refo schreef: ↑03 jun 2025, 19:20
God liefhebben boven alles is niet hetzelfde als Gods eer stellen boven de eigen zaligheid. Het eerste is een waarheid. Het tweede lees ik nergens in de Schrift.
Toch is dit niet recht.
In Job 13 neemt Job het niet voor zichzelf op, ondanks alle onrecht door zijn vrienden uitgesproken, maar is zijn vertrouwen en, citeer de kantt.: nochtans kan ik niet nalaten het recht mijner zaak tegen het gevoelen dezer vrienden te verweren.
31 Zie, zo Hij mij doodde,
dzou ik niet hopen?
32 Evenwel zal ik mijn wegen voor Zijn aangezicht verdedigen.
Of: Zie, dat Hij mij doodde, te weten God. De zin is: Het is zover vandaar dat ik zou wanhopen, dat ik niet wil laten op God te vertrouwen, ofschoon Hij mij in dit verdriet uit het leven wegrukte. Anders: zo Hij mij doodt, ik zal op Hem hopen. De zin is enerlei.
Verder lezen we dat de liefde sterker is dan de dood
De bruid in het Hooglied zegt van de Bruidegom:
6
21Zet mij als een zegel op Uw hart, als een zegel
22op Uw arm; want
23de liefde is sterk
24als de dood,
25de ijver is hard als het graf;
26haar kolen zijn vurige kolen,
27vlammen des H
EEREN.
Verwijsteksten:
21 Met deze woorden bidt de bruid Christus om verzekering en bevestiging Zijner liefde tot haar, dat zij als een zegel in en op Zijn hart mocht verzegeld zijn en blijven. Dit ziet op den borstlap des hogepriesters, in denwelken gegraveerd waren de namen van de twaalf stammen van Israël, in twaalf edelstenen, Ex. 28:21, 29. Te allen tijde zijn zegels gebruikt geweest tot bevestiging van zulks als men schrijft of belooft, opdat het niet verbroken worde. Zie Neh. 9:38. Jer. 22:24. Hagg. 2:24. Mal. 3:16. 2 Tim. 2:19. verwijsteksten
22 De hogepriester droeg de namen der twaalf stammen niet alleen op zijn hart, maar ook op zijn schouders, ter gedachtenis van de kinderen Israëls. Zie Jes. 49:16. Enigen menen dat door het hart hier betekend wordt de inwendige liefde des Bruidegoms, en door den arm het uitwendig bewijs Zijner liefde, als Ps. 77:16; 86:11. verwijsteksten
23 Te weten de geestelijke liefde der bruid tot Christus en insgelijks de liefde van Christus tot Zijn kerk en uitverkorenen.
24 De zin is: Gelijk de dood door zijn kracht ook den allersterksten mens overwint, Ps. 89:49, alzo is de onderlinge liefde tussen ons beiden zeer sterk, en zij kan in ons niet uitgeblust worden door enigen vijand of tegenspoed, zelfs ook niet door den dood. verwijsteksten
25 Of: jaloezie. Dit betekent een heftige brandende liefde. Deze liefde of ijver wordt gezegd hard te wezen als het graf, omdat zij alle zwarigheden verslindt en overwint, Gal. 5:24. Kol. 3:5, gelijk de dood en het graf alles verslinden. verwijsteksten
26 Hier wordt gesproken van de brandende kolen der liefde, die het hart ontsteken en niet kunnen uitgeblust worden.
27 Dat is, grote krachtige vlammen. Of: vlammen die van den HEERE ontstoken worden. Versta de vlam of het vuur der liefde en des Geestes van Christus, hetwelk met recht groot mag genoemd worden vanwege de sterkte Zijner liefde en de krachtige werking Zijns Geestes in de harten der uitverkorenen.
Vele wateren zouden deze liefde niet kunnen uitblussen, ja, de rivieren zouden ze niet verdrinken; al gaf iemand al het goed van zijn huis voor deze liefde,
30men zou hem ten enenmale verachten.
7
28Vele wateren zouden cdeze liefde niet kunnen uitblussen, ja, de rivieren zouden ze niet
29verdrinken; al gaf iemand al het goed van zijn huis voor deze liefde,
30men zou hem ten enenmale verachten.
Verwijsteksten:
28 Bij wateren en stromen worden dikwijls in de Heilige Schrift betekend tegenspoeden, vervolgingen, aanvechtingen, die de Heere Christus om onzentwil heeft uitgestaan, en met dewelke het geloof, de liefde en het geduld der kinderen Gods geoefend en beproefd worden, als Ps. 42:8; 69:2. Jes. 8:7, 8; 59:19. Dan. 9:26; 11:22. Matth. 7:27. Zie de aant. 2 Sam. 22 op vers 17. Vgl. Rom. 8:35-39. verwijsteksten
c Rom. 8:28, enz. verwijsteksten
29 Of: overstelpen, of: overzwemmen.
30 Hebr. verachtende zouden zij hem verachten, dat is, hij zou ze daarvoor geenszins kunnen krijgen; of men zou zijn goed niet aannemen om hem zijn liefde daarvoor te geven. Of: men zou het ten enenmale versmaden. Gelijk de liefde die daar is tussen Christus en Zijn kerk, niet kan gescheiden worden, zijnde samengebonden door den band des Heiligen Geestes, alzo kan ook de liefde of enige andere geestelijke gave voor geen geld gekocht worden, maar het is een vrij geschenk van God, Die het geeft wien het Hem belieft, Hand. 8:18, 19, 20. Rom. 9:11-19. verwijsteksten
Het kan niet anders, als Gods liefde in ons is, dat het zo trekken kan dat een mens soms niet meer weet of hij op de aarde is dan wel of hij al in de hemel is. We hebben voorbeelden van zeer nabij meegemaakt.
En als een mens Gods recht toe mag vallen krijgt hij Gods recht liever dan zijn eigen leven. Want, dan wordt het ook gevoeld: Als een mens zo naar de hemel zou gaan, zonder die volkomen reiniging, dan zou hij niet willen, want dan voel je immers wel: Als ik zonder dat recht in de hemel zou komen dan zou God geen God meer zijn en ik zou de hemel zodanig verontreinigen dat er ook geen hemel meer zou zijn.
Dan, als de liefde zo sterk is, kan een mens sterven. Zie oom Stephanus, hij voelde als het ware de stenen niet, maar was hemelsgezind. Hij bad nog voor zijn vijanden. De liefde blust de alle vijandschap en alle haat. Dan krijg ik mijn naaste lief als mijn eigen ziel.
De Catechismus spreekt ook ergens van: Zo lief mij mijner ziele zaligheid is...