? Hoe waar blijkt het te zijn dat alleen zij die arm van geest zijn, en die hongeren en dorsten naar Gods gerechtigheid, zalig zijn!
Het was duidelijk zichtbaar in het leven van Bartimeüs wat hij ontvangen had. Hij verheerlijkte God. Hetzelfde is vandaag nog waar. Daar waar zekerheid is van Gods heil, zijn harten en monden vervuld met Zijn lof. En niet alleen Bartimeüs, maar ook het volk prees God. Wanneer ellendige mensen gered worden, zien we ook dankbaarheid oplichten bij degenen die eromheen staan. De Heere vervulde zo Zijn eigen woord: “Laat uw licht zo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken zien en uw Vader, die in de hemelen is, verheerlijken.”
I. da Costa
Waarom houden zo weinig mensen van Jezus? Waarom zijn zovelen zo onwillig om Hem te dienen? Omdat Hij hen niet heel gemaakt heeft. Maar waarom heeft Jezus dat dan niet gedaan? Wel, zij denken dat ze Zijn hulp niet nodig hebben. In hun ogen hebben ze alles wat ze nodig hebben. Waarom zouden ze Hem dan aanroepen? Hoe waar blijkt het te zijn dat alleen zij die arm van geest zijn, en die hongeren en dorsten naar Gods gerechtigheid, zalig zijn!
Het was duidelijk zichtbaar in het leven van Bartimeüs wat hij ontvangen had. Hij verheerlijkte God. Hetzelfde is vandaag nog waar. Daar waar zekerheid is van Gods heil, zijn harten en monden vervuld met Zijn lof. En niet alleen Bartimeüs, maar ook het volk prees God. Wanneer ellendige mensen gered worden, zien we ook dankbaarheid oplichten bij degenen die eromheen staan. De Heere vervulde zo Zijn eigen woord: “Laat uw licht zo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken zien en uw Vader, die in de hemelen is, verheerlijken.”
I. da Costa
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.
George Whitefield
George Whitefield