Dit is nou een wedervraag die ik altijd hoor!
En terecht, want het slaat ook nergens op wat je zegt.
Waar staat in de bijbel dat we ons alleen mogen beperken tot de "noodzakelijke gebruiksvoorwerpen voor uitoefening van werk en mobiliteit"?
Nergens. Ik hou er niet van om grote lappen tekst te citeren, maar A.A. van Ruler schreef er in zijn artikel (in Wapenveld, jawel

) het volgende over:
Van Ruler schreef:
Is er veel plaats in de leefwereld van de ultra-gereformeerde christen voor de wetenschap en de kunst, voor de cultuur in het algemeen? Van het amusement moet hij al heel weinig hebben. Het spel past een volwassen mens niet. De sport wordt als van weinig nut beoordeeld. Een televisietoestel wordt uit de huiskamer geweerd. Er zijn ultra-gereformeerden die wel een radio hebben, maar dan in hun auto -- daar gaan ze zitten om de nieuwsberichten te beluisteren. Merkwaardig is in dit verband, dat ze voor de politiek in het algemeen wel een intensieve belangstelling plegen te bezitten. De S.G.P. zij hier met ere geroemd. Niet om datgene, wat zij in de praktijk, met name in het kader van de gemeentelijke politiek, presteert. Daar demonstreert zij al te zeer de culturele engheid en benauwdheid van de ultra-gereformeerde gezindte. Maar wel omdat zij ten eerste het hoge belang en de heilige ernst van het politieke erkent en honoreert en ten tweede de vragen van de staat en het volksleven tot op hun grondslagen in de waarheid, dat is onder meer in Gods geschreven Woord, tracht te doordenken -- zij het in alle gebrekkigheid. In onze nationale en internationale politiek zet de S.G.P. geen enkele zode aan de dijk. Daarvoor ligt het gemenebest te zwaar te slapen in de moderniteit. Maar zij blijft de eigenlijke vragen -- die van de geestelijke grondslagen van de staat en de samenleving -- aan de orde stellen.
Dit is een hoogst opmerkelijk verschijnsel. In het algemeen hebben de ultra-gereformeerden de band tussen het natuurlijke en het geestelijke leven vrijwel doorgesneden. Maar in het politieke knopen zij de eindjes toch weer aan elkaar. Dat proberen zij althans te doen. Over dit verschijnsel raakt men niet spoedig uitgedacht. Men bemoeit zich dan toch maar met die zondige wereld! Men laat haar niet aan haar heilloze lot over. Men is bereid, in de gemeenteraad, in de provinciale staten, in het parlement in aanraking te komen en geconfronteerd te worden met alle vragen van de moderne tijd, niet alleen met de politiek, maar ook met de sociale, culturele en maatschappelijke vragen waarvoor men in z'n eigen particuliere leven nauwelijks aandacht heeft. Een verklaring van dit opmerkelijke verschijnsel kan men alleen vinden in de gedachte, dat de politiek inderdaad een zo hoge en heilige zaak is, dat ze zich eenvoudig onontwijkbaar opdringt aan ieder mens, die wat dieper leeft en wat grondig nadenkt én in de gedachte, dat de ultra-gereformeerden ondanks alles kennelijk ook nog echt gereformeerd zijn.
Behoudens deze ene uitzondering moet men echter het ultra-gereformeerde dualisme van het natuurlijke leven uit de geboorte en het geestelijke leven uit de wedergeboorte als ketters wraken. Testcase is de vraag: kan een echt wedergeboren kind van God echt genieten van de coïtus, met name van de hartstocht, de zinnelijkheid, de wellust, welke daarmee gepaard gaan? Kennelijk leven ultra-gereformeerde mannen en vrouwen in het huwelijk ook geslachtelijk samen. Er worden tenminste nogal eens natuurlijke kinderen uit geestelijke mensen geboren. Ze hebben geen alleen maar geestelijk huwelijk, waarin men als broer en zuster samenleeft, zoals in de christelijke traditie ten tijde van de oude kerk, ook in de tijd van de moderne devotie, wel is geprobeerd. Hebben ze dan alleen geslachtelijke gemeenschap. omdat dit roeping en plicht is van Godswege, met het nog op de procreatatie, zonder lichamelijk genot, zonder dat ze "warm" worden, zoals dit genoemd wordt? In die richting hebben kerkvaders en reformatoren ook wel eens gewezen. Het lijkt echter een bijzonder cerebrale gedachte. Of is er wel echt lichamelijk genot, maar wordt dat op de debetzijde van de oude Adam (die trouwens alleen maar debetposten heeft) geschreven? Met deze manoeuvre zou men z'n dualisme totaal geconsolideerd hebben.
'k Heb deze vraag over de coïtus meer dan eens voorgelegd aan ultra-gereformeerde theologen. Tot mijn niet geringe verbazing ging men met een diep stilzwijgen aan mijn uitdrukkelijk gestelde vraag voorbij. Toch acht ik de vraag niet frivool. Ze is ook niet niet-ter-zake. Integendeel. Ze schiet in de roos. De sexualiteit is een van de meest fundamentele elementen in alles wat met de geboorte gegeven is. Hoe men dit element verwerkt vanuit de wedergeboorte is daarom van medebeslissende betekenis voor de verhouding, waarin men de geboorte en de wedergeboorte, het natuurlijke en het geestelijke ziet staan. Aanváárdt men de geslachtsgemeenschap, met haar verrukking, dan aanvaardt men in beginsel alles. Bijvoorbeeld ook het spel. Wat doen volwassen mensen in het liefdeleven anders dan spelen, puur voor hun plezier? Aanvaardt men dit positief en bewust, dan staat men ineens totaal anders in de wereld. Men kan dan als geestelijk mens met lust kijken naar een voetbalwedstrijd en in het plezier dat men -- ook als men tegen de dood aan leeft -- daarin heeft, een moment van de heiliging vinden.
(Vetgedrukte gedeelte van mij. Bron:
http://www.wapenveldonline.nl/viewArt.php?art=399)
Van Ruler noemt jouw opvattingen ketterijen. Hij doet dit aan de hand van de sexualiteit, door God gegeven aan ons om - naast de voortplanting - van te
genieten
Reageer hier eens op?