O Licht!
Hoe ben ik, louter duisterheid,
en stekeblend geboren,
O Licht, tot uwen lof bereid,
bestemd en uitverkoren?
Hoe is 't, dat ooit Gij, ongemaakt,
gewonnen noch geschapen,
mij, duisterling, dendag ontstaakt
en duizenden liet slapen?
Guido Gezelle
Gedichten
-
- Berichten: 5608
- Lid geworden op: 14 sep 2018, 08:49
- Locatie: bertiel1306@gmail.com
Re: Gedichten
Wien heb ik nevens U in den hemel? Nevens U lust mij ook niets op de aarde!
Bezwijkt mijn vlees en mijn hart, zo is God de Rotssteen mijns harten, en mijn Deel in eeuwigheid.
Bezwijkt mijn vlees en mijn hart, zo is God de Rotssteen mijns harten, en mijn Deel in eeuwigheid.
-
- Berichten: 5608
- Lid geworden op: 14 sep 2018, 08:49
- Locatie: bertiel1306@gmail.com
Re: Gedichten
iemand nog een tip voor een mooi (literair) gedicht (niet te lang) voor op de kerstkaart
Wien heb ik nevens U in den hemel? Nevens U lust mij ook niets op de aarde!
Bezwijkt mijn vlees en mijn hart, zo is God de Rotssteen mijns harten, en mijn Deel in eeuwigheid.
Bezwijkt mijn vlees en mijn hart, zo is God de Rotssteen mijns harten, en mijn Deel in eeuwigheid.
Re: Gedichten
Migratie
Een vogel volgt de roep van de wind,
naar verre landen waar dromen zijn bemind.
Zijn vleugels dragen hoop en pijn,
tussen wat was, en wat ooit zal zijn.
De mens trekt, een reiziger van bestaan,
laat achter wat hij niet meer kan weerstaan.
De horizon lonkt, een belofte zo groot,
maar elke stap draagt het gewicht van zijn nood.
Grenzen vervagen, een nieuwe tijd breekt aan,
wortels verplaatst, toch blijven ze bestaan.
Migratie, een lied van verlies en kracht,
een reis naar morgen, geleid door de nacht.
Een vogel volgt de roep van de wind,
naar verre landen waar dromen zijn bemind.
Zijn vleugels dragen hoop en pijn,
tussen wat was, en wat ooit zal zijn.
De mens trekt, een reiziger van bestaan,
laat achter wat hij niet meer kan weerstaan.
De horizon lonkt, een belofte zo groot,
maar elke stap draagt het gewicht van zijn nood.
Grenzen vervagen, een nieuwe tijd breekt aan,
wortels verplaatst, toch blijven ze bestaan.
Migratie, een lied van verlies en kracht,
een reis naar morgen, geleid door de nacht.
- J.C. Philpot
- Berichten: 9928
- Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08
Re: Gedichten
Daar moet veel strijd gestreden zijn,
Veel kruis en leed geleden zijn,
Daar moeten heiige zeden zijn,
Een nauwe weg betreden zijn
En veel gebed gebeden zijn,
Zolang wij hier beneden zijn;
Zo zal 't hierna in vrede zijn.
Ds. D. Rafaëlsz. Camphuysen (1586-1627)
Veel kruis en leed geleden zijn,
Daar moeten heiige zeden zijn,
Een nauwe weg betreden zijn
En veel gebed gebeden zijn,
Zolang wij hier beneden zijn;
Zo zal 't hierna in vrede zijn.
Ds. D. Rafaëlsz. Camphuysen (1586-1627)
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.
George Whitefield
George Whitefield
Re: Gedichten
Op een lijst van artiesten, in de oorlog vermoord,
staat een naam waarvan ik nog nooit had gehoord,
dus keek ik er met verwondering naar:
Ben Ali Libi. Goochelaar.
Met een lach en een smoes en een goocheldoos
en een alibi dat-ie zorgvuldig koos,
scharrelde hij de kost bij elkaar:
Ben Ali Libi, de goochelaar.
Toen vonden de vrienden van de Weduwe Rost 1
dat Nederland nodig moest worden verlost
van het wereldwijd joods-bolsjewistisch gevaar.
Ze bedoelden natuurlijk die goochelaar.
Wie zo dikwijls een duif of een bloem had verstopt,
kon zichzelf niet verstoppen, toen er hard werd geklopt.
Er stond al een overvalwagen klaar
voor Ben Ali Libi, de goochelaar.
In ’t concentratiekamp heeft hij misschien
zijn aardigste trucs nog wel eens laten zien
met een lach en een smoes, een misleidend gebaar,
Ben Ali Libi, de goochelaar.
En altijd als ik een schreeuwer zie
met een alternatief voor de democratie,
denk ik: jouw paradijs, hoeveel ruimte is daar
voor Ben Ali Libi, de goochelaar.
Voor Ben Ali Libi, de kleine schlemiel,
hij ruste in vrede, God hebbe zijn ziel.
Door Willem Wilmink
staat een naam waarvan ik nog nooit had gehoord,
dus keek ik er met verwondering naar:
Ben Ali Libi. Goochelaar.
Met een lach en een smoes en een goocheldoos
en een alibi dat-ie zorgvuldig koos,
scharrelde hij de kost bij elkaar:
Ben Ali Libi, de goochelaar.
Toen vonden de vrienden van de Weduwe Rost 1
dat Nederland nodig moest worden verlost
van het wereldwijd joods-bolsjewistisch gevaar.
Ze bedoelden natuurlijk die goochelaar.
Wie zo dikwijls een duif of een bloem had verstopt,
kon zichzelf niet verstoppen, toen er hard werd geklopt.
Er stond al een overvalwagen klaar
voor Ben Ali Libi, de goochelaar.
In ’t concentratiekamp heeft hij misschien
zijn aardigste trucs nog wel eens laten zien
met een lach en een smoes, een misleidend gebaar,
Ben Ali Libi, de goochelaar.
En altijd als ik een schreeuwer zie
met een alternatief voor de democratie,
denk ik: jouw paradijs, hoeveel ruimte is daar
voor Ben Ali Libi, de goochelaar.
Voor Ben Ali Libi, de kleine schlemiel,
hij ruste in vrede, God hebbe zijn ziel.
Door Willem Wilmink
"Then he isn't safe?" said Lucy.
"Safe?" said Mr. Beaver. "Don't you hear what Mrs. Beaver tells you? Who said anything about safe? "Course he isn't safe. But he's good. He's the King, I tell you."
"Safe?" said Mr. Beaver. "Don't you hear what Mrs. Beaver tells you? Who said anything about safe? "Course he isn't safe. But he's good. He's the King, I tell you."
Re: Gedichten
Mijn vader droeg het wel eens voor; die kon veel gedichten uit zijn hoofd
Re: Gedichten
https://youtu.be/qE6wFs1GZQo?si=Ea7IWcEY7jAbA2kG Om stil van te worden…parsifal schreef: ↑17 apr 2025, 07:12 Op een lijst van artiesten, in de oorlog vermoord,
staat een naam waarvan ik nog nooit had gehoord,
dus keek ik er met verwondering naar:
Ben Ali Libi. Goochelaar.
Met een lach en een smoes en een goocheldoos
en een alibi dat-ie zorgvuldig koos,
scharrelde hij de kost bij elkaar:
Ben Ali Libi, de goochelaar.
Toen vonden de vrienden van de Weduwe Rost 1
dat Nederland nodig moest worden verlost
van het wereldwijd joods-bolsjewistisch gevaar.
Ze bedoelden natuurlijk die goochelaar.
Wie zo dikwijls een duif of een bloem had verstopt,
kon zichzelf niet verstoppen, toen er hard werd geklopt.
Er stond al een overvalwagen klaar
voor Ben Ali Libi, de goochelaar.
In ’t concentratiekamp heeft hij misschien
zijn aardigste trucs nog wel eens laten zien
met een lach en een smoes, een misleidend gebaar,
Ben Ali Libi, de goochelaar.
En altijd als ik een schreeuwer zie
met een alternatief voor de democratie,
denk ik: jouw paradijs, hoeveel ruimte is daar
voor Ben Ali Libi, de goochelaar.
Voor Ben Ali Libi, de kleine schlemiel,
hij ruste in vrede, God hebbe zijn ziel.
Door Willem Wilmink
Er gaan er met twee verbonden verloren en met drie en er worden er met twee verbonden behouden en met drie. Prof. G. Wisse.
Re: Gedichten
1.
Hij zal ze voeren met geweén,
En drijven tot Zijn Trone heen,
Een ieder met zijn eigen schuld,
Die Jezus bloed alleen vervult,
En zal hen al tot Hem doen komen
Wanneer de vijand komt met stromen.
2.
In Neêrlands tuin, weleer Gods hof,
Daar alles ligt in as en stof,
Waar eertijds bloeide en groeide 't al,
Maar nu verzonken in de val,
Dan zal zich Israël bekeren,
En Jezus maar alleen regeren.
3.
Wanneer het is des Heeren tijd,
En Hij zal opstaan tot de strijd,
Dan zal een ieder met geween,
Tot Jezus gaan, tot Hem alleen,
En zich van alle vreemden wenden,
En zien gedompeld in ellenden.
4.
Dan zullen zij tot hunnen Heer,
In ootmoed vallen voor Hem neer,
En vragen schuldvergiffenis
In Jezus’ bloed, dat altijd is
Geopend voor Zijn Jacobs kind’ren
Wier komst geen Beelzebul kan hind’ren.
5
Als Jezus komt, dan is het uit,
Dan roept Hij Zijn droeve bruid,
Vanuit de rotse, daar zij zat,
En schier haar Heer vergeten had,
Hij zal haar halen uit de holen,
En niet meer van Hem af doen dooien.
6
(JEZUS SPREEKT)
O bruid van Jezus, waar zijt gij?
Vergeet gij Mij, zegt Jezus, gij
Die vrijgemaakt zijt, door Mijn bloed,
Waar blijft gij niet uw komst met spoed,
Ik ben uw Heer, doe haast’lijk open,
En kom in Mijnen armen lopen.
7
(BRUID)
Zijt Gij het Heer! wonder God!
Ontferm U over Sions lot,
En komt Gij tot Uw Isrel weêr,
Ai doe zelf open, goede Heer!
En laat mij in Uw' armen lopen,
Want buiten U is 't zonder hopen.
8
(JEZUS)
Wel ziele! 't was al lang reeds klaar,
Ik ben Uw Borg en Middelaar,
Gij zocht het elders, niet bij Mij,
En wildet vreemde heerschappij,
Gij bukte neer voor vreemde heren
En wildet u tot Mij niet keren. Enz.
Ds. Ledeboer
Hij zal ze voeren met geweén,
En drijven tot Zijn Trone heen,
Een ieder met zijn eigen schuld,
Die Jezus bloed alleen vervult,
En zal hen al tot Hem doen komen
Wanneer de vijand komt met stromen.
2.
In Neêrlands tuin, weleer Gods hof,
Daar alles ligt in as en stof,
Waar eertijds bloeide en groeide 't al,
Maar nu verzonken in de val,
Dan zal zich Israël bekeren,
En Jezus maar alleen regeren.
3.
Wanneer het is des Heeren tijd,
En Hij zal opstaan tot de strijd,
Dan zal een ieder met geween,
Tot Jezus gaan, tot Hem alleen,
En zich van alle vreemden wenden,
En zien gedompeld in ellenden.
4.
Dan zullen zij tot hunnen Heer,
In ootmoed vallen voor Hem neer,
En vragen schuldvergiffenis
In Jezus’ bloed, dat altijd is
Geopend voor Zijn Jacobs kind’ren
Wier komst geen Beelzebul kan hind’ren.
5
Als Jezus komt, dan is het uit,
Dan roept Hij Zijn droeve bruid,
Vanuit de rotse, daar zij zat,
En schier haar Heer vergeten had,
Hij zal haar halen uit de holen,
En niet meer van Hem af doen dooien.
6
(JEZUS SPREEKT)
O bruid van Jezus, waar zijt gij?
Vergeet gij Mij, zegt Jezus, gij
Die vrijgemaakt zijt, door Mijn bloed,
Waar blijft gij niet uw komst met spoed,
Ik ben uw Heer, doe haast’lijk open,
En kom in Mijnen armen lopen.
7
(BRUID)
Zijt Gij het Heer! wonder God!
Ontferm U over Sions lot,
En komt Gij tot Uw Isrel weêr,
Ai doe zelf open, goede Heer!
En laat mij in Uw' armen lopen,
Want buiten U is 't zonder hopen.
8
(JEZUS)
Wel ziele! 't was al lang reeds klaar,
Ik ben Uw Borg en Middelaar,
Gij zocht het elders, niet bij Mij,
En wildet vreemde heerschappij,
Gij bukte neer voor vreemde heren
En wildet u tot Mij niet keren. Enz.
Ds. Ledeboer
Re: Gedichten
Tis a point I long to know,
Oft it causes anxious thought;
Do I love the Lord or no?
Am I His, or am I not?
If I love, why am I thus?
Why this dull and lifeless frame?
Hardly sure can they be worse,
Who have never heard His name!
Could my heart so hard remain,
Prayer a task and burden prove,
Every trifle give me pain,
If I knew the Savior's love?
When I turn my eyes within,
All is dark and vain and wild;
Filled with unbelief and sin,
Can I deem myself a child?
If I pray, or hear, or read,
Sin is mixed with all I do!
You who love the Lord indeed,
Tell me, Is it thus with you?
Yet I mourn my stubborn will,
Find my sin a grief and thrall;
Should I grieve for what I feel,
If I did not love at all?
Could I joy His saints to meet,
Choose the ways I once abhorred,
Find at times, the promise sweet,
If I did not love the Lord?
Lord decide the doubtful case!
You who are Your people's sun,
Shine upon Your work of grace,
If it is indeed begun.
Let me love You more and more,
If I love at all, I pray;
If I have not loved before,
Help me to begin today!
John Newton
Oft it causes anxious thought;
Do I love the Lord or no?
Am I His, or am I not?
If I love, why am I thus?
Why this dull and lifeless frame?
Hardly sure can they be worse,
Who have never heard His name!
Could my heart so hard remain,
Prayer a task and burden prove,
Every trifle give me pain,
If I knew the Savior's love?
When I turn my eyes within,
All is dark and vain and wild;
Filled with unbelief and sin,
Can I deem myself a child?
If I pray, or hear, or read,
Sin is mixed with all I do!
You who love the Lord indeed,
Tell me, Is it thus with you?
Yet I mourn my stubborn will,
Find my sin a grief and thrall;
Should I grieve for what I feel,
If I did not love at all?
Could I joy His saints to meet,
Choose the ways I once abhorred,
Find at times, the promise sweet,
If I did not love the Lord?
Lord decide the doubtful case!
You who are Your people's sun,
Shine upon Your work of grace,
If it is indeed begun.
Let me love You more and more,
If I love at all, I pray;
If I have not loved before,
Help me to begin today!
John Newton